Vergadering van Dingsdag 23 Maart 1886.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeu .varden, van den 28 Maart 1886.
27
Tegenwoordig 16 Leden.
Afwezig de heeren Mr. 11. WiersmaI)r. Jac. Baart de la
TailleJ. J. Brunger, A. Duparc en W. J. Oosterhoff, allen
met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 9 Maart j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en onveranderd goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1dat is ingekomen een verslag over de verrigtingen aan
gaande het armbestuur in het Koningrijk der Nederlanden,
over 1883.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. dat zijn ingekomen de verslagen van den toestand van
het Middelbaar onderwijs en van het Gymnasium, in deze
gemeente, over 1885.
Zullen als bijlagen bij het jaarverslag van den toestand der
gemeente over 1885, worden gedrukt.
3. dat de heer Mr. P. Gratama de benoeming tot curator
van het gymnasium heeft aangenomen.
4. dat" door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de
raadsbesluiten
a. tot onderhaiulsche verhuring van de woning Oostersingel
no. 108.
b. tot onderhandsche verhuring van de woningen bij de
gemeentebewaarschool no. 6.
c. tot onderhandsche verpachting van de opbrengst der
bruggelden geheven wordende voor het draaijen van de Blaauwe
brug op het Vliet.
d. tot overneming van strookjes grond Achter de Hoven
ter verbetering van den toestand van den weg aldaar.
5. dat voor de leden ter visie is gelegd een statistiek van
de stads bank van leening over de jaren 18351885, bewerkt
door den directeur dier instelling.
De Voorzitter brengt hulde aan den bewerker dier statistiek,
die met veel. opotl'ering van moeite en tijd, met groote naauw-
keurigheid en kennis van zakeneen overzigt in cijfers of
wel graphisch van de gesties der bank over dat groote tijdvak
heeft gegeven en stelt voor den directeur daarvoor een woord
van dank te zenden.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
II. Wordt ter tafel gebragt
1. Een rapport van de commissie in wier handen is gesteld
de rekening en verantwoording der ontvangsten en uitgaven
der dienstdoende schutterij over het dienstjaar 1885.
De commissie stelt daarbij voor die rekening goed te keuren
in ontvang en uitgaaf beide tot een bedrag van ƒ4128,945.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. Een adres van den heer L. Harmenzon en 299 andere
ingezetenen om ter vervanging van het bestaande pontveer
over de gracht bij het stads ziekenhuis, eene brug, uitsluitend
voor voetgangers bestemdaan te leggen.
Wordt om berigt en raad gesteld in handen van burge
meester en wethouders.
3. Een adres van den heer A. J. E. Lucardie en 10 an
dere bewoners van huizen aan de Willemskade Z.Z., houdende
verzoek de trottoirs aldaar niet te doen verhoogen.
Wordt mede in handen van burgemeester en wethouders
gesteld om berigt en raad.
4. Een adres van de Lawn-tennis club alhierhoudende
verzoek om met ingang van 1 Mei 1886 weder voor één jaar
het beurslokaal voor het houden harer oefeningen in gebruik
te mogen erlangen.
Dit adresdat slechts door de presidentede vice-presi-
dente en de penningmeesteres is onderteekendwordt ter
zijde gelegd, op grond van het bepaalde bij art. 9 der grond
wet, daar deze club geen wettig erkend ligchaam vormt.
5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot vast
stelling van eene verordening regelende de inrigting en de
werkzaamheden van het personeel voor de bediening van de
overdekte vischmarkt te Leeuwarden.
Wordt besloten dit voorstel voor de leden ter visie te leg
gen en het in eene volgende vergadering te behandelen.
6. Een voorstel van burgemeester en wethouders om den
heer F. Fontein Tuinhout alsnog te brengen op de lijsten
van kiezers van leden van den gemeenteraad, de Tweede Kamer
der Staten Generaal en de Provinciale Staten.
Wordt besloten om met het oog op art. 14 der kieswet
dit voorstel nog heden te behandelen.
