i
I
r- ~<sv>.v-
108
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag September 18'J.l.
erslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag B6 September 1893. 109
besprokenvoor burgemeester en wethouders een motief zal
zijn om de kringen voor de buurtbezoekers niet te groot te
nemen.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement van den heer van Eijsinga op art. 70 wordt
in stemming gebracht en verworpen met 16 tegen 4 stemmen.
Vóór stemden de heeren Reeling BrouwerTheunissevan
Eijsinga en Fabry de Jonge.
Sub III wordt door burgemeester en wethouders voorgesteld,
het reglement op het bestuur der stads armenkamer op nieuw
in zijn geheel vast te stellen.
Hiertoe wordt besloten.
Alzoo is vastgesteld navolgend besluit
De Raad der Gemeente Leeuwarden
Overwegendedat het wenschelijk is in het reglement op
het bestuur van de stads-armenkamer vastgesteld den 11 Ja
nuari 1877 en gewijzigd bij besluiten van 21 Mei 1879 en 14
Juli 1881 eenige nadere wijzigingen en aanvullingen aan te
brengen
Besluit
I. In bedoeld reglement aan te brengen de volgende wijzi
gingen
Art. 20 te lezen als volgt
In deze gemeente gevestigde peisonen, die wenschen te
worden ondersteund, wenden zich daartoe tot den buurtbezoeker,
onder wiens kring zij woonachtig zijn, of aan dengene, die dezen
tijdelijk vervangt.
Schippers en andere tijdelijk in de gemeente vertoevende
personen doen hunne aanvragen om onderstand rechtstreeks
aan de voogden.
Deze beslissen daarop nietdan na persoonlijk onderzoek
hetzij door een der voogden hetzij door den secretaris-boek
houder of wel na bekomen inlichtingen van de politie.
Art. 21 te lezen als volgt
In iedere gewone vergadering beslissen de voogden op de
ingekomen aanvragen om onderstand.
De secretaris-boekhouder doet van de beslissing mededeeling
aan den buurtbezoeker, die de aanvraag om onderstand heeft
ingezonden.
In spoedeischende gevallen wordt door den voorzitter, in
overleg met den secretaris - boekhouder eene voorloopige beslis
sing genomen, die onmiddellijk kan worden uitgevoerd.
De voorzitter doet hiervan mededeeling in de eerstvolgende
vergadering van voogden welke vergadering het besluit van den
voorzitter bevestigt, wijzigt of intrekt, wat den verderen duur
der ondersteuning betreft.
Van het eindigen eener ondersteuning doet de secretaris
boekhouder mededeeling aan den betrokken buurtbezoeker.
In iedere gewone vergadering van voogden wordt aan be
deelden gelegenheid gegeven persoonlijk hunne verzoeken of
bezwaren kenbaar te maken.
Voogden onthouden zich, om voor behoeftigen, behoorende
tot hunne administratie buiten de gemeente woningen te huren,
te koopen of te stichten.
Art. 22 te lezen als volgt
Op de aanvragen om genees-, heel- en verloskundige hulp is
art. 20 van toepassing.
De lastbriefjes voor zoodanige hulp worden afgegeven dooi
den voorzitter of den secretaris-boekhouder, overeenkomstig de
verordening op den genees-, heel- en verloskundigen dienst voor
behoeftigen in deze gemeente (gem. blad van 1892 no. 16,).
In spoedeischende gevallen kan het lastbriefje worden afge
geven vóórdat het voorgeschreven onderzoek heeft plaats gehad.
Van de afgegeven lastbriefjes wordt in de eerstvolgende
gewone vergadering van voogden mededeeling gedaan.
In deze vergadering wordt over het verder verleenen van
genees- en heelkundige hulp beslist.
Var. de beslissing wordt door den secretaris-boekhouder me
dedeeling gedaan aan den betrokken buurtbezoeker.
Indien een gemeente-arts of vroedvrouw volgens de artt. 15
en 22 der in de 2e alinea van dit artikel aangehaalde verorde
ning oordeeltdat er bij een lijder of kraamvrouw behoefte
bestaat aan ligging kleeding of andere noodige zaken is de
voorzitter bevoegd, in overleg met den secretaris-boekhouder
het noodige onmiddellijk te doen verstrekken.
