110
dat liet terrein te smal is en dat men bij de exploitatie den
nadeeligen invloed zal gevoelen van den grooten afstand. Waar
dit echter geheel wordt gelogenstraft door feiten, die zich
elders voordoen, kan men waarlijk aan dat bezwaar niet veel
hechten. Wat het vervoer van zware lasten betreft daar
van behoeft geen sprake te zijn langs den weg, waar de in-
en uitlaatbuizen liggen. De fabriek ligt geheel aan het wa
ter en alles wordt van die zijde aangevoerd.
De heer van Harinxma heeft er op gewezen, dat het ver
schil in de plannen van de deskundigen en de commissie
voor de gasfabriek, slechts een afwijking is in den vorm.
Spr. noemt het geen afwijking in vormmaar wel een essen
tiële afwijking van het voorstel zelf. Hij haalt daarbij
aandat de commissie zelve in hare missive in overweging
geeft niet over te gaan tot plaatsing van den door de des
kundigen voorgestelden gashoudermaar in dat opzigt te vol
gen het vroeger aangeboden plan van den directeur der gas
fabriek waarmede eene belangrijk kleinere gasberging werd
verkregen.
De heer Wiersma had niet nogmaals het woord ge
vraagd zoo hij niet moest repliceren omtrent twee punten
door den voorzitter aangevoerd.
Deze heeft, volgens spr.'s meening, niet juist de volgorde
van de voorstellen der deskundigen in het oog gehad. Dit
doet wel is waar niet veel ter zakemaar toch zou men
daardoor de deskundigen van eenige inconsequentie kunnen
beschuldigen. En dat zou niet teregt zijn.
Bedriegt spr. zich niet, dan hebben zij eerst voorgesteld
de amotie van de directeurswoning en 2 kleine gashouders en
oprigting van een telescoop-gashouder; het laatste plan is
om 4 kleine gashouders te amoveren en in de plaats daarvan
2 telescoop gashouders te doen bouwen.
Hoe zijn de deskundigen nu met ter zijde Ieggicg van hun
eerste plan, gekomen tot dit laatste voorstel De eerste plan
nen waren gebaseerd op de meening, dat er geen bezwaar
zou bestaan tegen het wegbreken der woning. Burgemeester
en wethouders echter hebben een besluit genomen en aan de
deskundigen medegedeeld, dat men in geen geval tot het ver
plaatsen van bedoelde woning wenschte over te gaan.
Spr. heeft zich tegen dat besluit verklaardomdat hij hel
niet wenschelijk vond, dat burgemeester en wethouders, die
van den raad de opdragt hadden erlangd, aan specialiteiten
op dit gebied het maken van een plan van uitbreiding en
verbetering der gasfabriek op te dragen, hen nu in de uit
voering van die opdragt zouden binden.
Tengevolge van dit besluit echter hebben deskundigen hun
plan moeten schoeijen op zoodanigen voet, dat de directeurs
woning behouden bleef en zijn op die wijze gekomen tot hun
plan om 4 kleine gashouders te amoveren en 2 telescoop
gashouders op te rigten.
Een tweede punt is dit, dat spr. zich niet kan vereenigen
met de door den voorzitter vermelde berekening van de ver-
plaatsingkosten voor de woning en de kantoren, 't Kan zijn,
dat de som niet te hoog is, spr. heeft geene specifieke be
grooting daarvan gezien, maar toch kan hij zich niet begrij
pen dat voor de verplaatsing der woning eene som van
ƒ9000 vereischt wordt. Het is een nieuw gebouw, de mate
rialen zijn dus goeddaarenboven kan het bij de verplaatsing
kleiner gemaakt en eenvoudiger ingerigt worden, want voor
den tegenwoordigen directeur althans is 't te groot.
Spr. kan evenmin de berekening van ƒ3000 voor de ver
plaatsing der kantoren begrijpen. Er zijn toch slechts 2 ge
vallen denkbaar; die verplaatsing is een gevolg van de amotie
der woning, of zij is 't niet. Is het een gevolg, zooals spr.
meent dat bier Tt geval is, dan zijn de kosten voor de ver
plaatsing der kantoren begrepen onder de ƒ9000, gesteld
voor de verplaatsing der woning. Is het hiervan geen gevolg,
dan mag men de kosten daaraan niet imputeren.
