9
142 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 6 December 1392.
gen, de inhoud is klein, nog geen 30 M3 en geen drinkwater
is beschikbaar. De commissie hield evenwel rekening met het
getal bewoners eer.e vrouw met twee kinderen die dus ieder
10 M3 lucht hebben en tevens in de gelegenheid zijn van ge
meentewege water te verkrijgen.
Spr. ontkent echter de ligging in eene nauwe steeg er is
zelfs een pleintje voor waardoor voldoende lucht en licht kan
toetreden. De directeur schrijft, dat de vloer en het dak goed
onderhouden zijn. Nu is 't der commissie een raadselhoe
De heer Duparc heeft niet aan de algemeene beraadsla-
gingingen deelgenomen omdat hij aan het reeds gesprokene
mets, althans niets van belang had toe te voegen. Nu moet
hij zich toch een enkel woord veroorloven. Hij zou n.l. in
overweging willen geven nu eindelijk uit het debat de vraag
te ecarteeien, hoeveel personen in eene woning wonen.
Spr wijst op het gevaarlijke, in dit motief gelegen want,
wordt eene woning op grond van te groot getal bewoners on
bewoonbaar verklaard hoe zal dan art. 21 der verordening
burgemeester en wethouders er toe konden komen onbewoon- j kunnen worden toegepast Daar wordt wel gesproken van hit
baarverklaring van deze woning voor te stellen. Het dak is
goed en op den zolder is ook nog een bedstee. De commissie
handhaaft dus haar voorstel.
De heer Bekhuis kan er nog aan toevoegen dat de wo
ning aan drie zijden vrij ligthetgeen voor luchtverversching
en toetreding van licht van groot belang is. De commissie
schrijft in het rapportdeze woning is klein in grondvlak maar
voldoendehoogte is niet 2 M. maar 2.60 M. Er komt nog
bij dat de woning voortdurend in goeden toestand verkeert en
goed wordt onderhouden. In de laatste maanden zijn nog be
langrijke verbeteringen aangebracht. Spr. heeft onderzocht of
die verbeteringen een gevolg zijn geweest van de vrees voor
onbewoonbaarverklaringmaar dit is gebleken niet het geval
te zijn. Spr. aarzelt niet te verklaren dat er in dit genre
geene betere woning in de gemeente te vinden is dan deze.
Zij wordt bovendien door een klein gezin, vrouw en 2 kinderen,
bewoond.
brengen eener woning in een voor bewoning geschikten toestand
maar niet van vermindering van het getal personen.
Wordt dus als motief aangevoerd dat het getal bewoners
te groot is, dan baat dit toch niet, als het getal wordt ver
minderd en de woning zelve onveranderd blijft.
De heer Reeling Brouwer doet opmerken dat toch bij
de beoordeeling van eene woning in aanmerking moet worden
genomen de wijze van bewoning in verband met het getal der
bewoners. Bij het vermeerderen van het getal bewoners zou
op die woningen art. 21 kunnen worden toegepast door te ge
lasten dat er meer bedsteden worden aangebracht.
De heer van Ketwich Verschuur herinnert den heer
Duparc die thans bij de beoordeeling der bewoonbaarheid het
getal der bewoners niet in aanmerking wil nemen, aan het
geen de verordeningscommissie schreef in haar voorstel tot
vaststelling dezer bouwverordeningJeen voorstelwaartoe de
heer Duparc als lid dier commissie en nog wel als rapporteur
De heer Menalda vraagt, op welke manier men controle J heef' medegewerkt. Die commissie schreef 24 December 1873
denkt uit te oefenen op het getal bewoners van kleine wonin- *^n ^eze wa^ hetreft de meermalen genoemde subjectieve
gen, als deze. Een woning toch van geen 30 M3 inhoud mag i «schen van bewoonbaarheid) hangt veel af van de talrijk-
klein worden genoemd. Spr. acht 't een gevaarlijk antecedent, ^er bewoners den tijd, dien zij dagelijks in het eene of
eene woning goed te keurenomdat ze maar weinig bewoners an(*ere vertrek doorbrengen het beroep dat er in wordt uit
geeft i geoefend. Wilde men consequent handelendan zou men in
genoemde gevallen ook het maximum der bewoners en nog
p,, v 1 veel meer moeten bepalen dat inderdaad een te groote be-
De heer Bekhuis kan geen afdoend antwoord op de vraag k van de iDdlvidueele vrijheid zou geven." Wat alzoo dit
van den heer Menalda geven Ten aanzien van deze woning hte mede|id ,8?3 vQ, zeer terech( a)g nQrm
kan hij echter verklaren, dat de eigenares voor de commissie yan be00tdee|inB at(dd(, h;;
heeft verklaardeene bijzondere zorg te wijden aan deze wo
ning, die, in 1863 nieuw gebouwd, steeds door kleine gezinnen
is bewoond geworden. De huur bedraagt ƒ0.90 per week en
daar deze huur een deel van haar levensonderhoud uitmaakt
is het in haar belang de woning in goeden staat te onderhou
den ten einde goede bewoners te kunnen behouden.
van beoordeeling steldewenscht hij thans niet als zoodanig te
doen gelden.
