100 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 24 October 1891. kosten. Spr. zou het rationeel hebben kunnen vindenindien de tegenstanders van het werk voorstelden, om den memoriepost van de begrooting voor 1891 af te voeren. Zoolang echter de memoriepost bestaatgaat liet niet aan de uitvoering van het werk achterwege te laten. De heer Resting Brouwer wenscht het voorstel van bur gemeester en wethouders te ondersteunen hoofdzakelijk om te komen tot eene goede verbetering en verfraaiing van dit zoo eigenaardige stadsgedeelte. Het publiek beweegt zich bij voorkeur in de omgeving van dit punt. Nu ligt 'tvolgens spr., op den weg van het gemeentebestuur om zonder al te groot offerdit nog fraaier en aantrekkelijker te maken. De heer van Sloterdijck blijft in tegenstelling met den voorzitter en den heer Reeling Brouwerdie in de verandering eene verplichte verbetering van den wandelweg zien het werk als niet noodzakelijk beschouwen. De straat is goed geplaveid; het publiek is blijkens het drukke gebruik met den toestand tevreden en de veiligheid blijft dezelfde daar de straatruimte aan de nauwste zijde niet breeder wordt en evenmin als te genwoordig voor het verkeer van rij- en voertuigen bestemd zal zijn. Spr. is 't tot op zeker hoogte met den heer Duparc eens in diens explicatie van de beteekenis van een memoriepostspr. zou daarom ook tegen den memoriepost zijn geweest. Maar dat een memoriepost alleen door royement vervalt, en niet door eenvoudig de uitvoering van het werk niet te doen geschieden, kan spr. niet toegeven. Wanneer een memoriepost op eene begrooting later niet in een cijferpost wordt veranderd noch op nieuw op de volgende begrooting aangebracht dan is hij vervallen. Burgemeester en wethouders zijn blijkbaar dezelfde meening toegedaan want nu zij niet voorstelden om den me moriepost op de begrooting voor 1892 te brengen zou de post vervallen zijn om dit te voorkomen stellen zij thans voor, om een cijferpost op die voor 1892 uit te trekken. Een memorie post kan evengoed geroyeerd worden als een cijferpost: aan laatstbedoelde moet door burgemeester en wethouders uitvoering worden gegevenbij een memoriepost behoeft de uitvoering nadere goedkeuring van den raaddie tevens het bedrag der uitgaaf heeft vast te stellen. De heer Bekhuis zalna al wat er over dit onderwerp heden en in het vorige jaar is gesprokenkort zijn in zijne verdediging van het voorstel. Hij acht dit werk in het belang van den vaarwegiets dat niet genoeg in 't licht is gesteld, ja zelfs integendeel ten on rechte is weggecijferd. De teekening toont aan dat de capaci teit van de doorvaart belangrijk zal worden verbeterd. De af stand tusschen de rechtstanden wordt gemiddeld 50 centimeter breeder de hoogte wordt in den kruin iets lager maar het doorlatingsprofiel grooter. Er' zal dus horizontaal en verticaal eene verbetering tot stand komen. Hierover mag men niet onverschillig denken. Tengevolge van de demping van den Eewal en vooral na eene in 't verschiet liggende demping van de gracht langs de Tweebaksmarkt zal de gracht langs de Voorstreek de eenige vaart zijn geworden die door de stad loopt en is hel dus van hel grootste belang om elke belemmering in dien vaarweg weg te nemen. Er is op gewezendal de Amelandspij p nog meer verbetering noodig heeft. Spr. stemt toe dat ook daar die verbetering wen- schelijk ismaar alles kan niet in eens. Eene afdoende ver andering van die pijp is ook eerst mogelijk geworden door den aankoop van het pand op den hoek van de Tuinen bij de Meelbrugdoch kan eerst tot stand komen zoodra de gemeente na afloop van de huur van dat perceel er de vrije beschikking over zal hebben. De verandering van de Korfmakerspijp zal dus eene verbete ring zijn in het belang van den vaarweg en de doorstrooming maar ook voor rij- en voetwegen. De eenige vraag is 'tof de gemeente-financiën deze uitgaaf gedoogen. Spr. oordeelt van wel. Moesl men een beteren toestand der financiën afwach ten dan zou vooreerst niets tot stand komen want spr ziet geen middelom in de financiën zoodanige verbetering aan te brengen althans in de eerste jarendat de kosten voor der gelijke werken uit de gewone middelen zouden kunnen worden bestreden. Dc heer Konter wenscht met een paar woorden het stand punt te doen kennen dat h:j met betrekking tot deze zaak in neemt. Hij heeft de stukken en de teekening nauwkeurig na gegaan en zou zich kunnen voorstellen dat men tot deze ver betering overgingals de gelden konden worden gevonden uit de gewone inkomsten der begrooting, zonder belasling-verhoo- ging maar nu er voor geleend moet worden, acht spr. de veran dering der pijp niet zoo noodzakelijk dat hij in de gegeven omstandigheden daartoe kan medewerken. Spr. erkentdat men eene verbetering voor de