146
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 6 December 1892.
gelegdvolgens constructie en afmeting door burgemeester en
wethouders te bepalen.
b. enz.
De heer Bekhuis stelt in aansluiting met het straks door
hem gesprokene voordit onderdeel aldus te lezen
„Aan het bestuur van het Diaconessenhuis alhier vergunning
te verleenen tot het maken van twee bruggen over de sloot
gelegen tusschen den Noordersingel en het terrein bestemd tot
den bouw van een diaconessenhuis onder voorwaarde
a. dat aan die bruggen de afmetingen en constructiën moe
ten worden gegeven die nader door burgemeester en wethou
ders zullen worden vastgesteld.
b. enz.
Dit amendement wordt ondersteund en maakt dus een punt
van behandeling uit.
Den heer Troelstra komt het wel eenigszins bedenkelijk
voor, om, zonder het bestuur van het Diaconessenhuis vooraf
te hebben gehoord, nu zulk eene groote wijziging in het voor
stel aan te brengen. Spr. zou er minder bezwaar in zienin
dien het facultatief werd gesteldhet leggen van dammen of
het maken van bruggen.
De heer Oosterhoff kan mededeelen, dat, toen het bestuur
vergunning vroeg tot het leggen van dammen het 't oog had
op het verkrijgen van twee toegangen. Toen er later gewezen
werd op het bezwaar tegen belemmering van het waterverloop
in de sloot is ook bij het bestuur de vraag gerezen of het
niet beter ware bruggen aan te leggen. Indien dus de raad
hieraan den voorkeur geeft, zal hij bij het bestuur geen bezwaar
ontmoeten.
Den heer Troölstra bevreemdt 'tdat van die veranderde
zienswijze geen mededeeling is gedaan aan burgemeester en
wethouders. Wordt nu het gewijzigd voorstel aangenomen, dan
staat men voor de mogelijkheiddat het bestuur weder met
bezwaren voor den dag komt.
De heer Bekhuis heeft zich eerst vergewistof een be
sluit overeenkomstig zijn amendement bij het bestuur ook be
zwaar zou kunnen ondervinden. De heer Oosterhoff heeft hem
de verzekering gegevendat dit niet het geval zal zijnhet
bestuur zal in de voorgestelde wijziging eene verbetering zien
terwijl de kosten voor den aanleg van twee bruggen niet zoo
groot behoeven te zijn.
Doch afgescheiden van alle bezwaren, die het bestuur van
het diaconessenhuis daartegen zou kunnen inbrengen zou spr.
toch wenschen te zien bepaald dat er bruggen inplaats van
dammen worden gelegdomdat daaraan voor de waterverver-
sching groote voordeelen zijn verbonden.
De heer Reeling Brouwer is 't met den heer Troelstra
eens dat men moeielijk de door den heer Bekhuis voorgestelde
wijziging in het voorstel kan aanbrengen. De heer Oosterhoff,
die lid van het bestuur der inrichting is, zeide wel, dat die
wijziging waarschijnlijk geen bezwaar zou ondervinden doch
ofticiëel is daarvan niets bekend. En bezwaar is niet onmoge
lijk daar toch de kosten van onderhoud van de bruggen veel
hooger zullen zijn dan die van de dammen.
De heer Oosterhoff is van oordeel, dat de heer Troelstra
hem niet goed heeft begrepen. Deze had verwacht, dat aan
burgemeester en wethouders van de verandeide zienswijze van
het bestuur mededeeling ware gedaan. Spr. heeft echter niet
medegedeeld dat het bestuur van zienswijze is veranderd en
zich voor het maken van bruggen heeft verklaard maar dat
dit laatste wel geen bezwaar zou ontmoeten. Er bestond dus
hoegenaamd geene aanleiding om aan burgemeester en wet
houders eene nadere mededeeling te doen. Overigens is de
wijziging in het belang zoowel van de gemeente als van de
inrichtingomdat de sloot hierdoor frisscher kan blijven.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement van den heer Bekhuis wordt in stemming
gebracht en aangenomen met 16 tegen 3 stemmen, die van de
heeren TroelstraReeling Brouwer en Meijer.
