122 Verslag der handelingen van den gemeenteraad den middelbaren tijd san Leeuwarden en regelt daarnaar den tijdbew.varderdie in het gemeentehuis is geplaatst. De V oorzitter gelooft wel dat de bedoeling goed is, doch dat de redactie welligt minder juist is. Burgemeester en wet houders zullen echter bij de vaststelling van de instructie gaarne de opmerking ad notam nemen. De heer van Harinxma thoe Slooten is het niet met de beide vorige sprekers eens. Spr. gelooft dat men hier niet te doen heeft met den middelbaren tijd van Amsterdam of waar ookmaar van Leeuwarden. Elke plaats heeftbe driegt spr. zich nietzijn eigen middelbaren tijd. Den heer Reeling Brouwer blijft bij zijne meening, dat de redactie van dat artikel niet juist is. De discussiën hierover worden nu gesloten. Het voorstel wordt én in zijne ouderdeelen èn in zijn ge heel zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhand- sche verpachting van het grasgewas van het terrein om den tweeden versch watervijver. Daarbij wordt voorgesteld om voorbehoudens goedkeuring van heeren gedeputeerde staten, het grasgewas van het ter rein rondom den tweeden verschwatervijver, kadastraal bekend sectie D no. 506, ter grootte van 1 H. 39 A. 70 cA., on derhands voor den tijd van vijf jaren, in te gaan den 5 Maart 1886 en eindigende den 5 Maart 1891, te verhuren aan den heer W. Sprenger, tegen eene jaarlijksche huursom van f 100 en verderop de voorwaarden naderdoorburgemeesteren wethouders vastte stellen. De heer van Sloterdijck heeft tegen de inwilliging van het verzoek van den heer W. Sprenger geen bezwaar, maar wenscht een paar opmerkingen te maken, die welligt burge meester en wethouders er toe zullen leiden om eene nieuwe bepaling in de voorwaarden op te nemen. Tot zijn genoegen heeft spr. in de thans geldende voorwaarden de bepaling ont moet waarbij het verboden wordt het terrein te bemesten. Vroeger was dat wel eens gebeurddoch op last van den burgemeester werd de mest er weder afgevoerd. Daarop zal zeker nu ook verder worden gelet. Bij eene vorige gelegenheid heeft spr. eens gevraagd of in dien vijver visch gepoot was, op welke vraag geen antwoord is gegeven. Hij geeft echter in overweging om tot het te gengaan daarvan zoo noodig eene bepaling te makenwant het is niet een vischvijver, maar een drinkwatervijver. Nu weet hij niet of de aanwezigheid van visch nadeelig op het water als drinkwater werkt. En juist om die onzekerheid en om de mogelijkheid dat later mogt blijken dat de aanwezig heid van visch van min gunstigen invloed isacht hij het wenschelijk om door eene bepaling daartegen te waken. Ook acht hij eene bepaling niet ondienstig omtrent het houden van vogelsals eenden en zwanenin dat water. Dat is z.i. zeker niet goed. In één woord, spr. wenscht door het stellen van voor waarden de mogelijkheid te voorkomen, dat zoodanige mis bruiken insluipen die oorzaak kunnen worden dat het water uit den vijver niet kan voldoen aan de eischen van goed drinkwater. De Voorzitter geeft de verzekering dat burgemeester en wethouders gaarne zullen letten op de gegeven wenken. Hij doet evenwel den vorigen spreker opmerken, dat omtrent een paar der door hem gereleveerde punten verschil van gevoelen bestaat. Volgens de meening van sommigen is de aanwezig heid van visch zelfs voordeel voor het water; ook wordt het aanbevelenswaard geacht dat zwanen zich in het water op- te Leeuwardenvan den 8 September 1885. houden omdat zij er voor zorgen dat de plantengroei in het water niet al te weelderig wordt, waardoor anders te veel rotting zoude plaats hebben. Intusschen herhaalt spr. dat op de aangegeven punten, burgemeester en wethouders hunne aan dacht zullen vestigen, bijv. ook wat betreft het vischen in den vijver. De heer van Sloterdijck betuigt zijnen dank voor de bekomen inlichtingen. Het doel van zijne opmerkingen was alleen om aan burgemeester en wethouders op te dragen het oordeel over het al of niet schadelijke van bedoelde omstan digheden. Maar nu wenscht spr. nog deze opmerking eraan vast te hechten, dat, indien het mogt blijken dat werkelijk een en ander gunstig werkt, het z.i. overweging verdient, dat het gemeentebestuur zelf de exploitatie op zich nam. Dit kan zeker, omdat alleen het grasgewas is verpacht en de pachter zich geen enkel regt op het water kan aanmatigen. De beraadslagingen worden hierna gesloten. Het voorstel wordt alsnu zonder hoofdelijke stemming goed gekeurd. