y\
I Het aldus gewijzigd voorstel wordt zonder discussie en hoof
delijke stemming vastgesteld als volgt
158 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 98 November 1893.
men van onzen tijd wordt beschouwd en met instemming zal
hij eiken nieuwen stap begroeten, die tot oplossing daarvan
door dit college zal worden gedaan.
De beraadslagingen worden weder gesloten en het voorstel
wordt hierop zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
3. De legger van onderhoudsplichtigen van de sloot langs
het Pieterseliewaltje.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
a. het door W. de Vries ingebracht bezwaar tegen den
legger van onderhoudplichtigen van de sloot langs het Pieter
seliewaltje ongegrond te verklaren
b. den sub a bedoelden legger, zooals die door burgemees
ter en wethouders is opgemaaktvoorloopig vast te stellen.
4. Voorstel der raadscommissie voor het ontwerpen van
strafver or deningea tot vaststelling van een besluit tot geldig
verklaring van bestaande verordeningen tegen welker over
treding straf is bedreigd.
(Zie bijlage no. 36 tot het verslag van 's raads handelingen.)
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt vastgesteld
navolgend besluit:
De raad der gemeente Leeuwarden
Gezien art. 178 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85).
Herzien de plaatselijke verordeningen dezer gemeente tegen
welker overtreding straf is bedreigd
Besluit
Te verklarendat nog gelden de volgende plaatselijke ver
ordeningen
1. Verordening van politie op het begraven en de begraaf
plaatsen in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbe
sluit van den 23 Juni 1870, afgekondigd den 26 Juli 1870,
gewijzigd bij raadsbesluit van den 24 April 1873, afgekondigd
den 15 Mei 1873, en bij raadsbesluit van den 16n Augustus
1887, afgekondigd den 6 September 1887.
2. Verordening, betreffende de verdeeling der gemeente Leeu
warden in wijken en nummering der gebouwen, vastgesteld bij
raadsbesluiten van den 23 Maart en 13 April 1876, afgekon
digd den 12 en 14 April 1876, gewijzigd bij raadsbesluit van
den 9 Mei 1877 afgekondigd den 2 Juni 1877 en bij raads
besluit van den 16 Augustus 1887, afgekondigd den 6 Septem
ber 1887.
3. Verordening op de huizen van ontucht en de publieke
vrouwen te Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van den
26 October 1876, afgekondigd den 23 November 1876, in
werking getreden den 1 Juni 1877 krachtens raadsbesluit van
den 5 Mei 1877 afgekondigd den 29 Mei 1877, en gewijzigd
bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887 afgekondigd den
6 September 1887 en bij raadsbesluit van den 28 Februari
1893, afgekondigd den 18 Maart 1893.
4. Verordening tot instandhouding van de goede orde op de
buitenpleinen van en de toegangen tot het spoorwegstation
vastgesteld bij raadsbesluit van den 9 November 1876, afge
kondigd den 25 November 1876, gewijzigd bij raadsbesluit van
den 16 Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887.
5. Verordening op het houden of mesten van varkens binnen
de bebouwde kom der gemeente Leeuwardenvastgesteld bij
raadsbesluit van den 27 November 1879, afgekondigd den 13
December 1879, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887, afgekondigd den 6 September 1887.
6. Verordeningregelende de politie opt de openbare ver
makelijkheden plaatsen van vereeniging voor personen en ver
lotingen in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raads
besluit van den 24 Januari 1884, afgekondigd den 11 Februari
1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887,
afgekondigd den 6 September 1887.
7. Verordening regelende de politie op den in- en vervoer,
den verkoop enz. en de keuring van vleesch, visch en vruchten,
vastgesteld bij raadsbesluit van den 8 April 1890, afgekondigd
den 30 April 1890, gewijzigd bij raadsbesluit van den 14 Oc
tober 1890, afgekondigd den 30 October 1890, bij raadsbesluit
van den 9 December 1890, afgekondigd den 9 Januari 1891,
bij raadsbesluit van den 28 Februari 1893 afgekondigd den
18 Maart 1893 en bij raadsbesluit van den 24 October 1893,
afgekondigd den 10 November 1893.
8. Verordening op de marktpolitie te Leeuwarden vastge
steld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884, afgekondigd den
25 Maart 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887 afgekondigd den 6 September 1887, bij raadsbesluit
van den 14 Juli 1891 afgekondigd den 27 Juli 1891 en bij
raadsbesluit van den 9 Mei 1892, afgekondigd den 20 Mei 1892.
