54
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 13 Maart 1884
1luifels of zeilen meer dan één meter buiten de oppervlakte,»
welke de voet van de kraam of den stal beslaat, te doen uitsteken
2. met kruiwagens ot ander voertuig pakken of goederen
door of langs de rijen der kramen rond te voeren of te venten
3. buiten den tijdvoor de kermis bepaaldin tenten ver-
tooningeu te geven, of in kramen of stallen te bakken of te ver-
koopen, tenzij met vergunning van burgemeester en wethouder^
Art. 10. Ieder ondernemer van kermis-vermakelijkheden
is verpligt, in de uitoefening van zijn bedrijf zich te gedragen
naar de bevelenhem door of van wege den burgemeester
gegevenen op daartoe van dezen bekomen aanzegging on
verwijld de voorstellingen te doen ophouden.
Art. 11. De ondernemers van openbare vermakelijkheden
en de kramers zijn verpligtde tenten binnen drie maal- en
de kramen en andere opstallen binnen tweemaal vier en twin
tig uur na het einde van de kermis weg te nemen en hunne
standplaatsen geheel te ontruimen.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, in bijzondere ge
vallen uitstel voor het wegruimen van eenige teut toe te staan.
Art. 12, De paardenmarkten worden gehouden van voor
middags acht tot namiddags zes uur
a. de eerste voorjaars -paardenmarkt op den derden Dings-
dag vóór Paschen
b. de tweede voorjaars-paardenmarkt op den eersten Dings -
dag in de maand Mei
c. de najaars-paardenmarkt op den tweeden Donderdag na
de paardenmarkt te Norg.
Art. 13. De kalvermarkt wordt gehouden op den derden
Donderdag in de maand Octobervan voormiddags negen
tot namiddags drie uur.
Art. 14. De bepalingen van de artikelen 17alinea 2, tot
en met 25, gelden voor de paarden- en kalvermarkten.
Art. 15. Onverminderd de bepalingen regelende het ge
bruik van de waag en behalve de vóórmarkten op Donderdag,
voor vee van 's voormiddags tien tot 's namiddags vier uur en
voor andere zaken 's namiddagsworden de weekmarkten
iederen Vrijdag gehouden. Behoudens de bepalingen omtrent
de vee- en vleeschmarkteneindigen ze met zonsondergang.
Art. 16. Vallen de kerstdagen in op Donderdag en Vrij
dag dan worden de weekmarkten op Zaturdagindien ze
op Vrijdag en Zaturdag invallen, op Donderdag gehouden.
Valt de nieuwjaarsdag op Vrijdag in dan worden de week
markten op Donderdag gehouden.
Van een en ander wordt aan het publiek kennis gegeven.
Art. 17. De veemarkt wordt gehouden in de maanden
April tot en met September van voormiddags zeven tot na
middags drie uurin de maanden October en November van
voormiddags zes tot namiddags drie uur en in de overige
maanden van voormiddags acht tot namiddags twee uur.
Het begin en het einde van de markt worden door het lui
den van een marktbengel een half uur te voren aangekondigd.
De sluiting van de markt wordt eveneens door het luiden
van den marktbengel bekend gemaakt.
Art. 18. Het is verbodenvoor de veemarkt bestemd vee
anders dan door de daarvoor uitsluitend bestemde ingangen
binnen te leiden.
Art. 19. Het is verboden, vee, aan eene besmettelijke ziekte
lijdende of daarvan verdachtter markt te brengen.
Onverminderd het bepaalde Lij art. 1 van het koninklijk
besluit van 14 Maart 1880 (Stbl. no. 31) waarbij voor be
smettelijke ziekten worden gehouden
1. de veepest (veetyphus) bij herkaauwende dieren;
2. de longziekte bij runderen
3. het mond- en klaauwzeer (besmettelijke blaaruitslag van den
mond- en de klaauweu) bij herkaauwende dieren en varkens
4. de kwade droes en huidworm bij eenhoevige dieren;
5. de dierenschurft bij paarden en bij schapen
6. de pokken bij schapen
7. het miltvuur bij alle vee
8. de hondsdolheid bij alle vee,
worden voor de toepassing van deze verordening mede voor
besmettelijk gehouden
de verdachte of steendroes bij paarden
de schurft en de varkensziekte bij varkens.
Behoudens de hiertegen bij deze verordening bepaalde straffen,
wordt het ziek of verdacht verklaarde vee door of van wege
den marktmeester onverwijld van de marktplaats verwijderd.
Art. 20. De keuring van het vee is opgedragen aan den
gemeente-veearts. Hij beslist alle geschillen omtrent het be
staan en den aard der ziekte.
Art. 21. Bij het ter markt komen worden de plaatsen
voor het vee door den marktmeester aangewezen.
Ieder is gehouden, zich hieraan te onderwerpen.