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om de jaar wedde van de \e onderwijzeressen aan de gemeentebewaarscho len nos. 123 en 5 te bepalen op f 400. Z"uder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten de jaarwedde van de le onderwijzeressen aan de gemeentebewaarscholen nos. 1 23 en 5 op 400 te bepalenindien die titularissen in dien tak van onderwijs zijn gediplomeerd. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overname van de bewaarschool der afdeeling Leeuwarden van de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen. Daarbij wordt voorgesteld: burgemeester en wethouders te magtigen aan het bestuur van het departement Leeuwarden der Maatschappij tot Nut van *t Algemeen te kennen te geven dat het gemeentebestuur genegen is voorbehoudens goedkeu ring van heeren gedeputeerde statenvan genoemd Depar tement, met ingang van 1 Januarij 1886, voor de gemeente in eigendom over te nemen het perceelkadastraal bekend gemeente Leeuwardenin sectie B no. 1667 met de daarbij behoorende gebouwen en getimmertenkadastraal bekend aldaar in sectie B nos. 337338 en 339 en de aanwezige schoolmeubelenvoor eene som van ƒ7150, te voldoen op den 1 Julij d. a. v.zonder rente en verder op door burge meester en wethoudersin overleg met het bestuur van het departement, vast te stellen voorwaarden. De heer Bekhuis geeft te kennen dat hij tegen dit voor stel bezwaren heeft en wel op dezelfde motieven als door den heer Plantenga in de vergadering van 13 Mei j.l. zijn ont wikkeld. Met die motievendie z. i. zoo juist zijnkan spr. zich volkomen vereenigen. Het voorsteldaarop in stemming gebragtwordt aange nomen met 17 tegen 1 stem, die van den heer Bekhuis. 6. Rapport der raadscommissie voor de reclamesomtrent bezwaarschriften tegen aanslagen op het primitief kohier der directe belasting op het inkomen. In verband met de behandeling van dit punt sluit de voor zitter de openbare vergaderingten einde tot eene zitting met gesloten deuren over te gaan. VERBETERING. Op bladz. 112 kol. 2, regel 19 v. b. staat 44 pet., lees >/i pet Verslag der handelingen van den gemeenteraad te LeeuwardenTan den 22 September 1885. 123 Vergadering van Dingsdag den 22 September 1885. Tegenwoordig 18 leden. Afwezig de heeren; G. Menalda, mr. J. Minnema Buina en F. Plantengamet kennisgeving. Voorzitterde heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op 8 September j.l. gehou den vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1. dat bij de op den 19 September 1.1. gehoudene aanbe steding is gegund 0. het bouwen van twee localen bij de gemeenteschool no. 10 aan K. Ketelaar alhier, voor ƒ3200; b. de levering der benoodigde schoolmeubelen voor bo venbedoelde localen aan H. van der Heide, voor ƒ749; 2. den uitslag van het gehouden toelatings-examen voor de burger dagschool 3. dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd het raads besluit tot onderhandsche verhuring van het grasgewas op het terrein rondom den tweeden verschwatervijver. 4. dat is ingekomen een proefschrift van den heer G. M. Slothouwer, getiteld: „De Staatsman Sicco van Goslinga „Grietman van Franekeradeel". De Voorzitter deelt mededat voor de toezending van ge meld boekwerk bereids dank is betuigd. III. Wordt ter tafel gebragt: 1. Adres van het bestuur van het 39e Landhuishoudkun- dig Congres om een subsidie tot dekking van het eventueel tekort der rekening van het congresbestuurhoogstens tot een bedrag van duizend gulden, 2. Alsvoren van het comité tot regeling van het zangers feest van het Nederl. zangersbond in Augustus 1886om een subsidie van hoogstens 2000of deelneming voor dat be drag in het garantiefonds. 3. Alsvoren van J. Klazema, om het perceel gardeniers- land gelegen aan den Westersingelsectie D no. 600op nieuw onderhands te mogen huren. 4. Het le suppletoir kohier van de directe belasting op liet inkomen dienst 1885. 