Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan den 10 Mei 1887. 53 stratie. Spr. heeft te lang aan debatten deelgenomen om niet overtuigd te zijndat verschil van meening kan bestaan. Hij laat aan ieder lid der vergadering de absolute vrijheid, om zijn meening kenbaar te maken. De Voorzitter wenscht, naar aanleiding van het finan- tiële bezwaar van den heer Plantengate kennen te geven dat die meerdere kosten de gemeentefinantiën volstrekt niet lae- derendoch ten laste van de bank van leening zelve komen, Acht het bestuur dier instelling die kosten niet te hoog, dan gaat het toch de ver om de bezwaren, zelfs tegen den zin van de commissie; door te drijven. De heer Plantenga heeft eene andere opvatting als de voorzitter. De stads-bank van leening toch wordt voor reke ning en risico van de gemeente beheerd. Alles wat dus be spaard kan worden komt ten bate der gemeente. De heer Minnema Buma hoopt dat de indruk van het amendement van den heer Meijer op de commissie van admi nistratie niet ongunstig zal zijn. Spr. ook erkent gaarne de verdiensten dier commissiedoch op zijne beurt vraagt hij; welken indruk het op de belastingschuldigen bij de tegenwoor dige niet gunstige finantiële omstandigheden moet makenzoo men verneemt dat een particulier architect en dagelijksch op- zigter die voor hunne moeite moeten worden beloondworden geraadpleegd en in 't werk genomenterwijl toch de directeur en de opzigter der gemeentewerken daartoe de aangewezen personen waren. De beraadslagingen worden hierop gesloten. Het amendement van den heer Meijer wordt in stemming gebragt en verworpen met 12 tegen 0 stemmen. Vóór stem den de heeren Plantenga, Hijlkema, v. Eijsinga, Minnema Buma; Meijer en Duparc. Het voorstel wordt nu zonder hoofdelijke stemming onveran derd aangenomen. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het doen van eene uitkeering aan het bestuur der vereeniging het bu reau voor animale vaccinatie.'" Daarbij wordt voorgesteld te besluiten a. aan het bestuur der vereeniging „het bureau voor ani male vaccinatie" alhier, eene som van 1500 uit te keeren, als subsidie voor aankoop van de localiteiten ten behoeve van het bureau en annexen, tot het verleenen waarvan de raad zich bereid verklaarde bij het besluit van 26 October 1882 n<>. 10. b. burgemeester en wethouders uit te noodigen om ter be strijding van de sub a bedoelde uitgaaf, ter zijner tijd de ver- eischte finantiële voorstellen den raad aan te bieden. Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee nen van magtiging aan den gemeente-ontvang er om onderschei dene posten wegens de directe belasting op het inkomen als oninvorderbaar in zijne rekening over 1886 aan te brengen. De heer Duparc heeft zich in de vorige vergadering wel is waar voorbehouden; een voorstel te doen om publiciteit te ge ven aan de namen van hen, die nalatig bleven in het betalen hunner belasting, doch zal dit voorstel thans nog niet indienen, omdat de gemeente-ontvanger zal worden uitgenoodigdnog nadere pogingen tot de invordering van het verschuldigde te doen. Ditzelfde geldt ook voor de beide volgende voorstellen. Daarop wordt zonder hoofdelijke stemming besloten a. den gemeente-ontvanger te magtigen het bedrag van de posten wegens onbetaalde belasting op het inkomen over het dienstjaar 1886, vermeld op den daarvan opgemaakten en bij zijne missive van 31 Maart 1887 n<>. 78 overgelegden staat, als oninvorderbaar in zijne rekening over 1886 aan te brengen met uitzondering van die vermeld op den hiervorenstaanden staat, te zamen ad ƒ195.98 en alzoo tot een gezamenlijk be drag van ƒ501.96. b. den gemeente-ontvanger te kennen te geven, dat het on vermogen van de belastingschuldigenvermeld op den door hem ingezonden staat onder volgnummers 17, 23, 27, 28, 30, 33, 39, 40, 41, 45, 47, 52, 54, 59, 66, 71, 72, 85, 91, 96, 99, 100, 102, 105, 108, 113, 115, 116, 120, 122, 136, 143, 148 153, 164, 165, 166, 168, 175, 187, 204 en 212 niet voldoende is gebleken, zoodat er voorshands geene termen bestaan het door hen verschuldigd gebleven bedrag als oninvorderbaar af te schrijvenmaar eene nadere vervolging behoort te worden ingesteld. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorder baar-verklaring van posten wegens de belasting op het houden van honden, dienst 1886. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten a. den gemeente-ontvanger te magtigen de op den overge legden staat vermelde posten wegens onbetaalde aanslagen in de belasting op het houden van honden over 1886, met uitzon dering van die, vermeld onder volgnummer 6 en 53, alzoo te zamen tot een bedrag van ƒ192, als oninvorderbaar in zijne re kening over 1886 aan te brengen. b. den gemeente-ontvanger uit te noodigen, de invordering der belasting van de personen onder nos. 6 en 53 vermeld, nader te beproeven. 