Vergadering van Dinsdag 25 October 1892. 84 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 October 1892. Dat burgemeester en wethouders in hun praeadvies het laat ste standpunt dat de raad blijkens zijne verordening sedert jaren heeft ingenomen getrouw gebleven zijn juicht spr. van harte toehij zal dan ook zijne stem aan hun voorstel geven. Hij wil nog kortelijk de beide eerste sprekers beantwoorden. De heer Troelstra neemt een conciliant standpunt in. Hij wil bordeelen toelatenmaar het geneeskundig toezichtdat hij met den naam keuring uit het woordenboek der tegenpartij overgenomenbestempeltafgeschaft zien. Spreker wenscht met nadruk tegen deze uitdrukking door den heer Troelstra nog nader in hare beteekenis toegelichtop te komen. Het geneeskundig onderzoek heeft ten doeleventueele ziektetoe standen die het gevolg der prostitutie zijn te ontdekken en te genezen en besmetting te voorkomen. Omdat men hier met geheime ziekten en eene eigenaardige kans van besmetting te doen heeftdient het gemeentebestuur dat voor de belangen der volksgezondheid heeft te waken het initiatief te nemen om de besmetting te voorkomen. Den heer Oosterhoff, die van verhoudingen van en heeft gesproken wenscht spr. te antwoorden dat die zeker in deze kwestie niet onder de geneeskundigen worden gevonden. Er mogen enkelenook mannen van naamzijndie meegaan met de bestrijders van het geneeskundig toezichtde overgroote meerderheid der medici zijn daarvan onbepaald de voorstanders. Niet eene verhouding van J en maar van 991 zal de ware zijn. De heer Oostorhoff, met verlof van de vergadering nog maals het woord verleend zijnde zegtdat het wel schijnt alsof hij zich niet duidelijk genoeg heeft uitgedrukt. Hij heeft de zaak van twee kanten beschouwd n.l. uit een zedelijk oogpunt en van een sanitair standpunt. Zedelijk dus voor de helft, is de zaak der prostitutie veroordeeldheeft spr. gezegdenaangezien ook de medici niet eenstemmig zijn om trent de al of niet noodzakelijkheid van sanitaire maatregelen ter bestrijding van de prostitutiegeeft dit te zamen voor het geheel aan spr. aanleiding om tegen te stemmen. De heer de la Faille heeft hem alzoo verkeerd begrepen. Hij heeft niet gezegddat drievierde van de geneeskundigen kan gerekend worden tot de tegenstanders te behooren. De heer Reeling Brouwer wenscht nog in het midden te brengendat een der argumenten van de bestrijders der re glementeering van de prostitutie isde absolute onzekerheid van de deugdelijkheid der middelen die worden aangewend om de kwade gevolgen af te wendenontstaan door het plegen van ontucht met besmette personen. Opmerkelijk is hetdat deze absolute eisch niet wordt ge steld bij vele en velerlei maatregelen tegen besmettelijke ziekten, ofschoon ook daar geen volstrekte zekerheid omtrent de gun stige werking der voorbehoedmiddelen bestaat. Men neemt de maatregelen die door de wetenschap aan de hand worden gedaan en wacht de gevolgen af. Den heer Oosterhoff antwoordt spr. dat de geneeskundige inspecteurwaarop die geachte spr. zich beriepgeheel in strijd met zijne vroegere zienswijze op dit punt, zeer doctrinair is. Wat beteekent een door hem gebezigde machtspreuk als deze geslachtsdrift is bedwingbaar"? Woorden, niets dan woor den bedwingbaar javoor kalme naturen en als de haren grijs zijn. Maar als in de jeugd het bloed sneller door de aderen stroomt, helpen machtspreuken niet veel. Spr. hoopt, dat de tegenwerking van den inspecteur Iiuizinga bij sanitaire maatregelen in het belang der volksgezondheid zich zal bepa len tot die genomen tegen de verspreiding van syphilis en zich niet zal uitstrekken tot andere besmettelijke ziekten. De heer Bekhuis heeft geen plan om in debat te treden over dit onderwerp. Alleen heeft hij het woord gevraagd om mcdedeeling te doen dat hij de beschouwingen van den heer Oosterhoff deelt en derhalve legen het voorstel van burgemeester en wethouders zal stemmen. Do beraadslagingen worden hierop gesloten. Het voorstel van burgemeester en wethouders in stemming gebracht, wordt aangenomen met 19 legen 2 stemmendie van de heeren Oosterhoff en Bekhuis. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot afwijzing van een verzoek van het bestuur der afdeeling Leeuwarden der Nederlandsche Middernachtzending-vereenigingom het houden van huizen van ontucht in deze gemeente te verbieden en de reglementeering der prostitutie af te schaffen. De conclusie van dit voorstel strekt, het bovenvermelde ver zoek als niet voor inwilliging vatbaar te wijzen van de hand. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt daartoe be sloten alleen de heer Oosterhoff verklaarde zich tegen. 7Advies der commissie voor de reclames omtrent bezwaar schriften in beroep tegen aanslagen in de directe belasting op het inkomen. In verband daarmede wordt de openbare vergadering door den voorzitter gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 25 October 1892. 85 Tegenwoordig 21 leden. Afwezig met kennisgeving de heeren W. J. Oosterhoff en H. Kuipers. Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- tenburgemeester. I. De notulen van de vorige op 11 October j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1. eene dankbetuiging van W. Broersma voor zijne benoe ming tot onderwijzer aan school no. 6. 2. dat door burgemeester en wethouders in het openbaar is verpacht 1. voor drie jaren, in te gaan den 1 Januari 1893: a. het innen van het havengeld aan B. Wielinga alhier, voor ƒ5489 per jaar. b. de tol der trekschepenvarende tusschen Leeu warden en Franeker aan P. Jongerhuis te Franeker voor ƒ15 per jaar. 2. voor 2 jaren a. in te gaan den 1 Januari 1893, de opkomsten der Poppebrug aan J. Bijkerk, alhier, voor 43 per jaar b. in te gaan den 12 Mei 1893 de opkomsten van de Blauwebrug op het Vliet aan M. Koenalhiervoor ƒ5 's jaars en die van de ijzeren ophaalbrug op het Vliet aan P. Schaaf voor 10 per jaar. 3. eene resolutie van Gedeputeerde Staten betreffende poli tietoezicht op de wateren der prise d' eau van de Leeuwarder waterleiding. 4. eene dankbetuiging van J. de Vries voor het hem toege kende pensioen. 5. dat door burgemeester en wethouders in het openbaar zijn uitgeloot 27 aandeelen der leening van 1889 groot l,155,000 en 13 aandeelen der geldleening van 1890 voör de gasfabriek, groot f 228,000. 6. De heer van Sloterdyck deelt mede, dat de commissie tot onderzoek van het voorstel van burgemeester en wethou ders tot onbewoonbaarverklaring van eenige woningen door den omvang van het onderzoek eerst gisteren in de gelegenheid is geweest, belanghebbenden te hooren. Daar het relaas van het gehoorde in het uit te brengen verslag dient te worden opgenomenis de commissie nog niet in staat dat verslag heden ter tafel te brengen. Zij verzoekt derhalve voor diligent te worden gehouden voorloopig tot de volgende gewone verga dering. Hiertoe wordt besloten. III. Wordt ter tafel gebracht 1. het procesverbaal van de opneming der kas van den ge meente-ontvanger op 17 October 1892. Wordt voor de leden ter visie gelegd. 2. een adres van de afdeeling Leeuwarden van het Nederl. Onderwijzersgenootschap om bij de klassificatie der onderwij zers voor de jaarwedden ook hun diensttijd in andere gemeen ten in aanmerking te nemen. 3. een adres van het bestuur der afdeeling Leeuwarden van den bond van Nederl. Onderwijzers houdende bezwaren tegen de ontwerp-verordening tot regeling van de jaarwedden der onderwijzers aan openbare lagere scholen. 