98 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 5 September 1893. 5. Benoeming van drie leden der Commissie voor de gemeen telijke gasfabriek wegens periodieke aftreding als raadsleden van de heeren W. J. OosterhoffJ. F. 11. Bekhuis en G. Me- nalda. Tot leden dezer commissie worden herbenoemd de heeren W. J. Oosterhoff, J. F. H. Bekhuis en G. Menalda. De voorzitter deelt mede, dat door burgemeester en wethou ders tot voorzitter dezer commissie opnieuw is aangewezen de heer Dr. N. Reeling Brouwer die als wethouder heden periodiek was afgetreden en als zoodanig is herkozen. 6. Benoeming van een lid der Commissie voor het stedelijk muziekkorps wegens de periodieke aftreding als raadslid van den heer G. Menalda. De heer G. Menalda wordt tot lid dezer commissie herbe noemd. De voorzitter deelt mede dat burgemeester en wethouders den heer Dr. N. Reeling Brouwer tot voorzitter dezer com- misie hebben aangewezen. Voor zoover de benoemden tot leden der onder nos. 2 tot en met 6 bedoelde raadscommissiën tegenwoordig waren is door hen de op hen uitgebrachte benoeming aangenomen. 7. Benoeming van eene onderwijzeres in de handwerken aan de Gemeenteschool no. 7. Op de voordracht zijn geplaatst 1. Mej. T. Bosma 2. Mej. N. van Vliet, 3. Mej. E. Boer- mansallen te Leeuwarden. Het resultaat van de gehouden stemming is, dat 14 stemmen zijn uitgebracht op Mej. T. Bosma en 2 briefjes in blanco zijn ingediend, zoodat Mej. Trijntje Bosma te Leeuwarden is be noemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden vastgesteld. 8. Benoeming van een ambtenaar van den burgerlijken standivegens periodieke aftreding als raadslid van den heer W. J. Oosterhoff. Tot ambtenaar van den burgerlijken stand wordt herbenoemd de heer W. J Oosterhoff, door wie de benoeming wordt aan genomen. 9. Regeling der rangorde van zitting der leden ter verga dering. Bij loting wordt aangewezen plaats no. 1 aan den heer R. H. Dijkstra. 9 2 G. Menalda. n 9 3 Jhr. Mr. G. van Eijsinga. 4 P. Fabry de Jonge. ff ff 5 ff J- Theunisse. 6 T. Konter. 7 J. van der Scheer. 8 N. T. Haverschmidt J.Hz. 9 9 Mr. J. L. van Sloterdijck. „10,, S. H. Hijlkema. 11 F. Plantenga. ff 12 A. Duparc. 13 Mr. G. Beekhuis. 14 Dr. J. Baart de la Faille. 15 J. F. H. Bekhuis. 9 16 9 D. Tigler Wijbrandi. 17 W. J. Oosterhoff. 18 H. Beucker Andreae. 9 19 Mr. I. Wolff. 20 Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, Waarschijnlijk saldo f 2.34 a Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 5 September 1893. 99 10. Verdeeling van den raad in sectiën. De uitslag der gehouden loting is, dat worden aangewezen a. tot leden der le sectie, waarvan de burgemeester voor zitter is, de heeren Mr. I. Wolff, N. T. Haverschmidt J.Hz., F. Fabry de Jonge, G. Menalda, T. Konter, D. Tigler Wijbrandi, en J. Troelstra, wethouder. b. tot leden der 2e sectie de heeren S. H. Hijlkema, W. J Oosterhoff, Mr. G. Beekhuis, J. van der Scheer, Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, F. Plantenga en Dr. J. Baart de la Faille, tot voorzitter de heer Dr. N. Reeling Brouwer, wethouder. tot leden der 3e sectie de heeren Jhr. Mr. G. van Eijsin ga, J. F. H. Bekhuis, A. DuparcH. Beucker AndreaeR. H. Dijkstra, Mr. J. L. van Sloterdijck J. Theunisse en tot voor zitter de heer Mr. J. G. Meijer. 11. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van een voorstel van burgemeester en wethouderstot nadere wijzi ging der begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente dienst 1893. Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming conform de conclusie van het rapport besloten de gemeentebegrooting, dienst 1893, nader te wijzigen over eenkomstig het aangeboden voorstel, sluitende met een totaal aan inkomsten van 1,068,860.94 uitgaven - 1,068,858.60. 12. Voorstel van burgemeester en ivetliouders tot het ver- leenen van eene subsidie voor den aanleg van een locaalspoor- weg Groningen DrachtenLeeuwarden De conclusie van dit voorstel luidt aan den heer S. Hamelink te Heerenveen, concessionaris van den ontworpen locaalspoorweg Groningen—Drachten—Leeuwar den, eene subsidie te verleenen uit de gemeentekas van 10,000, onder voorwaarde, dat I. in overleg met burgemeester en wethouders moet worden vastgesteld a. de richting van den spoorweg op het grondgebied dezer gemeente. b. de plaats van het hoofdstation binnen deze gemeente. II. bij het hoofdstation eene veelading en inrichting tot het bergen van goederen moeten worden gemaakt. III. de uren van aankomst en vertrek van de treinen op de marktdagen onder goedkeuring van burgemeester en wethou ders moeten worden vastgesteld. IV. de subsidie zal vorderbaar zijn één jaarnadat de geheele lijn in exploitatie is gebracht. V. de toegezegde subsidie zal vervallenindien vóór den 1 Januari 1895 geen aanvang is gemaakt met den aanleg van den spoorweg. De beraadslagingen over dit voorstel worden geopend. De heer Duparc acht het belang van Leeuwarden bij den ontworpen spoorweg grooter dan burgemeester en wethouders in hun voorstel doen voorkomen. Hij is daarom van meening, dat het gevraagd subsidie van f 30,000 niet te hoog iswaar het geheele kostenbedrag op f 2,400,000 is begroot. Als toch de lijn tot stand komtzal alweder een belangrijk deel van Friesland nauwer met de hoofdstad zijn verbonden. Intusschen zal hij geen voorstel doen tot verhooging hij wenscht het aan den concessionaris zeiven over te laten, zich nader over de zaak tot den raad te wenden indien het voorgestelde bedrag van f 10,000 door hem te gering wordt geoordeeld. Afgescheiden hiervan vindt spr. de aan het subsidie te verbinden voorwaarden te bezwarend. Vooral geldt dit van de voorwaarde, dat de plaats van het hoofdstation binnen deze gemeente in overleg met burgemeester en wethouders moet worden vastge steld. Het gevolg hiervan zou kunnen zijndatwordt dit station niet direct aan het bestaande spoorwegstation verbon den belangrijke onteigeningen noodig worden, waaraan natuur lijk groote geldelijke uitgaven zullen zijn verbonden. Ook de voorwaardedat de uren van aankomst en vertrek der treinen op de marktdagen onder goedkeuring van burgemeester en wet houders moeten worden vastgesteldacht spr. niet weinig be zwarend. De kosten van een trein Drachten—Leeuwarden kun nen worden geschat op ƒ25 a f30. Voor een geheel jaar maakt dit dus pl.m. f 1500. En nu is het spr. bekend dat eens, op aandrang van een handelslichaam in zekere stad van ons land, niet te Leeuwarden een markttrein werd ingelegd, waar van later bleek, dat er gemiddeld door niet meer dan vijf per sonen per trein gebruik van werd gemaakt. Aan welke be langrijke uitgaven zou de concessionaris zich dus casu quo niet blootstellen terwijl een subsidie van f 10,000 hem niet meer dan f 400 zou opleveren. Men vergete toch niet, dat het reizend publiek hoe langer zoo meer veeleischend wordt. Gelijk spr. heeft vernomen en trouwens ook in het verzoek schrift wordt medegedeeldis de regeering niet ongenegen aan de wetgevende macht voor te stellenrijkssubsidie voor den geprojecteerden weg toe te kennen mits ook de betrokken gemeente- en provinciale besturen van ingenomenheid met de zaak doen blijken. Zou het echter niet kunnen gebeuren dat tegen de toekenning van rijkssubsidie bezwaar wordt gemaakt