Het aldus gewijzigd onderdeel II wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Onderdeel III. Aan het bestuur der vereeniging te kennen te
geven dat tegen de inwilliging van een nader in te dienen
verzoek tot demping van de sloot tusschen het sub II gemeld
terrein en den Noordersingelop nader vast te stellen voor
waarden, voorshands geene bezwaren bestaan.
De heer Bekhuis wijst er op, dat dit onderdeel tengevolge
van de wijziging van onderdeel II zal kunnen vervallen. Na
den aanleg van bruggen zal er geen sprake komen van eene
demping der sloot.
Burgemeester en wethouders trekken dit onderdeel in.
Het gewijzigd voorstel wordt nu in zijn geheel zonder hoof
delijke stemming vastgesteld.
Alzoo is besloten
Aan het bestuur van het Diaconessenhuis alhier vergunning
te verleenen
I. voor zijne rekening te doen dempen de slootgelegen
tusschen het te verkoopen bouwterrein en den Noordersingel
onder voorwaarde
1. dat de demping van de sloot moet geschieden op de wijze
en tot de hoogteals door burgemeester en wethouders zal
worden aangewezen.
2. dat in de te dempen sloot zal moeten worden gelegd een
riool van cementsteendaar waar noodig voorzien van putten,
en op voldoende wijze aangesloten aan het bestaande gemeente
riool bij de Singelstraat.
De afmetingen en samenstelling van eerstbedoeld riool en
van de putten zullen door burgemeester en wethouders worden
bepaald.
3. dat op de grens van voormeld perceel en den Noorder
singel tijdelijk een houten hekwerk moet worden geplaatst langs
de door burgemeester en wethouders daarvoor aan te geven
rooilijn en dat het hekwerk na aanzegging van wege het ge
meentebestuur door een ijzeren hek moet worden vervangen.
4. dat öf eene strook grond van minstens 10 Meter in het
midden van het bouwterrein over de geheele diepte van het
terrein moet worden gereserveerd öf aan weerszijden van het
terrein eene strook grond van dezelfde breedte en diepteon
der voorwaarde dat zoodra het terrein achter datbesterad
voor burgerwoningen voor bouwterrein wordt uilgegeven die
strook of, casu quo beide strooken grond aan de gemeente
in eigendom moeten worden overgedragen tegen betaling van
f 3.en zulks tot aanleg van straat of straten.
Wordt tot die bestrating overgegaan dan moet door het be
stuur van het Diaconessenhuis 2/3 gedeelten in de kosten van
bestrating en rioleering worden betaald.
5. dat de rooilijn van de gevels voor de langs den Noor
dersingel te stichten gebouwen pl m. 6 meter binnen de sub
3 genoemde grenslijn zal zijn gelegen en dat die ruimten
als tuin aangelegd en onderhouden zoowel onderling als ge
lijk bij nummer 3 is bepaaldvan den openbaren weg door
ijzeren hekwerken moeten worden gescheiden.
6. dat in de verkoopvoorwaarden voor de bouwterreinen
de bepaling moet worden opgenomen dat de hoogte der te
A
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 6 December 1892. 147
stichten gebouwen minstens 8 meter uit den beganen grond
moet bedragen en de teekeningen der gevels aan de goedkeu
ring van het gemeentebestuur moeten worden onderworpen.
II. tot het maken van twee bruggen over de sloot gelegen
tusschen den Noordersingel en het terrein bestemd tol den
bouw van een Diaconessenhuis onder voorwaarde
a. dat aan die bruggen de afmetingen en constructie moeten
worden gegevendie nader door burgemeester en wethouders
zullen worden vastgesteld.
b. dat tot afvoer van hemel- en menagewater een riool worde
gelegd in het terrein van het gesticht onder den Noordersingel
door tot de stadsgrachtvolgens voorwaarden omtrent de uit
voering de constructie en afmetingen nader door burgemeester
en wethouders te gevenen wat de loozing in de stadsgracht
betreft, zoonoodig behoudens goedkeuring van Gedeputeerde
Staten.
c. dat de sloottusschen het terrein van het gesticht en den
Singel behoorlijk worde verbreed.
d. dat alle kostengeene uitgezonderdkomen ten laste
van het bestuur van het Diaconessenhuis.
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden