138 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 13 October 1885. het bij een periodiek verst li 'nend blad wordt uitgegeven of niet, de wenschelijkheid van eene spoedige uitgifte voor de leden van den raad blijft bestaau. En dat zal men niet kunnen be reiken bij de geformuleerde eischen van de uitgevers Hex Leeuw. Ct. Deze hebben voor eene eventuele vernieuwing van het con tract eischen gedaanwelkezooals reeds een der vorige sprekers 't heeft toegegevenonaannemelijk zijn. Het is bijv. onmogelijk om binnen drie dagen na elke zitting de copie van het verslag ter drukkerij te doen bezorgen vooral wanneer diezooals verlangd wordtop ééne zijde van het papier wordt geschreven.-. De bezwaren daartegen zijn in het voorstel voldoende ontwikkeld. Die termijn van drie dagen is blijkbaar gesteld met het oog op den Vrij dag en Zaturdag, op welke dagen ter drukkenfj de minste drukte is, zoodat men zou kunnen vermoeden dat al wat niet op die dagen wordt bezorgd, hoofdzakelijk zal moeten wach ten tot den volgenden Vrijdag. Ook andere voorwaarden zijn onaannemelijk, bijv. dat maar één proef van ieder stuk zal worden geleverd, hetgeen toch bij de verantwoordelijkheid voor eene goede correctie niet altijd is vol te houden. Wat de finantiële zijde van de kwestie betreft, spr. wijst er op, dat uit een overgelegd schrijven van een deskundige blijkt, dat naar begrooting het verslag voor ƒ1.50 per pagina kan worden gedrukt. Ook van andere zijde heeft spr. zich daarom trent geïnformeerd, waarbij hem is gebleken dat het werkelijk voor dien prijs kan geschieden. Het is dus duidelijk dat het niet onmogelijk is, om met een anderen uitgever, dan den tegenwoordigen, eene schikking te treffen De heer Dirks heeft er nog op gewezen dat, bij aanneming van dit voorstel, het niet onmogelijk zoude zijn dat het ver slag, gelijk nu reeds met andere stukken wel geschiedt, buiten de gemeente zoude worden gedrukt en hij dat voor de spoe dige uitgifte niet bevorderlijk achtte. Spr. moet dat geachte lid te kennen geven, dat hij zich bedriegt wanneer hij daar door vertraging verwacht; de aannemer van de drukwerken voor de gemeente, die elders woont, houdt zich uiterst stipt aan de voorwaarden en de daarbij gestelde termijnenover traagheid in de levering der drukwerken van die firma heeft spr. nimmer eenige klagt vernomen. De heer van Sloterdijck heeft door de laatst geproken woorden den indruk gekregen, alsof bij een lid van het dage- lijksch bestuur eene verandering, eene afwijking van het voor stel is waar te nemen. Er is gewezen op de onaannemelijke eischen van de uitgevers der Leeuwarder Courant. Spr. stemt dat toe; hij heeft straks reeds gezegd, dat ook aan die zijde voorzeker schuld is. Maar nu stellen burgemeester en wet houders voor om het verslag te doen uitgeven in eigen beheer, hetgeen dus geheel iets anders is, dan zooals de heer van Harinxma 't heeft voorgesteld, dat men het verslag ook wel door andere uitgevers kon laten drukken. Daar heeft spr. niets tegen, daar toch zijn hoofdbezwaar tegen het voorstel was, omdat daarmede zoude worden gebroken met het besluit van 1865, en het denkbeeld van het verkrijgbaar stellen en doen bezorgen tegen 60 cent per exemplaar, in den grond gelijk staat met intrekking van openbaarmaking. Want van dat verkrijgbaar stellen moet men zich niet te veel iilusiën maken. Wordt echter het voorstel gewijzigd, in dien zin, dat men onder de verschillende uitgevers de concurrentie wil openstel len en het verslag verspreiden, zooals nu bij de Leeuwarder Courant geschiedt, dan heeft spr. daartegen geen bezwaar, maar voordat hij daaraan zijne stem zal geven wenscht hij vooraf te weten, of burgemeester en wethouders het denkbeeld van den heer van Harinxma deelen en het voorstel in dien geest wijzigen. De heer Dllparc verklaart, dat de heer van Harinxma spr's. straks gedane opmerking verkeerd heeft gekwalificeerd, toen hij daarin eenig verwijt aan burgemeester en wethouders meende te zien. Spr. heeft niets willen verwijten, doch alleen zijne bevreemding te kennen gegeven, dat van het besluit van 1865 met geen enkel woord is gewaagd hij gelooft zelfs, dat, indien hij dat besluit thans niet in herinnering had gebragt, niemand inderdaad op de hoogte zou zijn geweest van het geen in 1865 is besloten. Burgemeester en wethouders von den het echtervolgens den heer van Harinxmauiet noodig om dat besluit ter sprake te brengenomdat men eigenlijk geene wijziging daarvan ten doel had. Maar waar toen toch werd besloten om met een der uitgevers van de in deze ge meente verschijnende dagbladen eene schikking te maken, daar is 't toch duidelijk en onbetwistbaardat van 4jit