142
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 24 November 1883.
Dit neemt niet weg, dat, mogt een lid van den raad het
uit te loven bedrag te klein vinden en er toe kunnen komen
een amendement in te dienen tot verhooging van dat bedrag
hij dit met vreugde zal begroeten.
De commissie heeft echter gemeend niet hooger te moeten
gaan dan de door haar voorgestelde som.
De heer van Harinxma thoe Slooten zegtdat door
den heer Reeling Brouwer is gewezen op den toestand dien
mei» bij de militairen heeft en het is waar daar heeft men
een toestand zooals de vooretellers wenschenmaar nu moet
spr. toch opmerkendat die toestand ook nog maar sedert
kort in het leven is geroepen. Daarenboven is met het oog
op de veelvuldige verplaatsingen waaraan de militaire artsen
onderworpen zijn ook niet te verwachtendat zij veel bur
gerlijke praktijk hebben. Met 2 a 3 jaar worden ze meest
al weer verplaatst en dan is het voor den nieuw aankomende
niet zoo gemakkelijk dadelijk eene flinke burger clientele te
bekomen
De heer de la Faille heeft gezegd dat het zoo dikwijls
gebeurt dat een medicus een 4- a 5-tal ernstige patiënten
heeftten wiens aanzien het moeijelijk is te bepalen wie de
prioriteit zal hebbenmaar het komt spr. toch voordat
mogt dit ook het geval worden met den te benoemen medicus
en deze zich eens in het ziekenhuis bevindt, hij ook zeker
daar zal blijven en niet naar zijne particuliere patiënten zal
gaan dan na in het ziekenhuis te hebben afgehandeld. Ook
zal hij dagelijks bepaald eenige uren in het ziekenhuis te
spreken moeten zijn en gemakkelijk moeten kunnen worden
ontboden bij voorkomende ongelukken.
Spr. blijft werkelijk conflicten voorzien. Nu is er wel op
gewezendat deze thans zich ook kunnen voordoenmaar
waar men een nieuwen toestand wilmag men toch zeker
ook verbetering vragen. En heeft men eens in het ziekenhuis
een geneesheer-directeurdan gelooft spr. niet, dat andere
geneeskundigen zich gemakkelijk tot het verleenen van hulp
zullen laten vinden.
Hierna worden de discussiën gesloten en onderdeel I van
het voorstel in stemming gebragt. Met 15 tegen 3 stemmen
wordt dit onderdeel aangenomen. Tegen stemden deheeren:
Plantengavan Harinxma thoe Slooten en v. Eijsinga.
Het 2e onderdeel wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen evenals daarna ook het voorstel in zijn geheel.
De vergadering wordt hierna door den Voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 13 December 1883.
143
Vergadering van Donderdag 13 December 1883.
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig de heeren mr. J. Minnema Buma en mr. W. J.
v. Weideren baron Rengers, eerstgenoemde met kennisgeving.
Voorzitter de burgemeester.
IDe notulen van de vorige op 24 November j.l. gehou
den vergadering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld:
1. Dat bij openbare verpachting zijn gegund:
a. de opkomsten der Blaauwebrug voor 3 jaar aan H. H.
Hasz voor 32 per jaar;
b. de opkomsten van de ijzeren ophaalbrug over het
Vliet voor gelijk tijdvak aau W. Laverman voor 74 per jaar
c. De opkomsten van het pontveer ever de Willemsgracht
voor één jaar aan J. Wielinga voor ƒ15.
2. Dat bij verhuring met gesloten briefjes het perceel land
achter den nieuwen verschwatervijver voor 3 jaar is verhuurd
aan de eenig gegadigde, de wed. B. Oosterhof, voor ƒ125
per jaar.
3. Dat bij de herverpachting van den tol der trekschepen
varende tusschen Leeuwarden en Pijphornegeen gegadigden
zijn opgekomen en dat burgemeester en wethouders met het
oog op de opheffing der trekschepen ook niet voornemens zijn
op nieuw eene verpachting uit te schrijven.
4. Een koninklijk besluit, waarbij de jaarwedde van den
burgemeester dezer gemeente is vastgesteld op ƒ3500.
5. Dat door ged. staten is goedgekeurd het raadsbesluit
van 17 November j.l. tot wijziging der verordening regelende
de jaarwedden van onderwijzers aan gemeentescholen.
G. Dat de heeiou mr E. Attema en J. van Mesdag heb
ben berigt aan te nemen hunne respectieve benoemingen tot
voogd van het nieuwe stadsweeshuis en tot lid der commissie
van administratie der stadsbank van leening.
Wordt besloten al deze mededeelingen voor kennisgeving
aan te nemen.
