Verslag der handtelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 3 Julij 1884.
129
Vergadering van Donderdag den 3 Julij 1884.
Tegenwoordig eerst 17 later 19 leden.
Afwezig de heeren: dr. J. Baart de la Faille en mr. J.
Minnema Burna, met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lyeklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op Donderdag den 26 Junij
1.1. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd vast
gesteld.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een adres van mej. J. W. C. Vorderman en 2 anderen
en van mej. E. Posthuma en 5 anderen allen onderwijzeres
sen aan de gemeenteschool no. 3houdende verzoek om ver
hooging van hare jaarwedden.
2. De begrooting van de kosten voor de dienstdoende
schutterij dienst 1885.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot defi
nitieve vaststelling der jaarwedde van mej. W. v. d. Sluis
onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken aan de gemeen
teschool no. 11 op 250.
Wordt besloten
de sub 1 genoemde adressen ten fine van prae-advies in
handen te stellen van burgemeester en wethoudersde sub 2
gemelde begrooting ten fine van onderzoek en rapport in han*
den te stellen van de heeren mr. E. Star Busmann R. H.
Dijkstra en dr. J. Baart de la Faille en het onder no. 3 ver
melde voorstel ter visie te leggen om in eene volge*de ver
gadering te worden behandeld.
III. Wordt medegedeeld
1. Dat de verkiezing van twee leden van den raad zal
plaats hebben Dingsdag den 5 Augustus en herstemming, zoo
noodig, Dingsdag den 19 Augustus e. k.
2 Dat is ingekomen eene resolutie van gedeputeerde sta
tengeleidende uittreksel uit Z. M. besluit, waarbij de be
zoldiging van den commissaris van politie is geregeld en vast
gesteld op /'2600.
3. Dat is ingekomen een schrijven van mej. IJ. Dijkstra,
houdende dankbetuiging voor hare benoeming tot onderwijze
res aan gemeenteschool no. 6.
4. Dat is ingekomen eene dankbetuiging van wege Z. M.
den Koning voor de bij adres van 28 Junij 1884 betoonde
deelneming bij het overlijden van Z. K. H. den Prins van
Oranje.
5. Dat is ingekomen het Xle jaarverslag van de Ned. ver-
eeniging tot afschaffing van sterkeu drank
6. Dat aan de leden is gezonden het programma voor de
school van M. O. voor meisjes en de tabel van het openbaar
examen aan het einde van den cursus 1883/84.
Wordt besloten de mededeelingen sub 1 2 34 en 6
aan te nemen voor notificatie en het stuk onder no. 5 voor
de leden ter visie te leggen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Voortzett'ny der behandeliny van het rapport omtrent het
onderzoek in de sectiën van het voorstel van buryemeester en
wethouderstot wijziyiny der verordeniny op het meten en weyen
van yranenzaden en peulvruchten.
(Zie bijlage no. 15 tot het verslag van 's raads handelingen.)
De behandeling van dit rapportwelke in de vorige ver
gadering van 26 Junij 11. is gestaaktwordt weder opgevat
bij onderdeel 3 van de conclusie, hetwelk luidt:
Bijvoegsel, behoorendi bij de Leeuwarder Courant.
Sub II van het voorstel van burgemeester en wethouders
niet aan te nemenhetwelk strekt om burgemeester en wet
houders te magtigen om in afwijking van het bepaalde bij
art. 1 der verordening van 29 September 1875 (Gemeenteblad
no. 16) bij overlijden van- en verleend of gegeven ontslag aan
meters-wegers de daardoor te ontstane vacatures niet aan te
vullentotdat het getal dier beambten tot veertien is gedaald.
Dit onderdeel wordt zonder discussie of hoofdelijke stemming
aangenomen.
Onderdeel 4 luidende: „Burgemeester en wethouders te
verzoeken den raad een voorstel aan te bieden strekkende
dat het getal wegers-meters door hen worde bepaald, na de
beurscommi88ie te hebben gehoord", wordt eveneens zonder
discussie of hoofdelijke stemming aangenomen.
Even zoo wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen
onderdeel 5strekkende om niet aan te nemen sub III van
het voorstel van burgemeester en wethoudershetwelk luidt
Dat collegie uit te noodigen om, zoodra het getal meters
wegers 14 bedraagt, een voorstel te doen tot verlaging van
het tarief van de meet- en weegloonen.
Onderdeel 6: „burgemeester en wethouders uit te noodigen,
een verlaagd tarief voor het meet- en weegloon metgepasten
spoed aan 's raads oordeel en beslissing te onderwerpen"
wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Onderdeel 7 heeft de strekking om bet sub IV door burge
meester en wethouders voorgestelde goed te keuren met de
volgende wijzigingen
lett. b. te lezen als volgt: Aan de eerste alinea van art.
2 toe te voegen de woordende beurscommissie gehoord
lett e aldus te lezen Bij meting plaatsen zij de maat vast
en zooveel mogelijk waterpaszij mogen de gevulde schoppen
niet beneden den rand der maat en evenmin meer dan noo
dig is daarboven brengen en moeten den inhoud daarvan in
de maat gelijktijdig overstorten en zorgen dat deze gelijkma
tig worde gevuld zoodat er geene openingen blijvendie
behoeven te worden volgestreken
lett. f te lezen als volgtAan de laatste alinea van art. 20
toe te voegen na de beurscommissie te hebben gehoord
in lett. y voor de woorden: „en de beurscommissie", te
lezen: „en aan de beurscommissie".
(Sub IV van het voorstel van burgemeester en wethouders
luidt als volgt„in de verordening van 29 September 1875
(Gemeenteblad no. 16) de volgende wijzigingen aan te brengen
a. aan art. 1 toe te voegen de volgende alinea: „Zij staan
onder toezigt van de beurscommissie
b. aan art. 2 toe te voegen: „Alvorens tot eene benoeming
over te gaan winnen burgemeester en wethouders advies in
van de beurscommissieover de sollicitanten naar de vacante
betrekking van kommandeur of van meter-weger;
b. in art. 10 tusschen de woorden „burgemeester" en „eenen
staat" te plaatsen de woorden „en aan de beurscommissie";
d. achter art 12 te voegen „bij ontstentenis van langer
dan acht dagen vragen burgemeester en wethouders advies
van de beurscommissie, of er ook termen bestaan de betrek
king van kommandeur tijdelijk aan een der andere meters
wegers op te dragen"
e. art. 17 aldus te lezen „bij meting zullen zij de maat
vast en zooveel mogelijk waterpas plaatsen zij zullen ter
wijl zij de gevulde schoppen niet beneden den rand der maat
en evenmin meer dan noodig daarboven mogen brengen, den
inhoud daarvan in de maat gelijktijdig overstorten en zorgen,
14