Vergadering van Dingsdag den 16 April 1889.
20
Verslag der handelingen von den gemeenteraad te Leeuwarden van den 2 April 1889.
Art. 6.
De pont moet ter overvaart gereed zijn van 1 April tot 1 Sep
tember, van 's morgens G tot 's avonds 10 uur:
van 1 September lot 1 November en van 1 Februarij tot 1
April van 's morgens 7 tot 's avonds 10 uur
van 1 November tot 1 Februarij van 's morgens 8 tot 's avonds
10 uur.
Bij verzuim ten dezen wordt telkens eene boete verbeurd van
vijfentwintig centterwijl van eiken geheelen of halven dag
dien de pont zonder voorkennis van den burgemeester niet in de
vaart is geweesteene boete wordt verbeurd van drie gulden.
Art. 7.
Er mogen met de pont niet meer dan zes personen tegelijk
worden overgezet.
Bij overtreding hiervan is telken reize eene boete verschuldigd
van tien gulden.
Art. 8.
De scheepvaart mag niet worden belemmerd.
Art. 9.
Bij vriezend weêr mag het overzetten van personen niet wor
den gestaaktdan met toestemming van den burgemeester, ter
wijl daarentegen die staking moet plaats vinden zoodra de bur
gemeester daartoe last geeft. Bij invallenden dooi moet eene
lastgeving van den burgemeesterom de pont weder in de
vaart te brengenevenzeer worden opgevolgd.
Elke overtreding in een dezer gevallen doet eene boete van
drie gulden verschuldigd zijn.
Art. 10.
Bij gladheid door vorst of sneeuw moeten de toegangen naar-
en de vloer in de pont met zand worden bestrooid.
Art. 11.
Behalve in de maanden Junij en Julij en wanneer de pont om
wettige redenen geen dienst doetmoet eiken avond in de pont
een helder lichtgevende lantaarnten genoegen van het ge
meentebestuur brandende zijn als volgt
in de maanden Januarij en December van 4 tot 10 uur.
Februarij November 5 10
Maart October G 10
April September 7 10
Mei Augustus 8 10
Door elke overtreding van dit artikel wordt verbeurd eene
boete van vijfentwintig cent.
Art. 12.
De pont met toe- en aanbehooren moetzoowel wat het tim
mer- als verf- en teerwerk betreftten allen tijde in goeden
staat van onderhoud ter beoordeeling van het gemeentebestuur,
gehouden worden.
Art. 13.
De bedreigde boeten zijn verschuldigd terstond na het consta
teren eener overtreding en moeten worden betaald binnen twee
maal vier en twintig uren ten kantore van den gemeente-ont
vanger.
Art. 14.
De concessionarissen en hunne regtverkrijgenden zijn solidair
verantwoordelijk voor de vervulling van alle verpligtingen ter
zake van deze concessie op hen rustende.
Art. 15.
Herhaalde overtreding van een of meer der gestelde voorwaar
den kan het gemeentebestuur aanleiding gevenom de con
cessie in te trekkenin welk geval de concessionarissen ver-
pligt zijnde ten behoeve van het pontveer gemaakte werken
binnen een bij de intrekking gestelden termijn op te ruimen
en zoo daartoe termen bestaan aan de gemeente te betalen
zoodanige schadevergoeding als het gemeentebestuur vermeent
te moeten vorderen.
Art. 16.
Het gemeentebestuur behoudt zich het regt voor om ten al
len tijde
a. de pont met toebehooren op tauxatie van deskundigen over
te nemenonder intrekking der verleende concessie
b. den persoondoor de concessionarissen met de bediening
van het pontveer te belasten, te ontslaan, zonder gehoudenheid
tot opgave van de redenen die daartoe aanleiding hebben ge
geven.
7. Reclame van A. en A. J. van Tuinen bij Gedeputeerde
Staten ingediend tegen den legger van onderhoudplichtigenvan
de Romkeslaan.
Burgemeester en wethouders stellen voor, onder terugzending
van deze reclameaan den Commissaris des Konings in over
weging te geven Gedeputeerde Staten te adviseren tot afwij
zing van deze reclame.