besluit door het voorstel totaal wordt afgeweken. Nu wees de heer van Harinxma er wel op dat men hier maar één dagblad heeft, n.l. slechts één blad, dat dagelijks uitkomt. Spr. antwoordt, dat, als men onder dagblad zou moeten be grijpen een blad dat lederen dag uitkomtdan ook de Leeu warder Courant niet als een dagblad ware te beschouwen, want zij komt slechts op zes dagen van de week uit. In 1865 kwam de Provinciale Friesche Couranteven als de Leeuwar der Ct. slechts bemalen per week uiten toch werd zij als een dagblad aangemerkt Het beprip van dagbl&d moet ruim worden genomen ook bladendie niet meer dan 2 a 3 maal 's weeks uitkomen noemt men r/a^bladen. De heer van Harinxma heeft voortstegenover de door spr. gedane aanhaling van het verslag der zittingen van de provinciale staten er op gewezen dat dit nu onlangs zoo laat is uitgekomen. Dit stemt spr. toe het kon niet anders want de uitgever ontving het te laat. Dat verslag ligt niet, zoo als dat van den raad voor de leden ter visiemaar wordt uitsluitend op de verantwoordelijkheid van den verslaggever opgemaaktdie echter vóór en na toch nadere opgaven van de sprekers noodig heeft, waarmede nog al tijd verloren gaat. Er is daarenboven tusschen beide zaken een groot onderscheid de provinciale staten vergaderen tweemaal in het jaarde raad daarentegen geregeld tweemaal per maand bij de eerste is alleen sprake van uitgifte van het verslaghier tevens van bijlagen. Daarom heeft men hier ook meer belaDg bij open baarmaking, Dat deze door den maatregel van burgemeester en wethouders in de hand zal worden gewerktzal echter moeijelijk te bewijzen zijn. Een der bezwaren was ook ditdat de copie op één zijde van het blad zou moeten worden geschreven. Spr. acht dit alles behalve een bezwaarintegendeelhij gelooft dat het voor den verslaggever veel gemakkelijker zal zijnom niet telkens een blad te behoeven om te slaan. Spr. heeft wel gelezen dat een uitgever het verslag kan drukken voor ƒ1.50 per bladz.d i. ƒ24 per vel het ver slag der staten kost nogtans ƒ28 per vel. Natuurlijk ech ter hangt dit veel af van de oplage. Het maakt toch zeker Terschilof er 500 dan welligt 1000 exemplaren of meer worden gedrukt. De heer Troelstra doet opmerken, dat men wel bij deze kwestie in het oog moet houden, dat de uitgevers der Leeu warder Courant begonnen zijn met te verklaren dat zij op de Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 13 October 1885. 139 bestaande voorwaarden en tegen denzelfden prijs niet genegen waren om op nieuw het drukken en de uitgifte van het ver slag op zich te nemen. Ware dit niet gebeurd, dan zouden burgemeester en wethouders waarschijnlijk uiet tot het doen van dit voorstel zijn gekomen. De condities echter, die de uitgevers thans stellen, zijn zoodanig, dat het dagelijksch be stuur ze geheel onaannemelijk acht. De gulden tijd van 1865, toen het verslag gratis werd gedrukt en uitgegeven, om daardoor ook de verspreiding van eene couraht in de hand te werken, is voorbij. Later is voor die uitgifte eene som van ƒ600 bedongen. Nu vragen de uitgevers ƒ800. Zij schijnt dus door hen niet langer beschouwd te worden als in het belang van de courant, maar meer als een lastpost, of als eene industrie. Dat de uitgifte van het verslag langzamerhand bij de uitgevers dat karakter heeft aaugenomen, blijkt ook hieruit dat terwijl de eene uitgever verklaart het voor niet minder dan 800 te kunnen doen, een andere zich voor eene som van ruim ƒ600 daartoe bereid verklaart, berekend over 500 exemplaren, een getal dat misschien thans ook ongeveer wordt verspreid. De tegenwoordige uitgevers stellen verder eischen, die niet kunnen worden toegestaan. Zij wenschen o. a. in een ver nieuwd contract eene bepaling te zien opgenomen, dat zij voor de uitgifte van niet meer dan ée'n stuk werk binnen 8 of 14 dagen aansprakelijk zullen zijn; dat dus bijv. de rekening.de verantwoording, de begrootiug en de memorie van toelichting, allen stukken van omvang, die nagenoeg gelijktijdig voor den druk gereed zijn, veertien dagen op elkaar zouden moeten wachten. Wat zal daarvan het gevolg zijn, anders dan eene groote vertraging in de behandeling dier stukken. Eu nu moge het waar zijn dat openbaarmaking wenschelijk is spr. zal de laatste zijn om dit te betwisten maar z. i. moet op den voorgrond gesteld worden het belang dat de leden van den raad bij eene spoedige uitgifte hebben, en dit wordt zeker door het voorstel van burgemeester en wethouders bevorderd. Wanneer de gemeente het verslag met de bijlagen voor eigen rekening uitgeeft, kunnen aan den uitgever de noodige eischen gesteld worden. De tegenstanders hebben er wel op gewezen dat de