Ook hiervan doet hij mededeeling aan de voogden in hunne
eerstvolgende vergadering.
Art. 26 te lezen als volgt
De toegestane bedeelingen in geld en brood aan de behoef
tigen, in art. 23 kb en B genoemd worden eenmaal 's weeks,
op een bepaalden dag en op daarvoor vastgestelde uren aan
hen uitgereikt.
Met afwijking hiervan kan de uitreiking ook geschieden door
tusschenkomst van den buurtbezoeker tot wiens kring de be
hoeftige behoort.
De uitreiking van brandstofkleedingligging en dekking
wordt naar omstandigheden door de voogden geregeld.
Art. 48 te lezen als volgt
De voorzitterbijgestaan door den secretaris-boekhouder, is
dagelijks op een door de voogden te bepalen uur voor de
armen, die ondersteuning verlangen te spreken en hoort hunne
verzoeken aan.
Hij is belast met de gewone wekelijksche en alle buitenge
wone uitdeelingen in overleg en met bijstand van den secre
taris-boekhouder.
Hij ziet met dezen mede toe dat de gemeente-artsen en
vroedvrouwen de hun bij de verordening op den genees-, heel-
en verloskundigen dienst voor behoeftigen in deze gemeente
opgelegde verplichtingen naar hehooren vervullen.
Art. 63.
Achter het woord „opgenoemd'', te doen volgen >het re
gister van afgegeven lastbriefjes voor genees-, heel- en verlos
kundige hulp."
Art. 64 te lezen als volgt
Hij is bevoegd en op last van de voogden verplicht, om in
de woningen van de behoeftigen, die op eenigerlei wijze door
de stads-armenkamer worden ondersteund persoonlijk onder
zoek te doen naar de behoeften en den toestand der onder
steunden.
Van zijn onderzoek brengt hij rapport uit in de eerstvolgende
gewone vergadering van voogden.
Art. 65 te doen vervallen.
Art. 66 te nummeren art. 65.
De verdere bepalingen van hoofdstuk IV te lezen als volgt:
Art. 66.
Hij is bevoegd, aan de voogden zoodanige voorstellen in het
belang der administratie of der armen te doen als hij nuttig
zal oordeelen, en gedraagt zich overigens naar hetgeen in deze
verordening te zijnen opzichte is voorgeschreven.
Art. 67.
Op hem is van toepassing hetgeen bij art. 28 ten aanzien
der voogden is bepaald.
Art. 68.
Indien de secretaris-boekhouder door ziekte of andere oor
zaken tijdelijk buiten staat is zijne functiën waar te nemen,
wijzen voogden een hunner voor de waarneming aan
Ook zijn zij gemachtigd om, zoo noodig, een ander met de
tijdelijke waarneming dier functiën te belasten op kosten van
den secretaris-boekhouder, doch in overleg met en onder goed
keuring van burgemeester en wethouders.
vastgesteldzoo spoedig
stads-armenkamer.
mogelijk in
Art. 75.
den voorzitter der
II
Aan het reglement toe te voegen de volgende bepalingen
HOOFDSTUK V.
Van de buurtbezoekers.
Art. 69.
De voogden worden ter hunner voorlichting omtrent het ver
leenen van onderstand en van genees-, heel- en verloskundige
hulp bijgestaan door eene commissie van buurtbezoekers.
Deze commissie kan tevens bijstand verleenen bij het uit
reiken van geldelijke of andere ondersteuningen.
Art. 70.
Het getal buurtbezoekers is onbepaald en wordt naar de
behoefte geregeld.
lederen buurtbezoeker wordt de kring aangewezen, waarin
hij werkzaam zal zijn.
In den regel wordt voor een bepaalden kring een bewoner
daarvan tot buurtbezoeker benoemd.
Art. 71.
De verdeeling in kringen en de benoeming der buurtbezoekers
geschieden door burgemeester en wethouders, de voogden gehoord.
Art. 72.
De buurtbezoekers worden benoemd voor den tijd van drie
jaren. Zij zijn dadelijk herbenoembaar.
Art. 73.
