138 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 24 November 1883. paald wordt, dat omtrent voorstellen, door raadsleden ingediend, wordt gehandeld zooals omtrent het onderzoek van stukk en is be paald, schrijft art. GO voor, dat alle bij den raad ter tafel gebragte stukken tot onderzoek en verslag worden gesteld in handen öf van de vaste commissie tot wier werkkring zij behooren, öf van eene bijzondere commissie. Nu kan hier niet sprake zijn van eene vaste commissie, maar wel van eene bijzondere. Men zou het voorstel n.i. hebben kunnen stellen in handen van de commissie van bestuur over het stads zieken huis, maar aangezien de heer de la Faille in de vorige ver gadering bij de toelichting van het voorstel reeds heeft mede gedeeld dat de voorstellers die commissie reeds hebben gehoord is nader hooren van die commissie overbodig. Spr. gelooft dus, dat de raad thans tot behandeling behoort over te gaan. De heer Plantenga zal niet graag bewerendat renvooi aan burgemeester en wethouders niet onregelmatig is. Hij gelooftdatzooals de voorzitter zooeven heeft opgemerkt dadelijke behandeling geheel conform het reglement van orde is. Toch heeft spr. het voorstel van den heer Bruinsma ge steund en wel omdat hij persoonlijk voor zich er wel prijs opstelt, dat de commissie van bestuur over het stads zieken huis officieel wordt gehoord. Wel blijkt uit de toelichting van het voorstel dat de leden dier commissie zijn gehoord maar toch is geen advies van haar bij de stukken aanwezig. Als spr. veronderstellen mag dat die commissie, zoomede de stads doctoren geheel met het voorstel van de heeren de la Faille, Reeling Brouwer en Duparc instemmen, dan zal ook hij zich graag bij de zaak neerleggen. Maar juist, omdat hiervan niets bepaald blijkt en burgemeester en wethouders de aange wezen personen zijn om die commissie en doctoren te hooren heeft hij het voorstel van den heer Bruinsma ondersteund. De heer Bruinsma erkent, dat men de meening van de commissie van het stads ziekenhuis gedeeltelijk kent. Gedeelte lijk zegt hijwant wat hem betrefthij heeft eerst zwarigheid gemaakt om de vergadering waarin het voorstel van de 3 heeren zou worden behandeld, bij te wonen. Later is hij daarvan terug gekomen, omdat hij meende, toch wel eenig advies te kunnen geven. Hij heeft dan ook zijne meening gezegdmaar onder uitdrukkelijk voorbehoud van geheel vrij te blijven in zijn later als lid van den raad of wel als lid van de commissie van het ziekenhuis uit te spreken meening. Hij moet zeggen bij de eerste bespreking was men vrij algemeen voor het voorstel der heeren, doch tevens werd er op gewezen, dat de zaak, zooals zij tot dusver was geregeld, toch ook goed marcheerde. In verband met dit laatste en ook omdat men z. i. van de voorlichting van de stads doctoren en den stads chirurg dient te profiterenheeft hij zijn voor stel gedaan om de zaak eerst nog eens aan burgemeester en wethouders te renvoijeren. De heer van der Scheer wil met een enkel woord te rugkomen op het bezwaar van den heer Plantenga. Dat ge achte lid zou graag een advies van de commissie van be stuur over het stads ziekenhuis hebben overgelegdmaar spr. kan in dit opzigt het volgende mede deelên. Toen de commissie van het ziekenhuis op uitnoodiging van de 3 hee ren die het voorstel hebben gedaanhunne gevoelens hebben medegedeeld heeft zich geen enkel lid tegen de voorgestelde nieuwe regeling verklaard. Toen deze zaak breedvoerig was besproken waren allen er bepaald voor. De heer Bruinsma heeft dit zooeven ook wel erkendmaar hij heeft daaraan toegevoegddat er toch op gewezen werddat de zaken aan het ziekenhuiszooals zij tot dusver waren geregeld toch ook goed marcheerden. Met dit oordeel kau spreker zich niet geheel vereenigen. De zaken in het ziekenhuis marcherendoch dat ze goed marcheren moet spreker ontkennen. Het kan veel beter wor den en hiertoe zal een eenhoofdig geneeskundige dienst kracht dadig medewerken. Ook de heer Rengers heeftnadat hij het advies van de geneeskundigen kendezijne stem geheel aan de nieuwe re geling gegeven. Hierna wordt het voorstel van den heer Bruinsma om het door de heeren de la FailleReeling Brouwer en Duparc ter vergadering van 8 November j.l. ingediende voorstel om prae-advies te renvoijeren aan burgemeester en wethouders in stemming gebragt en verworpen met 15 tegen 2 stemmen die van de heeren Bruinsma en Plantenga. De heer Minnema Buma was tijdens deze stemming tijde lijk afwezig. Ingevolge dit besluit worden de algemeene beraadslagingen heropend