De heer van Sloterdijck wijst er nogmaals op dat men
uit het niet onbewoonbaarverklaren van eene woning niet moet
opmakendat zij goed te keuren ismaar alleen dat onbe
woonbaarverklaring nog niet behoeft te worden toegepast. Elke
woning staat onder voortdurende controle van burgemeester en
wethoudershoe deze die controle uitoefenen zal spr. aan hen
overlaten.
De heer Troelstra deelt mededat burgemeester en wet
houders opgaaf hebben ontvangen dat deze woning wordt be
woond door 4 personenman vrouw en 2 kinderen terwijl
de heer Bekhuis sprak van 3 personen. Het is dus geen won
der dat burgemeester en wethouders deze woning voor 4 per
sonen te klein achten en haar dus willen afkeuren. Weet de
heer Bekhuis vraagt spr., zeker dat er maar 3 bewoners
zijn Zoo jadan zullen de wethouders hun amendement in
trekken.
De Voorzitter zal op het bureau van de bevolking een
onderzoek doen instellen naar het getal bewoners.
De heer Bekhuis zegtdat in het advies van den directeur
der gemeentewerken wordt gesproken over 4 personen maar
dat bij het onderzoek aan de commissie is gebleken dat er
maar 3 bewoners zijn.
De heer Duparc blijft er bij datindien het getal der
bewoners den doorslag moet geven, art. 21 niet kan worden
toegepast. Hij wijst er nogmaals opdat dit artikel gewaagt
van verbetering der woningniet dat er eenige bewoners moe
ten uitgaan.
De heer van Ketwich Verschuur heeft spr. in tegenspraak
willen brengen met hetgeen hij in 1873 als lid en rapporteur
der verordeningscommissie heeft verkondigd. Spr. denkt er
thans nog geheel zoo over als toen. In het voorstel van 1873
wees de commissie er juist op dat indien men al die verschil
lende omstandigheden consequent in aanmerking wilde nemen
men in moeilijkheden zou geraken en teveel de individueele vrij
heid der bewoners zou aantasten. Hoe hier dus van tegen
spraak met de leer van 1873 de rede zou zijn is spr. onbe-
grijpelijk.
De Voorzitter deelt mede, dat volgens een ingesteld on-
derzoek de woning vier bewoners heeft.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement van de wethouders wordt in stemming ge
bracht en verworpen met 14 tegen 5 stemmen. Vóór stemden
de heeren Troelstra, Kuipers, Reeling Brouwer, Menalda en
Meijer.
Het voorstel der commissie wordt zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag
6 December 1892. 143
Onderdeel I sub c Burgemeester en wethouders uit te noo-
digen aan den eigenaar van het perceel Amelandstraat No. 21
sectie B no. 155 kennis te geven, dat slechts zoolang dat per
ceel als bergplaats wordt gebruikt daarop niet van toepassing
zijn de bepalingen van de verordening op het bouwen enz. van
woningen (gemeenteblad No. 6 van 1888.)
Dit voorstel wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
Onderdeel I sub dBurgemeester en wethouders uit te noo-
Schuitmakersteeg
ld.
Amelandstraat
ld.
Droevendal (steeg)
Spooksteeg
Wissesstraat
ld. (beneden)
ld. (boven)
ld.
No. 3
Sectie B
No.
259
5
B
251
7
B
p
250
25
B
157
23
B
156
11
71
B
1538
2
A
1169
46
A
61
29
A
794
29
A
794
24
A
1184
n art.
14 der
verordening op het
De heer Troel8tra deelt mede dat, volgens aan burge
meester en wethouders verstrekte opgaaf, deze woning gebrek
heeft aan lucht en licht en een slecht dak bezit. De halfsteens
buitenmuur is vroeger een binnenmuur geweest dus waarschijn
lijk niet erg solicde. De vocht in dien muur kan volgens den
directeur der geweenlewerken niet door bepleistering worden
1 weggenomen. Daarom is onbewoonbaarverklaring voorgesteld,
i Wordt hiertoe besloten dan kan den eigenaar worden voorge-
j schreven dezen muur te doen vervangen door een muur van
één steen dikte en verder meer licht aan te brengen. Zooals de
I woning nu is is ze onbewoonbaar.
De heer van der Scheer heeft als lid der commissie van
onderzoek van het tweede voorstel van burgemeester en wet
houders tot onbewoonbaarverklaring van woningen gisteren
deze steeg voor de tweede maal moeten bezoekentengevolge
van eene verkeerde opgaaf. Hij is toen door den heer Bekhuis
op dezen buitenmuur attent gemaakt; ook den directeur der ge
meentewerken die bij dat bezoek tegenwoordig wasis er
toen op gewezendat bedoelde muur zelfs bij het heerschende
vochtige wederdroog was en behoorlijk gepleisterd. De wo
ning kan dus niet om die reden onbewoonbaar worden ver
klaard.
bouwen enz. van woningen (gemeenteblad van l 888 No. 6.)
De wethouders stellen voorde eerste woning te roieeren
en deze over te brengen onder No. II van het voorstel.
