90
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 22 September 1891.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der verordening regelende het getal en de bezoldigingen van
de ambtenaren ter secretarie enz.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform dit
voorstel besloten
De verordening regelende het getal en de bezoldigingen van
de ambtenaren ter gemeente-secretarie van Leeuwarden zoo
mede van de beambten voor den verderen dienst in het gemeente
huis (gemeenteblad no. 5 van 1881) gewijzigd bij raadsbesluit
van 8 November 1883 (gemeenteblad no. 20 van 1883)nader
te wijzigen door in art. 2 laatste alinea in de plaats van ƒ500
te lezen 600 en deze wijziging in werking te doen treden op
1 Januari 1892.
3. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot onderhand-
sche verhuring van eene zathe en landen Achter de Hoven.
Wordt conform de conclusie van dit voorstel besloten
Voorbehoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten de zathe
en landen aan den weg Achter de Hoven, ten kadaster bekend
gemeente Leeuwarden in sectie G nos. 3134, 3135, 3136,
3137 3139 3599 3623 3624 3625 3626 3627 3628
5185 en gemeente Huizum in sectie B nummers 892 en 893
tot eene gezamenlijke grootte van 22 hectare 13 are en 10
centiare onderhands te verhuren aan IJsbrand Douwes van der
Kooilandbouwer alhieren zulks voor den tijd van één jaar
in te gaan wat de weilanden en tuingrond betreft den 5 Maart
1892 en wat de huizinge met schuur c.a. aangaat den 12 Mei
d.a.v. en alzoo eindigende op gelijke tijdstippen in het jaar
1893 voor eene huursom van 1928 en verder op door bur
gemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden.
4. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
gemeenterekeningover het dienstjaar 1890.
De commissie stelt voorte besluiten
I. goed te keuren de door burgemeester en wethouders aan
geboden rekening en verantwoording der ontvangsten en uit
gaven der gemeente Leeuwarden over het dienstjaar 1890.
in ontvang op1,682,724.27
in uitgaaf op- 1,670,091.60
alzoo met een batig saldo van 12,632.67
II. burgemeester en wethouders 's raads dank te betuigen
voor het volledig en nauwkeurig gevoerd beheer der gemeente-
financiën over 1890.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
Wordt opgemerktdat de wethouders zich van medewerking
tot dit besluit hebben onthouden.
5. Rapport omtrent het onderzoek eener wijziging van de
gemeentebegrooting dienst 1891.
De commissie stelt voor de begrooting overeenkomstig het
voorstel van burgemeester en wethouders te wijzigen en diens
volgens het totaalcijfer der inkomstenthans bedragende
989,448.58, vast te stellen op 1,023,941.85, het totaal der
uitgaven thans bedragende 989,444.10 vast te stellen op
1,023,938.27 alzoo met een vermoedelijk seldo van 3.58.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Meijer zal zich met de conclusie der commissie
vereenigen doch wenscht toch eene opmerking te maken en
hieraan een wensch te verbinden. Onder hoofdst. Ill afd. 9
art. 10 wordt oen nieuwe post voorgesteld tot een bedrag van
5860 voor het aanleggen van een brug en het uitvoeren van
andere werken voor eene verbinding van het aschland met het
terrein voor berging van baggerspecie. Deze zaak is een ge
heel nieuwewaarvan de raad niets weet onbekend is hij met
de soort van brug en werken en de wijzewaarop die zullen
worden gelegd. In het vertrouwen op burgemeester en wet
houders zal spr. dezen post voteeren maar hij spreekt den
wensch uitdat in 't vervolg wanneer een nieuwe post wordt
i voorgestelddeze door overlegging van de noodige stukken
worde toegelicht
oordeelen.
opdat de raad die voldoende zal kunnen be-
De Voorzitter zegt dat het plan voor de brug nog niet
definitief door burgemeester en wethouders is vastgesteld al
leen is aan den directeur der gemeentewerken de opdracht
gedaan om een plan op te maken voor eene verbinding van
I het aschland met het aangrenzende, door de gemeente aan-
i gekochte perceel. De zaak is echter den raad niet geheel
vreemd omdat dit land is aangekocht met het doelom er
gebruik van te makenals er behoefte bleek te zijn voor eene
uitbreiding van het aschland tot het plaatsen van loodsen voor
berging van materiëelenz. Spr. moet erkennen dat de be
grooting voor deze werken burgemeester en wethouders wel
is tegengevallen maar men moet niet vergeten dat het aan
gekochte laag is en vrij wat moet worden opgehoogd. De
brug zal van ijzer zijn derhalve wel duur maar ook duur
zaam. Over de uitvoering van dit werk zal de commissie
voor openbare werken nog worden geraadpleegd.