9. Verordeningregelende de verplichting tot kennisgeving
van de verhuizingen binnen de gemeente Leeuwarden vastge
steld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884, afgekondigd den
25 Maart 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887, afgekondigd den 6 September 1887.
10. Verordening van politie op het leggen der schepen en op
de scheepvaart in de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij
raadsbesluit van den 24 April 1884, afgekondigd den 13 Mei
1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887,
afgekondigd den 6 September 1887 en bij raadsbesluit van den
25 April 1893, afgekondigd den 17 Mei 1893.
11. Verordening tot voorziening tegen en bij brand, vastge
steld bij raadsbesluit van den 12 Maart 1885, afgekondigd
den 31 Maart 1885, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16
Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887, bij raads
besluit van den 11 Augustus 1891, afgekondigd den 28 Augus
tus 1891 en bij raadsbesluit van den 24 October 1893, afge
kondigd den 10 November 1893.
12. Verordening op het aanleggen, onderhouden en gebrui
ken der openbare ijsbanen in de gemeente Leeuwarden vast
gesteld bij raadsbesluit van den 23 April 1885 afgekondigd
den 11 Mei 1885, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus
tus 1887 afgekondigd den 6 September 1887.
13. Verordening houdende algemeene bepalingen van politie
voor de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van
den 28 Juni 1887 afgekondigd den 13 Juli 1887 gewijzigd
bij raadsbesluit van den 28 Januari 1890, afgekondigd den
12 Februari 1890, bij raadsbesluit van den 9 December 1890,
afgekondigd den 9 Januari 1891 bij raadsbesluit van den 8
Augustus 1893, afgekondigd den 26 Augustus 1893, en bij
raadsbesluit van den 24 October 1893 afgekondigd den 10
November 1893.
14. Verordening tot voorkomingwering en beteugeling van
besmettelijke ziektenvastgesteld bij raadsbesluit van den 13
September 1887, afgekondigd den 27 September 1887.
15. Verordening op het bouiven in op het inrichten van wo
ningen en tegen het bewonen van voor de gezondheid nadeelige
of voor het leven gevaarlijke woningenvastgesteld bij raads
besluit van den 13 Maart 1888, afgekondigd den 4 April 1888.
16. Verordening op het bewaren van buskruit, vastgesteld
bij raadsbesluit van 27 December 1888, afgekondigd den 12
Januari 1889.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 28 November 1893. 159
17. Verordening ter voorkoming van de overbrenging en
verspreiding van de cholera te Leeuwardenvastgesteld bij
raadsbesluit van den 27 September 1892, afgekondigd den 30
September 1892.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der verordening betreffende de aanhouding der bevolking- en
I wijkregistersvan het reglement voor de bevolkingsagenten en
I van de verordening tot voorziening tegen en bij brand.
(Zie bijlage no. 37 tot het verslag van 's raads handelingen).
De voorzitter deelt mededat burgemeester en wethouders
hun voorstel in zoover hebben gewijzigd dat art. 23 van de
verordening betreffende de aanhouding der bevolking- en wijk
registers niet vervallen worde verklaardmaar behouden blijve
I en genummerd worde art. 3.
I a. de verordening betreffende de aanhouding der bevolking
en wijkregisters, vastgesteld den 23 Maart 1876 (gemeenteblad
|no. 16 van 1877), te wijzigen door de artikelen 3 tot en met
|22 vervallen te verklaren en art. 23 te nummeren art. 3.
b. het reglement voor de bevolkingsagenten vastgesteld bij
raadsbesluiten van 23 Maart 1876 en 20 September d.a.v. (ge
meenteblad no. 15 van 1877), zooals dit met de daarin aan-
I gebrachte wijzigingen in zijn geheel is opgenomen in het ge
meenteblad no. 12 van 1889, te wijzigen, door sub b van art.
2 vervallen te verklarenen de onderdeelen c en d te lezen
respectievelijk b en c.
c. de verordening tot voorziening tegen en bij brand, vast-
I gesteld bij raadsbesluit van 12 Maart 1885 (gemeenteblad no. 7)
gewijzigd bij raadsbesluit van 16 Augustus 1887 (gemeente-
I blad no. 18), bij raadsbesluit van 11 Augustus 1891 (gemeente
blad no. 18) en bij raadsbesluit van 24 October 1893 (ge
meenteblad no. 20), nader te wijzigen als volgt
I. in art. 30 van voormelde verordening te doen vervallen
de voorlaatste zinsnede luidende ng. de wijkmeesters van de
I wijkwaar de brand is", en onderdeel hte lezen g
II. in art. 31 van voormelde verordening, de woorden
J „de brandmeesters en de wijkmeesters der wijk" te doen ver-
I vangen door de woorden „en de brandmeesters."
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
der verordening op de gemeentelijke bewaarscholen.
(Zie bijlage no. 38 tot het verslag van 's raads handelingen.)
De algemeene beraadslagingen worden geopend.
De heer Dijk8tra kan zich in hoofdzaak wel vereenigen
met het voorstel van burgemeester en wethouders in het al
gemeen zoowel als in het bijzonder wat de bewaarschool no.
