til
i li
94
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 11 Junij 1885.
Voor de vacature mr. M. van Heioma de heeren1. S.
van Hulsten 2. m. J. Tjebbes.
Voor de vacature J. N. Witte veen de heeren 1. C. Noë
en 2. D. van Konijnenburg.
Voor de vacature S. Draisma van Valkenburg de heeren
1. P. Fabry de Jonge, en 2. J. H. Drielsma.
Voor de vacature J. van Mesdag de heeren: 1. W. F.
Busing, en 2. H. Wigersma Sz
Voor de vacature I. Bolman de heeren: 1. mr. C. J. Prak
ken en 2. mr. A. Hoeth.
De heer van Sloterdijck wenscht, voor dat tot de stem
ming wordt overgegaan, niet in gebreke te blijven om aan
merking te maken op de aanbeveling ingezonden door de
commissieen dat niet omdat hij persoonlijk er bij betrokken
ismaar om de argumentendaarvoor aangevoerd. Spr.
acht het hoogst ongepast om dergelijk argument van aanbe
veling te bezigenals door de commissie wordt geëxploiteerd,
waar ze n.l. leden van deze vergadering aanbeveeltnaar aan
leiding van hunne stem uitgebragt over eene zaak de bank
van leening betreffende. Het is ongepast, de leden van den
Raad op deze wijze voor de consequentie van hunne stem te
plaatsen en dat in een zin die voor de voorgedragenen niet
vleijend isimmers kennelijk met het doelom de leden
die tegen de vaststelling van het nieuwe reglement voor de
bank van leening hebben gestemd tegen welk reglement
ook het bestuur der bank van leening zich verklaard heeft
op de proef te stellen hoe zij als commissarissen der bank
dat nieuwe reglement, hetwelk in strijd met bun gevoelen is
aangenomen, nu wel zouden uitvoeren. Spr. is van oordeel,
dat men met leden van deze vergadering eene dergelijke proef
niet mag nemen. Wat zijn persoon betrefthij verzoekt van
ene benoeming geëxcuseerd te worden en verzekert, dat, werd
ze gedaan hij stellig zou weigeren haar aan te nemen.
De heer Dirks deelt het gevoelen van den vorigen spre
ker. Hij is er wel niet persoonlijk bij betrokken maar toch
moet hij als zijn meening te kennen gevendat de voordragt
der commissie lijdt aan inconsequentie. Hij veronderstelt
dat het der commissiedie zoovele jaren de bank van leening
onder haar beheer heeft gehadniet onverschillig is dat
het die instelling wel gaatdat zij hart heeft voor de bank
en is dat zoodan had zij juist die leden van den raad moe
ten voordragendie vóór het nieuwe reglement hebben ge
stemd.
De Voorzitter wijst er opdat de voordragt ook hieraan
mank gaatdatterwijl wel 5 dubbeltallen worden aanbevo
len er toih niet bij vermeld is welk dubbeltal voor elke vaca
ture wordt aangewezen.
De heer Menalda geeft in overweging om nu er toch
zeker niet veel gevaar bestaat, dat de door de commissie
voorgedragenen zullen worden benoemdde twe8 eerstge-
noemden door de commissie te stellen tegenover het eerste
dubbeltal van burgemeester en wethouders.
Nu wordt tot stemming overgegaan.
Het resultaat daarvan is dat werden benoemd voor de vaca
ture mr. M. van Heioma, de heer S. van Hulst, met 10
stemmen. Op den heer mr. J. Tjebbes werden 3 stemmen
uitgebragt.
Voor de vacature J. N. Witteveen de heer C. Noëmet
8 stemmen. Op den heer D. van Konijnenburg werden 5 stem
men uitgebragt.
Voor de vacature S. Draisma van Valkenburgde heer P.
Fabry de JoDge, met 12 stemmen. De heer J. H. Drielsma
verkreeg 1 stem.
Voor de vacature J. van Mesdag, de heer W. F. Busing,
met 11 stemmen. Op den heer H. Wigersma Sz. werden 2
stemmen uitgebragt.
Voor de vacature I. Bolman de heer mr. C. J. Prakken
met 9 stemmen. De heer mr. A, Hoath verkreeg 4 stemmen.
9. Benoeming van leden der stembureaux van de le en 2e
af deeling voor de verkiezing van 7 raadsleden wegens periodieke
aftreding
De uitslag der ten dezen gehouden stemming isdat tot
leden van het stembureau der le afdeeling4 waarvan de
burgemeester voorzitter isgekozen worden de heeren G.