tegen woordige methode van uitgifte de meest gewenschte is, maar waar zij daarbij tevens toegeven dat de gestelde eischen on aannemelijk zijn, daar vraagt spr. hoe er dan gehandeld moet worden, als aan die eischen niet wordt toegegeven? Hij is er daarom voor om nu met den voorgc(steldeu maatregel eene proet te nemen, desnoods voor een halfjaar. Voldoet hij niet, komen er geen abonné's, dan kan men andere maatregelen nemen. Spr. herhaalt het Jat men ligt eene afbrekende cri- tiek kan voeren, maar zegge men dan wat er geschieden moet als men ook van oordcol is dat aan de door de directie der Leeuwarder Courant gestelde eischen niet kan worden toege geven. De heer Kuipörs wil wel aannemen dat de gemeente wanneer zij voor eigen rekening het verslag uitgeeftaan den drukker de noodige eischen kan stellen, doch ook hij is van mcening dat die methode niet het karakter van open baarheid draagt. Na het gezegde van den heer van Harinxma, dat het verslag wel bij een ander blad als bijlage kan wor den gevoegd is spr. in tweestrijd. Hij betreurt 't, dat, zoo als straks gezegd is, de belangrijkste van de overige couranten de uitgifte niet op zich kan nemen. Er zijn echter nog meer bla den alhierwaarmede de gemeente een contract zoude kun nen sluiten. Men zoude dan meer verzekerd zijn van eene geregelde expeditie. De heer Duparc meent veilig te mogen stellen dat bur gemeester en wethouders niet minder dan de sprekers die zich tegen hun voorstel verklaarden, de meeste openbaarma- king van s raads handelingen willen. Aan de tegenwoordige wijze van doen zijn intusschen gebleken bezwaren niet alleen van geldelijken aaid te zijn verbonden. De vraag is daarom, met het oog op de debatten bij hem gerezen ofwat de te publiceren bijlagen betreftniet eenige wijziging in het organiek besluit van 1865 ware te brengen. Spr. wijst b. v. op de gemeente-rekening en de daarbij behoorende verant woording, stukken van grooten omvang. Spr. gelooft, dat in deze stukkeu door de groote massa der ingezetenen al heel weinig belang wordt gesteldeven als de begrooting wordt de rekening ingevolge de gemeentewet, op de secretarie voor een ieder ter lezing nedergelegd en wordt zij bovendien algemeen verkrijgbaar gesteldtegen betaling der kosten. Indien nu werd beslotendeze uitvoerige stukken niet meer op de tegenwoordige wijze te doen drukken en open baar maken, dan zou een groot bezwaar misschien vervallen en de zaak der openbaarmaking vrij wat worden vereenvou digd. Het verslag van het verhandelde in de raadsvergade ringen waarom het toch in de eerste plaats is te doen en de overige bijlagen, ontwerp verordeningen en andere voorstel len zouden dan nog altijd overblijven. Bii de provinciale staten wordt niets anders dan het verslag der beraadslagingen bij de Leeuwarder Courant uitgegeven. Al de andere stukken worden alleen aan de leden der staten uitgereikt en later in de gedrukte notulen opgenomen. Spr. zou burgemeester en wethouders willen in overweging geven, om nu niet tot stem ming over hun voorstel te doen overgaan maar het weder tot zich te nemen en dan na te gaanof er niet nog eene andere methode zou zijn te vindendie de voorkeur verdient boven de voorgestelde, met in achtneming van den door spr. gegeven wenk. De heer van Harinxma thoe Slooten gelooft dat sinds de heer Duparc weekbladen ook dagbladen noemtde zaak gemakkelijker wordt. Hij verklaart, namens burgemee ster en wethouders, dat ook zij aan de mogelijkheid van eene behoorlijke openbaarheid door uitgifte bij een weekblad hebben gedacht. Spr. meende dat die mogelijkheid in het voorstel was gesteld maar is nu gemagtigd om in de con clusie van het voorstel eene verduidelijking aan te brengen waaruit blijktdat de belangstellende ingezetenen niet ge noodzaakt zullen zijn het verslag te doen afhalen en waarin ipsis verbis wordt gezegd dat 'het aan huis kan worden be zorgd, Hij stelt, namens het dagelijksch bestuur, voor, om de conclusie zoo te lezen, dat er besloten zal worden het verslag algemeen verkrijgbaar te stellen tegen 50 cent per exemplaar ten gemeentehuize of 60 cent bij aanhuisbe- zorging. Daardoor zal aan de concurrentie de gelegenheid worden opengesteld om tegen eene jaarlijksche som van 60 ct. het verslag als bijlage bij een blad te verspreiden. Die kosten zullen zeker niemand die thans de Leeuwarder Cou rant krijgt weerhouden om zich op het verslag te abonneren. De bedoeling was dan ook geene anderedan om de gele genheid te openen dat aan ieder belangstellende het verslag aan huis zou wordeD bezorgd. De heer van Sloterdijck meent den heer Troelstra nog

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1885 | | pagina 4