-v:-
Verslag der handelingen ran den gemeenteraad te Leeuwarden, ran den 11 December 1884.
239
Vergadering van Donderdag 11 December 1884.
Tegenwoordig alle (21) leden.
Voorzitter: de heer P. Lycklama aNijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 27 November 11 gehou
den vergadering woiden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
II. Wordt ter tatel gebragt
1. Voorstel van burgemeester en wethouders om afwijzend
te beschikken op een verzoek om verhooging van jaarwedde
van S. Kooist'a, J. Bouman en S. Heringaonderwijzers aan
gemeentescholen alhierin het bezit der hoofdacte.
2. Alsboven tot niet inwilliging van een verzoek van het
hoofd der gemeenteschool no 11, om ten zijnen behoeve eene
onderwij/.erswoning in de nabijheid dier school te dóen bouwen.
3 AUboven tot afwijzing van een verzoek van S. Mole
naar pachter van de Potmargebrugom vermindering der
pachtsom.
4. Alsboven om aan P. Schafraad, wed. T. F. de Vries,
onderhands in huur af te staan de woning plaatselijk bekend
Raadhuisstraatje, no. 5, tegen eene huursom van f2.50 per
week.
5. Het 2e suppletoir kohier der directe belasting op het
inkomen, dienst 1884.
6Een adres van W. v. d. Ploegsmid alhierhou
dende het verzoek om belast te mogen worden met eenige
in zijn vak voorkomende werkzaamhedenten dienste der
gemeente.
7. Missive van den heer J. F. H. Bekhuis lid van den
raad der gemeentebetreffende de eventuele stichting van
een' nieuwen toren.
Wordt besloten de stukken sub nos. 15 ter visie te leg
gen om in eene volgende vergadering te worden behandeld,
en de stukken sub 6 en 7 in handen te stellen van burge
meester en wethoudersdat sub 6 ten fine van beschikking
en het schrijven sub 7 ten einde daarvan kennis te nemen
en zoo mogelijk daarop te letten bij het te verwachten voor
stel tot stichting van een' nieuwen toren.
III. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. Dat de heer H. Kuipers heeft berigt de herbenoeming
tot lid der commissie van bestuur van het stads ziekenhuis
aan te nemen.
2. Een gelijk berigt van den heer E C. Jungius benoemd
tot lid van het collegie van curatoren van het gymnasium
3. Een schrijven van de commissie van toezigt op het
lager onderwijs, houdende berigt, dat den 16 December e.k
aan de leerlingen van de scholen der 2e klasse b en 3e klasse,
die de scholen getrouw hebben bezochtin de schoollokalen
een feestje zal worden gegevenuit het uitgetrokken bedrag
voor dat doel op de begrooting.
4. Dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd het be
sluit dezer vergadering tot aankoop van eene woning in de
Pijpbakkersteeg en van eene in de Reigerstraat.
De Voorzitter deelt hierbij tevens mede dat die woningen
respectievelijk voor de som van ƒ531 en 541 zijn aangekocht.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den
oproepingsbrief vermelde punten
1. i oor stel van burgemeester en wethouders om ten behoeve
van den eersten internationalen wedstrijd op schaatsen welke
in den aanstaanden winter op een nader te bepalen dag op de
Oroote Wielen zal plaats hebbenvan gemeentewege een gouden
medaille ter waarde van hoogstens honderd gulden uit te loven.
HlJVOEÖSBL, B1JI00B1NDI BIJ DB LEBUWABDEB COÜBANT.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienover
eenkomstig besloten.
2. Voorstel aan burgemeester en wethouders tot intrekking
van 's raadsbesluit van den 28 Augustus 1.1.no. 8, strekkende
om aan de staten der provincie Friesland den trekweg van
Leeuwarden naar Harlingenvoor zoover die is gelegen buiten
het grondgebied dier gemeentenin onderhoud en beheer bij de
provincie aan te bieden.
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming besloten.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verpachting
der ophomsten van het pontveer tegenover de Schoolstraat.
De conclusie van dit voorstel luidt
Voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten
de opkomsten van het veergeld geheven wordende voor het
overvaren van de stadsgracht met de pont tusschen de School
straat en den toegang tot de veemarktonderhands voor den
tijd van drie jaren in te gaan den 1 Mei 1885 en eindigende
den 30 April 1888te verpachten aan Johannes Wielinga
alhier, voor eene pachtsom van 15 per jaar en verder op door
burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden.
De heer Menalda kan zich zeer goed vereenigen met het
voorstel om aan adressant de verlangde pacht te gunnen
maar heeft wel bezwaar tegen den termijn van drie jaren.
Vooral waar de pacht, zooals hier, onderhands geschiedt,
meent spr. dat het beter is jaar voor jaar te verpachten
zooals naar hij geloofttot nu toe altijd het geval is geweest.
De gemeente bindt zich dan niet voor te langen tijd maar
kan elk jaar opnieuw eene beslissing nemen. Spr. stelt derhalve
als amendement voorom bedoeld pontveer slechts voor één
jaar te verpachten.
Dit amendement wordt voldoende ondersteund en derhalve
in behandeling genomen.
De Voorzitter deelt mede, dat het pontveer vroeger altijd
voor drie jarenmaar alleen over de laatste twee jaren per
jaar is verpacht geweest. Hoewel nu de directeur der ge
meentewerken geadviseerd heeft om ook nu weder slechts
voor een jaar de pacht te gunnenhebben burgemeester en
wethouders geen reden gevonden om een anderen termijn te
stellen als die door adressant gevraagd wordt, te meer omdat
deze altijd aan zijne verpligtingen heeft voldaan.
De heer Troelstra wijst er op datzooals ook uit het
voorstel blijkthet pontveer vroeger altijd publiek is verpacht,
maar dat de geboden pachtsommen zeer gering waren. De
opbrengst van het veergeld levert zoo weinig op, dat de
pachter slechts een karig stuk brood verdient. Wielinga heeft
reeds eenige jaren tot genoegen van burgemeester en wethou
ders het pontveer bediend, zoo dat zij, wijl het niet te ver
wachten is dat na een jaar de opkomsten zullen vermeerderen,
geene aanleiding hebben om het verzoek niet in te willigen,
terwijl het voor adressant natuurlijk van groot belang is dat
hij voor een paar jaren op de pacht kan rekenen.
De heer Menalda komt het voor, dat men hier staat als voor
het gevaldat wanneer bij publieke verpachting geen voldoend
bod wordt gedaan, burgemeester en wethouders de bevoegd
heid hebben om de pacht tijdelijk aan een geschikten persoon
te gunnen. En dan komt hem eene gunning voor den tijd
van één jaar daarmede meer overeenkomstig en beter voor
dan eene van drie jaren.
25