Bij weigering of nalatigheid om aan die aanwijzing onmid
dellijk gevolg te gevenwordt het vee van de marktplaats
verwijderd, onverminderd de straf, tegen de overtreding bepaald.
Art. 22. Het is verbodeneenig vee op de marktplaats
vast te binden aan andere voorwerpendan aan de daarvoor
bestemde ijzeren stangen of ringen
Art. 23. Het is verboden, de weegtoestellen te gebruiken,
zonder toestemming van den marktmeester.
Ait. 24. Het is verboden na het tweede luiden aan het
einde van de veemarkt op de hiervoor aangewezen markt
plaats vee te laten blijven.
De eigenaar van het vee, waarmede deze bepaling wordt
overtreden vervalt in de hiertegen bepaalde straf.
Art. 25. Het is verboden, het vee langs een anderen weg
de markt te doen verlaten dan door de daarvoor uitsluitend
bestemde uitgangen.
Art. 26. De boter- en kaasmarkten worden onderscheiden
in die in het groot en die in het klein. Omtrent de boter
en kaasmarkten in het groot gelden de bepalingen der ver
ordening regelende het gebruik van de waag.
De botermarkt in het klein is die, waar de boter bij hoe
veelheden van minder dan tien kilogram wordt verkocht.
De kaasmarkt in het klein is die, waar kaas bij stukken
wordt verkocht.
Art. 27. Het is verboden, boter in het klein bij het stuk
ter markt te verkoopen of ten verkoop voorhanden te hebben
anders dan in stukken die het gewigt hebben van een kilo
gram van een half kilogram of van twee en een half hectogram.
Art. 28. De vleeschmarkt eindigt in de maanden Januarij,
FebruarijOctoberNovember en Decembernamiddags
te vijf uurin de maanden Maart en September namiddags
te zes uur en in de overige maanden namiddags te zeven uur.
Art. 29. De verkoopers van vleesch en spek moeten hunne
koopwaar voormiddags vóór tien uur op de vleeschbanken
leggen of aan de haken hangen.
Art. 30. Zij zijn verpligt, hunne vleeschbanken zindelijk te
houden en tegen den zonneschijn te beschutten.
Art. 31. Zij zijn gehouden ten aanzien van het plaatsen
van hunne hakblokken en kruiwagens zich te gedragen naar de
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden; van den 13 Maart 1881.
55
hun daaromtrent door de policie te geven aanwijzingen en bevelen
Art. 32. Zij zorgen, dat hun vleesch en spek op het tijd
stip voor het eindigen van de markt bepaald van de markt
plaats zijn weggevoerd.
Art. 33. De graanmarkt in het klein is die, waar het graan
bij hoeveelheden van minder dan een hectoliter wordt verkocht
Art. 34. Tot de algemeene weekmarkt behooren de mark
ten van eijerengevogeltehondenkonijnen en de uitstal
lingen van lederhoutwaren eenden- en bijenkorven, bezems,
hoepelsmanden lappen artikelendie tot het dagelijksch
huishouden behooreneetwaren en dergelijke.
Art. 35. De kramen, stallen, tafels, banken, wagens, kar
ren of andere voorwerpenwaarin of waarop de weekmarkt-
goederen worden uitgestaldmogen niet grooter zijn dan de
door burgemeester en wethouders daarvoor vastgestelde maat.
Art. 36. Behoudens de voorschriften van de artikelen 24
en 32 moeten een uur na afloop van de weekmarkten zoowel
de voorwerpendie voor uitstalling dienenals de koopwa
ren van de markt zijn verwijderd.
Art. 37. De dagmarkten worden dagelijks, behalve op
Zon- en algemeen erkende christelijke feestdagengehouden.
Art. 38. Burgemeester en wethouders bepalen de plaatsen,
waar de markten worden gehouden.
Art. 39. Al wie op eene week- of dagmarkt wenscht voor
te staanvervoegt zich om aanwijzing van plaats tot den
commissaris van policie en gedraagt zich naar de bevelen
door of van wege dezen hem gegeven.
Art. 40. Ieder mag op den stoep van zijne woning goe
deren of waren, waarin hij gewoonlijk handel drijft, uitstal
len het is echter verboden, deze uitstallingen over de openbare
straat te doen uitsteken of daardoor een gelijk genot van de bu
ren aan dezelfde straat te belemmeren of hun uitzigt te beletten.
Art. 41. Behoudens de bepaling van het voorgaande arti
kel is het verboden
1. eene plaats te bezetten, niet of grooter dan die, door
den commissaris van policie aangewezen
2. koopwaren uit te stallen buiten de toonbank of tafel
van de kraam of den stalof vóórachter of langs de
kraam of den stal van een ander;
3. kokers of palen in den grond te plaatsen tot het stellen
van tentenkramen of andere opstallentenzij met goed
keuring van de policie
4. den toegang tot of den doorgang tusschen de tenten of
kramen te belemmeren of te beletten.
