Vergadering van Maandag 9 Mei 1892. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Maandag 9 Mei 1892. 33 Tegenwoordig eerst 19 later 21 leden. Afwezig de heeren Dr. J. Baart de la Faille en S. H. Hijlkema. Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- ten, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 26 April j.l. gehouden ver gadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1dat het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van een gedeelte van perceel Turfmarkt no. 2 door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd. 2. eene missive van den particulieren secretaris van H. M. de Koningin-Regenteshoudende officiëele mededeeling namens Hare Majesteit van de komst van H. H. M. M. de Koninginnen in deze gemeente op 17 Juni e.k., en dat Hare Majesteiten de door het gemeentebestuur aangeboden feestelijkheden zullen bij wonen. 3. dat door burgemeester en wethouders in het openbaar a. elf perceelen grasgewas over 1892 zijn verpacht voor een gezamenlijk bedrag van ƒ224.15. b. de beide kasten in het beurslokaal voor drie jaren zijn verhuurd aan S. R. Rolf voor f 10 per jaar. c. het doen van vernieuwingen en herstellingen aan diverse bruggen is gegund aan H. v. d. Wiel voor f 2985. d. het maken van eene fundeering enz. voor 12 nieuwe ovens in de gasfabriek is gegund aan Johs. Dokter en T. Bijl- sma voor f 11,750. e. het herstellen van de gebouwen der linnenbleekerij bij den Hoekstersingel aan M. Meijer voor f 2146. III. Wordt ter tafel gebracht 1een adres van den heer G. Noé om eervol ontslag als lid der commissie van administratie der stads bank van leening. 2. een adres van den heer A. J. E. Lucardie en anderen houdende verzoek om verplaatsing van het pontveer aan de Willemskade. 3. eene circulaire van het centraal bestuur van het Algem. Nederl. Werklieden-verbond in zake het vaststellen van een minimum-loon en een maximum-werktijd in bestekken van aan bestedingen. De stukken sub 1 tot en met 3 worden om bericht en raad gesteld in handen van burgemeester en wethouders. 4. een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi ging der gemeente-begrooting, dienst 1892. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren BumaDuparc en Theunisse. 5. eene aanbeveling voor de benoeming van een voogd der Stadsarmenkamer. 6. een voorstel van burgemeester en wethouders tot stich ting van eene brugwachterswoning met bovenwoning bij de Wirdumerpoortsbrug en tot verhuring van die bovenwoning. De stukken sub 5 en 6die voor de leden ter visie hebben gelegennog heden in behandeling te nemen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Verzoek van den heer Mr. W. B. Buma om ontslag als voogd der stadsarmenkamer t wegens vertrek uit de gemeente. Wordt besloten het gevraagd ontslag eervol te verleenen onder dankbetuiging voor de bewezen diensten. 2. Benoeming van een voogd der stadsarmenkamer (vaca ture Mr. W. B. Buma). Door de voogden worden voorgedragen de heeren: 1. Mr. W. Kolff, 2. Mr. B. van Loon, en 3. Mr. G. B. Menalda. Het resultaat der gehouden stemming is, dat de heer Mr. W. Kolff met alle (19) stemmen wordt benoemd. De heeren D. Tigler Wijbrandi en Jhr. Mr. G. van Eijsinga waren nog niet ter vergadering verschenen. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot stichting van eene brugivacliterswoning met bovenwoning bij de Wirdu merpoortsbrug en tot verhuring van de bovenwoning. De conclusie van dit voorstel luidt I. over te gaan tot het doen stichten van eene woning voor den brugwachter bij de Wirdumerpoortsbrug en bovenwoning fcp het terrein ten noorden van perceel 1 van de bouwterreinen der herberg „de Klanderij'' overeenkomstig het plan door den directeur der gemeentewerken ingezonden bij zijne missive van 29 April 1892 no. 186/1. II. Voorbehoudens goedkeuring van heeren Gedeputeerde Staten aan den heer Feiko Heidahandelaar aliiier, onderhands te verhuren de eventueel te stichten bovenwoning van de brug wachterswoning bij de Wirdumerpoortsbrug voor den tijd van drie jaren en zes maanden, ingaande den 12 November 1892 en eindigende alzoo den 12 Mei 1896, zulks voor een huurprijs van f 350 per jaar en verder op nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden. De beraadslagingen over het eerste onderdeel worden geopend. Hierover wenscht geen der leden het woord te voeren. Het onderdeel wordt zonder hoofdelijke stemming aange nomen. Hierop worden de beraadslagingen over het tweede onder deel geopend. De heer Bekhuis heeft zijn stem gegeven aan het eerste onderdeel der conclusie daar hij een voorstander is van de stichting dezer woning. Hij acht 't echter niet gewenscht, dat het gemeentebestuur nu reeds de verplichting op zich zou ne men om de bovenwoning na de voltooiing van het gebouw in huur af te staan. Spr. zou liever willen wachten tot het ge bouw voltooid isdan zal men kunnen zien op welke wijze de bovenwoning op het voordeeligst zal kunnen worden ver huurd. Deze wijze van handelen zou z.i. rationeel en in het belang der gemeente zijn. De heer Troelstra heeft met bevreemding het bezwaar van den heer Bekhuis gehoord. De heer Heida heeft een huurprijs van ƒ350 per jaar aangeboden, een prijs die billijk en zeker niet te laag mag worden geacht. Ook op den adressant als huurder valt niets af te dingen. Waarom danvraagt spr. met de verhuring te wachten Welk dr 1 h 't de vorige spre ker met zijn denkbeeld en welk belang z. hierin voor de gemeente De heer Bekhuis acht het allerminst op weg van het gemeentebestuurom zich in speculaties te beg< en. Dit moge een bedrijf zgn voor bouw-ondernemersdie vaax op deze wijze hunne nog te stichten woningen moeten verhuren maar spr. ziet voor de gemeente hierin geen voordeel. De woning zal eerst moeten worden gebouwdnaar mate de bouw vordert zal ieder kunnen waarnemenwelke de inrichting zal zijnen dan kan na de geheele of gedeeltelijke voltooiing tot de ver huring worden overgegaan. De heer Troelstra ziet in aanneming van het voorstel juist het tegendeel van eene speculatie. Een gebouwzooals het is ontworpen is wenschelijk voor de bevordering van den wel stand ter plaatse in verband met de bebouwing van de overige terreinen aldaar. Het geheele gebouw is echter niet noodig voor brugwachterswoning zoodat het bovengedeelte kan worden verhuurd. Nu weet mendat men een goed huurder kan heb-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1892 | | pagina 1