Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 23 Januari 1894. Y rslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 23 Januari 1894. Spr. heeft nog eene andere bedenking en wel uit een finan- staande regeling men machteloos is om eenige noemenswaar-verkrijgen. Hij verwacht van den nieuwen maatregel veel ciëel oogpunt. Voor het dienstjaar 1894 zal de nieuwe rege- dige controle uit te oefenen. jgoeds. ling eene meerdere uitgaaf van f 1200 tengevolge hebben en Lang hebben burgemeester en wethouders overwogen, I die grootere uitgaaf zal voor de volgende jaren f350 jaarlijks welke wijze daarir. verbetering aan te brengen en nu meendei De Voorzitter wijst er op, dat, waar thans controle ten I- zjj een middel gevonden te hebben in de invoering van uitgifti Hienmale ontbreekt, burgemeester en wethouders de overtui- van penningen en bons. Zij hebben hiertoe geraadpleegd de ging hebben dat bij de nieuwe regeling goede controle moge- regeling in andere gemeenten. De heer Troelstra noemde Rot- Jk zal zijn en het den handel veel gemak zal geven. Elders bedragen wegens belooning voor ineer gaarders. Is het wer kelijk waar, dat de tegenwoordige te wenschen overlaat en is betere controle noodzakelijk laat men dan het tegenwoordig systeem handhaven en de controle verbeteren, bijv. door meer ingangen te maken. Spr. heeft ernstig bezwaar tegen de door burgemeester en wethouders gewenschte regeling al zij het bij wijze van proef, omdat hij er voor vreest, dat het geen gunstigen invloed zal hebben op den bloei der veemarkt. Hij hoopt dus dat de raad het voorstel niet zal aannemen. De heer Troelstra kan den heer Bekhuiswaar deze zegt, dat hem de noodzakelijkheid van eene strenge controle niet is gebleken mededeelcu d.it zoolang hij wethouder is bijna nooit opgaven van het ter markt gebrachte vee zijn ingekomen, waarbij de cijfers van het aangevoerde vee en die van het vee, dat de markt heeft vei laten, overeenstemden. Politiedienaren houden ook aanteekeningmaar deze sluit bijna nooit met die van de gaarders. Nu en dan worden zelfs groote verschillen geconstateerd. Nu moet men niet denken, dat burgemeester en wethouders zich daar altijd bij hebben neergelegd en nooit over verbetering hebben gedacht. Ook vermeerdering van de ingangen hebben zij overwogen maar daartegen bestaat een bezwaar. De koeien, stieren en ossen staan op een voor dezen bestemd, vrij uitge strekt gedeelte van de markt; indien er nu meer ingangen zijn, dan komen zij allicht ver van hun standplaats in en zal er op de markt gedrang ontstaan. Alleen van het nieuwe systeem zooals burgemeester en wethouders in hun voorstel hebben ontwikkeldverwachten zij verbeteringdit is trouwens geen nieuw systeem maar wordt ook in andere groote plaatsen o.a. naar spr. meent te wetenin Rotterdam gevolgd. Dat nog meer gedrang hiervan het gevolg zal zijn vreest spr. niet. In de kiosken betaalt men het marktgeld aan de gaarders in dit opzicht bestaat er dus geen strijd met de bestaande verordeningen, zooals de heer van Sloterdijck ver meent en ontvangt men een bewijs van betaling in den vorm van penningen of bons en deze geeft men weder af aan de ingangen van de markt. De personen met het in ontvangst nemen daarvan belast kunnen dan gemakkelijker het getal van het aangevoerd wordend vee nagaan. Zij hebben dan toch geen geld in ontvangst te nemen en te wisselen zooals dik wijls gebeurt. Burgemeester en wethouders willen de nieuwe regeling in voeren in den slappen tijd nu de aanvoeren van vee betrek kelijk gering zijn. De aanvoerders van het vee kunnen dan gemakkelijker aar die regeling gewennen. Het is een feit. dat de controle te wenschen overlaat. Het gebeurt weldat de gaarders niet kunnen wisselen, het vee wordt dan op de markt gebracht zonder dat het marktgeld dadelijk wordt betaald. Scherpe controle is dus gewenscht. Men moet niet wachten tot er misbruiken zijn maar men moet deze voorkomen men mag rekenplichtige mbtenaren niet in verleiding brengen. Ook zonder misbruiken wettigt de opge dane ervaring het nemen van een proef met deze regeling die overigens hoogst eenvoudig is. De Voorzitter kan nog aan het door den heer Troelstra gesprokene toevoegendat alle nadruk hierop moet worden gelegddat er thans feitelijk geen controle bestaat, zooals de ervaring heeft geleerd. Nimmer sluiten de aanteekeningen om trent het ge al van het aangevoerde vee en dat van het vee, dat de markt heeft verlatenomdat het haast onmogelijk is het vee bij het ter markt brengen te tellen. De verschillen zijn dikwijls zeer groot. De politie is belast met de controle maar spr. overdrijft nietals hij zegtdal bij de thans be- terdam maar er zijn nog meer gemeentendie dit stelsel volgen. Stelt de raad prijs op goede controledan moet hij de bestaande regeling wijzigen. Eene vermeerdering van de ingangen is niet aan te bevelen hierdoor wordt noch het tellen van het veenoch de betaling vergemakkelijkt. De heer van Sloterdijck verkeert in eene dwalingwaar hij meent, dat het getal der rekenplichtige beambten zal worden uitgebreid. Integendeeldat getal wordt ingekrompen er zul len een paar kiosken worden geplaatst en alleen daarin komen de gaarders te staan. Voor eene goede controle is het noodig, dat ieder geleider van hoornvee een afgepast bewijs afgeeft van het getal vee dat hij geleidtbetaalt een voor meerdere aanvoeren en moet er dan geld gewisseld worden haast onmogelijk is het dan te voorkomendat er vee doorsluipt. Door den heer Bekhuis is terecht er op gewezen dat van poping tot fraude niets is gebleken. Het is dus nu een gun stig oogenblik om tot eene nieuwe regeling over te gaan, om dat er geen sprake kan zijn van een blaam te werpen op gaarders of marktmeester. De schuld van alles is de gebrek kige regeling. De raad heeft dus te beslissen, of hij ƒ1200 wil beschik baar stellen voor eene betere controledan welof hij het zonder controle wil laten. Kan men een ander beter middel aan de hand doen burgemeester en wethouders zullen dat gaarne aannemen maar na rijpe overwegingin overleg met den commissaris van politie en den marktmeester, zijn zij tot de overtuiging gekomendat eene proefneming met de nu door hen voorgestelde regeling de eenige goede is. Het behoeft geen betoog, dat burgemeester en wethouders van het hun te verleenen crediet geen misbruik zullen maken. De nieuwe regeling zalgelijk gezegd is in een slappen tijd worden ingevoerd en zij zullen niet meer uitgevendan strikt noodzakelijk is. De heer Bekhuis constateertdat door den voorzitter en den heer Troelstra het vrij sobere voorstel van burgemeester wethouders belangrijk is toegelicht. Door beide sprekers werd gezegd dat bij de telling vaak groote verschillen worden gevonden maar hem is niet duidelijkwaar die verschillen bestaan bij het tellen door de gaarders of bij het tellen door de politie. Het verwondert spr., dat nooit bij de behandeling van de gemeente-begrootingen of bij andere gelegenheden iets vernomen is omtrent gebrekkige controle. Spr. blijft er bijdat het invoeren van een nieuw systeem van inning van het marktgeld niet is aan te raden. Een be roep op andere gemeenten doet niets af. Indien deze regeling terstond bij de inrichting van de nieuwe veemarkt was inge voerd zooalsnaar spr. meentte Rotterdam is geschied dan ware het wat anders, maar om nu, terwijl de veemarkt in vollen bloei