De heer van Harinxma thoe Slooten zou gaarne eene kleine inlichting van heeren voorstellers ontvangen. De vraag is n.l. bij hem gerezen, of het op den duur wel wenschelijk is om in het ziekenhuis de behandeling van alle kwalen onverschillig welken tak der medische wetenschap zij ook be treffenaan een persoon op ie dragen. Hij kan zich anders wel vereenigen met het denkbeeld, dat het ziekenhuis voortaan als het ware zal staan onder het hoofdtoezigt van een genees heer-directeurmaar toch zou hij op bovenstaande vraag gaarne eenige nadere inlichting ontvangen. Het komt hem voor dat de waarneming van al die takken der medische wetenschap een zeer uitgebreide studie vereischt en de eischen waaraan bij het afgelegde examen wordt voldaanop den duur voor voortgezette studie te hoog zullen blijken. Toch weet hij dat tal van personen zich aan de medische studie wijden en er ook telken jare een belangrijk aantal zijndie blijken geven die studie met succes te hebben gevolgd maar nu is het bij hem de vraag of de medicus, die tegen een salaris van ƒ1500 zal belast worden met d^ volle practijk in het ziekenhuis en die daarenboven ook nog zal worden be last met practijkwaaronder ook accouchementen bij armlas tigen genoegzaam tijd zal overhouden om in zijne studie bij te blijven. Hij vreest, dat dit op den duur niet het geval zal zijn en vraagt of het met het oog daarop niet wensche lijk zou zijn om 1 of 2 vakken te laten vallen voor de prac tijk, althans buiten het ziekenhuis. De heer Bruinsma komt ook tot de vraag of wanneer al de vakken aan één medicus zullen worden opgedragen, van deze dan ook te veel zal worden geëischt. Men moet er wel voor zorgen, dat men geen échec lijdt. Het komt hem ook nog al moeijelijk voor om een een geschikt geneesheer te krijgen die tevens chirurg is en belast zal zijn met de behandeling der prostituées. Vooral dit laatste brengt z. i. moeijelijkheid mede, want hij stelt zich voor, dat nóch een arts die in den laatsten tijd is gepromoveerd, noch een med. doctor die vroeger aan de academie promoveerde, in opzigt tot de be handeling van prostituées zoo op de hoogte isals in de laatste tijden is gebleken dat het geval kan zijn met enkelen die zich op dat vak speciaal hebben toegelegd. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 24 November 1883. 139 Spr. vreest dat, indien conform het voorstel van de 3 ge noemde heeren wordt beslotenhet succes der te doene op roeping van sollicitanten luttel zal zijn. 4» De heer Reeling Brouwer zegt, dat de reden, waarom hij heeft deel genomen aan het onverwerpelijk voorstel, hierin is gelegen, dat hij meent, dat het ziekenhuis de plaats moet zijnwaar de patiënten niet alleen goed worden behandeld maar waar ze beter dan in eigen huis kunnen worden ver pleegd. In het ziekenhuis moet er voor den medicus gele genheid zijn om die operaties te verrigten welke in huis niet kunnen worden verrigt. Spr. behoeft er toch niet op te wij zen dat hoe langer hoe meer zoowel bij de medici als bij het publiek de overtuiging zich vestigtdat alleen in een hospitaal goed kan geopereerd worden Hoe zal dit mogelijk zijn bij een toestand als de nu vigerendeThans heeft men eene veelhoofdige regering; drie deskundigen toch hebben thans dezelfde regten. Aan dien toestaud dient een einde te komen zal het ziekenhuis ook maar eenigzins beantwoorden aan zijne bestemming. In de hoofdplaats der provincie Friesland dient toch voor het doen van operatiën goede gelegenheid te bestaan. Men moet zoo mogelijk voorkomen datzooals tot dusver het ge val is, de patiënten naar Groningen worden gezonden. Doch dit niet alleen, ook de administratie zal door den voorgestelden maatregel veel vereenvoudigd wordenzoowel wat het voorschrijven en bezorgen der medicamenten betreft, als wat aangaat het invullen der voedingslijst. Daarenboven is men door cumulatie der verschillende be trekkingen in de gelegenheid het tractement te verhoogen, waardoor de keuze ruimer en beter zal zijn. Nu wordt wel beweerddat één hoofdniet voor alle vak ken bekwaam kan zijn, maar de wet weerspreekt dit immers. En worden bij de militairen ook de verschillende takken der medische wetenschap niet door één persoon uitgeoefend? Ook kan spr. wijzen op Groningen. Daar heeft men wel 3 geneeskundigen, maar geen van dezen is voor een specialen tak aangewezen, leder oefent de medische wetenschap in haren vollen omvang uit. De heer v. Harinxma thoe Slooten heeft gevraagd of de te benoemen medicusdie met de geheele practijk van het zie kenhuis wordt