De heer Bekhuis zal niet weder vervallen in algemeene
beschouwingenmaar hij moet er toch op wijzen dat de voor
stellers der amendementen uit de bouwsteenen door de com
missie bijeengebrachthun materieel halen voor de bestrijding
van de conclusie der commissie. Burgemeester en wethouders
zeggen in hun voorstel niets over deze woningde directeur
der gemeentewerken deelt in zijn advies mededat dit eene
slechte woning is bewoond door drie personen groot 2.80
M. X 5 M. X 2.60 Meterzeer slecht onderhouden zonder
regenbak terwijl de vloer 0.15 Meter beneden de straat ligt.
De commissie deelt in haar rapport omtrent deze woning
mede „dit perceel is eene vrij goed gebouwde woning van be
hoorlijke afmetingenwaarbij behoort een goede zolder. De
vloer ligt niet benedenmaar op gelijke hoogte met de straat.
Het onderhoud laat hier en daar te wenschen over. 't Voor
naamste gebrek bestaat in onvoldoende licht en luchtschepping,
waarin echter gemakkelijk verbetering is aan te brengen door
het maken van een beweegbaar lichtraam aan de zijde van liet
open terrein behoorende aan de gemeente. Wanneer door het
aanbrengen van goed pleisterwerk op die thans vrijstaande
vroeger binnen-muur de voornaamste oorzaken van de voch
tigheid zijn weggenomen dan zal die woning aan alle billijke
eischen voldoen. Naar de verklaring door den eigenaar voor
de commissie afgelegdschijnt hij genegen tot het aanbren
gen van die verbeteringen."
Nog kan spr. hierbij voegen dat vóór zes jaren de zolder en
het dak vernieuwd zijn. De commissie heeft alles nauwgezet
nagegaan in deze woning en toonde aan hoe deze voor be
woning geschikt kan blijven het aan burgemeester en wet
houders overlatende welke voorschriften zij aan den eigenaar
zullen geven.
De wethouders zeggen dat de woning erg vochtig is. Dit
is bij locaal onderzoek gebleken niet het geval te zijn de
vochtigheid zal door het aanbrengen van meer licht en lucht
wel verdwijnen en kan door bepleistering van den buitenmuur
worden weggenomen. Deze muurdie volgens de wethouders
een halfsteens muur isheeft de commissie niet gepeild maar
naar hare overtuiging is hij voldoende. Zijn burgemeester en
wethouders echter van een ander gevoelen dan kunnen zij den
eigenaar voorschrijvendien door een éénsteens muur te doen
vervangen. In ieder geval bestaat er geen grond voor onbe
woonbaarverklaring.
De heer Reeling Brouwer acht juist de onbewoonbaar
verklaring den goeden wegom tot de noodige herstelling te
geraken. Kan de woning werkelijk worden verbeterd dan heb
ben burgemeester en wethouders in dat geval het hecht in
handen om op die verbetering bij den eigenaar aan te drin
gen. Moetzooals nu de commissie voorstelthet tweede lid
van art. 14 worden toegepast, dan zal eene missive van bur
gemeester en wethouders de noodige kracht missen en zal men
bij weigering der eigenaren om de gewenschte verbeteringen
aan te brengenweer hetzelfde padje langs moeten gaan.
De heer Bekhuis moet zijne bevreemding te kennen geven,
dat door den heer Troelstra ook nu nog steeds een beroep is
gedaan op het advies van den directeur der gemeentewerken
het gaat niet aan daarop zich te beroepen tegenover het rap
port der commissie. Waarom wordt een raadscommissie be
noemd Deze stelt een zelfstandig onderzoek in en rapporteert
omtrent deze woningdat ze in vrij goeden toestand verkeert,
welke gebreken dienen te worden weggenomen om ze aan alle
billijke eischen te doen voldoen zoomede de wijze waarop.
Hiervan blijkt echter niets in het voorstel van burgemeester en
wethouders noch in het advies van den directeur. De commis
sie heeft die bouwstoffen vergaderden deze worden nu door
de tegenstanders gebruiktom haar te bestrijden.
Indien men de woning maar onbewoonbaar verklaartkomt
alles in orde zegt men. Die verklaring is daartoe niet noodig,
want men kan den eigenaar met de noodig geoordeelde verbe
teringen in kennis stellen, en hij zal tot het aanbrengen er van
genegen worden bevonden. Er behoeft niet aan te worden ge
twijfeld dat indien hij vergunning vraagt aan burgemeester
en wethouders om een raam te doen aanbrengen in den muur
aan de zijde van het open terrein deze evenals bij vorige ge
legenheden hiertoe gaarne vergunning zullen verleenen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement wordt in stemming gebracht en verworpen
met 13 tegen 6 stemmen. Vóór stemden de heeren van Ket
wich Verschuur, Troelstra, Reeling Brouwer Theunisse Me
nalda en Meijer.
Het voorstel der commissie omtrent deze woning wordt nu
zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
De heer van Ketwich Verschuur verklaart zich tegen.
De heer van Ketwich Verschuur vraagt aan de com
missie of zij genegen zou zijn om haar voorstel in dien zin te