Hiertoe wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming be
sloten terwijl het ontwerp-advies aan den Commissaris des Ko
nings wordt goedgekeurd.
8. Voorstel van burgemeester en wethouders in zake de tij
delijke vervanging van Mej. II. A. Schim van der Loeffleer ar es
aan de middelbare school voor meisjes.
Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten
behoudens nadere goedkeuring van den inspecteur van het
middelbaar onderwijs aan mej. J. Hoog te Groningen, de waar
neming der lessen in de Ned. taal- en letterkunde aan de mid
delbare school voor meisjes gedurende het verlof van de leera-
res mej. H. A. Schim van der Loeff tot herstel harer gezondheid
tot het einde van den loopenden cursus medio Julij 1889, op
te dragen tegen eene bezoldiging berekend naar ƒ1500 in het
jaar.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ingebruik-
geving van het beurslokaal voor het houden van eene tentoon
stelling.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor
Op nader door burgemeester en wethouders vast te stellen
voorwaarden het bovenlokaal van het beurs- en waaggebouw
op 20, 21 en 22 April e.k.kosteloos in gebruik af te staan
aan het bestuur der Maatschappij van schilder- en teekenkunst
alhier, voor het houden van eene tentoonstelling van aquarel
len leekeningen en schilderijen.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De Voorzitter sluit deze openbare vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van den 16 April 1889.
21
Tegenwoordig 18 leden.
Afwezig met kennisgeving de heeren Dr. N. Reeling Brouwer,
F. Plantenga en J. F. H. Bekhuis.
Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholt, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 2 April j.l. gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen
1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit tot het verleenen van concessie voor het in de vaart
houden van een pontveer.
2. dat is ingekomen het verslag van het eind-examen aan
de burger-avondschool.
3. dat door den Inspecteur van het middelbaar onderwijs
zijn goedgekeurd de raadsbesluitenbetreffende de tijdelijke
vervanging van Mej. H. A. Schim van der Loeffleerares aan
de Middelbare school voor meisjes en het doen van eene op
roeping voor eene leerares in de Fransche taal en de geschiedenis.
4. dat de heer G. de Looze, brandmeester in deze gemeente,
onlangs den dag heeft herdachtwaarop hij vóór 25 jaren die
betrekking aanvaardde.
Burgemeester en wethouders hebben hem bij die gelegen
heid den dank van het gemeentebestuur betuigd voor de vele
en belangrijke diensten die hij gedurende dat tijdvak in die
betrekking geheel belangeloos aan de gemeente heeft bewezen.
5. dat zijn ingekomen een 52-tal reclames tegen aanslagen
in den hoofdelijken omslag, dienst 1889.
Deze reclames zijn gesteld in handen van de raadscommissie.
III. Wordt ter tafel gebragt
1. Eene aanvraag van de voogden der stads-armenkamer
om magtiging tot het doen van af- en overschrijvingen op de
begrooting dier instelling, dienst 1888.
Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen
van de heeren Menaldade la Faille en Hijlkema.
2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot over
name van het Cambuursterpad en de Cambuurstervaarl.
3. Alsboven tot aankoop van een strookje grond bij het
Molenpad.
4. Alsboven om een adres van K. Rijpkema e. a., tot het
doen maken van nog één toegang tot de veemarkt, ten fine
van beschikking te stellen in handen van burgemeester en wet
houders.
5. Alsboven tot liet verleenen van eervol ontslag aan den
onderwijzer A. Nawijn.
6. Alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan den
onderwijzer T. Nawijn.
7. Een rapport der reclame-commissie omtrent bezwaar
schriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslagdienst
1888.
De stukken sub 2 tot en met 7 worden ter visie gelegd, om
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan Mej. C. A. Brunneleerares
aan de Middelbare school voor meisjes.
9. Alsboven naar aanleiding van een verzoek van het be
stuur van het departement Leeuwarden der Maatschappij tot
Nut van 't Algemeen, om eene subsidie voor een op te rigten
cursus voor helpsters aan bewaarscholen.