belast niet met te veel werk zal worden be zwaard maar spr. gelooft dat dit niet het geval zal zijn omdat het ziekenhuis daarvoor te klein is. Hij hoopt dat de raad het voorstel zal aannemenomdat het werkelijk iets goeds beoogt. Onder dat goeds treedt niet alleen op den voorgrond de ruimere keuze die men zal krijgen, uit sollicitanten hier en elders woonachtigmaar ook de verheffing der chirurgie hier ter stede door haar betere gele heid te verschaffen voor het doen van groote operatiën. De heer Plantenga moet verklarendat het onderwerpe- lijke voorstel hem oppervlakkig zeer toelachte. Laterbij nadere overweging er vanzijn er toch bezwaren bij hem gerezen. Het lijkt hem goed toe wat de theorie betreft, maar voor de practijk voorziet hij moeijelijkheden. Er is op gewezen, dat men ruimer en daardoor betere keuze zal erlangen, maar voor spr. is dit nog geenzins zeker. Hij verbeeldt zich dat de keuze moeijelijk en beperkt zal zijn. Naar zijne meening zullen zich weinigen aanmelden die de bevoegdheid bezitten tot uitoefening der geneeskunde in haren geheelen omvang terwijl hier ter stede voldoende gelegenheid bestaat om voo alle vakken speciaal deskundigen te raadplegen. Men zal dus vrij zeker komen te staan voor eene keuze uit jongelieden en het zal de vraag zijn of men dan wel een geschikt persoon zal kunnen vinden. Bestaat die gelegenheid nietdan zal men toch weer tot den ouden toestand moeten terugkeeren. Spr. heeft nu zulk een grootsch denkbeeld niet over de ruim heid van keuze. Men moet er wel opletten dat velen zullen worden weerhouden van solliciteeren omdat zij niet alleen met de inwendige praktijk zullen worden belast, maar tevens met de uitwendige en daarenboven nog met het onderzoek der publieke vrouwen. Spr. meent dat men hier geen vergelijking kan maken met Groningenomdat men hier niet heeft wat daar is. Is in Groningen eens een geval van belangrijken aard dan wordt de betrokken patiënt eenvoudig naar het akademisch zieken huis getransporteerdmaar die gelegenheid heeft men hier niet. Hier zou dan voortaan alles door 1 medicus moeten worden verrigt Spr. heeft dus tegen het voorstel bezwaren van practische uitvoerbaarheid en worden deze niet behoorlijk ontzenuwd dan zal hij er niet toe kunnen medewerken dat het wordt aangenomen. De heer de la Faille zegtdat de vraag door den heer v. Harinxma thoe Slooten gedaan en door den heer Bruinsma herhaalddie iswelke de kwestie voor een groot gedeelte domineert. Het is dezelfdewelke ook reeds in het publiek is besprokenen die spr. gemeend heeft ook in het publiek te moeten weerleggenHet is deze vraagof door cumu latie der verschillende betrekkingen de aanneming van die betrekkingen door een peisoon inderdaad niet onmogelijk wordtof een persoon niet te veel werk zal krijgen of door bijzondere voorliefde voor een enkel vak niet de andere vak ken schade zal aandoen. Spr. eerbiedigt gaarne de gevoelens, die daaromtrent van de tegenovergestelde zijde zijn geuit. Hij zal echter trachten aan te toonen dat de gedane vraag ontkennend moet worden beantwoord. Het zij hem daarvoor veroorloofd te wijzen, dat bij de beoordeeling der werkzaamheden aan de gecombineerde betrekkingen verbonden onderscheid moet worden gemaakt tusschen de kwaliteit en de kwantiteit. Wat de kwantiteit betrefthet komt spr. voordat de te benoemen titularis niet te veel werk zal krijgen. Het getal patiënten dat hij zal hebben te behandelenis niet groot. Wel zal hij niet alleen het ziekenhuis voor zijne rekening hebbenmaar ook een klein gedeelte van de stads practijk en daarenboven het toezigt op de publieke vrouwe)] maar al moge dit op het papier schijnbaar veel zijn hij zal genoeg tijd hebben alles naar behooren waar te nemen en zich met de studie op de hoogte te houden. Zelfs zal er voor hem nog gelegenheid zijn particuliere practijk waar te nemen. En dit laatste moet bepaald zoo zijn want ook spr. beschouwt een bedrag van ƒ1500 niet voldoende, om den betrokken titularis behoorlijk in zijn stand te laten leven. Maar spr. twijfelt er ook geen ©ogenblik aan of er zal voor particuliere practijk nog tijd genoeg overschieten. Wat de accouchementen betreft, waarop de heer v. Harinxma thoe Slooten heeft gewezen hiervoor behoeft niet veel tijds op rekening te worden gesteld omdat de stads vroedvrouwen daarvoor zijn. Alleen in moeijelijke gevallenwanneer deze het niet kunnen redden, zal hij moeten helpen. Zijn bijstand wordt daarvoor slechts zelden ingeroepen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1883 | | pagina 2