80 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dingsdag 8 October 1889. den JulijOctoberJanuarij en Apriltelkens een vierde ge deelte. Art. 3. De pachters gedragen zich ten aanzien der inning van de veergelden naar het besluit tot helfing en de verordening op de invordering, vastgesteld den Van de betaling van veergeld zijn vrijgesteld de telegram bestellers mits deze in hunne uniform gekleed of van hunne onderscheidingsteekens voorzien zijn. Een in plano gedrukt exemplaar der verordening moet op zigtbare plaats in de ponten aanwezig zijn. De aan weerszijden van de ponten geschilderde woorden vermeldende het tarief, mogen niet worden beschadigd of on- zigtbaar gemaakt. Art. 4. De pachters zijn verpligt te zorgen, dat de ponten ter overvaart op de aangewezen plaatsen beschiktbaar zijn gedu rende de maanden April tot en met Augustus van 's morgens G tot 's avonds 11 uurgedurende de maanden September October, February en Maart van 's morgens 7 tot 's avonds 11 uur en gedurende de maanden November December en Januarij van's morgens 8 tot 's avonds 11 uur. Art. 5. De pachters moeten 's avonds, na de in het vorig artikel be paalde uren, de ponten op de aangewezen plaatsen met een slot vastleggen. Art. 6. Niet meer dan zeven personen tegelijk mogen in de pon ten ter overvaart worden toegelaten. Art. 7. De pachters zorgen dat de scheepvaart door hunne ponten niet worde belemmerd. Art. 8. Zij moeten de personendie van de ponten gebruik maken met bescheidenheid behandelen en zoo noodig behulpzaam zijn. Art. 9. Zij zorgen, dat de ponten ten allen tijde zindelijk en behoor lijk droog worden gehouden. De toegangen tot de ponten worden tevens door de pachters schoon gehouden. Art. 10. Indien de toegangen naar de ponten door vorst of sneeuw glad zijn moeten zij die met zand bestrooijen. Het benoodigde zand wordt op hunne aanvraag van wege de gemeente verstrekt. Art. 11. Zonder toestemming van burgemeester en wethouders mogen de pachters voor de bediening van de ponten geen ander in hunne plaats stellen en evenmin de bediening aan anderen overlaten. Zij zijn voor de handelingen van hunne plaatsvervangers aan sprakelijk. Art. 12. De pachters mogen bij vriezend weêr de ponten niet eerder opleggendan na daartoe bekomen toestemming van den bur gemeester en moeten omgekeerd daartoe overgaanzoodra deze daartoe last zal hebben gegeven. Op de eerste aanzegging van den burgemeester moeten zij de ponten weder in de vaart brengen. Art. 13. De pachters zorgen dat de ponten des avonds op hunne kosten tijdig en voldoende worden verlichtten genoegen van den Directeur der gemeentewerken. Art. 14. Het voor het overhalen en vastleggen van de ponten benoo- digd touwwerk moet door de pachters op eigen kosten wor den aangeschaft en onderhouden, ten genoegen van den Direc teur der gemeentewerken. Het onderhoud van de ponten geschiedt vanwege en op kosten der gemeente. Indien door onvoorzigtigheid of nalatigheid van de pachters aan de ponten schade wordt toegebragtzijn zij gehouden deze aan de gemeente te vergoeden. Indien buiten hun toedoen door anderen schade aan de pon ten wordt toegebragtgeven zij daarvan kennis aan den Direc teur der gemeentewerken. Bij verzuim hiervan zijn de pachters tot schadevergoeding verpligt. Art. 15. Indien de pachters nalatig zijn in de naleving van het be paalde bij de artikelen 4 tot en met 13, verbeuren zij telkens eene boete van ten hoogste drie gulden. Bij overtreding van de 3e en 4e alinea van art. 3 verbeuren zij telkens eene boete van ten hoogste één gulden. Het bedrag van de in dit artikel bedoelde boeten wordt door burgemeester en wethouders bepaald. Art. 16. Indien de pachters nalatig zijn in de voldoening der pacht- penningen, boeten of schadevergoedingen, wordt onmiddellijk eene vervolging tegen hen ingesteldwaarvan de kosten komen ten hunnen laste. Indien over de bediening der ponten ge gronde klagten worden ingediendter beoordeeling en beslissing van burgemeester en wethouders, hebben de verpachteis de bevoegdheidde pacht terstond te doen ophouden zonder ver pligt te zijneene inmorastelling te doen voorafgaanof daar van rekenschap te geven. Voor de hieruit voortvloeiende scha de met de interessen blijven de pachters en hunne borgen aansprakelijk. Art. 17. De pachters stellen voor de voldoening van de pachtsom men en de naleving dezer voorwaarden een of meer borgen ten genoegen van burgemeester en wethouders. De borgen doen afstand van de voorregten van schuldsplit sing en uitwinning. Art. 18. De bij de verpachting ingeschreven sommen worden geacht den pachtprijs voor één jaar te betreffen. Art. 19. De verpachters behouden aan zich het regtde pacht te gunnen aan hemdien zij voor de bediening der ponten het meest geschikt achten zonder daarvoor rekenschap verschul digd te zijn. Art. 20. Alle kosten, op deze verpachting vallende, komen ten laste van de pachters. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dingsdag 8 October 1889. 