indien de hoofdstad van Friesland slechts een zoo gering bedrag verstrekt als burgemeester en wethouders voorstellen Of wel de concessionaris zou voor het gemeentelijk subsidie bedanken, Leeuwarden er geheel buiten laten en zich bepalen tot eene lijn Drachten Groningen. En dit zou spr. betreuren want de ingezetenen van het oostelijk en van het zuid-oostelijk gedeelte van Friesland zouden dan de voortbrengselen van hun landbouw ei. nijverheidin stede van naar Leeuwarden te zenden gelijk anders zou geschiedenaan Groningen doen toekomen. De Voorzitter kan aan den heer Duparc mededeelen, dat burgemeester en wethouders bij de bepaling van het bedrag der subsidie in aanmerking hebben genomendat het gedeelte der provincie, 't welk de spoorweg zal doorkruisen, met Leeuwarden is verbonden door uitstekende waterwegenen overigens voor 't grootste deel uit water en moerasland bestaat. Tot Drachten zullen bijna geene dorpen van eenige beteeke- nis aan de lijn komen te liggen; 'l voornaamste zal Garijp zijn, terwijl bovendien reeds verschillende plaatsen uit de omgeving door tram en spoorweg aan Leeuwarden zijn verbonden. De vrees van den heer Duparc dat om de geringe subsidie de concessionaris Drachten als eindpunt van den spoorweg zoude kunnen maken deelt spr. niet. Een lijn van Drachten naar Groningen zal zeker geen kans van slagen hebben. Deze ge meente zal bovendien slechts over 2 kilometer door den gepro jecteerden spoorweg worden doorsneden. Dit vooral ook was een motief, om geen hooger subsidie voor te stellen. De concessionaris is er op uitzich in verbinding te stellen met de Maatschappij tot exploitatie van staatspoorwegen en zoo mogelijk zijn spoorweg aan den staatspoorweg te doen aanslui ten en van de bestaande sporen zoo ver mogelijk gebruik te maken op die wijze zullen de aanleg- en exploitatiekosten be trekkelijk gering zijn. Al deze factoren hebben burgemeester en wethouders tot het doen van hun voorstel geleid. Bovendien zal de concessionaris wel trachten den steun van het Rijk en de Provincie te ver krijgen, om zijn doel te bereiken. De beraadslagingen worden hierna gesloten en de onder deden en daarna het geheele voorstel zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. 13. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vergrooting van de speelplaats bij de gemeenteschool no. 6. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten het terrein, deel uitmakende van het kadastrale perceel sec tie G no. 4684, gelegen ten oosten van de gemeenteschool no. 6, te voegen bij de speelplaats van die school en het door eene schutting van de openbare straat te doen afscheiden. 14. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging en aanvulling van het reglement op het bestuur van de stads armenkamer. (Zie Bijlage no. 21 tot het verslag van's raads handelingen.) De beraadslagingen over dit voorstel worden geopend. Nadat de Voorzitter had gewezen op het onvoltallige der vergadering en de wenschelijkheid had uitgesproken, de behan deling van dit belangrijk voorstel uit te stellen tot de volgende raadsvergaderingdoet de heer Bokhuis daartoe het voorstel. Het voorstel van den heer Bekhuis wordt ondersteund en daarna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten de behandeling van het voorstel uit te stellen tot de volgende raadsvergadering. 15. Advies op reclames in beroep tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag. In verband hiermede wordt de vergadering door den voor zitter gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuioarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1893 | | pagina 2