44 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 28 February 1884. door den heer Reeling Brouwer is voorgesteldaangenomen zonder hoofdelijke stemmingevenals later het voorstel in zijn geheel. 8. Benoeming van eene voogdes van het nieuwe stads weeshuis. Aanbevolen worden 1. Mevr. M. L. BurgerSuringar 2. Mevr. C. J. J. Buma Wijckelheld Bisdom 3. Mevr. J. C Beucker Andrea}Fran cis. Eerstgenoemde wordt met 16 van de 17 stemmen benoemd. Een stem werd uitgebragt op mevr. Buma—Wijckelheld Bisdom. Wordt opgemerktdat de heer de la Faille niet aan deze stemming deel nam, hebbende deze de vergadering naafdoe ning van punt 5 verlaten. 9. O ntwerp-v er ordening op de marktpolitie. (Zie bijlage no. 5 van het verslag van 's raads handelingen over 1884.) Algemeene discussien worden omtrent deze verordening niet gevoerdwaarom de verschillende artikelen aan de orde worden gesteld. Artt. 1 tot en met 14 worden onveranderd goedgekeurd. Art 15 leidt tot eenige discussie. Dit art. luidtBehalve de voormarkten op Donderdag voor vee van 's voormiddags tien tot 's namiddags vier uur en voor andere zaken 's namiddags worden de weekmarkten iederen Vrijdag gehouden Behoudens de bepalingen omtrent de vee- en vleeschmarkten eindigen ze met zonsondergang. De heer Plantenga vraagt of in dit artikel geen melding moet worden gemaakt van de botermarkt en van de beurs die op Maandag worden gehouden. Mogt dit het geval zijn, dan stelt hij voor het artikel dienovereenkomstig te wijzigen. De heer Duparc meentdat de handeldie op Maandag in het beurs- en waaggebouw wordt gedreven slechts is een tijdelijke maatregel door burgemeester en wethouders verordend krachtens speciale verordeningen op dat stuk. Bedriegt zijn geheugen hem nietdan is er in de verordeningen op het gebruik van de beurs en de waag eene bepaling, waarbij bur gemeester en wethouders de bevoegdheid wordt gegeven Om het beurs- en waaggebouw ook op andere dagen dan den Vrijdag voor den handel open te stellen. Naar zijne meening dient het door de commissie voorgesteld art. 15 onveranderd te worden gelaten. De heer van Harinxma thoe Slooten is van gelijke meening. Het komt hem voor dat het voorstel van den heer Plantenga niet verder in aanmerking behoeft te komen, omdat daarin niet zoo zeer wordt gedoeld op eene marktplaats, maar meer op een locaal. De handel in zoodanig locaal gedreven, is z. i. meer met een publieken verkoop gelijk te stellen Onder het woord markt" meent hij te moeten verstaan den handel welke op de openbare straat wordt gedreven. De heer Plantenga herinnert zich niet ju'st meer de be palingen van de door den heer Duparc bedoelde verordeningen. Het kan zijn dat met het oog op die bepalingen eene wij ziging van het onderwerpelijk artikel als door hem is voor gesteld overbodig is maar waar dat artikel de weekmarkt alleen tot den Vrijdag bepaaltkwam het hem niet ondienstig voor daarbij tevens melding te maken van de waag en beurs, die op Maandag worden gehouden Den heer van Sloterdijck komt de opmerking van den heer Plantenga geenzins ongegrond voor. De boter-, kaas- en graanmarkten welke op Maandag worden gehouden be- hooren wel degelijk tot het kader der markten. Het doet er z. i. niets aan af, of die markten binnen- of buiten 's huis worden gehouden. En daarenboven is het beurs- en waag gebouw een openbaar gebouwdat wel degelijk staat onder den invloed der verordening regelende de marktpolitie. De heer Duparc zet nader zijne meening uiteen en merkt daarbij op dat door aanneming van het voorstel van den heer Plantengaterloops zou worden gederogeerd aan de verorde ningen regelende het gebruik van beurs en waag. Hierna heeft nog eenige discussie plaats tusschen de hee- ren Troelstra en Duparcwaarbij laatstgenoemde meent dat de redactie misschien zóó ware te wijzigendat word§ gelezen „behoudens het bepaalde bij de verordeningen rege lende het'gebruik van de beurs en waag." Dan blijven die verordeningen intact. Hij wenscht vooralsnog echter geen voorstel in dezen zin te doen. De heer van Harinxma thoe Slooten kan zich wel met den heer Duparc vereenigen. Dat de beurs en waag niet in de verordening behoeven te worden opgenomen, blijkt z. i. ook wanneer men artt. 38 en 39 leest. Terwijl art 38 aan burgemeester en wethouders de bevoegd heid geeft de plaatsen te bepalenwaar de markten worden gehouden, luidt art. 39: „al wie op eene week- of dagmarkt wenscht voor te staanvervoegt zich om aanwijzing van plaats tot den commissaris van politie en gedraagt zich naar de be velen door of van wege dezen hem gegeven." Kennelijk wordt in deze beide artike'en de markt op de openbare straat bedoeld De heer Dirks wijst op artt. 26 en 33 waarbij de boter-, kaas- en graanmarkten worden onderscheiden in die in liet groot en in die in het klein. Nu valt naar zijne meening de handel die op Maandag in het beurs- en waaggebouw wordt gehouden in de verordeningwant al moge deze meer op markten in het klein zien die in het groot komen er ook in voor en ook de marktdagen voor beide behooren er in te huis. Den heer van Sloterdijck komt het voor dat de verorde ningen waarop de heer Duparc doelthier buiten rekening moeten blijven. Die betreffen toch niet dezelfde materie. Men heeft thans met eene strafverordening, met eene verordening op de marktpolitie te doen terwijl de door den heer Duparc bedoelde verordeningen betrekking hebben op het gebruik van het beurs-waaggebouw. Dat de handel in dat gebouw gedre ven, geen markt zou zijn kan spr. niet deelen Hij verstaat toch onder het woord markt eene publieke plaats, waar aan bod van te verkoopen waren of zaken plaats heeftwaar om een term der verordening te gebruiken, wordt voorgestaan. Bovendien de bepalingen omtrent het gebruik van beurs en waag vormen ook geen strafverordeningen. Zeer goed kunnen die blijven bestaan, al wordt thans ook art 15 ge wijzigd in den door den heer Plantenga bedoelden ziu. Bij die wijziging, mogen de bedoelde bepalingen eenigzins in acht genomen worden maar ze verandert hare beteeke- nis niet. Bij de thans in behandeling zijnde ontwerp veror dening heeft de commissie zich zooveel mogelijk laten leiden door den feitelijken toestand Zoo is gelet op de Donderdags avond voormarktdie vrij zeker alleen door het gebruik is ontstaan en waar het nu even goed een feit is dat ook op Maandag beurs en waag wordt gehouden daar dient ook daar - Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 28 February 1884. 45 mede rekening te worden gehouden. Spr. acht voorshands de opmerking van den heer Plantenga juist. Alleen spijt het hemdat zij niet vroeger aan de commissie is kenbaar ge maakt dan had men vooraf eens kunnen nagaan op welke wijze daaiaan het best zou zijn te gemoet te komen, want het gaat niet opom zoo ter loops in eene vergadering eene redactie aan te gevendie met het oog op de overige bepa lingen der verordening de meest passende is. In verband met dit laatste meent hij dan ook te moeten voorstellen de verordening aan de commissie te renvoijerenopdat deze de zaak behoorlijk zal kunnen nagaan. Naar aanleiding hiervan heeft nog eenige discussie plaats tus schen de heeren PlantengaC. W. A. BumaDuparc van Sloterdijck en den Voorzitter, welke laatste in overweging geeft de vaststelling van art. 15 aan te houdendoch met de behandeling der verdere artikels der verordening door te gaanopdat de commissiewanneer het blijkt dat er meer wijzigingen noodig worden geachtook deze zal kunnen over wegen. Aangezien de heer van Sloterdijck en de andere leden der vergadering zich hiermede wel kunnen vereenigenwordt dienovereenkomstig besloten De verdere artikels der verordening leiden echter tot geene op- of aanmerkingen en worden onveranderd vastgesteld, uit gezonderd art. 36waarin het cijfer „31" wordt vervangen door „32". Na afhandeling der verschillende artikelen wordt in ver band'met der'nadere redactie door de oommissie voor art. 15 aan te geven de vaststelling der verordening tot nader aan gehouden. Met goedvinden der vergadering wordt alsnu aan de orde gesteld het heden aangebragt punt 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening regelende de brandweer. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten o. in art. 16 sub litt. b achter „korporaals"toe te voe gen „de bergers, redders, bode en adjunct-bode;" b. in art. 7 het woord February" te veranderen in „Maart." De vergadering wordt hierna door den Voorzitter gesloten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1884 | | pagina 4