50 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 25 April 1893.
De heer Bekhuis zal over het voorstel van burgemeester
en wethouders niet het woord voerendoch een enkele opmer
king maken naar aanleiding van het heden ter tafel gebracht
adreswaarbij bij vernieuwing afschaffing van de meterhuur
wordt gevraagd, Spr. zegt „bij vernieuwing"omdat reeds
meermalen een gelijk verzoek tot den raad is gericht. Bij de
behandeling van die vorige adressen heeft spr., naar hij ver
trouwt uitvoerig en afdoende aangetoond waarom die huur
niet kan niet mag worden afgeschaft. Bovendien heeft lii.j
zich beijverd, in zijn bij dit voorstel overgelegd rapport te wij
zen op de gronden die voor een behoud van meterhuur pleiten.
Nu echter weder een adres tot afschaffing der huur is ingeko
men spr. hoopt voor de laatste maal wil hij bij al het
aangevoerde met een enkel woord in eene openbare vergade
ring hieraan nog iets toevoegen.
Waarom is het niet billijkdat de gemeente meterhuur
vraagt? De adressanten wijzen op het winstcijfer der gasfa
briek over de laatste jaren. Men kan verschillend denken over
het bedrag der winst, maar niemand kan ontkennen, dat de
gemeente een billijke winst toekomtvooral met het oog op
het niet te loochenen feitdat de verlichtingsmiddclen van alle
kanten ernstig bedreigd wordenen niemand met zekerheid
het lot der gasfabrieken zelfs in de naaste toekomst kan voor
spellen. Al ware het alleen hierom, mag de gemeente zich
als ware het voor den kwaden dag een billijke winst ver
schaffen.
Dc adressanten wijzen er op dat de schuld van de gasfa
briek, naar zij meenen nog f 220000 bedraagt. Spr. kan de
juistheid van dit cijfer voor het oogenblik niet beoordeelen
maar meent aan den anderen kant te moeten wijzen op de
tonnen gouds, die in de gebouwenm de kanalisatie in één
woord in de eigendommen der fabriek begrepen zijn. Hierdoor
staat zij aan velerlei risico blootwaartegenover een billijke
winst moet worden gesteld.
De gemeente verkrijgt die winst eensdeels door den prijs van
het gas anderdeels door het verstrekken van de meters lei
dingen enz. Met alle bescheidenheid gelooft spr. datindien
de heden aan de orde zijnde voorwaarden en bepalingen in
hoofdzaak worden aangenomeneen billijke vergoeding zal
vastgesteld worden voor een dienstdoor de gasfabriek aan de
gasverbruikers bewezen maar dat dan ook de uiterste grens
van toegevendheid zal zijn bereikt. Indien men nog verder
wenscht te gaan dan zou het verlies aan inkomsten, dat daar
van het gevolg zou zijn moeten worden gevonden door verhoo
ging van den gasprijs. Hiertegen zou spr. groot bezwaar heb
ben. De onkosten der gemeentetoestellen dienen rechtstreeks
aan de gasfabriek te worden vergoeddan kan de gasprijs
worden geregeld naar den prijs der gaskolen.
Bij de behandeling van de gemeentcbegrooting voor dit dienst
jaar had in sommige sectiën van den raad eene bespreking
plaats over gasprijsverlaging. Toen heeft spr. in het verslag
van rapporteurs naar hij meentduidelijk aangetoond het ver
band tusschen den gasprijs en den kolenprijs. Dit verband
blijft bestaan wanneer de voorgestelde voorwaarden en bepa
lingen worden aangenomen. Ware de raad echter van meening,
dat de meter gratis in gebruik moet worden gegevendan zou
den de onkosten van die meters drukken op den gasprijs
dus tegen het belang zijn van de adressanten die voor het
meerendeel voor hunne industrie en bedrijf veel gas verbruiken.