Intusschen kan spr. de toezegging doen dat in het vervolg
aan den wensch van den heer Meijer zal worden voldaan.
De heer Meijer weet weldat bij den aankoop van het
land het oog gevestigd was op eene eventuëele verbinding met
het aschlandmaar het plan van uitvoering is den raad ge
heel vreemd. De voorzitter zeide dat het plan nog niet ge
heel door burgemeester en wethouders is vastgesteld maar
dan acht spr. het onjuistdat deze post om de urgentie in
dit voorstel tot wijziging der begrooting is opgenomen; als er
toch geen vast plan bestaat en de commissie voor openbare
werken nog niet is gehoordware het beter geweestden
post op de begrooting voor 1892 te brengen.
De heer TrO0lstra acht het niet geheel juistdat de zaak
in geen enkel opzicht zou zijn voorbereider bestaan reeds
schrifturen over. Intusschen acht ook hij in 't algemeen het
wenschelijk dat een dergelijke post niet bij wijziging der ge
meente-begrooting behoort te worden aangebracht. Waren de
stukken door de commissie van rapporteurs verlangd dan zou
gaarne hieraan zijn voldaan.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het voorstel der commissie wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
6. Voorstel van burgemeester en 'wethouders tot het verlee-
nen van eervol ontslag aan Mej. A. M. Will als leerares.
Conform dit voorstel wordt besloten
aan Mej. A. M. Will het door haar gevraagd eervol ontslag
als leerares in de dier- en plantkunde aan de school van Mid
delbaar onderwijs voor meisjes alhier te verleenen met ingang
van den 16 October 1891.
7. Benoeming van twee onderwijzers aan de gemeenteschool
no. 2 (vacatures J. O. Rosenboom en H. Boonstra.)
Voor de eerste vacature worden voorgedragen
1. J. H. Oosterhuis, te Leeuwarden; 2. H. Dijkstra te
Oosterhuizen; 3. M. Bergsma te Akkrum en 4. P. Ypes te
Purmerend.
De uitslag der gehouden stemming is dat 20 stemmen op
J. H. Oosterhuis en 1 op M. Bergsma zijn uitgebrachtzoo
dat eerstgenoemde wordt benoemd.
Voor de tweede vacature worden voorgedragen
1. H. Dijkstra, te Oosterhuizen; 2. J. H. Oosterhuis, al
hier 3. M. Bergsma te Akkrum en 4. P. Ypes, te Purmerend.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat alle stemmen
op HDijkstra zijn uitgebrachtzoodat deze wordt benoemd.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 22 September 1891.
91
De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester
en wethouders worden bepaald.
8. Voorstel van burgemeester en tiethouders tot het verlee
nen van eervol ontslag aan R. Brouwer als onderwijzer in de
gymnastiek.
Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt besloten
met ingang van den 12 October 1891 aan Rinze Brouwer
op zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzer in
de gymnastiek aan de gemeentescholen nos. 1 en 11.
9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot voorziening
in de vacature te ontstaan door het eervol ontslag verleend aan
Mej. A. M. Will, als leerares in de dier- en plantkunde aan
de Middelbare school voor meisjes
Conform dit voorstel wordt zonder discussie besloten
ter voorziening in de vacature ontstaan door het eervol ont
slag van Mej. A. M. Will, over te gaan tot de benoeming van
een tijdelijk leeraar in de dier- en plantkunde en van eene tij
delijke klassenleerares aan de school van Middelbaar onderwijs
voor meisjes, beiden op eene jaarwedde van ƒ1000.
Overgaande tot die benoeming is het resultaat der gehouden
stemmingen dat respectievelijk de voorgedragenen Dr. J. Ariëns
Kappersleeraar aan de Rijks hoogere burgerschool alhier, en
Mej. C. Asman alhiermet algemeene (20) stemmen worden
benoemd onder toekenning aan laatstgenoemde bij aanneming
dezer benoemingvan eervol ontslag als onderwijzeres aan de
gemeenteschool no. 3.
De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester
en wethouders worden vastgesteld.
De heer Buma had vóór deze stemmingen de vergadering
verlaten.
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.