Bij het ontstaan eener tussohentijdsche vacature, en zoolang
daarin niet is voorzien, wordt de vacante betrekking waarge
nomen door een buurtbezoeker, door burgemeester en wethouders
aan te wijzen.
Art. 74.
Bij het ontvangen van aanvragen om onderstand of genees-,
heel- en verloskundige hulp, stelt de buurtbezoeker dadelijk een
persoonlijk onderzoek in naar den toestand en de behoeften van
het gezin.
Indien de buurtbezoeker niet bij machte is om hetzij door
liet inroepen van de hulp van kerkelijke of bijzondere instellin
gen van weldadigheid, hetzij door werkverschaffing of op eenige
andere wijze in de behoefte te voorzien dient hij de aan
vraag met het rapport van zijn onderzoek, ingericht overeen
komstig de voorschriftendoor burgemeester en wethouders
De buurtbezoeker bezoekt van tijd tot tijd in zijnen kring ieder
gezindat van de stads-armenkamer onderstand of genees-
en heelkundige hulp geniet.
Hij gaat in hel bijzonder naof de kinderen der ondersteun
den die in de schooljaren vallen geregeld een school bezoe
ken. Indien dit niet het geval is, geeft hij daarvan bericht
aan evengeraeldén voorzittermet opgave van de reden van
het schoolverzuim. Inmiddels tracht hij het schoolbezoek zoo
veel mogelijk te bevorderen.
Hij tracht overigens door raad en voorlichting en door zede
lijken steun en hulp elk behoeffig gezi'i zooveel mogelijk zede
lijk en stoffelijk te verheffen. Hij doet dit echter met volko
men eerbiediging van de godsdienstige begrippen van den be
hoeftige.
Art. 76.
De buurtbezoeker voegt aan de door hem in te zenden rappor
ten zoodanige mededeelingen en voorstellen toe, ais hij wen
schelijk oordeelt.
Art. 77.
De huurtbezoeker geeft inlichtingen omtrent behoeftigen in
zijnen kring woonachtig onverschillig of zij al dan niet onder
stand van het armbestuur genieten, aan besturen van kerkelijke
en bijzondere instellingen van weldadigheid, indien die van hem
worden gevraagd.
Desgevraagd verstrekken zij aan burgemeester en wethouders
zoo spoedig mogelijk alle inlichtingen omtrent den toestand
van alle behoeftigenin hunnen kring woonachtig.
Art. 78.
De buurtbezoekers zijn tevens belast met het afgeven van be
wijzen van goed gedrag en van onvermogen, die door of omtrent
personen in hunnen kring woonachtig worden gevraagd, nadat
zij zich omtrent het gedrag of het onvermogen van den betrok
ken persoon zoo nauwkeurig mogelijk hebben vergewist.
Waar voor zoodanige bewijzen eene verklaring van twee buurt
bezoekers dienstig wordt geoordeeld worden zij mede onder
teekend door een anderen buurtbezoeker, in dezelfde wijk woon
achtig nadat deze zich mede zooveel mogelijk heeft overtuigd
omtrent het gedrag of het onvermogen van den persoon wien
het geldt.
Art. 79.
Indien een buurtbezoeker door ziekte of afwezigheid zijne
betrekking tijdelijk niet kan Waarnemen, geeft hij daarvan dade
lijk bericht aan den voorzitter der stads-armenkamer, die de
tijdelijke waarneming opdraagt aan een anderen buurtbezoeker,
bij voorkeur in dezelfde wijk woonachtig.
Art. 80.
De buurtbezoekers worden in acht sectiën verdeeld. De ver
deeling geschiedt door burgemeester en wethouders, de voogden
gehoord.
Iedere sectie vergadert ten minste éénmaal in de drie maan
den na oproeping en onder voorzitterschap van een der voogden.
De sectie wijst een uit haar midden tot secretaris aandie
van iedere vergadering behoorlijke notulen houdt.
In deze vergaderingen doen d buurtbezoekers verslag van
hunne bevindingen. Voorts wordt daarin gelegenheid gegeven
tol besprekingen over armenzorg en wat daarmede in verband
staat, inzonderheid met betrekking tot deze gemeente.