verkeerteen nieuw middel van controle in te voerenacht spr. zeer gevaarlijk. De gemeente mag die proef niet nemen dit zou in strijd zijn met hare belangen. Is ver andering noodiglate men deze dan zoeken in vermeerdering der ingangen van de veemarkt. De heer Konter deelt het denkbeeld van den heer Bekhuis niet en ziet diens bezwaren niet in. De nieuwe regeling zal worden ingevoerd in een slappen tijd indien belanghebbenden een week of vier voorafop doelmatige wijze met de nieuwe regeling bekend gemaakt worden, gelooft hij niet, dat er sprake kan zijn van ernstige bezwaren. Spr. zal dus geheel met het voorstel medegaan omdat hij voor goede controle isdie bij de beslaande regeling niet is :ft de proef goed voldaan. De heer van Sloterdijck blijftondanks al het gespro kene bij zijn bezwaar. Hij erkentdat, indien betere controle nbodzakehjk waredit oogenblik nu er van wantrouwen tegen de ambtenaren geen sprake is het geschikste zou zijn voor de invoering van eene nieuwe regeling. Maar juist ditdat wat tot nu toe controle heethet in werkelijkheid niet isen dat er toch geen reden voor wantrouwen bestaatgeeft hem de overtuigingdat meer controle dan ook niet noodig is, aller minst, waar men gevaar loopt, daardoor een middel tot fraude te scheppenwel niet voor de ambtenaren maar voor belang- ^bbenden. Ieder weet tochhoe er soms gehandeld wordt met bons en hoe ook het penningstelsel aanleiding kan geven tot verkeerde practijken. I I Nu zal men op de veemarkt met personen, die niet, zooals de heer Konter verwacht, gemakkelijk en spoedig op de hoogte zullen komeneen proef nemen met eene andere controle. Spr. acht dit bedenkelijk. Bevalt die proef nietdan zal men wat anders verzinnen en zullen de belanghebbenden weer aan andere controle moeten gewennen. Zoolang dus eene andere controle niet noodzakelijk is als iaatregel tegen ontrouwzal spr. er zich tegen verklaren □dat de uitslag zeer problematiek is. Naar zijn oordeel is dp voorgestelde proef a priori niet gelukkig te noemen. M De heer Reeling Brouwer wenscht er nogmaals allen nadruk op te leggen dat burgemeester en wethouders de over tuiging hebbendat betere controle wenschelijk is. Groote Brschillen tusschen de getallen van het aangevoerd en van het ■gevoerd vee zijn geconstateerd. Bij wie de schuld zitis met na te gaan. Daarom hebben burgemeester en wethouders gezocht naar verbetering. Spr. is het met den heer Bekhuis eens dat men voor den handel zoo min mogelijk tot wijzigin gen moet overgaan maar in dezen is het bepaald noodzakelijk» Men is niet bij machtehet getal van het aangevoerde vee juist na te gaan en nu moet de raad aan burgemeester en Mfethouders het middel niet onthouden om daarin verbetering aan te brengen. «Eene vermeerdering van ingangen heelt tot gevolg eene ver meerdering van verantwoordelijke beambten en daardoor ook deel voor de controle. Het hoornvee wordt meestal bij drie stuks tegelijk aangevoerd. Men koopt dan een penning voor drie stuksen levert die aan den ingang van de veemarkt in. De persoon welke die penningen in ontvangst neemtheeft met geen geld te maken en kan dus gemakkelijk het vee tellen. Bovendien is eene vermeerdering van het getal controlee- rende ambtenaren eenvoudig onmogelijk omdat reeds nu het maximum is bereiktn.l. twee aan eiken ingang en twee bij eiken uitgang. En toch bestaat tusschen dezen nooit overeen stemming omtrent het getal vee. De heer TrOGlstra gelooft, dat de heer de la Faille niet goed op de hoogte van de zaak is. Men kan zich deze voor stellen als eene druk bezochte vergadering of voorstelling in de Harmonie indien bij den ingang van de zaal ieder betalen moest en er dan gewisseld moest wordenhoe