mï
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 31 Januari 1893.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der verordening regelende den rang het getal de bezoldiging
enz. van de ambtenaren belast met het toezicht op het gebruik
van de veemarkt.
(Zie bijlage No. 3 tot het verslag van 's raads handelingen.)
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten
de jaarwedde voor den marktmeester der veemarkt te ver-
hoogen van 500 tot 600 en in verband daarmede art. 4 der
verordening regelende den rang het getalde bezoldiging en
de wijze van benoeming der ambtenaren belast met het toezicht
op het gebruik der veemarkt te Leeuwarden en met de inning
der rechten en loonen op die markt geheven wordende (gemeen
teblad No. 3 van 1874) zooals dat artikel is gewijzigd bij raads
besluit van 13 November 1888 (gemeenteblad No. 16 van 1888;
nader te wijzigen door sub a in plaats van 500 te lezen f 600,
met bepaling dat die wijziging in werking zal treden op 1
April 1893.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer Bekhuis kan zich met het voorstel van burge
meester en wethouders niet vereenigen. De jaaiwedde voor
den marktmeester is oorspronkelijk in 1874 gesteld op 400
in 1S82 is hem eene personeele toelage van f 50 verleend en
in 1888 eene jaarwedde van ƒ500 toegekend met intrekking
van de personeele toelage.
Nu zeggen burgemeester en wethouders, dat wederom eene
verhooging der jaarwedde noodzakelijk is ten einde eene ruime
keus te hebben voor de benoeming van een geschikten persoon.
Burgemeester en wethouders schijnen te meenen, dat een der
gelijk persoon niet te vinden zou zijn indien de jaarwedde 500
bedraagt.
Hierbij zijn zij echter in tegenspraak met hetgeen zij hebben
geavanceerd in hun voorstel tot het verleenen van pensioen aan
den tegenwoordigen functionaris. Daarin hebben zij nadrukke
lijk gezegd dat deze is een geschikt ambtenaar die steeds
met ijver en toewijding zijne betrekking vervuldeen toch heeft
hij dit vele jaren gedaan voor eene bezoldiging veel lager dan
de tegenwoordige.
Het komt spr. dus voor dat het niet noodzakelijk isde
jaarwedde terstond te verhoogen. Overtuigd zijnde dat de
jaarwedde op den duur niet hoog is te achten zou^hij liever
zien dat aan den nieuw te benoemen marktmeester het uit
zicht werd geopenddat later zijne bezoldiging kan worden ver
hoogd t bijv. door te bepalen dat aan hem na vijf jaren trou
we plichtsbetrachting 50 en na tien jaren opnieuw 50 ver
hooging kan worden toegekend.
Uit meer dan één oogpunt vindt spr. dit aan te bevelen. In
de eerste plaats is dergelijke trapsgewijze verhooging voor de
gemeente-financiën minder drukkendwat in de tegenwoordige
omstandigheden niet uit het oog mag worden verloren. Bo
vendien zal het voor den nieuw te benoemen titularis een prik
kel zijn om met ijver en toewijding zijne taak te vervullen.
De gemeente heeft vele oambtenaren de raad begeeft zich
dus bij eene tractements-verhooging op een glibberig pad en
hij mag zich nog wel eens bedenken vóórdat hij eene jaar
wedde die reeds tweemalen is vermeerderd weder gaat ver
hoogen terwijl het nog geheel onbekend is wie de betrekking
zal vervullen.
Spr. geeft derhalve aan burgemeester en wethouders in over
weging, hun voorstel in den door hem aangegeven zin te wij
zigen.
De heer Troelstra gelooftdat er in het algemeen wel
iets te zeggen is voor het denkbeeld van den heer Bekhuis
hetwelk ook al zijn toepassing vindt in de regeling der jaar
wedden van de ambtenaren ter secretarievan de opzichters
bij de gemeentewerken en van de onderwijzers. Deze zijn amb
tenaren, die in den regel jong beginnen en langzamerhand hunne
werkzaamheden zien toenemen. Ten opzichte van hen is dus
een zekere opklimming van de jaarwedde in verband met de
vermeerdering der diensten die zij praesteeren aan te be-
I velen.