81 3. Rapport van de raads-commissie omtrent het onderzoek der gemeente-rekening dienst 1888. De commissie stelt voor 1. goed te keuren de door burgemeester en wethouders aan geboden rekening en verantwoording der ontvangsten en uitga ven van de gemeente Leeuwarden over het dienstjaar 1888 in ontvang op f 773.233,34^ uitgaaf - 734.526.81 batig slot f 38.706,53 en daartoe vast te stellen het overgelegd oe.twerp-besluit. 2. aan burgemeester en wethouders 's Raads dank te betui gen voor de naauwkeurige en volledige wijze waarop de ge- meente-finantiën over 1888 door hen werden beheerd. Door burgemeester en wethouders is opgemaakt en bij de stukken overgelegd eene nota van inlichtingen omtrent eenige in het rapport gemaakte opmerkingen. De heer Van Slotordijck heeft tegen de conclusie van hel rapport geen bezwaar. Alleen heeft hij het woord gevraagd, om eene in het rapport voorkomende opmerking te bespreken. De commissie zegt n.l. dat hare aandacht is gevallen op het verschil in de inktprijzen voor de onderscheidene takken van onderwijszoodat aan de Middelbare school voor meisjes inkt van 75 cent, en aan het gymnasium van 40 cent de flesch wordt gebruikt. De commissie is van oordeel dat men voor 40 centzelfs voor 35 cent zeer voldoende inkt kan bekomen. Spr. vindt het voorbeeld van het gymnasium minder gelukkig geko zen omdat de inktvoor die inrigting aangeschaftzoo slecht is dat vele leerlingen zeiven hunne eigen inkt medebrengen en gebruiken. De heer Duparc kan niet zeggen dat het hem genoegen doetdat in het openbaar klagten worden geuit over de inkt voor het gymnasium aangeschaftmaar wel moet hij verklaren dat de klagt hem verwondert. Hij herinnert zich dat eenigen tijd geleden in eene vergadering van de commissie van toezigt op het lager onderwijs die jaarlijks de levering van inkt voor de scholen van lager onderwijs aanbesteedt, werd geklaagd over de inkt voor het gymnasium dat toen er op is gewezen dat over de inkt voor de lagere scholen geene klagten werden ver nomen en daarom in overweging werd gegeven dezelfde inkt ook voor het gymnasium in gebruik te nemen. Spr. wenscht dit onder de aandacht te brengen van den heer van Sloterdijck, curator van het gymnasium. De conclusie van het rapport wordt nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Wordt opgemerkt, dat de wethouders zich van medewerking aan dit besluit hebben onthouden. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overneming voor de gemeente van een stuk grond en een gedeelte sloot aan den teeg langs Tulpenburgmet een nader adres van J. Nieu- wenhuis. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten I. behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten van Jelte Nieuwenhuis alhier aan te koopen de strook grond en een ge deelte sloot vóór zijn huis op Tulpenburg, kad. bekend in sectie G no. 3325, en zijn aandeel in den weg langs de Romkeslaan op de voorwaarden en bepalingen, in het adres van 26 Septem ber 1889 omschreven. II. de behandeling van het voorstel van burgemeester en wethouders tot onteigening van de strook grond langs Tulpen burg en een gedeelte sloot aldaar, aan te houden in afwachting van het passeren der koopacte sub I bedoeld. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van een verzoek van de directie der vereeniging „de Harmonie om kwijtschelding van een gedeelte der door de vereeniging aan de gemeente verschuldigde recognitie. Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten: aan de vereeniging „de Harmonie" alhier, over het jaar 1890 tot een bedrag van /"300.kwijtschelding te verleenen van de recognitie, bij de overeenkomst van den 4den October 1880 vast gesteld op 350.— Het voorstel wordt in stemming gebragt en verworpen met 12 tegen 9 stemmen. Vóór stemden de heeren Reeling Brou wer Oosterhoff, van Harinxma thoe Slooten Wijbrandi, Dirks, van Sloterdijck van EijsingaHijlkema en de la Faille. Het verzoek der directie van „de Harmonie" wordt alzoo gewezen van de hand. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding van opmerkingen in de resolutie van Gedeputeerde Staten tot goedkeuring van het raadsbesluit betreffende de conversie van gemeenteschuld. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten I. aan sub 1 van het raadsbesluit tot conversie van een ge deelte der gemeenteschuld van den 24 September j.l. toe te voegen: „en die te doen plaats hebben, wat betreft de leeningen van 1853, 1880 en 1884 op 2 Januarij 1890 en die van 1883 op 1 October 1890;" II. in sub 2o van dat besluit, tusschen de woorden „1889" en „aan" te voegen „alsmede wegens de op de begrooting van dat jaar reeds uitgetrokken geldleening van f 15000." 7. Hel le suppletoir kohier der directe belasting op het in komen dienst 1889. 8. Reclames tegen aanslagen in de directe belasting op het inkomen, dienst 1889. In verband met de behandeling van deze punten wordt de openbare vergadering gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1889 | | pagina 3