Het is in het belang van alle gasverbruikersom de meter
huur niet af te schaffendoch een billijk tarief, thans aange
boden, vast te stellen.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten en wordt
overgegaan tct de behandeling der verschillende artikelen.
Art. 1 wordt onveranderd vastgesteld.
Art. 2. Dc aanleg van de dienstleidingd.i. de gasbuis die
strekt van af de straatkanalisatie tot den gasmeter geschiedt
uitsluitend door de zorg van de gasfabriek.
Voor elk perceelwaarvan de afstand tusschen den voorgevel
en de openbare straat ten hoogste 3 meter bedraagt geschiedt
die aansluiting gratis. Wanneer de voorgevel van een gebouw,
waarin gas wordt verlangdmeer dan 3 meter van de open
bare straat is gelegen dan moet door den aanvrager 50 </o
van de kosten dier verlengde aansluiting worden betaald.
Alvorens met den aanleg wordt aangevangen geeft de di
recteur zoo dit wordt verlangdhet bedrag dier kosten aan
den aanvrager op. De gemeente is niet verplicht gas te leve
ren in gebouwenof voor de verlichting van straatlantaarns
welke meer dan 30 meter van de openbare straat zijn gelegen,
of in die gedeelten der gemeente waar dc wijdte der straat
kanalisatie 0,05 M. of minder bedraagt.
De heer Duparc stelt voor in de tweede regel van boven
het woordje »af" te doen vervallen en de heer Menalda om
in de 9e regel in plaats van „dier" te lezen „der." Er is toch
nog van geene verlengde aansluiting sprake geweest.
Burgemeester en wethouders nemen deze wijzigingen over en
het artikel wordt aldus gewijzigd vastgesteld.
Art. 3. Ieder gasverbruiker is verplichtéén of meer gas
meters in gebruik te nemen die uitsluitend door de gemeente
worden geleverd.
De bepaling van de grootte en de plaatsing van den gasme
ter geschiedt op aanwijzing en naar de voorschriften van den
directeur. Wanneer tegen die aanwijzing of tegen die voor
schriften bezwaren worden ingebracht, beslist "de commissie.
De heer Duparc meent dat de redactie van het eerste lid
verduidelijkt zal worden als dit in twee volzinnen wordt gesplitst.
Anders zou men uit deze bepaling de conclusie kunnen trekken,
dat er nog andere meiers zijn te verkrijgendan die uitsluitend
door de gemeente worden geleverd.
De heer Wolff ls liet met de»- heer Duparc eens dat de
bedoeling niet duidelijk is dat alle meters door de gasfabriek
worden geleverd. Hieraan zou wellicht kunnen worden tegemoet
gekomen door in plaats van „één of meer gasmeters" te lezen
de benoodigde gasmeters.
De heer Reeling Brouwer ziet de noodzakelijkheid van
eene wijziging van dit artikel niet in. Het is z.i. duidelijk, dat
men gasmeters in gebruik moet nemen en dat deze door de
gemeente worden geleverd.
Dc heer Duparc wijst er op, dat liet le lid van dit aitikel
twee verschillende zaken regelt. Ten eersten de verplichting
van den gasverbruiker, om een of meer gasmeters in gebruik
te nemen ten tweeden dat de gasmeters door de gemeente
worden geleverd. Elk onderwerp zal daarom in een afzonder
lijk lid dienen te worden opgenomen.
Spr. slelt derhalve voorhet eerste lid van dit artikel aldus
te lezen
Ieder gasverbruiker is verplicht, een of meer gasmeters in
gebruik te nemen.
Ze worden door de gemeente geleverd.
Dit amendement wordt voldoende ondersteund.
De heer TheuniS80 doet opmerken dat twee vorige spre
kers als purist waren opgetreden en omdat hier alles gevoege
lijk in een enkelen volzin kan worden gezegd geeft hij hier
ook eene verbetering van redactie aan de hand. De uitdruk
king „die uitsluitend enz." wenscht hij te verplaatsen en onmid
dellijk op het antecedent „gasmeters" le doen volgen. Aan alle
bezwaar ware een einde gemaaktwanneer werd gelezen Ieder
gasverbruiker is verplichtéén of meer gasmeters die uitslui
tend door de gemeente worden geleverdin gebruik te nemen.
De Voorzitter gelooft, dat door deze redactie de bezwaren
Verslag der handelingen van den gemeentern
van de heeren Duparc en Wolff niet zouden worden opgeheven.
Hij ziet overigens geen direct belang in de aanneming der re
dactie van den heer Duparc. De bepaling is z.i. duidelijk ge
noeg.
Het amendement van den heer Duparc wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen en het aldus gewijzigd artikel wordt
vastgesteld.
Art. 4 wordt zonder discussie aangenomen.
Art. 5. Voor het gebruik der gasmeters moet aan de ge
meente huur worden [betaald. Die huur loopt van 12 Mei tot
12 November en van 12 November tot 12 Mei, en bedraagt
per 6 maanden
voor
een 2
lichts-meter f 0.50
3
7»
- 0.70
5
0.90
n
10
n
- 1.05
n
20
j)
- 1.40
n
30
- 1.75
50
X
- 2.65
60
- 3.50
n
«O
- 4.55
n
100
n
- 5.60
n
150
n
- 8.75
Voor tusschentijds geplaatste meiers is de volle huur voor G
maanden verschuldigd.
Teruggaaf van meterhuur wordt niet verleend tenzij in de
gevallen bedoeld bij art. 19.
De heer Menalda vraagt of het eene verbetering is dat
de huur voor het gebruik der gasmeters om het half jaar moet
worden betaaldin de plaats van elke drie maanden zooals
tot nu toe geschiedde. Uit liet heden ingekomen adres toch
blijkt, dat de huur voor de gasmeters bij de gasverbruikers nog
al zwaar weegtzoodat het hem voorkomtdat eene betaling
per drie maanden aanbeveling verdient.
De heer Bekhuis zegtdat de termijnen in art. 5 gesteld
zijn voornamelijk omdat die zamen vallen met de gebruikelijke
termijnen van verhuizing.
De opmerking van den heer Menaldadat eene betaling in
halljaarlijksche termijnen voor velen bezwarend zal zijnacht
spr. wel wat overdreven. Hij behoeft er slechts op te wijzen
dat voor de meters de huur per half jaar in het vervolg onge-
veer zooveel zal bedragen als vroeger devhuur per drie maanden.
Bovendien is het voor de administratie veel gemakkelijker
om elk half jaar de huur te innen. Men heeft dan slechts twee
maal anders viermaal per jaar kwitantiön te schrijven.
De heer Menalda zal er zich gaarne bij nederleggen in
dien de nieuwe termijnen voor de administratie gemakkelijker
zullen zijn. Toch meent hij niet overdreven te zijn in zijne
bewering dat voor de kleine gasverbruikers het betalen in korte
termijnen aanbeveling verdient. Dit vooral had hij bij zijne op
merking op het oog.
Het artikel wordt zonder hoofdelijke stemming onveranderd
vastgesteld.
Art. 6 tot en met 9 worden zonder discussie vastgesteld, het
laatste artikelnadat in de eerste regel in plaats van „van af
den meter", is gesteld van den meter af.
Art. 10. leder gasverbruiker is verplicht bij het ontdekken
Van eemg defect aan de dienstleiding den meter of de binnen
leiding, daarvan onverwijld kennis te geven ten kantore van
de gasfabriek. Mocht het blijken dat het defect aan de dienst
leiding of den meter is ontstaan door opzettelijke beschadiging
of verkeerde behandeling dan is de gasverbruiker voor alle
te Leeuwarden, van Dinsdag 25 April 1893. 51
schade daardoor ontstaanverantwoordelijk en verplicht tot
betaling van de kosten van herstel.
De gebreken aan de binnenleiding kunnen desverlangd van
wege de gasfabriek, tegen betaling der kosten, worden hersteld.
De heer Wolff leest in dit artikel, dat ieder gasverbruiker
bij het ontdekken van eenig defect aan dc dienstleiding enz.,
daarvan kennis moet geven ten kantore van de gasfabriek.
Volgens het laatste lid echter heeft ieder vrijheid om de
gebreken al dan niet van wege de gasfabriek te doen herstellen.
De bedoelde kennisgeving veroorzaakt dus noodeloos lastin
geval de hulp van de gasfabriek niet wordt verlangd. Spr.
vraagtof hel niet voldoende is te bepalen dat de kennisge
ving moet geschiedenalleen wanneer men de gebreken van
wege de gasfabriek wil doen herstellen.
De heer Bekhuis zegt, dat door deze verordening een grens
lijn wordt getrokken. Al wat vóór deze lijn ligt, d. i. de dienst
leiding en de meterbehoort aan de gemeentewat er achter
ligtd. i. de binnenleidingbehoort in aanleg risico en on
derhoud aan de gasverbruikers.
Men heeft hier ongeveer 1400 verbruikers, die niet allen even
voorzichtig zijn. Wordt een lek waargenomendan weet men
niet altijd terstond waar die is ontstaan. Daarom is het juist
in hun belangdat er aan de gasfabriek kennis van worde ge
geven. Deze doet een onderzoek instellen enwordt het lek
gevondendit herstellen en wel kosteloosals het blijkt te
bestaan aan den meter of aan de dienstleidingterwijlindien
het lek in de binnenleiding aanwezig is de gasverbruiker vol
komen vrij blijftom het al dan niet van wege de fabriek te
doen herstellen.
Het artikel wordt zonder hoofdelijke stemming onveranderd
vastgesteld.
Art. 11. Voor alle werkzaamheden, die overeenkomstig artt.
9 en 10 door werklieden der gasfabriek worden verrichtmoet
per uur en per werkman 20 cent worden betaaldgedeelten
van uren worden voor volle uren in rekening gebracht. Voor
het houden van toezichthet opnemen en controleeren van den
arbeid wordt mets berekend maar de gemeente is in geen
geval verantwoordelijk voor de schadedie het gevolg is van
gebreken aan de binnenleiding of van den arbeid daaraan door
werklieden van de gasfabriek verricht.
De heer Menalda vraagt, waarom de gemeente niet ver
antwoordelijk moet worden gesteld voor de schade, die het ge
volg is van den arbeid aan de binnenleiding door werklieden
van de gasfabriek verricht. Hem komt het toch rationeel voor,
dat de fabriek voor evcntueele schade moet instaan.
De heer Bekhuis wenscht de vraag van den heer Menalda
met een enkel woord te beantwoorden. Deze vraagtwaarom
de gasfabriek niet verantwoordelijk moet zijn voor de schade
bij liet herstellen van gebreken enz. door werklieden der fabriek
toe te brengen aan de binnenleiding. Wanneer iemand, vraagt
spr.een werkman in dienst heeft en deze begaat een onge
luk zal men dan op zijn baas de kosten daarvan verhalen
Spr. meent van met. Zoo ook in dit geval niet. Dc werklieden
der fabriek verrichten bijv. op verzoek van een gasverbruiker
eenige werkzaamheden in zijn huis zij hangen o. a. een kroon
op en deze valt eenigen tijd later naar beneden, moet men dan
de fabriek daarvoor verantwoordelijk stellen? Juist om derge
lijke ongemotiveerde vorderingen te voorkomen is deze bepa
ling in dit artikel opgenomen. Eiken arbeid in dienst van
particulieren verrichtwordt van wege de fabriek nagegaan
maar blijktdat daardoor schade ontstaatdan mag de fabriek
daar niet verantwoordelijk voor worden gesteld.
De Voorzitter is het niet den heer Bekhuis geheel eens>
dat de gasfabriek niet verantwoordelijk kan worden gestel^