Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 13 October 1885.
140
een antwoord schuldig te zijn op diens vraagwat de tegen-
standers van het voorsteldie toegeven dat de eischen van
de uitgevers onaannemelijk zijndan wel wilden. Het komt 1
spr. voordat men op hei voetspoor van het besluit van 1865
moet trachten het verslag te doen uitgeven als toen het ge
val was. Eerst werd het door een uitgever gratis bij zijn
blad uitgegeven die daardoor meendede verspreiding van
zijn blad te zullen bevorderen. Later werd het gevoegd bij
een blad t wiens uitgevers het niet met dezelfde bijbedoeling
behoefden te doen als de eerste uitgever. Deze laatsten wil
len de uitgifte niet langer op den ouden voet voortzetten.
Dus moet men nu naar een ander blad uitziendat toch
zeker wel te vinden zal zijn. Daarbij behoeft het niet als
bezwaar te geldendat de Leeuwarder Courant de eenige
is die een dagblad kan genoemd worden. Immers in 1865
was de Friesche Courant een bladwaarvan maar 2 of 3
nummers per week uitkwamenen toch werd ze in den geest
van Jenoemd besluit als dagblad aangemerkt.
Ten slotte moet spr. zijn leedwezen te kennen gevendat,
nu in de conclusie eene wijziging is aangebragt, die weinig
overeenkomt met de verwachting die hij bij het aankondigen
daarvan had gekoesterd.
Hij gelooft niet dat het verschil tusschen 50 en 60 cent
in dezen veel zal afdoen.
De heer Troelstra doet nog opmerken dat men wan
neer men de openbaarheid op de thans gevolgde wijze wil
bevorderenmen zich toch dient te wenden tot de directie
van een bladdat hier algemeen gelezen wordtdus niet tot
de uitgevers van bladen als Ons Noorden en Het Noorden of
eenig ander hier ter stede uitkomend blad want die voldoen
niet aan deze voorwaarde. Wat dan de advertentiebladen be
treft, die hier worden uitgegeven en in grooten getale ver
spreid moet spr. er op wijzendat die verspreiding gratis
geschiedtwat zeker zou moeten ophouden als ook het ver
slag er aan werd toegevoegd. Doch bovendien schijnen
dergelijke bladen hiervoor niet aanbevelenswaardig te zijn.
Het is den heer van Harinxma misschien ontgaanzegt
spr., maar bij de bespreking van deze aangelegenheid bij
burgemeester en wethouders is duidelijk uitgekomen, dat men
den prijs gesteld heeft op 60 cent, om daarvoor iemand bij de inge
zetenen te doen rondgaan met de vraag, of zij zich wenschen te
abonneren, welke persoon de verslagen later bij de abonnen-
ten zal kunnen rondbrengen. Er is dus wel degelijk rekening
gehouden met het wenschelijke van openbaarmakingwant
burgemeester en wethouders meendendat ieder belangstel
lende zich niet door 60 cent zou laten afschrikken en dat
juist door den voorgestelden maatregel het verslag zoude komen
in handen van werkelijk belangstellenden.
Hierop worden de beraadslagingen gesloten
Het voorstelzooals dat door den heer van Harinxma
namens burgemeester en wethouders is gewijzigd wordt nu
in stemming gebragt en aangenomen met 9 tegen 8 stemmen,
die van de heeren Reeling BrouwerDirksDuparcvan
SloterdijckBeucker AndremKuipersMenalda en Dijkstra.
De heer van Sloterdijck geeft, nu er besloten is om het
verslag voortaan voor rekening van de gemeente te doen
drukken, in overweging om voor het tegenwoordige onprac-
tische formaat een ander in de plaats te stellen.
De Voorzitter deelt mede, dat het voornemen bestaat,
om een ander formaat en ander papier te nemen.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot uitloting van
obligatiën ter verpligte en buitengewone aflossing van schuld.
Conform de conclusie besloten zijndewordt tot uitloting
overgegaan en worden ter aflossing aangewezen
nos. 8 en 35 twee aandeelen van de 4 pet. geldleening
aacgegaan in 1853, groot ƒ147,000;
75 aandeelen der 4 Vs pet. geldleening, aangegaan in 1876, tot
een bedrag van 108,000, waardoor deze leening geheel is afgelost
54 aandeelen der 4 Va pet. geldleening, aangegaan in 1877, tot
een bedrag van 76,000, waardoor deze leening geheel is afgelost;
51 aandeelen zijnde het restant der 5 pet. geldleening in
1867 aangegaan ten behoeve van de gemeentelijke gasfabriek,
tot een bedrag van f 105,000, en
64 aandeelen der 4Va pet. geldleening, aangegaan ten be
hoeve van de gemeentelijke gasfabriek in 1876, tot een bedrag
van 85,000waardoor deze leening eveneens geheel is af
gelost.
6. Nader voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
van het besluit tot heffing eener directe belasting op het inkomen.
(Zie bijlage no. 18 tot het verslag van 's raadshandelingen).
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van dit voorstel besloten
1. het raadsbesluit van 25 Augustus 1885, na kennisneming
van de bedenkingen daartegen door gedeputeerde staten bij
missive van 3 September 1885 geopperd en na naauwgezette
overweging dier bezwaren, op nieuw onveranderd vast te stellen.
2. Heeren gedeputeerde staten hiervan kennis te geven
onder mededeeling der consideratën welke tot de nadere be
vestiging van dat besluit hebben geleid, met beleefd verzoek alsnu
de Koninklijke goedkeuring van dat besluit te willen bevor
deren.
7. Rapport der raadscommissiebelast geweest met het onderzoek
der voorgestelde wijziging der gemeente-begrootingdienst 1885.
Conform de conclusie wordt zonder discussie en hoofdelijke
stemming beslotennader te wijzigen de begrooting over het
dienstjaar 1885 in voege als door burgemeester en wethou
ders is voorgesteld en het gezamenlijk bedrag der inkomsten
nader vast te stellen op ƒ1,225,523.885
dat der uitgaven op 1,225,520.74*
en alzoo te sluiten met een waarschijnlijk saldo van 3.14
De heeren van Sloterdijck en Duparc verlaten de vergadering.
8. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 1
(vacature G. W. Reinking).
Op de voordragt komen voor: 1. L. Hottinga te Heeren
veen 2. K. Sikkema te Dantumawoude en 3. T. Veninga
te Warga.
Met algemeene (18) stemmen wordt eerstgenoemde voor
bedoelde betrekking benoemd.
Daarbij wordt bepaald dat de datum van infunctietreding
nader door burgemeester en wethouders zal worden vastgesteld.
9. Advies der reclames'commissie op bezwaarschriften in
beroep tegen aanklagen in de directe h elasting op het inkomen
dienst 1885.
10. Rapport der reclames-comw h e naar aanleiding van be
zwaarschriften tegen aanslagen in de directe belasting op het
inkomendienst 1885.
In verband met de behandeling van deze punten sluit de
Voorzitter de openbare vergadering.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 October 1885.
141
Vergadering van Dingsdag den 27 October 1885.
Tegenwoordig eerst 19, later 20 leden.
Afwezig de heer A. Duparcmet kennisgeving.
Voorzitter: de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 13 October j.l. gehou
den vergadering worden gelezen en onveranderd vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. dat door ged. staten is goedgekeurd het raadsbesluit
van 8 September j.l. tot overneming voor de gemeente van
de departements-bewaarschool
2. dat door gedeputeerde staten is goedgekeurd het raads
besluit van 13 October j.l. tot wijziging der gemeente-begroo
ting dienst 1885
3. dat het onderzoek der gemeente-begrootingdienst
1886, is afgeloopenen dat tot rapporteurs zijn benoemd:
van de le sectie de heer J. van der Scheer, van de 2e sectie
de heer J. F. H. Bekhuis tevens algemeen rapporteuren
van de 3e sectie de heer dr. N. Reeling Brouwer;
4. dat voor de geldleening, groot 113,000ten behoeve
van de gemeentelijke gasfabriek voor conversie van de be
staande schuld is ingeschreven tot een bedrag van f 397,000
en dat het vereischt bedrag is aangenomen tegen een gemid
delden koers van 100188/tooo pet.;
5. dat op de le serie ad ƒ250,000 der geldleening, groot
f 528,000 tot conversie van gemeenteschuld is ingeschreven
ƒ980,000 en dat het vereischt bedrag is aangenomen tegen
een gemiddelden koers van 1001#0/1000 pet.
III. Wordt ter tafel gebragt:
1. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij
ziging der verordening regelende het gebruik van de beurs.
Daarbij wordt voorgesteld: aan art. 7 der verordening,
regelende het gebruik van de beurs vastgesteld den 26 Au
gustus 1880 (Gemeenteblad 1880, no. 9) en gewijzigd den 23
September 1880 (Gemeenteblad 1880, no. 12) en den 12 Julij
1883 (Gemeenteblad 1883, no. 12), het volgende toe te
voegen
„Zij (de beurscommissie) ontvangt jaarlijks uit de gemeen
tekas eene som van ƒ100 ter bestrijding der kosten, zoowel
van de schrijfbehoeften en schrijfloonen als van het houden
van vergaderingen enz.
