144 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 13 December 1883. K. Bosma de woning Oldegalileën nos. 40 en] 32 voor ƒ91 'sjaars; S. v. d. Heide, wed. v. d. Heide en W. Wijlgenbosch de woningen Oldegalileën no. 34, 36 en 38, respectievelijk voor 59.8057.20 en ƒ59.80 'sjaars; J. Bruiusma het huis Posthoornsteeg no. 13 voor ƒ25 'sjaars F. Vuist het huis Posthoornsteeg uo. 15 voor f 125 'sjaars; H. Barteis, wed. H Schmitz het huis Oostersingel no. 116 voor ƒ65 'sjaars; P. Palm het huis Oostersingel no. 118'voor ƒ65 'sjaars; J. E. Schreuder het huis Oostersingel no. 114 voor ƒ65 'sjaars; H. Weidijk het huis Doelestraat no. 1 voor 150 'sjaars W. A. Janssen, het huis Groote Hoogstraat no. 24 voor ƒ225 'sjaars; D. Draper het huis Bagijnestraat no. 61 voor 117'sjaars J. W. H. Schreurs het huis Kruisstraat no. 25 voor ƒ300 'sjaars; W. Klebach het huis Bagijneklooster no. 7 voor ƒ57.20 'sjaars J. Goor het huis Noorderplantage no. 3 voor ƒ78'sjaars; Gezusters Bleeker het huis llaadkuisstraatjé no. 3 voor ƒ130 'sjaars; S. B. Polstra het huis Ötienserstraatweg no. 3 voor ƒ100 'sjaars M. Pekelsma een plek grond aan het Oldehoofdster Kerk hof voor ƒ2 50 'sjaars; met ingang vau 1 Februarij 1884 aan D. Suwijn en W. Loot een plek grond aan het Oldehoofdster Kerkhof voor ƒ2.50 'sjaars; met ingang van 5 Maart 1884 aan W. Beintema een per ceel bouwland op Oldegalileën voor ƒ155 'sjaars, en aan W. Keverkamp een perceel bouwland op Oldegalileën voor ƒ140 'sjaars. Wordt besloten: al deze voorstellen ter visie te leggen en ze in eene vol gende vergadering te behandelen, en voorts nog, om dat, vermeld onder no. 8, te doen drukken als bijlage tot het verslag van 's raadshandelingen over 1883. 12. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vast stelling van een ontwerp-besluit tot gemeenschappelijke rege ling met het gemeentebestuur van Leeuwarderadeel omtrent de toelatitg van kinderen uit die gemeente op de herhaling- scholen alhier. De Voorzitter deelt hierbij mede, dat de raad der ge meente Leeuwarderadeel in zijne gisteren gehouden vergade ring bereids aan het ontwerp-besluit zijne goedkeuring heeft gehecht. Hierna wordt besloten ook dit voorstel ter visie te leggen om het in eene volgende vergadering te behandelen.- 13. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een verzoek van A. J. Feddema, om de voor waarden te vernemenwaaronder in koop is te erlangen een gedeelte van het bouwterrein aan de Sophialaan. De heer DirkS meent, in verband met de indiening van dit voorsteleene enkele vraag te moeten doen. Gaarne wil hij er toe medewerken, dat do raad zoo volledig mogelijk kennis krijgt ook van hetgeen omtrent het bedoelde terrein vroeger is voorgevallen. Hij herinnert zich n.l. dat hijhetzij als lid der bouwcommissie, hetzij meer als particulier kennis heeft bekomen van een plan, dat bij den afgetreden burge meester, den heer itengers, omtrent het bouwterrein aan de Sophialaan bestond. Volgens dat plan zouden ter plaatse geen villa's komen, maar meer kleine burgerwoningen, hui zen voor ambtenaren, voorzien van kleine tuinen. Nu zou hij wel willen vragen of burgemeester en wethouders ook met dat plan bekend zijn, of het werkelijk bestaat, en zoo ja, of het ook bij de stukken zal worden overgelegd. Mis schien is het een particulier denkbeeld van den heer Rengers geweest, maar het kan ook anders zijn. In ieder geval acht hij het raadzaam thans daaromtrent eenï vraag te doen, want is het laatste het geval, dan zou hij het bedoelde plan gaarne nu overgelegd willen hebben en zal daarnaar dan later bij de discussie niet behoeven te worden gevraagd. De heer Wiorsma deelt hierop mede, dat de opmerking van den heer Dirks juist is. Op last van den vroegeren burgemeester is er al eens een plan ontworpen. Daarbij was de bedoeling den voorkant te bestemmen voor villa's, maar daarachter kleinere huizen te doen stichten, b.v. voor spoor wegbeambten enz. De directeur der gemeentewerken heeft thans echter, nu hem het onderwerpelijk adres in handen werd gesteld, van dat plan niet gewaagdmaar een geheel nieuw plan ingezon den, dat echter eenige overeenkomst heeft met dat vroegere. Het is de bedoeling dit nieuwe plan bij de stukken over te leggen, waardoor alzoo geheel aan den wensch van den heer Dirks zal worden voldaan. Hierna wordt op voorstel des Voorzitters besloten het voor stel te doen drukken in de bijlagen tot het raadsverslag, om het in eene volgende vergadering te behandelen. V. Verder wordt nog ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij ziging der voorwaarden van verhuring der zathe en landen aan het Kalverdijkje. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor te besluiten 1. de voorwaarden van verhuring van de aan de gemeente toebehoorende zathe en landen aan het Kalverdijkje, thans in gebruik bij T. A. Bergstra, te wijzigen door ter vervan ging van de bestaande bepaling, dat het huis c. a. op ver betering en vermindering aan den huurder wordt afgestaan daarin de voorwaarde op t nemen dat het huis c. a. door het gemeentebestuur zal worden onderhouden, terwijl de huur der in de kosten van herstelling en verbetering der huizinge c. a. zal moeten bijdragen die van kost, drank en arbeids- loonen der werkliedenvan de transportkosten der materia len en van aanschaffing van dakpannen 11. van den afgaanden huurder over te nemen het huis c. a., volgens de taxatie van de daarvoor 1 noemde deskun digen; f III. burgemeester en wethouders uit te noodigen ter zij ner tijd de noodige voorstellen te doen tot bestrijding der kosten uit het besluit sub II voortvloeijende. Wordt besloten dit voorstel ter visie te leggen om het in eene volgende vergadering te behandelen 2. Een voorstel van burgemeester en w; thouders tot wij ziging der verordening ter uitvoering van de nieuwe regeling van het openbaar lager onderwijs. (Zie bijlage no. 22 van het verslag van 's raads handelin gen over 1883. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 13 December 1883. 145 Wordt besloten dit voorstel heden te behandelen en wel na afdoening vau punt 7 van den raadsbrief. VI. Wordt overgegaan tot behandeling vaii de op den oproepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van een voogd der stads armenkamer Op de aanbeveling komen voor de heeren 1. G. H. v. d. MeuleD, koopman. 2. G. Gratama, kassier. 3. A. E. J. Lucardie koopman. Met algemeene (19) stemmen wordt eerstgenoemde benoemd tot voogd der stads armenkamer. 2. Benoeming van een lid ven het collegie van curatoren van het gymnasium. Aanbevolen worden de heeren 1. Mr. J. L. v. Sloterdijck, aftr. curator. 2. Ds. E. O. Jungius, en 3. Mr. H. D. v. Ketwich Verschuur. Met 18 van de 19 stemmen wordt eerstgenoemde als cura tor van het gymnasium herbenoemd. Op den beer ds. E. C. Jungius werd 1 stem uitgebragt. De benoemde, ter vergadering aanwezig, verklaart, naar aanleiding van eene desbetreffende vraag des voorzitters, geen bezwaar te hebben de benoeming op nieuw aan te nemen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van O. H. Vortwenglerhoudende verzoek om vermindering der verschuldigde pacht van het buffet in de handelsbeurs Dit voorstel strekt om het verzoekals niet voor inwilli ging vatbaarte wijzen van de hand De heer Duparc iszoo als der vergadering genoegzaam bekend iser in den regel niet voordat de raad gebruik maakt van de bevoegdheid, hem bij art. 139 der gemeente wet toegekend, om kwijtschelding te verleenen aan huurders, pachters of gebruikers der gemeente-eigendommen van het door hen verschuldigde of van door hen beloopen boeten. Hij wil ook gaarne verklarendat burgemeester en wethouders moeijelijk anders konden adviseren dan ze hebben gedaan, als men zich op het standpunt van het regt plaatst. Toch acht spreker het wenschelijk om in dezen van de ongunstige conclusie af te wijken. Hij zou hierals ware hetgenade voor regt willen doen gelden. Het is waar, adressant is vooraf door burgemeestei en wethouders gewaarschuwd, toen het bleek, dat hij, huns inziens, veel te hoog had ingeschreven maar het geldt hier een proef. Adressant heeft willen zien wat er van het buffet in de beurs te maken zou zijn en nu moge het waar zijn, dat de gevolgen van die proef ook ge heel voor zijue rekening behooren te komen, ook omdat hier geen sprake is van force majeure, toch