In welken zin er besloten wordtmen zal toch met den
wederopbouw kunnen wachtentotdat de gashouder is ge
plaatst welligt blijkt 't dan laterdat in de behoefte anders
is te voorzien.
De heer van Harinxma is verbaasd over de moeite
die men zich schijnt te geven om iemand te doen gelooven
dat de commissie voor de gasfabriek inconsequent is geweest.
Als voorzitter dier commissie was hij er haast toe gekomen
het woord te vragen voor een persoonlijk feit.
De voorzitter toch heeft straks eene aanhaling gedaan uit
eene missive dier commissie; en nu meent spr. dat, als men
citeert, dit volledig moet geschieden, en niet ten halve. En
dit was hier het gevalimmers toen de voorzitter uit de mis
sive van de commissie aanhaaldedat deze met afwijking van
het plan der deskundigen in overweging gaf om den door
den directeur der gasfabriek voorgestelden gashouder te
plaatsen, had hij tevens, zooals spr. kort te voren zelfheeft
gedaan uit diezelfde missive moeten citeren dat dit voorstel
werd gedaanonder de reserve dat de kuip en de funderingen
welligt zoo konden worden ingerigt, dat bij eventuele be
hoefte een telescoop-gashouder in de plaats kon treden.
Na het lezen van deze woorden zal men dus de commissie
niet van inconsequentie kunnen beschuldigen.
De Voorzitter wil nog eene kleine inlichting geven omtrent
het kosten-bedrag ad 3000 voor de verplaatsing der kantoren.
De deskundigen stellen in hun oorspronkelijk plan van
Maart j.l. voor het kantoor te verplaatsen naar de tegen
woordige smederijen en timmerwinkelen deze naar elders
over te brengen.
De kosten van een en ander worden door hen begroot op
ƒ3000.
Hierop worden de discussiën gesloten.
Het voorstel wordt alsnu in stemming gebragt en aange
nomen met 11 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de heeren Andre®Plantenga, Star Bus-
mann Brunger, Troelstra, Wiersma, Duparc en van Harinxma.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot aankoop
van de woning Wissesstraat no. 55.
Dit voorstel strekt om voorbehoudens goedkeuring van
heeren gedep. staten voor de gemeente aan te koopen het
huis, plaatselijk gekwoteerd Wissesstraat no. 55, ten kadaster
bekend gemeente Leeuwarden, in sectie A no. 33ter grootte
van 32 centiarevoor eene som van zeshonderd gulden en
verder op door burgemeester en wethouders vast te stellen
voorwaarden.
Zonder discussie wordt met algemeene stemmen dienovereen
komstig besloten.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verhooging
der jaarwedden van de hoofden der gemeentescholen nos. 8 en
10wegens \2-jarigen diensttijd.
Hierbij doet de heer Troolstra de vraagof het noodza
kelijk is dat de raad afzonderlijkbij elk voorkomend geval
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 19 Junij 1884.
117
tot verhooging moet besluiten en of die verhooging niet reeds
bij de verordening is bepaald.
De eerste vraag wordt bevestigend door den Voorzitter
beantwoord, daar in de verordening de verhooging facultatief
is gesteld.
Daarop wordt zonder hoofdelijke stemming conform het
voorstel besloten de jaarwedden van de hoofden der gemeente
scholen nos. 8 en 16, de heeren C. Koster en j. Visser,
wegens door hen volbragten 12-jarigen diensttijd te verhoo-
gen met 100 en alzoo te brengen respectievelijk op 1250
en 1350en deze verhooging te doen rekenen te zijn in
gegaan den 11 Mei 1883.
4. Rapport der commissie voor de reclames omtrent een
vijftigtal bezwaat schriften tegen aanslagen opliet primitief kohier
der directe belasting op het inkomendienst 1884.
In verband met de behandeling van dit punt en terwijl
overigens niets meer te behandelen issluit de Voorzitter de
vergadering.