kon men dan het oog houden op het getal bezoekers bij een groot gedrang Daarom is er voor den ingang der zaal een bureau, waar men een toegangskaart kan verkrijgen. Zoo ook hij de veemarkt. Dicht bij de ingangen worden kiosken geplaatstwaar men het marktgeld betaalt tegen ont vang van penningen of bons. De penningen zullen in verschil lende soorten aanwezig zijn, die bij afwisseling worden gebruikt, om misbruik te voorkomen. De heer HaverSChmidt vraagt of de gaarders zelf niet eenige schuld dragen van het kwaaddat men door de nieuwe regeling tracht te verhelpen. Is spr. goed ingelicht, dan komt het meermalen voordat de drijvers ongehinderd hun weg door het hek vervolgen en het vee ter plaatse brengen ter wijl eerst later, wanneer de eigenaar op de markt komt, het marktgeld, min of meer op goed vertrouwen, wordt afgerekend. Op deze wijze kan spr. zich het verschil verklaren dat er geregeld bestaat tusschen de cijfers bij den ingang en na afloop van de marktbij den uitgang genoteerd. Wanneer de gaarders als regel lieten gelden geen stuk vee te laten passeeren vóórdat het marktgeld voldaan is, zou een verschil in cijfers ook bij de bestaande regeling niet moge lijk zijn. De Voorzitter zegt, dat, bij groote aanvoeren en drukke markten het onmogelijk is, om de onregelmatigheden, waarop de heer Haverschmidt doelt, te voorkomen, vooral als de doortocht door het wisselen van geld vertraging ondervindt. De aandrang is dan zóó sterkdat het vee hetwelk bij den ingang der markt staat, haast tegen wil en dank de markt wordt opge drongen. van meer uitgaven. De heer de Ia Faille brengt alle hulde aan burgemeester en wethouders voor hunne poging om verbetering aan te bren gen maar het komt hem voor, dat de bezwaren van de liee- ren van Sloterdijck en Bekhuis niet gering zijn te achten. Juist waar het nieuwe systeem moet strekken om een gebrek in de controle op te heffen, zal men dit daardoor niet bereiken. Er is gewezen op de moeielijkheid van het tellen van het vee op de verschillen in de cijfers van het aangevoerd en het af gevoerd vee maar het is spr. niet duidelijk geworden dat dit bezwaar opgeheven zal worden door de afgifte van penningen en boos. Het bezwaar bij de telling blijlt bestaan en dan is de maatregel te kostbaar. Is eene juiste controle moeielijklaat men dan liever het personeel vermeerderen zoodat, vóórdat het vee tot de markt wordt toegelaten kan worden nagegaanof het opgegeven ge tal overeenkomt met het werkelijk aangevoerd getal. Den Voorzitter komt het voor, dat de heer de la Faille niet uit ervaring spreekt. Burgemeester en wethouders zien juist in het stelsel van de penningen en bons een groot voor De beraadslagingen worden gesloten. Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt in stem ming gebracht en aangenomen met 13 tegen 5 stemmen die van de heeren van Sloterdijck Hijlkema Bekhuis Haver schmidt en Feitz. 6. Voorstel van burgemeester en 'wethouders naar aanlei ding van een verzoek van A. Braaksma en andere timmer lieden om in de bestekken van gemeentewerken een minimum loon en een maximum werktijd te willen bepalen. Burgemeester en wethouders wijzen er op dat groote bouw werken waarbij wellicht deze maatregel zou kunnen worden toegepastin deze gemeente zelden voorkomen. Bij aanbe stedingen van onderhoudswerken die jaarlijks plaats hebben zou de bepaling van een minimumloon en een maximum werk tijd geen doel treffen omdat de aannemers die werken door verschillende werklieden en meestal gedurende slechts enkele uren van den dag laten verrichten. Wel is in de bestekken van aanbesteding van verfwerken

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1894 | | pagina 3