160
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 December 1887.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van den 27 December 1887.
161
3.per jaar.
2.50
88G, 887, 1806, 1808, 1S09, 1873, 1874, 1875, en gemeente
Huizum sectie D no. 56, ter gezamenlijke grootte van 24 hec
tare, 80 are 10 centiare, voor den tijd van vijf jaren, in te gaan
wat de landen betreft op den 5 Maart 1888 en wat de hui-
zinge aangaat op den 12 Mei aanvolgende en alzoo eindigende
op gelijke tijdstippen in het jaar 1893, onderhands te verhuren
aan Wiebe Jongmalandbouwer alhier, voor eene jaarlijksche
huursom van /"2000 en verder op gelijke voorwaarden, als zijn
omschreven in het thans geldende huurcontract van den 2 Oc
tober 1880, geregistreei d den 15en dier maand, met wijziging
echter van art. 2, dat zal worden vervanger, door de bepaling
dat de huurprijs telken jare in één termijn en wel op den 12
November zal moeten worden voldaan.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onderhandsche
verhuring van onderscheidene gemeente-eigendommen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
voorbehoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten
onderstaande gemeente-eigendommen onderhands voor den tijd
van één jaar, op nader door burgemeester en wethouders vast
te stellen voorwaarden, in huur af te staan
a. met ingang van 1 Januarij 1888 aan
G. Reifferth, zes bleekjes, op het Olde-
hoofster Kerkhof voor f
5. Dijkstraeen bleekje vóór de
woning Oldegalileën no. 79 -
b. met ingang van 1 Februarij 1888 aan
D. Suwijn en W. Loot, een plek grond
aan het Oldehoofster Kerkhof -
c. met ingang van 12 Mei 1888 aan
J. W. H. Schreurs de woning Kruis
straat no. 25
K. Boersma de woning Stienserweg no. 3
F. Vuist Posthoornsteeg ,15
J. J. v. d. Geest de woning Raad
huisstraatje no. 5
W. Wijlgenboschde woning Olde
galileën no. 34
M. Spoelstra wed. J. v. d. Heidede
woning Oldegalileën no. 38
J. Goor, de woning Noorderplantage, no. 3
A. Siekman de woning Doelestraat no. 1
K. Bosmade woning Kalvergloppe
no. 199 (gedeelte)
A. Medendorp, de woning Kalverploppe
no. 199 (gedeelte)
J. Feenstrade woning Oostersin
gel no. 108
J. E. Schreuder, de woning Ooster
singel no. 114
S. H. Ritmande woning Oldegali
leën nos. 40 en 32
D. Draper, de woning Bagijnestraat no. 61
F. Jorna, Oostersmgel no. 118
D. Iedema 116
W. Klebach, Bagijneklooster„ 7
Wed. Weidijkvan Reenen boven
woning, perceel bij de Put no. 8
L. Stam de werkplaats Raadhuis-
straatje no. 1
M. Pekelsma, eene plek grond aan het
Oldehoofster Kerkhof
2.50
- 300.—
- 93.60
- 115
- 100.—
- 59.80
- 57.20
- 78.—
- 150.—
- 91.—
- 65.
- 59.80
- 65.-
- 78.—
- 117.—
65.—
- 65.—
- 57.20
- 185.
- 35.
2.50
5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van een adres van J. Tivijnstra e. a. tot het doen waarmerken van
de meet- en weegbriefjes
Wordt voorgesteld te besluiten
te beginnen met den 1 Januarij 1888 voor de partijen gra
nen, zaden en peulvruchtendie in de weeghuisjes worden ge
wogen en gemetenbewijzen af te geven van gelijken inhoud
als die elders gewogen en gemeten, maar gedrukt op gekleurd
papier.
De heer Hijlkema kan zich in hoofdzaak met dit voorstel
vereenigen. Het doet hem genoegen tfatkburgemeester en wet
houders gunstig hebben kunnen adviseren op dit verzoekdat
billijk en goed gepreciseerd is. Voor de uitvoering echter zou
spr. wel eene wijziging in overweging willen geven omdat de
tegenwoordige boekhouding der briefjes niet practisch is. De
controle zoude z.i. beter worden mdien de boeken bijv. zóó
werden mgerigtdat er op elk blad drie geperforeerde kolom
men waren, zoodat van de afgegeven briefjes één duplicaat
als legger in het boek bewaard blijft. Dit zalnaar spr. meent,
geen bezwaar opleveren met het oog op art. 17 der verorde
ning. Hij maakt er geen voorstel van, doch heeft dit denk
beeld onder de aandacht van burgemeester en wethouders wil
len brengen.
De Voorzittor zal gaarne dit denkbeeld als een wenk
voor burgemeester en wethouders bij de uitvoering beschouwen,
maar acht het overigens van geen invloed op dit voorstel.