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot oninvorder baar-verklaring van posten wegen schoolgelden, dienst 1886. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten a. den gemeente-ontvanger te magtigen, het bedrag van de onbetaald gebleven schoolgelden, vermeld op den overgelegden staat, als oninvorderbaar in zijne rekening over 1886 te ver antwoorden met uitzondering van die vermeld onder de volg nummers 18, 19, 23 en 41 ad ƒ2, en alzoo tot een gezamenlijk bedrag van 57.75. b. den gemeente-ontvanger te kennen te geven dat de per sonenvermeld onder de volgnummers 18, 19, 23 en 41 van den overgelegden staatworden geacht wel in staat te zijn het verschuldigde te voldoen, zoodat voorshands bezwaar wordt gemaakt, dat bedrag als oninvorderbaar af te schrijven. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot afsluiting der geldleening ter bestrijding der kosten van verbetering en uitbreiding der gemeentelijke gasfabriek tot het daarop tot he den opgenomen bedrag. Burgemeester en wethouders stellen daarbij voor te besluiten: a. voorbehoudens goedkeuring van de Gedeputeerde Staten van Frieslandde geldleening ter bestrijding der kosten van de gemeentelijke gasfabriek vastgesteld bij besluit dezer ver gadering van den 22 September 1884, goedgekeurd door de Gedeputeerde Staten van Friesland, bij resolutie van den 2 October daaraanvolgende no. 14, tot een bedrag van 243,000 af te sluiten tot het daarop tot heden opgenomen bedrag van 172,000. b. afschrift van dit besluit, ten voorschreven einde aan heeren Gedeputeerde Staten van Friesland in t e zenden. De heer Duparc 1 Leeft natuurlijk geen bezwaar tegen dit voorsteldoch acht het geheel onnoodigdaarop de goedkeu ring van Gedeputeerde Staten te vragen; ja misschien is er zelfs in het geheel geen raadsbesluit noodigom de leening af te sluiten. Iets anders ware hetindien het bedrag der leening moest worden verhoogd. Hij kan zich daarom niet vereenigen met het voorstel om het besluit aan de goedkeuring van Gede puteerde Staten te onderwerpen. Hij verlangt evenwel geen I stemming. De heer TrOölstra koesterde oorspronkelijk geheel het- zelfde denkbeeld als de heer Duparc. Hij heeft zich afgevraagd, I of burgemeester en wethouders een dergelijk besluit van den raad moeten uitlokken en heeft die vraag ten slotte beves tigend beantwoord. In het plan van geldleening staat een be paald bedrag vermeld. Het bevat geene magtigingzooals bij leeningsplannen der provincie het geval isdatwanneer het mogt blijken dat het volle bedrag der leening niet behoeft te worden opgenomen burgemeester en wethouders de leen ing tot het noodige bedrag kunnen afsluiten. Nu het volle bedrag niet noodig is, acht spr. eene wijziging van het oorspronkelijk be drag door den raad wenschelijk. Gedeputeerde Staten zullen wel geen bezwaar hebbenom dergelijk besluit goed te keuren. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen. De heer Duparc verklaart zich tegen. De heeren van Harinxma thoe SlootenMinnema Buma en van der Scheer verlaten de vergadering. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot publieke verhuring der gemeentelijke aanplakborden en van den kiosk. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten tot het openbaar verhuren van de van wege de gemeente opge- rigte aanplakborden en den kiosk voor den tijd van drie jaren in te gaan den 1 Julij 1887. 11. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek eener aanvraag der voogden van de Stads-armenkamer tot het doen van af- en overschrijvingen op de begrooting dier instelling dienst 1886. Overeenkomstig het voorstel dier commisie wordt besloten de aangevraagde af- en overschrijvingen goed te keuren. 12. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeentescho len nos. 5 en 9. Op de voordragt voor de gemeenteschool no. 5 komen voor: 1 P. Plantenga, 2 J. Laverman en 3 N. Schuitemaker, allen te Leeuwarden. Met 12 stemmen wordt eerstgenoemde benoemd. Op J. La- verman werden 3 stemmen uitgebragt. Op de voordragt voor de gemeenteschool no. 9 zijn geplaatst: 1 D. Vunderink te Dockum2 H. Labotste JubbegaSchu- rega en 3. J. B. Rauwerda, alhier. De uitslag der gehouden stemming is dat eertsgenoemde wordt benoemd met 11 stemmen. Op J. B. Rauwerda werden 3 en op- H. Labots één stem uitgebragt. Wordt bepaald dat de datum van infunctietreding nader door burgemeester en wethouders zal worden vastgesteld. Wegens het vergevorderd uur wordt de behandeling der ove rige nog op den oproepingsbrief vermelde punten tot eene vol gende vergadering verdaagd. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1887 | | pagina 7