If
i
III I
Vergadering van Dingsdag 8 November 1887.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 8 November 1887.
129
I Tegenwoordig 18 leden.
Afwezig de heeren J. TroelstraJ. F. H. Bekhuis en Jhr.
Mr. G. van Eijsinga, allen met kennisgeving.
Voorzitter de heer P. Lycklama ii Nijeholtburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 25 October gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat de finale verkoop der bouwterreinen op den voorma -
ligen Zuid-Westerdwinger heeft opgebragt de som van f 13434.78.
2. eene dankbetuiging van den heer S. Baron voor zijne be
noeming tot leeraar aan de burger dag- en avondschool.
3. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit tot onderhandsche verhuring der woning St. Jacobsstraat
no. 35.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Een adres van J. Twijnstra e.a. te St. Jacobi-Parochie,
houdende verzoek de meet- en weegbriefjes te doen waarmerken.
Wordt om berigt en raad gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders.
2. Een adres van het centraalbestuur van ,de Friesche Ijs
bond", om in de verordening op de ijsbanen op te nemen eene
bepaling omtrent het doen gesloten houden van bruggen.
Wordt gesteld in handen van de commissie voor strafveror
deningen ten fine van praeadvies.
3. De begrooting voor de stads-bank van leeningvoor 1888.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
van de heeren Plantenga, de Lange en van der Scheer.
4. Eene aanbeveling tot benoeming van eene voogdes en
een voogd van het nieuwe stadsweeshuis.
5. Alsvoren van twee leden der commissie van toezigt op
het lager onderwijs.
6. Alsvoren van een lid der commissie van toezigt op de
scholen voor middelbaar onderwijs.
7. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van een adres van den directeur der gemeentewerken om de
betrekking van opperbrandmeester tevens te mogen waarnemen.
8. Alsvoren tot afstand van gemeentegrond aan H. Stellens.
De stukken sub 4 tot en met 8 worden voor de leden ter
visie gelegd om in eene volgende vergadering te worden be
handeld.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders om hen te
magtigen de met Gedeputeerde Staten aangevangen onderhan
delingen, omtrent de overdragt van de tol te Nesserzijl aan de
Provincievoort te zetten en om de verpachting vaii die tol
die heden aan de orde isslechts voor één jaar te doen ge
schieden.
10. Alsvoren omtrent de openbare verpachting van beweeg
bare bruggen.
De voorstellen sub 9 en 10 worden ter visie gelegdom nog
heden te worden behandeld.
11. Eene nota van inlichtingen van burgemeester en wet
houders, betreffende een post van uitgaaf voor de Middelbare
School voor meisjesdienst 1886.
Wordt ter visie gelegd en overigens voor kennisgeving aan
genomen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Behandeling van reclames tegen aanslagen in de directe
belasting op het inkomen, dienst 1887.
In verband daarmede wordt de vergadering tijdelijk gesloten.
Na heropening der openbare vergadering komt aan de orde
2. Benoeming van twee voogden der stads - ar menkamer,
wegens periodieke aftreding
Voor de vacature van den heer G. H. van der Meulen wor
den aanbevolen de heeren: 1. Mr. G. Beekhuis, 2. G. N. de
With en 3. K. E. Brunger.
Het resultaat der gehouden stemming is dat de heer Mr.
G. Beekhuis met 15 stemmen wordt benoemd. De heer Brun
ger verkreeg 2 stemmen.
Ter vervulling der vacature, te ontstaan door het aftreden van
den heer S. StellingwerfT Beinteina, worden aanbevolen de hee
ren1. F. Hajonides van der Meulen, 2. Dr. S. Meindersma
en 3. S. Stellingwerff Beintema.
De uitslag der gehouden stemming is dat op den heer F.
H. van der Meulen 14, op den heer S. Stellingwerff Beintema
2 stemmen en op den heer Dr. S. Meindersma ééne zijn
uitgebragt.
De heer F. H. van der Meulen wordt alzoo benoemd.
3. Benoeming van een lid der commissie van administratie
van de stads-bank van leening.
Voor de vervulling der vacature te ontstaan door periodieke
aftreding van den heer G. Gratamaworden door de commis -
sie aanbevolen de heeren: 1. G. Gratama en 2. T. B. Plan-
lenga.
Deze aanbeveling ister voldoening aan het bepaalde bij
art. 3 van het reglementdoor burgemeester en wethouders
vermeerderd met de heeren: 1. D. van Konijnenburg en 2.
Mr. G. Beekhuis.
De uilslag der gehouden stemming is dat met algemeene
(17) stemmen de heer G. Gratama wordt benoemd.
De heer Reeling Brouwer was tijdens deze stemmingen nog
niet ter vergadering aanwezig.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder
handsche verhuring van de opkomsten van de Nesserzijl.
Burgemeester en wethouders stellen voor, behoudens goedkeu
ring van heeren Gedeputeerde Staten, de opkomsten der zijl- en
bruggelden te Nesserzijl onderhands voor den tijd van drie ja
ren in te gaan den 12 Mei 1888 te verpachten aan Janke
Roelofs Dantumabakkersche te Nesserzijlonder Nes voor
eene jaarlijksche pachtsom van f 300 en verder op de bestaande
voorwaarden.
Het nader voorstel van burgemeester en wethoudersheden
ter tafel gebragtstrekt om gemelde verpachting slechts voor
den tijd van één jaar te doen geschieden met het oog op
eventuele onderhandelingen omtrent de overdragt van die tol
aan de Provincie.
Aldus gewijzigd wordt het voorstel aangenomen.
Omtrent het voorstel van burgemeester en wethouders om
hen te magtigen de onderhandelingen betreffende de overdragt
van de tol te Nesserzijl met Gedeputeerde Staten voort te zet
ten op de door dat collegie aangegeven grondslagenwenscht
de heer van Slotordijck eenige inlichtingen te bekomen.
Hij trof bij de overgelegde stukken een voorstel van burge
meester en wethouders van 8 Maart 1877 aan strekkende om,
naar aanleiding van eene vraag van den Minister van Finan-
tiënte berigtendat de raad genegen was de regten dezer
gemeente op de inkomsten der Nesserzijl en bijbehoorende
brug aan den Staat over te dragen. In de overwegingen van
dat voorstel komt eene opmerking voordat het wenschelijk is,
dat de voordeelen van de zijl en brug worden gebragt ten bate
van het bestuur dat met het beheer en onderhoud daarvan
is belast. Om die reden oordeelden burgemeester en wethou
ders het rationeeldat ook de tolheffing aan den Staat kwam.
Krijgt nu de thans weder aangevangen onderhandeling het ge-
wenschte effect dan zal de provincie de tolheffing hebben en
de Staat belast zijn met beheer en onderhoud van zijl en brug
en derhalve niet worden bereikt wat in 1877 teregt rationele