Dit wordt nu zonder hoofdelyke stemming aangenomen.
6. Rapport der raadscommissie voor de strafverordeningen
naar aanleiding van een adres van W. II. Hiemstra e. a.
om opheffing van de bepaling der verordeninginhoudende
dat bestuurders van hondenkarren nevens of achter die voertuigen
moeten loopen.
De commissie stelt vooraan de adressanten te berigten
dat hun verzoek van de hand wordt gewezen.
De Voorzitter deelt mede, dat door den heer Troelstra,
naar aanleiding van dit puntis voorgesteldaan art. 82 dei-
verordening houdende algemeene bepalingen van politie (Ge
meenteblad no. 7 van 1887) toe te voegen de volgende alinea:
„Het laatst bedoelde voorschrift is niet van toepassing ten
aanzien der straatwegen buiten de bebouwde kom der gemeente."
Spr. geeft in overwegingom de behandeling van dit punt
tot de volgende vergadering te verdagen.
De heer van Harinxma thoe Slooten, wenscht daar
aan toe te voegen eene renvoyering van het voorstel van den
heer Troelstra aan de commissie voor strafverordeningen.
De heer Troelstra beschouwt zijn voorstel, als zeer een
voudig en eigenlijk reeds voldoende toegelicht door het rapport
der commissie. Hoewel hij dus een nader advies minder nood
zakelijk achtheef hij geen bezwaar tegen het voorstel van den
heer van Harinxma.
De heer van. Sloterdijck heeft het denkbeeld van den
heer van Harinxma ondersteundomdat het voorstel van den
heer Troelstra, hoe eenvoudig ook toch eene wijziging van de
verordening betreft. Hij acht daarom een renvooi aan de com
missie doelmatigerdan dat het ter kennisneming aan de leden
der commissie individueel zou worden overgelaten. De com
missie bestaat nu eenmaalzij heeft de te wijzigen bepaling
der verordening ontworpen en dient nu in de gelegenheid te
worden gesteld om collectief over de voorgestelde wijziging te
oordeelen.
Alsnu wordt besloten het voorstel van burgemeester en wet
houders aan te houden en inmiddels het voorstel van den heer
Troelstra aan de commissie voor strafverordeningen te renvoj- I
7. Rapport der commissie voor strafverordeningen naar
aanleiding van een adres van het centraalbestuur van rde
Friesche ijsbondtot het opnemen van eene bepaling in de
ijsverordening voor het gesloten houden van bruggen.
De commissie stelt hierbij vooraan den adressant te ken
nen te geven dat naar 's raads oordeel het onderwerp behoor
lijk is geregeld en aan zijn verlangen niet kan worden voldaan.
De heer Hijlkema wenscht alleen deze opmerking te ma
len dat, bij aanneming van deze conclusie, het den schijn kan
lebbenalsof afwijzend wordt beschikt op den wensch van den
lbond. Dit is echter in den grond van de zaak niet het ge
ld. De bond heeft zichgelijk blijkt uit de woorden „voor
loverre dit niet mogt zijn geschied" tot die gemeentebesturen
Iwend, waar eene bepaling omtrent het gesloten houden van
|uggen in de verordening niet bestaat.
I Daar dit onderwerp voor deze gemeente wel is gei egeld
|ul het adres dus meer als eene kennisgeving, dan als een
Irzoek moeten worden beschouwd. Er bestaat tusschen het
ïrlangen van den ijsbond en de bestaande bepaling geen prin-
■piëel verschilalleen wat de redactie betreft.
I De heer Van Sloterdijck begrijpt dan niet, dat, wanneer
lit de eigenlijke bedoeling is geweesthet bestuur toch het adres
loeft ingezonden. Waar in het adres voorafgaat eene verwij
ld naar eene bepaling in de verordening van Menaldumadeel,
lie geheel in den geest van den ijsbond isdan had de over
leging, dat die bepaling geheel gelijkluidend is met die in de
eerder vastgestelde verordening voor deze gemeente er toe
moeten leiden om het verzoek niet te doen. Want het valt
niet te ontkennen dat het adres een verzoek inhoudtondanks
de parenthesis „voor zooverre dit niet mogt zijn geschied", die
toch zeker in de adressen aan alle gemeentebesturen voorkomt.
De conclusie van het voorstel is dus geheel juistmogt die
misschien een verkeerden indruk teweeg brengende adressant
heeft het dan aan zichzelf alleen te wijten.
De heer Hijlkema herhaalt dat alleen eene kennisgeving
in de bedoeling heeft gelegen. Hij erkentdat het hem inder
tijd is ontsnapt; anders zou hij in plaats van renvooi aan de
commissie hebben voorgesteld het adres voor kennisgeving aan
te nemen.
De conclusie der commissie wordt nu zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.