7. Een voorstel van burgemeester en wethouders dat de
raad de noodzakelijkheid uitspreke, dat de betrekking van
keurmeester van dood vee en van vleeschvisch en vruchten
waarvan het gebruik voor de gezondheid schadelijk kan zijn
welke betrekking opengevallen is door het overlijden van
Leendert Gerritsen de Vries, op nieuw worde vervuld.
Wordt voor de leden ter visie gelegd, om in eene volgende
vergadering te worden behandeld.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot ver
huring van gemeentelijke aanplakborden en tot goedkeuring
der voorwaarden van die verhuring.
Zal worden gedrukt in de bijlagen tot 's raads verslag.
9. Een voorstel van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van een adres van H. Steff'ensom riolering
bestrating en verlichting van een nieuwe straat.
De conclusie daarvan luidt
aan H. Steifens te kennen te gevendat het gemeentebestuur
genegen isbehoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde
Staten van hem om niet in eigendom over te nemen een ge
deelte van de perceelenten kadaster bekend gemeente Leeu
warden in sectie G no. 4792 en 4827 ter lengte van 54
Meter en ter breedte van 4 Meter, op de door den directeur
der gemeentewerken bij missive van den 26 Februarij 1.1. no.
67/2 ingezonden teekening met eene geele kleur aangeduid,
op de volgende voorwaarden
a. dat alle regenwaterbakken, putten, kolken of anderszins,
voor zoover die zich op of in den af te stanen grond bevinden,
het eigendom van de gemeente worden en zoo noodig verwij
derd kunnen worden op de wijzeals het gemeente-bestuur
zal vermeenen te belmorenzonder aansprakelijk te zijn voor
de daaruit voortvloeiende gevolgen
b. dat de aan den adressant behoorende Onbebouwde grond,
gelegen voor reeds bestaande of nog te stichten woningen,
aan weerszijden van den voor bestrating af te stanen grond
van verhoogde stoepen ter breedte van minstens één meter
voorzien worde.
c. dat waar ter weerszijden van de bestrating de onbe
bouwde grond daartusschen en de bestaande of nog te stichten
w oningen 2 M. of meer bedraagt, die grond door ijzeren of hou
ten hekwerken, niet liooger dan 90 c.M. boven de bestrating,
van den publieken weg worde afgescheiden
d. dat de gevels van nog te bouwen panden en te plaat
sen schuttingen, voor zoover die gelegen zijn langs den af te
stanen grond en tot geheele afsluiting van de onbebouwde
erven der aan den adressant behoorende panden dienenge
plaatst en zoo noodig verplaatst worden in de verlengde lijn
van de voor- of zijgevels van de daaraan grenzende panden.
e. dat op den onbebouwden grond vóór de aan den adres
sant behoorende panden gelegenhetzij die als bleekveld of
als tuin gebruikt w ordtgeene kippenhokken of andere ge
timmerten worden geplaatst
dat de uitspringende hoeken van de schutting en van
het bij de panden behoorende hekwerk ten oosten en ten wes
ten van de geprojecteerde straataan de zijde van de te dem
pen sloot, afgerond worden met een straal van 2 Meter.
q. dat door den adressantals aandeel in de kosten van
aanleg van de riolering en bestratingenbij de verteekening
van het contract eene som van ƒ240 worde gestort ten kan
van den gemeente ontvanger.
Wordt tor visie gelegd om in eene volgende vergadering
te worden behandeld.
10. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot
voortzetting der werken tot verbetering van den toestand op
Oldegalileën.
Daarbij wordt voorgesteld
I. het door den directeur der gemeentewerken, bij missive,
van den 4 Maart 1886 no. 73/2 ingezonden plan tot ver
betering van den toestand op Oldegalileën, goed te keuren.
11. behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten met
verschillende eigenaren van perceelen op Oldegalileën overeen
komsten van koop of ruiling van grond aan te gaan, op de
voorwaardenvermeld in de voorloopig door den directeur de.r
gemeentewerken gesloten contracten.