4- betreft. Alleen de uitzondering ten opzichte van de tweede
hulponderwijzeres aan die school vindt bij spr. geen bijval.
Het komt hem voordat de toelichting die de commissie voor
de bewaarscholen op haar voorstel heeft gegeven daartoe geen
aanleiding gafja er zelfs mede in strijd is. De commissie
schrijft n.l. aan burgemeester en wethouders, „dat na de ver-
giooting van de bewaarschool r.o. 4 met drie nieuwe lokalen
deze school eigenlijk eene dubbele school is geworden en zij
ruim 300 leerlingen zal kunnen opnemen. Het is noodig naast
de hoofdonderwijzeres en eene hulponderwijzeres aan deze
school ten minste nog eene hulponderwijzeres te kunnen aan
stellen." Nu de commissie dus zegt dat ééne hulponderwij
zeres niet meer voldoende is en laat doorschemeren dat de toe
voeging van nog eene hulponderwijzeres nauwelijks voldoende
zal zijndaar moetook naar het spr. voorkomt de bepaling,
dat eene hulponderwijzeres in het bezit der akte van toelating
als bewaarschoolhouderes eene jaarwedde van 40Ü zal ge
nieten ook van toepassing zijn op de tweede hulponderwijzeres
aan die school. De commissie deelt mededat een salaris
van ƒ300 haar voor deze onderwijzeres voldoende schijnt, doch
niet dat het voldoende is.
Tenzij spr. beter worde ingelicht, zal hij straks een amende
ment indienen.
De heer van dor Scheer heeft de missive der commis-
voor de bewaarscholen die aanleiding heeft gegeven tot het
indienen van het onderwerpelijk voorstel van burgemeester en
wethoudersals secretaris dier raadscommissie mede ondertee
kend. In de vergadering dezer commissie heeft hij zich er tegen
verklaard. Spr. meende dit te moeten mededeelen, om te voor
komen dat, wanneer hij straks tegen het voorstel zal stem
men men niet de gevolgtrekking maaktdat zijne opinie is
veranderd.
De algemeene beraadslagingen worden gesloten.
In behandeling worden genomen de afzonderlijke onderdeelen
van het voorstel.
1. de le en 2e alinea van art. 9 te doen vervangen door
het volgende
Aan iedere school is eene hulponderwijzeres verbonden, met
uitzondering van de vierde bewaarschool, waar twee hulpon
derwijzeressen werkzaam zullen zijn.
Bij ongesteldheid afwezigheid of ontstentenis van de hoofd
onderwijzeres treedt de hulponderwijzeresaan de vierde be
waarschool de daartoe door burgemeester en wethouders aan
gewezene in hare plaats op.
Dit onderdeel wordt zonder discussie en hoofdelijke stem
ming aangenomen, nadat op voorstel van den heer Menalda de
woorden „vierde
school no. 4."
bewaarschool" zijn vervangen doorbewaar-
2. artikel 21 a en b te lezen
a. van de hoofdonderwijzeres aan de vierde bewaar
school f 1000.-
van die der andere scholen
b. van de hulponderwijzeressen
öf, zoo deze eene akte van toelating als bewaar
schoolhouderes bezitten en als eenig hulponderwijze
res aan een school zijn verbonden
800.—
300.—
400.-
Burgemeester en wethouders hebben nader voorgesteldsub
b van art. 21 te lezen als volgt
b van de hulponderwijzeressen en de jongstbenoemde hulp
onderwijzeres aan school 4 f 300.
van de hulponderwijzeressen in het bezit eener akte
van toelating van bewaarschoolhouderesuitgezonderd
de jongstbenoemde hulponderwijzeres aan school 4 - 400.—
De heer Dijkstra stelt voorsub b te lezen
b. van de hulponderwijzeressen 300.
öf, zoo deze in het bezit zijn eener akte van toe
lating als bewaarschoolhouderes - 400.
Dit amendement wordt ondersteund en komt in behandeling.
De heer Duparc heeft in de eerste plaats bezwaar tegen het
voorstelom de jaarwedde van de hoofdonderwijzeres der bewaar
school no. 4 op 1000 te bepalen. Het motief, waarop dit
voorstel rustis volgens de toelichting der commissiedat
deze schooltengevolge van de vergrooting met drie lokalen,
eigenlijk eene dubbele school is geworden en ruim 300 leer
lingen zal kunnen opnemen. Burgemeester en wethouders en
de commissie hebben dus in het getal der leerlingen grond
kunnen vinden, om de jaarwedde van de hoofdonderwijzeres
dezer school ƒ200 hooger te stellen, dan die der andere hoofd-
onderwijzeressen. In vroegere jaren ging het evenzoo bij het