rij- en voet wegen zal verkrijgen maar is 't met den heer Bekhuis niet eens, dat ook de vaarweg zal worden verbeterd. De pijp zal worden verbreed maar daardoor wordt tevens een grooter gedeelte van de gracht overkruinddit geeft groo ter duisternis onder de pijp hetgeen voor de scheepvaart last oplevert. Wat betreft de kwestie dat de zaak reeds in beginsel is beslisthieromtrent schaart spr. zich aan de zijde van den heer van Sloterdijck. Spr. zal dus tegen het voorstel stemmen. De heer Dirks was in 1890 tegen den door burgemeester en wethouders voorgestelden cijferpost ad 6300 op de begroo ting van 1891 op grond van den toestand der gemeente- financiën niet omdat hij dit werk niet nuttig of wenschelijk oordeelde. Hij deed toen aan de handom den cijferpost in een memoriepost te veranderen waartoe besloten werd. Thans staat men voor de gemeente-financiën in 1892, die nog ongun stiger zijn dan die voor 1891. Spr. wil het plan op zichzelf niet tegenwerken maar zou gaarne door het op nieu v stellen van een memoriepost afwachten, hoe het met de financiën zal staan in 1892. Men heeft dan tevens gelegenheid, om een ontwerp op te maken Van eene verbetering van de Ame- landspijp en de doorvaart op de Tuinen. De Voorzitter beschouwt deze verbetering als eene van blijvenden aardwaarvan ook het nageslacht genot zal hebben, zoodat er niets tegen isom voor deze uitgaaf te leenen. De drukdie tengevolge hiervan op het nageslacht zal rusten bedraagt hoogstens 200 in 't jaar. Mag men dezen last te zwaar achten om nu niet tot dit werk over te gaanen daar mede geleidelijk voort te gaan met dc verbetering van deze stad, waar het verkeer vooral op marktdagen zoo druk is Spr. blijft er bijdat hel werk zal strekken lot verfraaiing en verbetering der veiligheid. De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel wordt in stemming gebrachtmet het resultaat, dat de stemmen met 9 tegen 9 staken. Vóór stemden de hee- ren Bekhuis DirksWijbrandi Duparc, v. d. Scheer, Reeling Brouwer Mcnalda Troelstra en Theunisse. In de volgende vergadering zal tot een tweede stemming worden overgegaan. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders tot uitbreiding van liet weeghuisje op de Veemarkt en tot aanschaffing van eene bascule Wordl overeenkomstig dit voorstel besloten I; Over te gaan tot de vergrooting van het weegliuisje op de veemarkt volgens het daarvan opgemaakte plan door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij missive van den 19 October 1891 no. 401/3 en tot het aanbrengen van een tweede bascule in dat gebouw. 11. Burgemeester en wethouders uit fe noodigen, te zijner tijd de vereischte voorstellen te doen tót bestrijding der kosten Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 24 October 1891. 101 van de verbouwing van het weeghuisje en den aankoop en de plaatsing van een tweede bascule. 11Ontwerp ge'meentebegrooting voor het dienstjaar 1892. (Zie bijlagen nos. 16, 17. 19 en 20 tot het verslag van 's raads handelingen.) Daar geen der leden in het algemeen het woord wenscht te voerenwordt overgegaan tot behandeling van de uitgaven. Hoofdstuk I, afd. 1 artt. 1 tot en met 7 volgnos. 6167 worden goedgekeurd nadat art. 7 op voorstel van rapporteurs is verhoogd met f 100 wegens de verhooging der jaarwedde van den concierge van het gemeentehuis. Volgnos. 68—75 worden onveranderd vastgesteld. Bij volgno. 76 onderhoud van het gemeentehuis en de daar aan verbonden lokalen (de hoofdwacht) f 900, stellen rapporteurs voordezen post met f 200 te verlagen welke som was uit getrokken voor het verven van de vergaderkamer van burge meester en wethouders. Dit voorstel wordt in stemming gebracht en aangenomen met 16 tegen 4 stemmen, die van de heeren Dijkstra, Reeling Brouwer Buma en Troelstra. Volgnos. 77—97 afd III—X van hoofdstuk II worden on veranderd vastgesteld. De post onder volgno. 98 kosten eener aan te gane geld- leening f 100" wordt op voorstel van burgemeester en wet houders verhoogd met ƒ500 als gevolg van het heden geno men besluit tot wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1891. Volgno. 