Menalda en mr. J. Dirks en voor het bureau der 2e afdee-
ling tot voorzitterde heer J. Troelstraen tot leden de
heeren J. F. H. Bekhuis en dr. N. Reeling Brouwer.
De overige leden worden aangewezenom bij ontstentenis
van d« benoemden als hunne plaatsvervangers op te treden.
10. Benoeming van een tijdelijken wethouder.
Burgemeester en wethouders stellen voor hiertoe over te
gaanten einde gedurende eene afwezigheid van den heer
mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten tijdelijk diens
plaats te vervullen.
Nadat dienovereenkomstig was beslotenwordt de heer
mr. J. Dirks met 12 stemmen tot tijdelijk wethouder benoemd.
De heer dr. N. Reeling Brouwer verkreeg 1 stem.
De heer Dirks waardeert zeer het hernieuwd blijk van ver
trouwen dezer vergaderingdoch moet om verschillende, voor
hem gewigtige redenenverklaren dat hij de benoeming
niet mag en kan aannemen,
Daarop wordt tot eene nieuwe benoeming overgegaanmet
het resultaat, dat de heer F. Plantenga wordt benoemd tot
tijdelijk wethouder, met 8 stemmen. De heeren van Sloter
dijck en Reeling Brouwer verkregen ieder 2 stemmen.
De nieuw benoemde betuigt zijn leedwezen, dat de heer
Dirks zijne benoeming niet heeft aangenomen en verklaart
dat hij in geenen deele op zijne benoeming voorbereid was
zoodat hij wenscht gebruik te maken van den termijn van
beraad van 24 uren, hem bij de wet toegestaan.
Op voorstel van den voorzitter wordt nu overgegaan tot de
behandeling van
11. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek eener
wijziging van de begrooting van het nieuwe stads weeshuis
dienst 1884.
De commissie stelt daarbij voor de gevraagde magtiging
tot wijziging dier begrooting te verleenen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
VI. De heer Plantenga bekomt verlof van de vergade
ring om een voorstel te doen omtrent eene zaak vreemd aan
de orde van den dag.
Hij stelt n.l.mede namens vier zijner medeledende hee
ren Duparc, Reeling Brouwer, Star Busmann en Miunema Buma
voorom art. 10 van het reglement van orde voor de ver
gaderingen van den raad dezer gemeente te wijzigen, in dien
zindat daarin in plaats van den tweeden en vierden don
derdag, gelezen worde „den tweeden en vierden Dingsdag".
De voorzitter geeft in overweging het daartoe schriftelijk
gedaan voorstel in eene volgende vergadering te behandelen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De vergadering wordt door den voorzitter gesloten.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 25 Junij 1885.
95
Vergadering van Donderdag 25 Junij 1885.
Tegenwoordig eerst 19later 20 leden.
Afwezig de heer mr. JS. baron van Harinxma thoe Sloo
ten met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lijcklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 11 Junij j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
II. De Voorzitter wenscht den heer Brunger, die heden
voor het eerst na eene maandenlange ziekte weder ter ver
gadering is verschenengeluk met diens herstel en wenscht
hem toe dat hij nog lang onafgebroken als lid dezer verga
dering werkzaam moge zijn.
Mede brengt spr. in herinnering dat het oudste lidde
heer Dirks Beden den dag herdenkt, waarop hij vóór vijftig
jaar aan de Leidsche hoogeschool den graad van doctor in de
regten behaalde. De heer Dirks kan met zelfvoldoening op
dat tijdperk terugzien. Moge dat geachte lidzegt spr.na
reeds zoovele jaren zijne kennis nuttig te hebben aangewend,
zoowel in als buiten deze vergadering, nog lang lust ge
voelen zijne gaven dienstbaar te maken aan het algemeen
III. Wordt ter tafel gebragt
1. De rekening en verantwoording van het nieuwe stads
weeshuis over 1884.
2. Eene missive van den heer J. F. H. Bekhuis, lid dezer
vergadering geleidende een schetsontwerp van een gymnastiek-
locaal bij de gemeenteschool no. 4.
3. Een adres van C. Sonnega en 58 andere bewoners van
de TurfmarktTweebaksmarkt en Druifstreekhoudende ver
zoek om de gracht langs hunne woningen te doen dempen.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot on invor
derbaarverklaring van aanslagen in de directe belasting op het
inkomen, over de dienstjaren 1881, 1882 en 1883.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot uitbreiding
van de gemeenteschool no. 10.
De conclusie van dit voorstel luidt:
a. op het terrrein, ten westen van de gemeenteschool no.
