L i. '"7 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 11 Junij 1885. 85 Vergadering van Donderdag 11 Junij 1885. Tegenwoordig eerst 13 later 14 leden. Afwezig de heeren mr. H. Wiersmamr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten mr. C. W. A. Buma, J. v. d. Scheer, W. J. Oosterhoff, jhr. mr. C. van Eijsinga en J. J. Brunger allen met kennisgeving. Voorzitter: de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 28 Mei j.l. gehouden ver gadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebragt 1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan mej. J. W. C. Vorder- man, als le onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 3. 2. Alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan S. Heringa, als onderwijzer aan gemeenteschool no. 6. 3. Alsboven tot wijziging van het raadsbesluit van 11 De cember 1884no. 6betreffende wijzigingen in de verorde ningen tot regeling van het openbaar lager onderwijs en van de jaarwedden der onderwijzers. 4. Rapport der raadscommissie in wier handen is gesteld een aanvraag om magtiging tot wijziging der begrooting van het nieuwe stads weeshuisdienst 1884. 5. Eene missive van de heeren Th. A. van den Broek en G. W. van Barneveld Kooij te Amsterdam houdende berigt, dat zij de hun verleende concessie tot den aanleg en de exploi tatie eener drinkwaterleiding in deze gemeente aannemen. Wordt besloten de voorstellen sub 13 ter visie te leggen en in eene volgende vergadering te behandelenhet rapport sub 4 nog heden te behandelen na afdoening der aan de orde zijnde punten en de missive sub 5 voor kennisgeving aan te nemen. III. Wordt aan de vergadering medegedeeld 1. Dat bij openbare aanbesteding van het uitbreiden van de stalling op het aschlaud en het doen van eenige verande- ïingen in dat gebouwaannemer is geworden K. Ketelaar alhier, voor eene som van f 1345. 2. Dat is ingekomen een nieuwdoor den directeur der gemeentewerken opgemaakt plan voor de stichting van een gymnastieklocaal bij de gemeenteschool no. 4. De Voorzitter deelt mededat dit plan waarover de com missie voor openbare werken zal worden gehoorddoor bur gemeester en wethouders zal worden onderzocht., zoodat het welligt in de volgende vergadering den raad ter vaststelling kan worden aangeboden. IV. Voorts deelt de Voorzitter mede, dat gisterendoor hem is ontvangen een telegram namens het bestuur van het te Gouda vergaderd zijnde landhuishoudkundig congres, waarby de vraag werd gedaan of het bestuur dezer gemeente bereid zoude zijn dat congres in 1886 te Leeuwarden te ontvangen indien het niet in de provincie Zeeland kan plaats hebben met verzoek vóór heden morgen die vraag te beantwoorden. Spr. heeft berigt, dat daartegen geene bezwaren bestaan en Leeuwarden gaarne bereid is het congres binnen zijne muren te ontvangen. Hij doet nu hiervan mededeeling aan den raadomdatzoo er bij de leden bedenkingen mogten zijn en het gegeven antwoord niet kan worden goedgekeurd, het congres nog in staat zou wezen eene andere plaats van zamenkomst te kiezen. Spr. vertrouwt evenwel dat het door hem gegeven ant- Buvoegski. behoobkndb bu de Leeuwarder Coüiakt. woord geheel in den geest ran deze vergadering is geweest. Hoewel onvoorbereidmeent hij toch dat er geen bezwaar zal bestaan daarvan blijk te geven. Spr. stelt voor het ge geven antwoord goed te keuren. De heer TroelBtra acht het door den voorzitter teregt gezegd, dat de raad op deze zaak niet voorbereid was. In- tusschen zou het niet voor de eerste maal zijn, dat dergelijk congres hier vergaderde. Spr. meent zich te herinneren, dat 20 jaren geleden een landhuishoudkundig congres hier ia bijeen geweest. Hij wenschte nu wel bij de vraag van het bestuur van het congres te overwegen en zoo mogelijk in gelicht te wordenwelke eischen voor den ontvangst van het congres in het volgende jaar van de gemeente worden ge vraagd. De voorzitter dezer vergaderingdie op landhuis houdkundig gebied bekend iskan zeker wel eenige inlich tingen dienaangaande verstrekken. De Voorzitter verklaart niet in alle deelen bekend te zijn met de gevolgendie de aanneming van het verzoek door het bestuur van het congres gedaanzullen medebrengen maar dit is zekerdat er eenige kosten voor de gemeente uit zullen voortvloeijen. Men zal de leden van het congres op het gemeentehuis moeten ontvangener zullen eenige localen in dat gebouw voor de vergaderingen beschikbaar moeten gesteld wordeneenige feestelijkheden zullen van ge meentewege plaats hebbenenz. Hij gelooft evenwel dat die kosten geen bezwaar behoeven te zijn. De heer Duparc meent, naar aanleiding van de vraag van den heer Troelstra te moeten mededeelen, dat èn in 1852 èn in 1863 te Leeuwarden het landhuishoudkundig congres is gehou den. Toen in 1875 Friesland wederom aan de beurt was, heeft de zaak tot een uitvoerig debat in deze vergadering geleid, zoo als de thans nog aanwezige leden dier vergadering zich wel zullen herinneren. Het gold de vraagin welke plaats in Friesland, Leeuwarden of Heerenveenhet congres zoude worden ge houden. Met eene kleine meerderheid werd destijds, tot spr. leedwezendoor den raad beslotengeen pogingen aan te wenden, het congres hier te doen plaats hebben. Heerenveen werd er toen voor aangewezen. Nu is evenwel Friesland weder aan de beurtindien althans Zeeland bezwaar maakt. Spr. gelooftdat dergelijk congres zeer gewenBcht zoude zijn voor Leeuwarden. Wel zal het der gemeente op eenige kos ten komen te staan zooals de voorzitter reeds heeft aange haald als het aanbieden van den eerewijn op het stadhuis een feestavond in den prinsentuin, maar de verdere uitgaven komen voor rekening van het congres zelf. Tegenover de betrekkelijk kleine uitgaven uit de gemeentekas staan echter vele geldelijke voordeelen voor de neringdoende ingezetenen als gevolg van het bezoek van zoovele vreemdelingen. De Voorzitter merkt op, dat het nog in geenen deele zeker isdat het congres hier zal vergaderen. Wordt echter deze gemeente daarvoor aangewezendan zullen in dat geval onderhandelingen over een en ander gevoerd worden. Hierop wordt de mededeeling van den voorzitter voor kennisge ving aangenomen, en het door hem gegeven antwoord goedge keurd. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van de rekening en verantwoording van de kamer van koophandel en fabriekendienst 1884. 13 I I

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1885 | | pagina 1