4. een adres van eenige onderwijzeressen om eene extra toelage voor het geven van handwerk-onderwijs buiten de ge wone schooluren. Deze adressen hebben ter visie gelegen bij het voorstel lot vaststelling van eene verordening tot regeling der jaarwedden van de onderwijzers aan de openbare lagere scholen en zullen met dat voorstel heden in behandeling worden genomen. 5. een adres van O. Bergmanhoudende verzoek tot ver wijdering van het urinoir in de Reigerstraat. Wordt ten fine van beschikking gesteld in handen van bur gemeester en wethouders. 6. een adres van D. IJlst cm het perceel gardeniersland bij het Zuidvliet wederom onderhands te mogen huren. Wordt om bericht en raad gesteld in handen van burge meester en wethouders. 7. eene aanbeveling voor de benoeming van eene voogdes en een voogd van het nieuwe stadsweeshuis. 8. eene aanbeveling voor de benoeming van twee voogden der stadsarmenkamer. 9. eene aanbeveling voor de benoeming van een lid der commissie van bestuur over het stadsziekenhuis. 10. voorstel van burgemeester en wethouders tot het ver- leenen van eervol ontslag aan den heer Dr. J. Ariëns Kappers als tijdelijk leeraar in de dier- en plantkunde aan de Middel bare school voor meisjes. 11. Alsvoren tot afwijzing van een verzoek van U. Regnery om onderhandsche pacht van het buffet in het beurslokaal. 12. Alsboven tot afwijzing van het verzoek van T. H. Pier- sma om de zathe en landen „de Magere Weide" onderhands aan zijn zoon S. Piersma te verhuren." 13. Alsvoren tot wijziging van art. 1 der verordening re gelende de jaarwedden der docenten aan de Middelbare Meis jesschool. 14. Alsboven om aan de regeering het verzoek te richten, voortaan jaarlijks op de Staatsbegrooting wederom eene som van 5000 aan te brengen als subsidie voor de Middelbare school voor meisjes. Wordt besloten de stukken sub 7 tot en met 14 voor de leden ter visie te leggen, om ze in eene volgende vergadering te behandelen terwijl het voorstel sub 13 in de bijlagen en het adres sub 14 afzonderlijk zal worden gedrukt en bij de leden rondgedeeld. 15. een adres van F. van der Meer om het buffet in het beurslokaal publiek te verpachten. Wordt gevoegd bij het voorstel sub no. 11. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vergrooting van de gemeentebewaarschool no. 4. (Zie bijlage no. 12 tot het verslag van 's raads handelingen.) Burgemeester en wethouders stellen hierby voor, te be sluiten 1 o. tot de vergrooting van bewaarschool no. 4 door de stich ting van drie leerlokalen en tot de vervanging van het bestaande door een nieuw speellokaaleen en ander overeenkomstig de overgelegde teekening en plan van den directeur der gemeente werken 2o. burgemeester en wethouders op te dragen, ter zijner tijd daarvoor de noodige financiëele voorstellen te doen. Den heer van Sloterdijck is bij het beschouwen van de overgelegde teekening een schuine hoek opgevallen op eene plaatswaar de gemeente meesteres is van het terrein. Be staat er reden voor Is de hoek voor de inwendige inrichting van het gebouw noodig? Gaat het verplaatsen van het hek aldaar met bezwaar gepaard of zal die verplaatsing te kostbaar zijn? Spr. zou wel gaarne hieromtrent worden ingelicht. De Voorzitter zegtdat bij burgemeester en wethouders geen bepaalde reden voor den door den vorigen spreker be doelden hoek is uitgesponnen. De gemaakte opmerking geeft evenwel aan burgemeester en wethouders aanleidingom de conclusie te wijzigendoor de woorden „teekening en" te doen wegvallen zoodat het slot van het eerste onderdeel luidtover eenkomstig het overgelegde plan van den directeur der ge meentewerken. Hierdoor zal men niet gebonden zijn aan deze teekening en zal alsnog kunnen worden nagegaan of het be houd van bedoelden hoek noodig is.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1892 | | pagina 1