10twee localen te bouwen tot vermeerdering van de leer-
localen dier inrigting
b. het schoolgebouw in het Hofstraatje aan te wijzen als
hulpschool der 3e klasse en die te stellen onder het beheer
van het hoofd der gemeenteschool no. 10
c. in verband met de uitbreiding van de localen der ge
meenteschool no. 10 voor die school nog twee onderwijzers
aan te stellen.
6. Een voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan
de gemeenteschool no. 6.
7. Een voordragt ter benoeming van een onderwijzer aan
de gemeenteschool no. 2.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders op een
adres van den heer P. Wichers Wierdsma om een riool uit
zijne kaas- en roomboterfabriek in de Schrans te mogen doen
uitloopen in de opvaart naast het aschland.
De conclusie van dit voorstel luidthet verzoek als niet
voor inwilliging vatbaar te wijzen van de hand.
9. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het ver
leenen van eervol ontslag aan J. Bouman als onderwijzer
aan de gemeenteschool no. 5.
Bijvoegsel behoorende bij de Leeuwarder Courant.
Wordt besloten
De stukken sub 458 en 9 ter visie te leggenom ze
in eene volgende vergadering te behandelende stukken sub
2 en 3 te stellen in handen van burgemeester en wethouders
fen tine van prae-adviesde rekening sub 1 ten fine van
onderzoek in handen van de heeren KuipersBekhuis en
Reeling Brouwer en uit de sub 6 en 7 bedoelde voordragten
hedenna afdoening der aan de orde zijnde punteneene be
noeming te doen.
IV. Nog wordt ter tafel gebragt een adres van de afdee-
ling Leeuwardender Provinciale Friesche Werklieden-Ver-
eeniging waarbij deze verzoekt dat bij de behandeling der
eerstvolgende begrooting de bouw van een nieuwen toren
opnieuw ter tafel moge komen en worden aangenomen.
De Voorzitter stelt voor dit adres ten fine van prae-advies
te stellen in handen van burgemeester en wethouders
De heer Troelstra acht het niet wenschelijk om deze zaak,
waarover reeds zoo breedvoerige discussien zijn gevoerdnu
wederom in debat te brengen tengevolge van een adres van
buiten af. Wil men het niet dadelijk ter zijde leggendan
zou hij in overweging geven om het bij de stukken voor de
begrooting te voegen. Meent dan een lid van dsn Raad op
de zaak van den torenbouw terug te moeten komennaar
aanleiding van dat adresdan zal dit bij het behandelen der
begrooting kunnen worden besproken. In geen geval echter
behoort nu over dit adres het prae-advies aan burgemeester
en wethouders te worden gevraagd waarvan het gevolg zoude
zijn dat over hun voorstelin welken geest ookopnieuw
ampel zoude worden beraadslaagd. Zoo doende zoude omtrent
elke zaakdie eenmaal besproken en afgehandeld istelkens
maar weer na elk adres een debat kunnen worden gevoerd.
Dat gaat z. i. niet op.
De Voorzitter geeft te kennen dat zijn voorstel de strek
king had, om met dit adres te handelen zooals met bijna alle
ingekomen stukken geschiedt. Alle adressen, waarop de raad
heeft te beslissen hetgeen met dit adres ook het geval
is worden in handen gesteld van burgemeester en wet
houders als het bij de wet aangewezen collegieom de za
ken voor te bereiden voor eene beschikking. Nu is het waar,
zooals de heer Troelstra zeide, dat de zaak hier reeds eens is
behandeld, maar juist daardoor zal de voorbereiding zooveel
te korter kunnen zijn.
De heer Troelstra wijst er opdat toch reeds meermalen
den door hem voorgestelden weg is gevolgd. Hij haalt o. a.
aan het adres indertijd door den heer IJ. van der Meulen en
anderen ingediend, tot verlaging van den gasprijs.
Dat adres is toen bij de begrootingsstukken gevoegd en
in behandeling genomen bij de desbetreffende post op de
begrooting. Spr. herhaalt hetdat hij het niet gewenscht
vindt om na de vele debattenzoo kort geleden gevoerd
de zaak nu reeds weder ter tafel te brengen.
Hij zou dan nog liever willen voorstellen om het verzoek
ter zijde te leggen.
De Voorzitter meent dat het door den vorigen spreker
aangehaalde voorbeeld juist ten gunste van zijn voorbeeld kan
strekken. Immers toen dat adres was ingekomen stelde de
voorzitter voor het bij de desbetreffende post op de begroo
ting te behandelen, doch op voorstel van den heer Wiersma
is het in handen gesteld van burgemeester en wethouders
13