De voorstellen sub 8 en 9 zullen nog heden in behandeling
worden genomen.
10. Het verslag van den toestand der gemeente over 1888.
Van dit verslag zijn heden gedrukte exemplaren aan de leden
rondgedeeld.
De voorzitter, het noodig oordeelende, de vergadering tijdelijk
met gesloten deuren voort te zetten sluit de openbare verga
dering.
IV. Na heropening van dezewordt overgegaan tot behan
deling van de op den oproepingsbrief vermelde punten.
1Benoeming van eene ondenvijzeres aan dc gemeenteschool
no. 8 (vacature Mej. G. Knobloch Wed. S. Beeksma).
Op de voordragt zijn geplaatst: 1. Mej. H. E. Veldste Ber-
gum 2. Mej. F. Beintemate Giethoorn, 3. Mej. A. E. Visser,
te Beetsterzwaag4. Mej. J. H. Cammengate Tjummarum
5. Mej. E. F. Goeman te Roordahuizum.
Het resultaat der gehouden stemming isdat Mej. LI. E
Velds met 15 stemmen wordt benoemd. Mej. F. Beintema, A.
E. Visser en E. F. Goeman verkregen ieder 1 stem.
2. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool
no. 0. (vacature Mej. L. M. Posthumus.)
De voordragt is zamengesteld uit: 1. Mej. S. M. M. Lloekstein,
te Brielle 2. Mej. D. Smitte Oldeboornen 3. Mej. N. Mei-
neszte Leeuwarden.
Met 17 stemmen wordt Mej. Hoekstein benoemd. Op Mej.
D. Smit werd 1 stem uitgebragt.
De datum van infunctietreding voor de beide benoemden zal
nader door burgemeester en wethouders worden vastgesteld.
3. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
rekening van de d.d. Schutterijdienst 1888.
Conform het voorstel der commissie wordt besloten, die re
kening goed te keuren in ontvang en uitgaaf met een gelijk be
drag van ƒ4895.68.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee
nen van eervol ontslag aan de leerares Mej. C. A. Brunne.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten, met ingang van 1 September 1889 aan Mej.
G. A. Brunneovereenkomstig haar verzoek, eervol ontslag te
verleenen als leerares in de aardrijkskunde en de geschiedenis
aan de Middelbare school voor meisjes.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van het adres van het bestuur van het Departement Leeuwar
den der Maatschappij tot Nut van H Algemeen, om eene subsi
die voor een op te rigten cursus voor opleiding van helpsters
aan betvaarscholen.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten:
1. tot wederopzegging aan het bestuur van het Departement
Leeuwarden der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen ten
behoeve van een door hem op te rigten opleidingscursus voor
kweekelingen bij de bewaarscholen toe te kennen eene jaar-
lijksche subsidie van ƒ200, onder voorwaarde, dat jaarlijks na
afloop van den cursus aan het gemeentebestuur moet worden
overgelegd een verslag van den toestand van dien cursus en
eene rekening en verantwoording van het beheer.
2. voor den cursus sub 1 bedoeld van gemeentewege een
of meer lokalen beschikbaar te stellen met verstrekking van
vuur en licht.
3. burgemeester en wethouders te magtigen de sub 2 be
doelde localiteit aan te wijzen.
Dc beraadslagingen worden geopend.
Dc heer Möijer voelt zich genoopthet woord te vragen
op grond van het verschil tusschcn het voorstel van burge
meester en wethouders en het advies van de commissie voor
de bewaarscholen.
Beide collegies zijr. het er over eensi, dat met het oog op
de tijdelijke toezeggingen van finantieëlen steun voor dezen cur
sus van wege het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen en eene andere instelling alhierhet gemeentebe
stuur er voor waken moetdat het geenerlei verpligtingen op
zich neme tot het overnemen van dezen curcus voor rekening
der gemeente wanneer te eeniger tijd de finantieële steun
dier instellingen aan den cursus mogt worden onttrokken. Bei
de collegies zagen ook dc noodzakelijkheid er van in dit ter-