De betrekking van marktmeester is evenwel daarmede niet
gelijk te stellen. Hij moet zijn een man van een geposeerden
leeftijd, die een zekere fermiteit bezit en flink kan optreden
tegenover de marktbezoekersen bovendien toezicht moet hou
den op de inning der markt- en weeggelden. Hij moet dus
onmiddellijk voor zijne betrekking geschikt zijn.
Herhaaldelijk zijn gelijk den raad bekend is klachten
vernomen over het slechte dagelijksch toezicht op de markt.
Om hieraan tegemoet te komen is het wenschelijk een per
soon aan te stellendie zich geheel aan deze betrekking kan
wijden en om zoo te zeggen den geheelen dag op de markt zijn.
Een dergelijk ambtenaar kan toch niet lager worden bezoldigd
dan met 600waarvan nog atgaat de huur der woning ad
ƒ100 en een bedrag voor de personeele belasting.
De heer van Eijsinga acht het thans geen geschikt oogen-
blik om tot verhooging van jaarwedden over te gaan. De raad
moet wel voorzichtigheid betrachten voor het inslaan van dien
weg. Ontvangt de een verhooging van jaarweddedan lokt
het verzoeken van anderen uit. Spr. geelt toe, dat vele tracte-
menten niet meer dan voldoende zijn en hij gaarne tot verhoo
ging er van zou medewerken indien de gemeente-financiën
gunstiger waren.
Dit is ook thans khet geval. Het is waardat den markt
meester eene financiëele verantwoordelijkheid wordt opgelegd,
maar dat is altijd zoo geweest. Die verantwoording zal voor
den nieuwen marktmeester niet grooter zijn dan voor den te
genwoordigen alleen zal hij meer dagelijksch toezicht op de
markt moeten houden wat tot nu toe niet plaats hadmaar
wel had moeten plaats hebben.
Er bestaan dus voor spr. geene termenom tot eene tracte
ments-verhooging mede te werken. Hij vertrouwtdat er toch
wel geschikte sollicitanten zich zullen aanmelden en in dat ge
val zal eene bepalingals door den heer Bekhuis wordt be
doeld gunstig werken. Er is voor den marktmeester een sti
mulans in gelegen om met ijver en toewijding zijne betrek
king te vervullen.
Den heer Duparc lacht het denkbeeld van den heer Bek
huis ook wel toe. Uaarne is ook hij voor tractements-verhoo
ging, indien er termen voor bestaan, maar zijns inziens is
dit hier niet het geval.
Spr. kan nog niet inziendat de tegenwoordige jaarwedde
te laag zou zijn voor den opvolgenden marktmeester. Dat dit
niet zoo ismag ook worden afgeleid uit het feitdat er zich
reeds onderscheidene personen voor de betrekking hebben aan
gemeld vóórdat er nog sprake was van eene verhooging der
jaarwedde. Men moet niet uit het oog verliezen dat het hoofd
werk de voornaamste bezigheid, door dezen ambtenaar wordt
verricht op slechts twee dagen in de week des Donderdags
en Vrijdags. Maar dan is het voor hem wel niet mogelijk, overal
op de markt voor de orde te waken, daar zijne tegenwoordig
heid gedurig bij het wegen van vee wordt vereischt.
De marktmeester moet ook op andere dan marktdagen toe
zicht houden op de markt, hoort spr. zeggen. Maar waarin bestaat
dat toezicht Hij moet er tegen waken dat de straatjeugd op
het marktterrein komt en aldaar baldadigheid pleegt. Dit is
echter meer de taak van de politie.
Spr. zal derhalve aan het voorstel zijne stem niet geven
maar geeft den heer Bekhuis in overweging, een amendement
in te dienen in den geest, als door hem is besproken.
De heer Bekhuis heeft met belangstelling het door den
heer Troelstra gesprokene gehoord. Deze heeft spr's denkbeeld
niet bestreden doch opgesomd de talenten en eigenschappen
die volgens hem de marktmeester moet bezitten.
Ieder zal echter moeten toegevendat voor eene goede waar
neming dezer betrekking geene bijzondere opleiding noodig is.