5. Nader voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van het besluit tot heffing eener directe belasting op het inkomen. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststel ling eener verordening op de heffing en van eene op de in vordering van het gemeentelijk vergunningsregt voor den ver koop van sterken drank in het klein. 7. Alsvoren tot nadere wijziging der gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1885. 8. Alsvoren naar aanleiding van eene circulaire van de heeren A. Buma en mr. P. J. G. van Diggelen hetreffende de afsluiting en het droogleggen der Zuiderzee. De conclusie van dat voorstel luidt: adressanten te berigten dat van wege het gemeentebestuur van Leeuwarden geen afgevaardigde zal worden gezonden naar eene te beleggen vergadering ter constituering van het in de circulaire bedoeld Zuiderzee-comité. 9. Alsvoren naar aanleiding eener missive van den 18 Augustus 1.1. van de erven Koumans Smeding, te kennen gevendedat zij zich na 31 December e.k. niet meer op de in het contract omschreven voorwaarden met de uitgifte van het raadsverslag wenschen te belasten. Bijvoegsel behookende bij de Leeuwabdbk Courant. Hierbij wordt voorgesteld, met ingang van 1 Januarij 1886, het verslag van de handelingen van den gemeenteraad en daarbij behoorende bijlagen voor rekening der gemeente bij openbare aanbesteding te doen drukken en algemeen verkrijg baar te stellen tegen 60 cent per exemplaar voor iederen jaargang en verder op voorwaarden door burgemeester en wethouders vast te stellen. 10. Alsvoren om over te gaan tot uitloting van obligatiën ter verpligte en buitengewone aflossing van schuld. 11. Alsvoren tot definitieve benoeming van den heer G. Asman, tot onderwijzer in het teekenen aan gemeenteschool no. 3. De conclusie van dit voorstel is luidende met ingang van 1 November 1885 definitief te benoemen tot vakonderwijzer in het handteekenen aan de gemeente school no. 3 den heer G. Asman Az. alhierop eene jaar wedde van ƒ200 en verder op de bestaande en nader vast te stellen verordeningen en instructiën. Wordt besloten de stukken, omschreven onder nos. 1,2 en 3, te stellen in handen van burgemeester en wethouders ten fine van prae- advies dat bedoeld onder no. 7 in handen van de com missie ad hoebestaande uit de heeren W. J. Oosterhoff H. Beucker Andreas en mr. J. Minnema Bumadieaange duid onder nos. 5 en 6te doen drukken als bijlagen tot het raadsverslag en de overige stukken ter visie te leggen om ze in eene volgende vergadering te behandelen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van eervol ontslag aan den onderwijzer W. G. Reinking. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten aan W. G. Reinking met ingang van 1 October e k.overeenkomstig diens ver zoek eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van onderwijzer aan de gemeenteschool no. 1. 2. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 10. Op de voordragt komen voor 1. D. Wassenaar te Leeuwarden2. A. Beeksma te Pie- tersbierumen 3. P. Hoekstra te Weidum. Met algemeene (18) stemmen wordt eerstgenoemde tot on derwijzer aan de gemeenteschool no. 10 benoemd. 3. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 10. De voordragt is zamengesteld als volgt 1. Mej. H. de Haan te Jelsum; 2. mej. J. van der Weij te Lemmer, en 3. mej. H. Raadersma te Deinum. Met algemeene (18) stemmen wordt mej. H. de Haan be noemd tot onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 10. De datum van infunctietreding voor beide benoemden zal nader door burgemeester en wethouders worden vastgesteld. 4. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan leiding van een'verzoek van dr. Jac. Baart de la Faille, om voor zijn zoon gebruik te mogen maken van het locaal en de hulpmiddelen voor het onderwijs in de scheikunde aan het gym nasium bestemd. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie besloten het verzoek van dr. Jac. Baart de la Failledat zijn zoon bij privaatlessen in de scheikunde van dr. Vitus Bruinsma gebruik moge maken van het locaal en de hulpmiddelen voor 20

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1885 | | pagina 1