Vergadering van Dingsdag den 9Februarij 1886. 14 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 26 Jannarij 1886. ander, beter formaat te doen overdrukken. Hij is er van overtuigd dat meerdere zijner medeleden met dat verzoek zul len instemmen. De beer van Harinxma thoe Slooten zal niet namens burge meester en wethouders den heer van Sloterdijck beantwoorden, want daartoe is hij niet gemagtigd. Doch naar aanleiding van de laatste woorden van den vorigen spreker doet hij opmerken, «lat over de smaak niet te twisten valt. Uit diens woorden heeft hij den indruk gekregen, alsof de heer van Sloterdijck het verslag alleen voor zijn boekenkast bestemt, terwijl toch burgemeester en wethouders bij het vaststellen van het formaat op het oog hebben gehad, dat het ook gelezen wordt. En nu vraagt spr. of dit formaat voor dat doel niet zeer geschikt is. liet is hetzelfde, model dat voor de handelingen van de Tweede Kamer wordt gebruikt en zeer gemakkelijk in het gebruik is. Men kan zonder moeite de verschillende sprekers vinden, ter wijl het ook voor het overleggen bij retroacta een practisch formaat is. W ilde men een octavo formaat, dan zou men een minder spoedig overzigt over de verschillende sprekers hebben. De heer Troelstra meent er op te moeten wijzen dat de aanbesteding voor het drukken en leveren van het verslag reeds heeft plaats gehad en dat die gebaseerd is op het tegen woordige formaat papier. Burgemeester en wethouders zijn er niet ligt over heen ge- loopen zij hebben er vrij lang over gedelibereerd en de voor lichting van een der drukkers in de gemeente zelfs nog ge vraagd. Zij meenden nu juist een zeer goed formaat te heb ben vastgesteld. De heer Dirks zegt dat alle handelingen en bijlagen van de zittingen der Tweede Kamer op dit folio formaat worden ge drukt, hetgeen nimmer ecnig bezwaar heeft opgeleverd bij een «Ier leden, zooverre hem bekend is. De Voorzitter deelt mede dat blijkens eene opgaaf van den uitgever en drukker een folioformaat de prijs zoude verdubbe len. Nu is de prijs voor 500 exemplaren per vel gewoon druk 6.70 en van staatwerk voor gelijk aantal exemplaren 7.50. Bij een formaat als in Amsterdam wordt gebruikt zou de prijs op ƒ20 komen. W at de eerste vraag van den heer van Sloterdijck betreft dien aangaande kan spr. inededeelen dat het voornemen be staat om bedoeld voorstel in de bijlagen te doen drukken. De heer van Sloterdijck betuigt zijnen dank voor het ant woord op zijne eerste vraag. Ten aanzien evenwel van het verslag spijt 't hem dat zijn smaak dienaangaande niet meer kan harmoniëren met die van burgemeester en wethouders en van de andere leden dezer vergaderingdie prijs schijnen te stellen op een folio-formaat. De heer Dirks moge zich de gelukkige dagen van zijn lidmaatschap der Tweede kamer, herinneren, maar dit kan spr. en geen zijner overige medeleden doen. Ilij blijft er bij dat hij dan nog het oude kwarto formaat- verkiest. Den heer van Harinxma deelt hij mede, dat hij het verslag ook leest, doch het daarbij in zijne hand wil kunnen houden en het folioformaat daarvoor lastig vindtimmers als men een gebonden jaargang moet raadplegen. De discussien worden hierop gesloten. Voor de behandeling van het laatste puut op den oproepings brief: Behandeling van reclames tegen aanslagen op liet 2e supple toir kohier der directe belasting op het inkomen, dienst 1885, oordeelt de voorzitter het noodig over van eene zitting met gesloten deuren zittinsr gesloten. t* gaan tot het houden wordt de openbare TTtS- ÖEÖjfÜKT BIJ t. G. t. HÖKKSTEIJf. - I.EKU WAIIDKN. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 9 Eebruarij 1886. 15 Tegenwoordig 14 Leden. Afwezig de heeren II. Beucker Andreae, Dr. Jac. Baart de la Faille, J. J. Brunger, J. F. II. Bekhuis, Dr. N. Reeling Brouwer, Mr. E. Star Busmann en Mr. II. Wiersma, allen met kennisgeving. Voorzitter de heer P. Lycklama a. Nijeholt, burgemeester. I. De notulen van de vorige op Dingsdag den 26 Januarij j 1. gehouden vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd. II. W ordt medegedeeld 1. Eene missive van den heer Mr. E. Koning, houdende berigt dat hij voor eene eventueele benoeming tot curator van het gymnasium niet in aanmerking wenscht te komen. Wordt besloten deze missive te stellen in handen van hee ren curatoren met verzoek om eene nieuwe aanbeveling te willen inzenden. De heden aan de orde zijnde benoeming van een curator wordt derhalve tot nader aangehouden. 2. dat namens het hoofdbestuur der Nederlandsche veree- niging tegen de prostitutie zijn toegezonden twee exemplaren: ,/llet beginsel van politietoezigt op de prostitutie door Dr. G. J. D. Mounier." Worden voor de leden ter lezing gedeponeerd. 3. eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende be schikking op eene reclame tegen een aanslag in de belasting op het inkomen, dienst 1885. Hiervan zal mededeeling geschieden aan den reclamant. 4. dat is ingekomen eene missive van den commissaris des Konings, houdende mededeeling, dat bij Kon. besluit van 28 Januarij j.l. no. 6 (Stbl. no. 33) is bepaald, dat de Kon. besluiten betreffende de nieuwe zamenstelling der schutterijen voorloopig buiten uitvoering zullen blijven. Voor kennisgeving aangenomen. III. Wordt ter tafel gebragt 1. Het primitief kohier van de directe belasting op het inkomen, ten behoeve der gemeente, dienst 1886. De Voorzitter deelt mede dat dit kohier, waarvan den le den heden een afdruk is aangebodendoor burgemeester en wethouders is opgemaakt met een belastbaar inkomen van ƒ4,400,332.50 en een bedrag in aanslagen van 173,811.45®, dat bij de begrooting is gerekend op een bedrag in aanslagen Van ƒ175,173.51 zoodat nog een bedrag van 1362.055 moet worden gevonden door suppletoir kohieren. Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten te bepalen dat het sectie onderzoek binnen vier weken moet zijn afgeloopen. 2. Een adres van H. Steffenswaarbij aan de gemeente wordt aangeboden eene strook grond, gelegen Achter de Hoven, met verzoek de op eene bijgevoegde teekening geprojecteerde straat te willen doen rioleren, bevloeren en verlichten. Wordt om berigt en raad gesteld in handen van burge meester en wethouders. 3. Een adres van den kerkeraad der Ned. Israel, gemeente, houdende verzoek om aan die gemeente af te staan eene strook grond op het Jacobijner Kerkhof, tot het bouwen van een schoollocaal. Wordt in handen van burgemeester en wethouders gesteld om berigt en raad. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproepingsbrief vermelde punten. Daar, tengevolge het heden medegedeeld berigt van den heer Mr. E. Koningde benoeming van een curator van het gymnasium wordt aangehouden, komt terstond aan de orde 1. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding eener opmerking van Gedeputeerde Staten omtrent memorieposlen van de bank van leening op de gemeentebegrooting voor 1886. (Zie bijlage no. 1 tot het verslag van 's raads handelingen.) De conclusie van dit voorstel luidtom de opmerking van heeren Gedeputeerde Staten, voorkomende in de resolutie van dat collegie van 3D December j.l. no. 4voor kennisgeving aan te nemen. De heer van Sloterdijck zal zich niet tegen deze conclusie verklarendaar het hem voorkomt dat thans op den wenk van heeren Gedeputeerde Staten niet anders zou kunnen worden besloten. Maar daarmede wil hij niet te kennen geven dat hij de zienswijze, door burgemeester en wethouders in depraemis- sen neergelegd en waarop zij de conclusie doen steunen, geheel deelt. Hij gelooft