Volgens spr. moet de marktmeester een persoon zijn van eene
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag Januari
1893.
teren.
jewone ontwikkeling en een krachtig lichaam en zullen er wel en verder ijver en goede wil. Personen welke die bekwaam-
ioodanigen te vinden zijn die de betrekking willen aanvaarden en hoedanigheden bezitten zijn er genoeg te vinden voor eene
lp eene bezoldiging van ƒ500, te meerwanneer hun het voor- jaarwedde van 500, vooral als zij 't zelf in de hand hebben,
litzicht geopend wordtdoor ijver en trouwe plichtsbetrachting om door ijver en toewijding hunne positie mettertijd te verbe-
ater eene verhooging van jaarwedde te kunnen verwerven.
Spr. dient hierop het volgende amendement in
in artikel 4 der verordening sub a achter 500 in te voegen
Jeze bezoldiging kan na 5 jaren met 50 en na 10 jaren an-
lermaal met 50 worden verhoogd indien de marktmeester
|ich door ijver en trouwe plichtsbetrachting heeft onderscheiden, aandacht te vestigen.
Door den heer van Eijsinga is gevraagd of de omvang van
Dit amendement wordt ondersteund en in behandeling ge- de werkzaamheden van den marktmeester zijn toegenomen en
lomen. of wegens die toeneming eene verhooging der jaarwedde nood
zakelijk is. Terecht is door dien spreker die vraag ontkennend
De heer Troelstra hoorde als bezwaar tegen de voorge- beantwoord. De werkkring is inderdaad niet uitgebreid,
itelde verhooging aanvoeren dat deze te veel op de gemeen- Over den tegenwoordigen titularis is onlangs veel lofverkon-
eiinanciën zou drukken. Dit bezwaar is vrij denkbeeldig. Vol- digd, nu verneemt men dat zijne functie te wenschen over-
'l"" kA».AlrHni. Antkral
De heer van Sloterdijck zal zijne stem geven aan het
amendement van den heer Bekhuis. Op een paar argumenten,
in de discussiën te berde gebrachtwenscht hij nog nader de
jens het amendement van den heer Bekhuis zal in de eerste
i jaren wel geene verhooging plaats hebbenmaar toch zal
ia tien jaren de jaarwedde verhoogd worden tot het bedrag
lat burgemeester en wethouders nu reeds willen zien bepaald.
Wel wordt die verhooging eenigszins afhankelijk gesteld van
fiver en plichtsbetrachting van den titularis de beoordeeling
fan de geschiktheid is echter eene kiesche zaak en er zou heel
ivat moeten gebeuren om aanleiding te hebben niet tot eene
feihooging over te gaan.
O— i - 1 y
lietmaar wat aan zijne waarneming der betrekking ontbrak
wordt niet toegeschreven aan het lage tractement, maar aan
zijn hoogen leeftijd en wellicht ook aan bijbaantjes. Het reme
die tegen het eerste is te vinden in het aanstellen van een
jonger persoon, maar spr. betwijfelt 'tof de klachten over ge
brekkig dagelijksch toezicht en de wensch om hieraan tege
moet te komen mogen leiden tot eene tractements-verhooging,
zonder de voorschriften te verscherpen. De verplichtingen van
den marktmeester worden niet verzwaard.
rUUOglIIg Ov cl ic gaai»
Spr. blijft er bij dat de marktmeester moet zijn iemand van 1 De heer Troelstra verbond aan zijne beschouwingen de mo
eposeerden leeftijd die behalve de zorg voor de orde eene gelijkheid van eene uitbreiding der veemarkt. Die uitbreiding
liet onbelangrijke financieele verantwoordelijkheid moet dragen, j ligt nog in het verschietmaar komt ze werkelijk tot stand
n verband met een en ander en met het oog op het toege-1 dan zal juist na aanneming van het amendement van den heer
>oinen gebruik der veemarkt is eene belooning van ƒ500 naar Bekhuis de raad in de gelegenheid zijn tegenover vermeerdering
iet oordeel van burgemeester en wethouders te laag. Zelfs van werkzaamheden te stellen eene hoogere bezoldiging.