Art. 42. Het is verboden, tenzij met bijzondere vergunning
van den burgemeester, met goederen of voorwerpenwaarvoor
eene bepaalde marktplaats is aangewezenop eene andere
openbare plaats of op een anderen dan den daartoe bestemden
tijd te markten of ten verkoop voor te staan of met open
bare tentoonstelling over vee handel te drijven.
Het veedat op de voor het houden van veemarkt be
stemde dagen in de gemeente op eene andere openbare plaats
dan de daarvoor aangewezen marktplaats wordt gevonden
zonder dat het blijkt, te worden aan- of weggevoerd, wordt
gerekend daar ten verkoop aanwezig te zijn.
De verbodsbepaling van alinea 1 is niet van toepassing op
openbare verkoopingen.
Art. 43. Ieder is gehouden, de door hem op de markt ge
bruikte plaats bij zijn vertrek van de daarop aanwezige
vuilnis te reinigen en de straat te herstellenvoor zooverre
het niet bepaald aan anderen is opgedragen.
Art. 44. De tenten, kramen en verdere opstallenalsmede
de koopwarendie na afloop van de mar' en of na de voor
het wegruimen gestelde termijnen onbeheerd op de marktplaat
sen worden aangetroffen, worden, op kosten eri risico van de eige
naren, van gemeentewege opgeruimd en in bewaring genomen.
Art. 45. De overtredingen van de bepalingen dezer ver
ordening worden, voor zooverre daartegen niet bij de wet is
voorzien, gestraft:
die van artikel 19 met eene boete van hoogstens vijf en
twintig guldenmet of zonder gevangenisstraf van een tot
drie dagen; die van artikel J0 met eene boete van hoogstens
vijftien gulden; die van de artikelen 9 sub 3, 11 18, 21,
23, 24, 27, 39, 41, sub 1 en 3, 42 of 43 met eene boete van
hoogstens tien gulden en die van de artikelen 9 sub 1 en 2,
22 25 29 30 31 32 35 36 40 of 41 sub 2 en 4
met eene boete van hoogstens drie gulden.
Art. 46. De zorg voor de naleving van deze verordening
wordt opgedragen aan den commissarisde inspecteurs en
de verdere beambten van policie en, wat de veemarkt aan
gaat, mede aan den gemeente-veearts en den marktmeester.
Art. 47. Met het in werking treden van deze verordening
zijn vervallen die op de marktpolicievastgesteld bij raads
besluit van den 27 September 1860gewijzigd bij raadsbe
sluiten van den 9 Mei 1867den 12 Maart en den 9 April
1874 en den 26 April 1883, en de verordening, regelende
het gebruik en de policie van de veemarkt te Leeuwarden
vastgesteld bij raadsbesluiten van den 12 Maart en den 9
April 1874, gewijzigd bij raadsbesluiten van den 11 Novem
ber 1875 en den 9 October 1879.
9. Benoeming van leden der commissie voor het stedelijk
muziekcorps.
De Voorzitter deelt mede, dat door burgemeester en
wethouders de heer J. J. Bruinsma tot voorzitter dezer com
missie is aangewezen.
Hierna worden de aftredende leden der commissiezijnde
de heeren mr. J. Dirksmr. J. L. van Sloterdijckdr. N.
Reeling Brouwer en jhr. mr. C. van Eijsinga allen bij meer
derheid van stemmen herbenoemd.
10. Benoeming van leden der commissie voor de gemeente
lijke gasfabriek.
Tot leden dezer commissiewaarvoor de heer mr. J. S. v.
baron van Harinxma thoe Slooten door burgemeester en wet
houders tot voorzitter is aangewezen, worden benoemd alle
aftredende ledende heeren A. DuparcJ. J. Brungermr.
J. Dirks en F. Plantenga.
11. Vernieuwing der sectiën van den raad
Tengevolge loting worden aangewezen: tot leden der le
sectie de heeren H. Beucker Andre®mr. J. Dirksdr. J.
Baart de la Faille, J. v. d. Scheer, mr. C. W. A Buma,
J. Troelstra en mr. H. Wiersmawethouder; tot leden der
2e sectie de heeren jhr. mr. C. van Eijsingadr. N. Reeling
BrouwerJ. J. BrungerH. Kuipers R. H. Dijkstra W
J. Oosterhoff en de heer J. J. Bruinsmawethoudertot
voorzitter; tot leden der 3e sectie de heeren F. Plantenga
A. Duparc, mr. E. Star Busmann mr. W. J. v. Weideren
baron Rengers, mr. J. Minnema Buma, mr. J. L. v. Sloter
dijck en mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slootenwet
houder tot voorzitter.
12. Regeling der rangorde van zitting der leden van den
gemeenteraad.