ii Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 28 April 1885. Vergadering van Donderdag den 23 April 1885. Tegenwoordig 19 leden. Afwezig de heeren dr. N. Reeling Brouwer en J. J. Brun- ger, met kennisgeving. Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op Zaturdag den 18 April 1.1. gehouden zitting worden gelezen en onveranderd goed gekeurd II. Wordt ter tafel gebragt 1. Het verslag van den toestand der gemeente over het jaar 1884. 2. Een adres van P. de Boer en andere onderwijzers en onderwijzeressen om des Zaturdags een of twee uur les te mogen hebben in het gymnasiumvan den leeraar in de natuurkundige vakken. 3. Rekening en verantwoording over 1884 van de kamer van koophandel en fabrieken. Wordt besloten het verslag sub 1 voor kennisgeving aan te nemen het adres sub 2 te stellen in handen van burge meester en wethouders ten fine van praeadvies en de rekening sub 3 ten fine van onderzoek en rapport te stellen in handen van de heeren Bekhuisv. d. Scheer en Dijkstra. III. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen: 1. Dat door burgemeester en wethouders tot kommandeur der korenmeters-wegers is benoemd Hans Arends en dat de tegen woordige korenmeters, 18 in getal, allen op nieuw zijn benoemd. 2. Dat bij openbare aaubesteding aannemers zijn geworden a. voor de levering van 190,000 vlakke waalstraatklinkert de heer T. van de Loosteenfabrikant te Bemmel bij Nijmegen voor ƒ13 de duizend stuks; b. voor de levering van 250,000 Priesche kromme klinkert de firma van Duijsen en Jellema alhier, voor ƒ7.09 de duizend stuks. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Verslag van rapporteurs omtrent het onderzoek in de sectiën van den raad van het voorstel van burgemeester en wet houders om niet over te gaan tot de reorganisatie der burger dag- en avondschool en van het voorstel van den heer A. Duparc tot opheffing van die school en in de plaats daarvan op te rigten eene hooge burgerschool met %-jarigen cursus De heer Duparc deelt der vergadering mededat hij naar aanleiding van de ongunstige conclusie van dit rapport, het voornemen heeft opgevat, om zijn voorstel nog nader in eene nota te verdedigen. Daarvoor echter heeft hij opgaven van elders noodig, die hij nog niet alle voldoende bijeen heeftzoodat de notadie hij den leden wenschte aan te bieden ook nog niet gereed kon zijn. In afwachting daarvan wenschte hij nu voor te stellen, de behandeling dezer zaak uit te stellen tot de eerste of wel tot de daaropvolgende vergadering. Hij hoopt dan met zijne nota gereed te zijn. De heer Plan/tonga zal zich niet tegen deze motie ver zetten vooral niet omdat hij algemeen rapporteur is en daarom xoo onpartijdig mogelijk wil wezen en als zoodanig meent hij den heer Duparc gelegenheid te moeten geven zijn voorstel nader toe te lichten en te verdedigen. Toch moet de opmer king hem van het hartdat hem deze motie zeer bevreemdt deze zaak heeft reeds alle phasen doorloopen en is in de sec- BlJV0BÖ6ïL BKH00RENDE BIJ DE LEEUWARDER COURANT. tien in het breede besprokenzoodatnaar spr. zou mee- nen de heer Duparc voldoende in de gelegenheid is geweest om gegevens en inlichtingen te bekomen tot nadere verdedi ging van zijn voorsteldat drie maanden geleden is ingediend. Van een zoo actief lid als de heer Duparc had spr. verwacht dat wanneer die een zoo ingrijpend voorstel doet in dezen tak van onderwijshij reeds bij het indienen van dat voorstel alle gegevens daartoe bijeen had. Spr. had dus verondersteld, dat dat lid thans daarmede gereed had kunnen zijn. De heer Dirks is niet zeer ingenomen met deze motie wanneer hij althans den heer Duparc goed heeft begrepen dan heeft deze voor de indiening van diens nota geen be paalden termijn genoemdvóór de eerstvolgende of vóór de daaropvolgende vergadering. Spr. vindt het niet aangenaam omtrent deze zaakdie nu voldoende onderzocht mag heeten, in het onzekere te verkeeren wanneer zij behandeld zal worden de behandeling zal misschien weder op de agenda voor de volgende vergadering geplaatst wordenmaar wanneer het dan blijkt dat de heer Duparc met zijne nota nog niet gereed iszal zij wederom moeten worden uitge steld. Om derhalve voor de motie te kunnen stemmen, wenscht spr. bepaald te weten, wanneer bedoelde nota kan worden verwacht, opdat hij zich vooruit voor de behandeling kunne prepareren. Spr. had zich voorgesteld dat heden tot de be handeling zou worden overgegaan maarzegt hij het schijnt hier aan de orde van den dag te zijn, om dan juist de dis cussie uit te stellen als men gereed is om die te houden. De heer Duparc zegt van den heer Plantenga te gelij* kertijd een compliment en een soort verwijl te hebben ont vangen. Hij wil voor het eerste zijn dauk betuigenvoor het laatste geen gevoeligheid betoouen. Wat de zaak zelve betreftverklaart spr dat hij heden met zijne verdediging gereed zou zijn geweestindien hij nietnaar aanleiding van de bewering der commissie van rapporteurs „dat de resultaten van de scholen met 3-jarigen cursus nog niet zoo algemeen als bepaald gunstig bekend zijnom alhier tot de oprigting over te gaan", gemeend had, van andere plaatsen inlichtingen te moeten inwinnen over het al of niet gegronde dier bewe ring. Die inlichtingen had hij nog niet in voldoende mate verkregen. Alleen om deze reden stelde hij nu voor, de be handeling uit te stellen. Den heer Dirks geeft spr. de verzekeringdat hij als het punt weder op de agenda wordt gebragt, de leden tijdig vooraf spr's. nota zullen hebben ontvangen. Dat geachte lid hoe wel de oudste in jaren in deze vergadering, heeft overigens, gelijk wij allen weten een te goed herinneringsvermogen dan dat hetvolgens spr.lang te voren zou behoeven te worden opgefrischt. Hoe 't echter ook zij spreker gelooftals voorsteller aan spraak op uitstel van behandeling te mogen maken. In reg- ten moeten er al heel zwaarwigtige gronden bestaanom iemand die „partie en cause" is, zoodanig uitstel te weigeren. De motie van den heer Duparc wordt hierop met alge- meene stemmen aangenomen. 2. Voorstel van de commissie voor het ontwerpen van straf verordeningen tot vaststelling eener verordening op het aanleggen onderhouden en gebruiken der openbare ijsbanen. (Zie bijlage no7 tot het verslag van 's raads handelingen. De algemeene beraadslagingen worden geopend. 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1885 | | pagina 1