De heer Heeling Brouwer meentdat men toch wel
eens goed mag nagaan wat het tractement van den markt-
De Voorzitter wenscht aan het door den heer Troelstra meester zal zijn indien het niet verhoogd wordt, immers geen
gesprokene nog iets toe te voegen. De heeren Bekhuis en Du- 8 in de week. De ƒ500 toch moet worden verminderd met
|>arc vatten den werkkring van den marktmeester wel wat engde huur ad 100 voor de woning en het bedrag van het per-
!)p. De heer Duparc zeide o.a. dat zijne werkzaamheden be- soneel. En toch moet deze ambtenaar een zeer onafhankelijke
lerkt zijn tot twee dagen in de week. Burgemeester en wet- positie innemen tegenover de overige ambtenaren de iiandela-
iouders hebbennaar spr. meentduidelijk uiteengezet, dat zy ren en hunne bedienden. Door eene hoogere jaarwedde zal
let uitoefenen van een doorloopend dagelijksch toezicht wen- j men ook het waarnemen van bijbaantjes voorkomen en zal de
ene jaarwedde van ƒ600 is weinig meerdan een gewoon
.ink arbeider verdient.
nieuwe marktmeester zich geheel kunnen wijden aan zijn ambt.
De heer Dijkstra kan zich met het amendement van den
heer Bekhuis niet vereenigen. Het komt hem voordat eene
jaarwedde van 600 beter in overeenstemming is met den aard
pchelijk achten beter dan tot nu toe geschiedde. Dit toezicht
jis wenschelijk ook als een bezuinigingsmaatregel daar toch de
aatjeugd anders veel vernielt.
Dit meerder toezicht maakt het den marktmeester moeielijk
pp eene andere wijze er nog iets bij te verdienen.
Met verwondering heeft spr. den heer Bekhuis hooren bewe-1 der betrekking dan eene van 500.
jren dat voor eene behoorlijke waarneming der betrekking wei-j Zooals de heer Reeling Brouwer deed uitkomen bedraagt
nig opvoeding voldoende is. Burgemeester en wethouders heb-de tegenwoordige jaarwedde van den marktmeester na aftrek
ben daarentegen overwogen, dat bij de beoordeeling van het van de huur, die hij verplicht is te verwonen, nog geen8
(tractementbehalve de omstandigheiddat de marktmeester per week een loon dat aan lieden wordt betaalddie alleen
verplicht is de bij de markt behoorende woning voor ƒ100 te i lichamelijke kracht hebben te geven. In den marktmeester
huren en daarvoor nog personeele belasting te betalen in aan- wordt echter meer gevorderd hij moet dagelijksch toezicht
jinerking moet worden genomen, dat het voor den bloei der houden, hij diaagt financiëele verantwoordelijkheid en dient
veemarkteene financiëel zoo belangryke zaak, van groot belang eenige notie te hebben van administratie. De houding van kden
is dat voor deze betrekking een man wordt benoemddie marktmeester en zijne werkzaamheden hebben invloed op den
boven de marktbezoekers staat door prestige en beschaving. In goeden gang van zaken op de veemarkt en op de financieele
tegenstelling dus met den heer Bekhuis achten burgemeester uitkomsten daarvan.
en wethouders een eenvoudig man niet voldoende zij achten Ook hierom zal hij aan het voorstel van burgemeester en
het onvermijdelijk noodzakelijk een alleszins geschikt persoon wethouders zijne stem gevenomdat de raad dan in de gele-
aan te stelleneen mandie door tact en een gepast woord genheid zal zijn eene betere keuze te doen.
op zijn tijd den bloei van een zoo belangrijk instituut als de
veemarkt en het verkeer op die markt bevorderen. Tegenover Den heer Bekhuis verwondert 'tdat door vorige sprekers
de lasten willen zij eene behoorlijke bezoldiging stellen. telkens gewezen werd op het bezwaar voor den marktmeester
om zijne woning voor 100 te moeten huren. Spr. herinnert
IDe heer Bekhui8 moet den voorzitter doen opmerken dat er aan dat korten lijd geleden bij de behandeling van een
het volstrekt niet zijne bedoeling is geweestte bewerendat onderwerp in deze vergadering er op is gewezendat menig
men voor deze betrekking volstaan kan met een onbeschaafd arbeider ƒ1.50 a 1.75 huur per week moet betalen; dus kan
man van eene slechte opvoeding. Hij heeft alleen gezegd, dat eene huur van 12 voor eene goede gemeentewoning geen be-
voor de betrekking van marktmeester geene speciale opleiding zwaar zijn. Het is eerder voor de betrekking eene aanbeveling,
-noodig is, maar dat voldoende is eene behoorlijke opvoeding, De heer Dijkstra wenscht terstond de jaarwedde op ƒ600