wel dat de opmerking van Gedeputeerde Staten eenigzins anders kan worden beschouwd als de wijze waarop het dagelijksch bestuur haar als 't ware schertsend heeft beoor deeld. Z. i. kan men in die opmerking dezen kern vinden dat zij van oordeel zijndat de gestie van de stadsbank van leening invloed behoort uit te oefenen op gemeente-finantiën, niet slechts voor memoriemaar in effecte. Die beschouwing houdt spr. voor juist, als regtstreeks voortvloeiende uit de nieuwe inrigting der banken hij acht deze uitlegging van de opmerking meer plausibel, dan de bewering dat Gedepu teerde Staten geacht kunnen worden te wenschen dat de posten voor winst en voor verlies der bank beide in cijfers worden uitgetrokken. Wat nog bovendien door burgemeester en wethouders tegen den invloed van de gestie der bank van leening op de gemeente-finantiën wordt aangevoerd n. 1. dat niet in het reglement voor die instelling is voorgeschreven het opmaken van eeue begroeting van ontvangsten en uitgaven voor de exploitatie der bankdat snijdt geen houtzegt spr. omdat men niet mag wijzen op eene leemte in een reglement, om zich te onthouden van ietsdat uit den aard der instel ling voortvloeit en zeer goed zou kunnen tot stand komen. Dit geeft aan spr. aanleiding om aan burgemeester en wet houders de vraag te rigtenof reeds is vastgesteld een regle ment van orde voor de commissie van administratie der bank. In het indertijd behandelde voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van een nieuw reglement voor de bank is in uitzigt gegeven, dat na die vaststelling zoude vol gen bedoeld reglement van orde. Wel zou de vaststelling daar van niet door den raad geschiedenmaar daarvan zou aan hem mededeeling worden gedaan. Dat is echter nog niet ge schied hetgeen spr. dan ook thans om inlichtingen doet vragen. In de tweede plaats is indertijd te kennen gegeven dat zoude volgen eene instructie voor de ambtenaren en beambten der bank en art. 14 van het reglement der bank bepaalt dat „eene instructiedoor den gemeenteraad vast te stellen de commissie gehoordde werkzaamheden der ambtenaren en beambten der bank regelt". Die instructie is evenmin nog vastgesteld. Ligt dit hieraanvraagt spr., dat de commissie van administratie nog geen voorstel daartoe heeft gedaan of zou zij afw achtendat zijzooals in het aangehaald artikel staatdoor den raad voorat wordt gehoord In het meer malen aangehaald voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van het nieuwe reglementwordt medegedeeld dat vele bepalingen van het reglement voor de commissie in dat nieuwe reglement waren opgenomen en dat andere eene plaats zouden vinden in de instructie voor de ambtenaren en beambten. Doordat nu het oude grondreglement is verval len, zijn de onderwerpen, in bedoeld reglement voor de com missie omschreven ten deele vervallen en ten deele niet vol doende geregeld. In de derde plaats vraagt spr. of niet binnen korten tijd eene instructie voor den secretaris der bank den raad ter vaststelling zal worden aangeboden. Hij vindt voor die vraag eenigen grond in de praemissen van het vroegere voorstel waarin die vaststelling ook in uitzigt wordt gegeven. Waar nu het nieuwe reglement reeds zoolang vigerende iswas er toch z. i. voldoende tijd beschikbaarom in de behoefte aan die instructie te voorziendie te meer dringend wasomdat nog altijd het oude reglement van orde voor de commissie in wer- king isdat zoo weinig harmonieert met het nieuwe reglement voor de bank. Spr. herhaalt 't, dat hij niet tegen de conclusie van dit voorstel is, maar de prsemissen, die tot die conclusie hebben geleid, niet deelen kan. De Voorzitter zal gaarne eenige inlichtingen verstrekken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1886 | | pagina 1