Vergadering van Dingsdag 13 Augustus 1889. 50 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 23 Julij 1889. len (gemeenteblad no. 24 van 188G) in dien zin te wijzigen dat het 4e lid worde gelezen „Indien in de gemeente de gelegenheid tot hare opleiding wordt gegeven zijn zijop aanwijzig der commissie verpligt daarvan gebruik te maken." De heer van Harinxma thoe Slooten komt ter vergadering. 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot verbouwing van het perceel St. Jobsleen no. 255. De beslissing over dit voorstel is in de vorige vergadering aangehouden ten einde het advies te vragen van de stadsge- neeskundigen over de aanwijzing van lokalen in dit perceel tot het opwachten en onderzoeken van burgerlijk armlastige patiënten. Burgemeester en wethouders deelen nu schriftelijk mede, dat het resultaat van de gehouden bespreking is, dat bij die ge neeskundigen tegen bedoelde aanwijzing geene bedenkingen be staan zoodat burgemeester en wethouders hun voorstel onver anderd ter vaststelling aanbieden. De beraadslagingen worden geopend. De heer d.0 la Faill0 betuigt zijnen dank, dat zoo spoedig gevolg is gegeven aan zijn in de vorige vergadering gedaan ver zoek. Het resultaat van de gehouden besprekingen is alleszins bevredigend en doet zijne vroegere bezwaren vervallen. Spr. acht de zaak nu voldoende voorbereid. De heer Plant0nga sluit zich geheel bij deze verklaring aan. De heer Dijkstra vraagt, of men nu door aanneming van het voorstel, om de verbouwing van dit perceel overeenkomstig het overgelegd plan te doen plaats hebben, wel het beoogde doel zal bereikennl. om èn aan het huis èn aan den bijbe- hoorenden grond eene bestemming te geven. Hij heeft gemeend, uit de teekening te moeten opmaken, dat er nog een gedeelte van het terrein overblijft, waaraan geene bestemming is gege ven. Is het nu de bedoeling, vraagt spr., om dit te voegen bij den grond, thans voor de stadskweekerij in gebruik De Voorzittor zegt, dat, geheel in overeenstemming met het denkbeeld van den heer Dijkstra, het door dezen bedoeld ter rein zal worden gevoegd bij de kweekerij. Het is wel niet op de teekening met zooveel woorden vermelddoch er blijkt daaruit toch duidelijk, dat dit het doel is, als men de kleuren der daarop voorkomende scheidingslijnen vergelijkt. De heer Dijkstra betuigt zijnen dank voor de bekomen in lichtingen. Hij heeft alleen deze vraag gedaan, omdat hij meen de dat aan het geheele terrein eene bestemming diende te worden gegeven. De beraadslagingen worden gesloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt nu besloten. I. het huis plaatselijk gekwoteerd, St. Jobsleen no. 255 met den daarbij behoorenden grond door verbouwing en bijbouw te doen inrigten overeenkomstig het plan gemerkt B, door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij zijne missive d.d. 12 April 1889 no. 156/13, en nader gewijzigd bij missive dd. 5 Juni d. a. v. no. 225/1 alsmede de verdere bij dat plan voorgestelde werkzaamheden te doen uitvoeren. II. burgemeester en wethouders uit te noodigen te zijner tijd de finantiële voorstellen te doen tot dekking der uitgaven aan de sub I bedoelde werken verbonden. 8. Reclames tegen aanslagen in den hoofdélijken omslag, dienst 1889. In verband hiermede wordt de openbare vergadering gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dingsdag 13 Augustus 1889. 51 Tegenwoordig 17 leden. Afwezig de heeren G. Menalda, Mr. J. Dirks, Mr. J. Minnema Buma en J. Theunisse. Voorzitter de heer P. Lycklama a Nijeholtburgemeester. I. De notulen van de vorige op Dingsdag den 23 Julij jl. ge houden vergadering worden gelezen en vastgesteld. II. Mededeeling geschiedt van een schrijven van Mej. R. Pranger, waarbij zij haren dank betuigt voor de benoeming tot onderwijzeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 7. III. Wordt rapport uitgebragt door de raadscommissiein wier handen ten fine van onderzoek zijn gesteld de geloofsbrie ven der opnieuw benoemde raadsleden de heeren J. Troelstra Dr. N. Reeling Brouwer, F. Plantenga, Mr. J. Minnema Buma H. Beucker Andreae, R. H. Dijkstra en D. Tigler Wijbrandi. De commissie adviseert tot toelating van genoemde heeren. Zonder discussie wordt achtereenvolgens ten opzigte van ieder der nieuwbenoemden overeenkomstig het voorstel besloten. Wordt opgemerkt, dat de heeren Troelstra, Reeling Brouwer, Plantenga, Beucker Andreae, Dijkstra en Wijbrandi, respectieve lijk bij het nemen van deze besluiten niet tegenwoordig waren. IV. Wordt ter tafel gebragt 1. Eene missive van de voogden van het Old Burgerweeshuis alhier, waarbij deze voor 1890 wederom eene som van ƒ5000 beschikbaar stellen als tegemoetkoming in de subsidiën der ge meente aan inrigtingen van weldadigheid. Wordt beslotenbehoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten deze bijdrage aan te nemen en aan de voogden voornoemd, 's Raads bijzonderen dank te betuigen voor deze belangrijke finantiële bijdrage en de daardoor bij vernieuwing betoonde belangstelling in deze gemeente. 