III. Wordt ter tafel gebragt:
1. Een adres van de vereeniging ter bevordering van volks
gezondheid houdende verzoek:
a. het loozen van faecaliëu in openbare wateren en riolen
en het hebben van beerputten te verbieden
b. het wisseltonnenstelsel zooals het reeds nu in deze
gemeente in toepassing wordt gebragt, verpligt in te voeren.
2 Een adres van den heer IJ. v. d. Meulenwaarbij deze
naar aanleiding van het voorstel tot demping van de gracht
langs den Eewal en het Heerenwaltje, wijst op de voordeelen
aan eene overkruini.ig van die gracht verbonden.
3 Een verzoek van den heer F. K. Bokma en de firma
Swildens en Kuipers om ontheven te worden van de betaling
der retributie voor het gebruik van den Harlinger trekweg.
4. Een adres van de wegers aan de waag, waarbij zij
V3rhooging hunner belooning verzoeken.
Wordt besloten
het adres onder no. 1 vermeld te doen drukken als bijlage
tot het raadsverslag en het in handen te stellen der raadscom
missie voor het ontwerpen van strafverordeningenop dat
sub 2 zooveel mogelijk te letten bij de behandeling van het
heden aan de orde zijnde voorstel tot demping vau de gracht
langs den Eewal en het Heerenwaltjeen de adressen om-
BWVOIGSEL BEHOORENDE BIJ DK LEEUWARDER C/OURANT.
schreven onder nos. 3 en 4 te stellen in handen van burge
meester en wethouders ten fine van prae-advies.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
verzoek van T. v. d. Werf om een plek gemeentegrond in
huur te erlangen.
Dit voorstel strekt om te besluiten aan T. v. d. Werf al
hier tot wederopzegging in gebruik af te staan de plek grond
c.a. gelegen aan de St. Anthonystraattegen eene retributie
berekend naar ƒ70 in het jaar en verder op door burgemees
ter en wethouders nader vast te stellen voorwaarden.
6Een voorstel van burgemeester tot het maken van eene
overdekking op de veemarkt.
De conclusie van dit voorstel luidt:
1. een gedeelte der veemarkt, dat plaatsruimte kan aan
bieden voor 300 koeijen te overdekken, volgens het daarvan
door den directeur der gemeentewerken ingediend plan
2. burgemeester en wethouders op te dragen ter zijner
tijd de noodige finantiële voorstellen te doen tot dekking der
kosten aan het sub 1 gemeld werk verbonden.
7k Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van A. Vallinga, aannemer voor de gemeente van het
opruimen van ondiepten uit de grachten alhierwaarbij deze,
op grond van bij dat werk ondervonden onvoorzienen tegen
spoed, verzoekt eene geldelijke tegemoetkoming of gratificatie.
Bij dit voorstel wordt voorgesteld het verzoekals niet voor
inwilliging vatbaar, te wijzen van de hand.
8Een voorstel van burgemeester en wethouders tot nadere
wijziging der verordening regelende de inrigting van het po-
licie-personeel.
9Een voorstel van burgemeester en wethouders omtrent
het verzoek van de vereeniging van burgemeesters en secre
tarissen om instemming te betuigen met een adres aan den
minister van binnenlandsche zaken betreffende de aanhangige
voorstellen tot wijziging der gemeentewet.
Burgemeester en wethouders geven hierbij in overwe
ging aan het bestuur der vereeniging van burgemeesters en
secretarissen in Friesland te kennen te gevendat de rahd
dezer gemeente de hoofdmotieven, waarop de conclusie van
het door de vereeniging aan den minister van binnenland
sche zajten gerigt adres steuntvoor deze gemeente niet toe
passelijk acht en daarom geen termen heeft gevonden dat
adres, zooals het is liggende, te ondersteunen.
10 Een voorstel van burgemeester en wethouders op een adres
van de wed. H. Slaaff om eenig pensioen van gemeente
wege.
Dit voorstel strekt om te besluiten, aan Aaltje Stevan,
wed. H. Slaaff, in leven schrijver op het bureau van den
directeur der gemeentewerken, voor het jaar 1884 als tege
moetkoming in haar levensonderhoud eene gratificatie toe
te kennen van ƒ100, in vier termijnen uit te keeren, en
wel op den 1 Januarij, 1 April, 1 Julij en 1 October van dat
jaar, telkens Va gedeelte.
11. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot on-
derhandsche verhuring van diverse gemeente-eigendommen.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te beslui
ten voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde
staten burgemeester en wethouders te magtigenmet ingang
van 12 Mei 1884 onderhands voor den tijd van één jaar in
huur af te staan aan:
H. Laverman de scheepstimmerwerf c. a. Oldegalileën no.
229 voor ƒ117 'sjaars;
18