Dit bedrag wordt op de begrooting gebragt en in rekening
geleden zonder nadere verantwoording.
Het gemeentebestuur verstrekt aan de commissie een locaal
tot het houden harer vergaderingen."
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot wij
ziging van art. 6 der voorwaarden waarop aan de heeren
van den Broek en van Barneveld Kooij Jr. te Amsterdam
concessie is verleend tot aanleg en exploitatie eener drink
waterleiding in deze gemeente.
Burgemeester en wethouders stellen daarbij voor den ter
mijn bedoeld in gemeld artikel 6 met zes maanden te ver
lengen en vast te stellen op uiterlijk den 16 Mei 1886.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van
a. eene verordeningregelende het gebruik van de over
dekte vischmarkt
b. een besluit tot heffing eener belasting tot het gebruik
van de vischmarkt
Bijvoegsel isehookendk bu na Leeuwakdkk Coüeaht.
c. eene verordening op de invordering van de belasting voor
het gebruik van de vischmarkt.
Dit voorstel te doen drukken in de bijlagen tot 's raads-
verslag.
4. Het verslag van rapporteurs omtrent het onderzoek in
de sectiën van de gemeente-begrootingdienst 1886.
Dit verslag met de daarop door burgemeester en wethou
ders in te dienen memorie van beantwoording te doen druk
ken als bijlage tot 's raadsverslag.
5. Eene nota van den burgemeester naar aanleiding van
het verslag der commissie van rapporteurs uit de sectiën van
den raadomtrent het voorstel van burgemeester en wethou
ders tot invoering van het verpligt tonnenstelsel.
Deze nota eveneens te doen drukken als bijlage bij 's raads
verslag en te behandelen te gelijk met gemeld rapport.
6. Een voorstel van den burgemeester om alsnog twee
ambtenaren van den burgerlijken stand te benoemen.
Dit voorstel te behandelen bij het eerste heden aan de orde
zijnde punt van behandeling.
7. Rapport der raadscommissiebelast geweest met het
onderzoek der gemeente-rekeningdienst 1884.
De commissie stelt hierbij voor te besluiten
a. goed te keuren de door burgemeester en wethouders
aangeboden rekening van ontvangsten en uitgaven der ge
meente over 1884 in ontvang op eene som van f 997,939.76 V»
en in uitgaaf op een som van f 924,803.35alzoo met een
batig slot van 73,136.41 i/j
b. burgemeester en wethouders 'sraads bijzonderen dankte
betuigen voor het volledig en naauwkeurig gevoerd beheer
der gemeente-finantiën over 1884.
8. Het rapport der raadscommissie, belast.geweest met het
onderzoek der begrooting van administratiekosten voor de
stads bank van leening, voor het dienstjaar 1886.
De conclusie van dit rapport is om gemelde begrooting
goed te keuren tot een bedrag van ƒ6343.
9. Rapport der raadscommissiebelast geweest met het
onderzoek der begrooting voor het nieuwe stads weeshuis
dienst 1886.
Wordt voorgesteld die begrooting goed te keuren tot een
bedrag in ontvang van 25,206.45 Vs en iu uitgaaf van
ƒ25,200.40, en een vermoedelijk batig slot van ƒ6.05Vi•
10. Het proces-verbaal van verificatie der kas van den
gemeente-ontvanger op 22 October 1885.
Wordt besloten de stukken, sub 1, 2, 7, 8 en 9, voor
de leden ter visie te leggen en ze in eene volgende vergade
ring te behandelen en het proces-verbaal der kasverificatie
voor de leden ter kennisneming te deponeren.
IV. De Voorzitter deeltnamens burgemeester en wet
houders mededat deze eene wijziging wenschen aan te
brengen in artikel 1 van de heden vast te stellen verorde
ning op de heffing van het regt wegens vergunning tot ver
koop van sterken drank in het klein. Zij stellen n.l. voor
in de 2e alinea van dat artikelachter het woord „vergun
ning", in de plaats van de thans daar voorkomende woorden,
te lezen: „tot 30 April 1890 niet lager dan vijftien gulden,
van 1 Mei 1890 tot 30 April 1895 niet lager dan twin
tig gulden en daarna niet lager dan vijf en twintig gulden."
Burgemeester en wethouders zijn tot deze wijziging geko
men door de omstandigheid dat een ander gemeentebestuur,
omtrent eene gelijke bepaling als de eerst voorgesteldebe
zwaar ontmoette bij den minister, welke die bepaling in strijd
22
\i yk A.