2. Eene missive van burgemeester en wethouders geleidende den gewijzigden legger van onderhoudpligtigen van den Dokku mer trekweg. In eene volgende vergadering zal tot vaststelling van dezen legger worden overgegaan. 3. De begrooting van de stads-armenkamer, dienst 1890. Wordt gesteld in handen van de heeren Wijbrandi, Planten ga en Duparc. 4. De begrooting van kosten voor de dienstdoende schutterij, dienst 1890. Wordt gesteld in handen van de heeren Hijlkema, van Slo- terdijck en Theunisse. 5. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsche verhuring van gardeniersland bij Oldegalileën. 6. Alsvoren tot verhooging van de wekelijksche toelage van S. van der Meer. 7. Alsvoren tot overneming van eene strook grond op Tul penburg. De stukken sub 5 tot en met 7 worden voor de leden ter visie gelegd, om in eene volgende vergadering te worden be handeld. V. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den oproe pingsbrief vermelde punten. 1Benoeming van een ambtenaar van den Burgerlijken Stand. De uitslag der gehouden stemming is, dat de heer Hijlkema 11 stemmen verkreeg, de heer Troelstra 2 stemmen en de hee ren Beucker Andreae, Reeling Brouwer en Dijkstra ieder 1 stem, terwijl 1 blanco briefje werd ingeleverd. De heer S. H. Hijlkema wordt alzoo tot ambtenaar van den burgerlijken stand benoemd. De benoemde zegt gevoelig te zijn voor de hem ten deel ge vallen onderscheiding, doch de benoeming niet te kunnen aan nemen, daar zijne werkzaamheden het niet toelaten. In de volgende vergadering zal wederom tot eene nieuwe be noeming worden overgegaan. 2. Benoeming van eene commissie voor onderzoek van de gemeente-rekening, dienst 1888. Het resultaat der gehouden stemming is, dat bij meerderheid van stemmen tot leden der eommissie worden benoemd de hee ren A. Duparc, Mr. J. Minnema Buma en J. Theunisse. 3. Rapport der raadscommissie omtrent liet onderzoek der begrooting voor het stadsziekenhuis dienst 1890. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel der commissie besloten a. de begrooting in ontvang en uitgaaf vast te stellen op het cijfer van 11,232 b. de subsidie uit de gemeentekas ten behoeve van het stads ziekenhuis voor den dienst van 1890 vast te stellen op een be drag van ƒ10.855. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende de stichting van eene wagenloods voor den dienst der stadsreiniging Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, hen te mag- tigen tot stichting van eene wagenloods ten behoeve van den dienst der stadsreiniging en op het terrein van de afgebroken woningen en de turfloods aan de Posthoornsteeg, overeenkom stig het door den directeur der gemeentewerken bij zijne mis sive dd. 17 Julij j.l. no. 287/13 ingezonden plan. De beraadslagingen worden geopend. De heer Plantonga zal zich tegen dit voorstel niet verzet ten, maar wenscht toch gaarne eene kleine inlichting te ont vangen. Er is toch wel eens de wenschelijkheid besproken om te eeniger tijd de Potmarge te verbreeden en zou nu niet, vraagt spr., de stichting van eene loods hier ter plaatse eene eventuele verbreeding in den weg staan De Voorzittor geeft in antwoord op deze vraag te kennen, dat de loods niet op den wal van de Potmarge zal worden ge sticht, maar aan de tegenovergestelde zijde van dit terrein. Daar hij op dit oogenblik geene teekening van het terrein heeft, kan hij niet zeggen hoe breed het is, maar wel kan hij verze keren, dat het breed genoeg is, om, al wordt deze loods daar gebouwdgeene belemmering te geven voor eene eventuele verbreeding van dat vaarwater. De heer Plantonga bedankt voor de verstrekte inlichtingen. De heer Bakhuis heeft geen bezwaar tegen dit voorstel omdat ook hij het wenschelijk achtdat eene goede bergplaats wordt gemaakt voor het rollend materiëel van de stadsreiniging. Maar door zijne stem aan het voorstel te gevenwil hij niet geacht worden het ontwerp voor de te stichten loods goed te keuren. Het is hier niet de plaats om in technische beschou wingen te treden en ook het ontwerp geeft daartoe geene ge legenheid. Ware het echter in eene vergadering der bouwcom missie besprokenmisschien zou hij dan zijne bezwaren daar tegen hebben te kennen gegeven. De Voorzittor geeft den heer Bekhuis te kennen, dat, wanneer hij het alsnog wenschelijk achtdat de bouwcommis sie worde geraadpleegdhij daartoe door het indienen van eene motie een besluit van den raad kan uitlokken. Burgemeester en wethouders hebben het voorstel echter niet van zóó gewig- tigen aard gevondenom te wachten tot de commissie voltallig was en haar dan te raadplegente meer omdat het van belang is dat spoedig met de uitvoering worde begonnen. De heer Bakhuis is niet voornemens een dergelijk voorstel te doen. Volgens de verordeningregelende den werkkring der commissie voor openbare werken staat het aan burgemeester en wethouders om de commissie te raadplegen. In dit geval hebben zij het blijkbaar niet noodig geoordeeld, zoodat het niet op den weg van spr. ligtom daartoe het voorstel te doen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1889 | | pagina 1