gelooft hij, dat men hier wat rekening dient te houden met de tijdsomstandighe den. Die omstandigheden hebben slecht op de geheel nieuwe zaak gewerkt. De handel, vooral in granen, was in de laatste maanden van bijzonder weinig beieekenis en het beursbezoek van dien aarddatal had iemand het buffet gepacht voor veel lager bedrag dan de adressant, ook deze geen winst be haaldzoo niet evenzeer veel schade beloopen zou hebben. Volgens de door adressant gemaakte becijferingdie wel als geloofwaardig mag worden beschouwdzal hij waarschijnlijk met ulto. December een totaal ontvang hebben gehad van ƒ390. Wegens onkosten moet daarvan worden afgetrokken ƒ150, zoodat er een bedrag van ƒ260 als ontvangst zal over blijven. Dit bedrag is, op ƒ10 na, het door adressant reeds gestorte eerste gedeelte van de pachtsom, en nu moet hij nog ƒ260 storten. Men begrijpt nu ligt, wat slechte reke ning de adressant ten slotte zal hebben gemaakt. In de ge geven omstandigheden vindt spr. dit vrij hard, en het is daaromdat hij wel zou wenschen, dat de raad kon besluiten den adressant eenigermate tegemoet te komen door zijn ver zoek in zooverre toe te wijzendat hij nog 100 zal hebben te betalen. Hij is zoo vrij, dit laatste voor te stellen. Het voorstel van den heer Duparc wordt voldoende onder steund en dientengevolge in behandeling gebragt. Den heer Wiersma is het volstrekt niet te doen om het medelijden van den heer Duparc te bestrijden. Is er een die den adressant gaarne wat tegemoet zou willen komen dan is hij het. Hij beseft ten volle dat de man in moeije- lijkheden kan verkeeren, maar toch zal spreker zijne stem niet aan het voorstel van den heer Duparc kunnen geven en wel omdat daarvoor geen bepaaldegeen geldige motieven zijn bij te brengen. Was dit het geval geweest, dan waren die motieven door burgemeester en wethouders wel bijgebragt, maar juist omdat hier ieder geldig motief ontbreekt, is men er toe moeten komen eene afwijzing van het verzoek voor te stellen. Het dagelijksch bestuur kon niet anders handelen, dan het heeft gehandeld. Men moet niet vergeten, dat er zich telkens soortgelijke gevallen voordoen. Spr. kan hieromtrent nog mededeelen, dat het onlangs b. v. is gebleken, dat een aannemer van slatwerk zich had verrekend en ofschoon deze dit onmiddellijk te kennen gaf, meenden burgemeester en wethouders, dat waar de gunning van het werk dus aan hem was geschiedmen niet anders kondau die aanneming hand haven en gestand doen. Men heeft den man dus niet van die aanneming kunnen ontslaan, vooral ook omdat men bij dergelijke zaken niet alleen heeft te letten op de belangen der gemeente en die van den aannemer, maar ook met de belangen van derden, n.l. op die van de andere gegadigden. Verleent men b.v. aan Fortwengler de kwijtschelding welke de heer Duparc voorstelt, dan zal hem min of meer onregt worden gedaandie bij de verpachting hooger bod deden dan de som, die dan werkelijk zal worden ontvangen. Men is dus in dezen geenzins vrij iu handelen. Daarenboven, den adressant is de gelegenheid gegeven om, toen het bleek dat hij een buitensporig hoog bod had gedaan te verklaren dat hij zich had verrekend, en had hij van die gelegenheid gebruik gemaakt, vrij zeker zou men op een ander hebben teruggetastmaar dit is niet het geval geweest. Adressant verklaarde op de desbetreffende vraag, dat hij zich niet had verrekenddat hij de zaak eens wilde proberen om, dan later daarmede beter op de hoogte te zijn. Waar dat werd verklaard en de opgegeven borgen voldoende waren meenden burgemeester en wethouders den adressant de pacht te moeten guDnen. Hoe gaarne men dus ook wilmen kan in dezen het verzoek van adressant niet inwilligen. Men zou ook den man, die zich met het slatwerk ƒ200 a 300 had verrekend gaarne zijn tegemoet gekomenmaar men kan dat niet. Van daar dan ook het adres, dat heden morgen werd aaugebragt, waarbij hij een beroep doet op den raad. Wanneer men nu mogt besluiten om zonder dat daarvoor een buitengewoon motief kan worden bijgebragt(want het slechte beursbezoek kan toch niet als zoodanig gelden, daar

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1883 | | pagina 2