99hoofdstuk III afd. 1 art. 1 „onderhoud van puin-, grind-, schil- en straatwegen" ƒ5250. Rapporteurs stellen voor dezen post te verminderen met het bedrag van 650 uitgetrokken voor eene nieuwe bevloe ring van den weg naar de begraafplaats voor Israëlieten. Hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Verder worden door rapporteurs in hun verslag eenige op merkingen gemaakt omtrent het onderhoud van den Harlinger trekweg en over den slechten toestand van het voetpad in de Gichoreibuurtwelke opmerkingen door burgemeester en wet houders in hunne memorie zijn beantwoord. De heer Bdkhuis vraagt naar aanleiding van de laatste op merking het woord. Zooals door burgemeester en wethouders wordt gezegd is van de onderhoudplichtigen van dit pad een legger opgemaakt. Zoodra deze door Gedeputeerde Staten de finitief zal zijn vastgesteld zal aan die onderhoudplichtigen de verplichting worden opgelegdom in den toestand verbetering aan te brengen. De vraag zal het dan echter zijnof de be strating en wallen dan afdoende zullen worden verbeterd het geen spr. betwijfelt. Hij wenscht volstrekt nietdat de ge meente verplichting van particulieren op zich nememaar toch wil hij een denkbeeld aan de hand doen. Toen van ver schillende zijden klachten over den treurigen toestand in de Gichoreibuurt tot hem waren gekomenheeft hy er zich per soonlijk van gaan overtuigen en verschillende belanghebbenden daarover gesproken. De indruk dien hij kreeg was dat wan neer den onderhoudplichtigen de last wordt verstrekt tot beter onderhoud een en ander wat opgelapt zal wordenmaar niet afdoende verbeterd. Daarom zou hij gaarne zien dat de eige naren zich vereenigden en aan het gemeentebestuur het verzoek richtende straat en den wal in eigendom over te nemen, na tuurlijk met eene bijdrage van hen in de kosten voor de verbe tering. Dan kan de gemeente voor altijd in eene werkelijke behoefte aldaar voorzien. Dit acht spr. den eenigen weg om tot een goede verbetering te geraken daarom bespreekt hij deze zaak. De Voorzitter ziet in het denkbeeld van den heer Bek huis ook de eenige ware oplossing. In dien geest is dan ook in 1890 eene poging aangewend met belanghebbenden is er over gesproken doch deze bleken er mets voor over te hebben, zij waren tot het geven van eene bijdrage niet genegen. Daarop is een legger der onderhoudplichtigen opgemaakt. Mocht er evenwel een verzoek worden gedaan als door den heer Bek huis wordt bedoeld dan zullen burgemeester en wethouders dit zeker gaarne steunen. Het onderhoud moge in den loop der jaren eenigszins veranderd zijn in ieder geval dienen de be langhebbenden er iets voor over te hebben om een behoorlijken toestand te verkrijgen. De heer Dijkstra wenscht aan burgemeester en wethouders aan te bevelen de zorg voor het voetpad van de Zwemschool tot aan de Bontekoe. Het onderhoud van dit pad zal het be houd er van in de hand werken waarvoor hij anders zou vree zen. Naar hij |meent kan 't met weinig kosten in beteren staat worden gebrachtdoor het hier en daar wat te verbreeden en de hagen aan den kant op te kappen. Ook verdient het aanbeveling hier en daar en vooral waar het pad van den linkerkant van den weg naar den rechter over gaatborden te plaatsen waarop staat vermeld, dat het pad uitsluitend voor voetgangers bestemd is. Wanneer er niets aan gedaan wordtzal het pad als zoodanig geheel verdwijnen. Nu staat reeds een telegraafpaal midden op het pad. Spr. vestigt de aandacht van burgemeester en wethouders op den toestand van dit padomdat de overigens goede toestand van den Stienserweg zelf misschien toelaatthans eenige uitgaven voor de verbetering van het voetpad te doen. De Voorzitter geeft den heer Dijkstra in overweginghet voorstel te doen tot verhooging van dezen post bijv. met 500. De heer Dijkstra had niet het voornemen tot het doen van dergelijk voorstel omdat die kosten zeker wel uit dezen post kunnen worden bestreden. De Voorzitter zegt, dat uit dezen post wel het gewoon onderhoud kan worden gevonden maar voor een werk als de heer Dijkstra bedoeltn.l. eene verbreeding en zeker ook eene begrir.ding van dit pad is de post zeker niet toereikend. De heer Dijkstra had niet eene zoo groote verbetering op het oogmaar vestigde hoofdzakelijk de aandacht er op opdat aan de verbetering van het pad de hand worde gehouden ten einde het niet te eeniger tijd als pad te verliezen. De Voorzitter zal den directeur der gemeentewerken op dragen een onderzoek in te stellen. Overigens moet hij doen opmerken dat tegen het plaatsen van den telegraafpaal midden op het pad niets te doen is het rijk doet die palen zetten waar het noodig is en geeft daarvoor zoo noodig schadevergoeding. De beraadslagingen over dezen post worden gesloten. Volgn. 100. „Onderhoud van stratenpleinenkaden enz 9240." Rapporteurs stellen voor, dezen post met ƒ1000 te verster ken wegens aankoop van keien. Hiertoe wordt besloten. Voorts brengen rapporteurs enkele in de sectien vernomen klachten over omtrent den toestand van de Poppebuurt, het plaatsen van hondenkarren tegen het plantsoen op de oude vee markt en op de Nieuwburen. Burgemeester en wethouders zeggen in hun antwoorddat zij herhaaldelijk overwogen hebben andere plaatsen voor die karren te vinden doch zonder gunstig resultaat. Waar veler belangen in 't oog moeten worden gehouden is het moeielijk daarin verandering te brengen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1891 | | pagina 3