j voirdat 3 kub. meter inhoud heeft, 72 kub. meter, eene hoeveelheiddie toch zeker voor den reinigingsdienst geen be zwaar behoeft op te leveren. 38 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 8 Mei 1894. Verslag dor handelingen van den gemeenteraad te Leeuwardenvan Dinsdag 8 Mei 1894. 39 waarvan de doelmatigheid aan gegronden twijfel onderhevig is. Bovendien past die verdunning der faecaliën volstrekt niet bij de compostbereidingdie hier plaats heeft. Waar zou men met die verdunde faecaliën, die toch waarlijk geen ier kunnen worden genoemd moeten blijven Men zou terreinen moeten aankoopenom die met de verdunde specie te irrigeeren. De waterbespoeling veroordeelt dus in elk opzicht het stelsel, ah onpractisch. Met den heer Bekhuis zou spr. overigens gaarne medegaan waar deze voor dit geval ontheffing wenscht van het verbod van art. 9 der bouwverordening. Dit artikel is gemaakt met het oog op het hier in gebruik zijnd tonnenstelselmen kon geen ander stelsel op het oog hebben. Maar thans heeft men met een ander geval te doen met eene inrichtingdie zich de weelde kan veroorloveneene pneumatische privaat-inrichting aan te brengen. Dan moet men echter geen halven maatregel nemendoch het zuivere Liernur-stelsel invoeren. Spr. zou dus wenschen aan het bestuur van het Diacones- senhuis te berichtendat hun verzoek in gunstige overweging zal worden genomenindien het besluiten konhet zuivere Liernur-stelsel toe te passen. De heer Duparc geeft zijne bevreemding te kennen dat de heer Bekhuisdie eerst er op wees dat aan het verbod van art. 9 der bouwverordening om privaten anders dan in wisseltonnen te doen uitloopenniet te ontkomen iseen oogenblik later zeide dat hij genegen was, van dat verhod aan den adressant dispensatie te verleenen. Ook de heer de la Faille wil dien weg op. Spr. moet beiden doen opmerken dat men hier met eene verbodsbepaling heeft te doen waar van dispensatie bij de verordening niet kan worden toegelaten. Nu zou wel is waar de verordening kunnen worden aange vuld met eene bepalingwaarbij aan burgemeester en wet houders de bevoegdheid wordt gegeven in bijzondere gevallen ontheffing van de verbodsbepaling te verleenen, en dit mis schien ook de bedoeling van de beide sprekers zijn geweest, maar dan moet spr. er op wijzendat dan aan burgemeester en wethouders eene niet gemakkelijke taak zal worden opgelegd. Zij zouden dan een norm moeten formuleeren, die misschien even moeielijk zou zijn als de formuleering van zekere „ken- teekenen", waarover de knapste koppen in ons land zich sedert lang moe peinzen. De heer Bekhuis zal met den heer Duparc niet in nadere beschouwingen treden over de door spr. gebezigde uitdrukking dispensatie". Hij meent hierdoor in het kort zijne bedoeling te hebben aangetoond, om aan het bestuur van het Diacones- senhuis vrijheid te geven, die piivaat-inrichting aan te brengen, die het wenscht. Hoe daartoe te komen is louter een zaak van vorm. Den heer de la Faille kan spr. mededeelendat hij niets kwaads wilde zeggen van het wisseltonnenstelsel. Wilde het bestuur van het Diaconessenhuis dit stelsel toepassen geen be zwaar zou daartegen kunnen bestaan maar het wenscht iets anders. Het wil een ander systeem toepassen hiervoor vraagt het geen vergunningmaar het verzoekt alleendat de ge meente het aan te brengen reservoir zal doen ledigen en de daarvoor benoodigde toestellen aanschaffen. Door de vorige sprekers is te veel in beoordeeling van het gewenschte stelsel getreden. Zij hebben voorbijgezien dat adressant volkomen vrijheid heeftelk stelsel toe te passen. Dit is geheel zijn zaak. Spr. wil hem daarin geheel vrij laten, mits alle kosten door den adressant worden gedragen. Is de toepassing van dat stelsel in strijd met de verordeningdan moet men hem daarin tegemoet komen door afwijking van de verordening toe te staan. De heer de la Faille heeft nog als bezwaar aangehaald, dat tengevolge van het spoelwater in het reservoir zoovele stoffen zullen komendat men er geen weg meê zal weten. De des kundigen zijn 't er niet over eens hoe dikwijls het reservoir zal moeten worden geledigd. Gesteld dat dit om de veertien j dagen geschiedtdan verkrijgt men in het jaar uit dit reser- j De heer Moijer doet opmerken dat de drie bezwaren door burgemeester en wethouders in hun voorstel tegen de inwilliging van het verzoek aangevoerdn.l. een wettelijk een finantiëel en een technisch bezwaaralle door de vorige spre kers zijn erkend. Zelfs de heer Bekhuisde grootste voor stander van volkomen vrijheid in het aanbrengen van eene privaat-inrichtingwelke ookgeeft toedat art. 9 der bouw verordening een bezwaar oplevert en is het met den heer Du parc eens dat van de verbodsbepaling van dat artikel geene dispensatie kan worden verleend. Burgemeester en wethouders hebben met een enkel woord melding gemaakt van het finantieele bezwaar, maar deden toch, zoowel ten aanzien van het finantieele als van het wettelijk bezwaarduidelijk uitkomen datindien er geen technisch bezwaar bestondzij wel over de andere bezwaren zouden kunnen heenstappen. Indien in plaats van het thans gewenschte systeem het Liernur-stelsel werd aangebracht en hiervoor vergunning ge vraagd waszou waarschijnlijk bij burgemeester en wethou- houders geen bezwaar hebben bestaan om eene wijziging van art. 9 der aangehaalde verordening voor te stellen. Dit blijkt uit hun voorstel, zoodat het niet noodig is, dit nog onder de aandacht van het bestuur van het Diaconessen- huis te brengen. De heer Bekhuis beweerde weldat het bestuur volkomen vrij is en geen vergunning voor het aanbrengen van eenig ander systeemals het wisseltonnenstelselbehoefde te vra gen maar spr. begrijpt niethoe die geachte spreker dit kan beweren. Krachtens de bevoegdheiddoor de gemeentewet hem gegevenheeft de raad, met het oog op de gezondheid der ingezetenen de bouwverordening gemaakt en nu zou het ieder vrijstaan, daarvan af te wijken? Het is juist de grief, dat het bestuur van het Diaconessenhuis geen vergunning heelt gevraagd om te mogen afwijken. Uit de discussien is gebleken dat het gewenschte systeem niet onwederlegbaar deugdelijk is. De heer Bekhuis meent dat dit eene zaak van adressant is omdat de nadeelen van het systeem alleen ten laste van het Diaconessenhuis zullen komen. Dit moge nu nog het geval zijn zegt spr., nu het gebouw niet in de bebouwde kom der gemeente ligtmaar dit kan anders worden. Men dient bij belangen der hygiëne het oog vooral op de verre toekomst te houden. De heer Havorschmidt acht het van groot belang voor het Diaconessenhuiswanneer de beslissing over deze zaak tot eene volgende vergadering wordt aangehouden. Het verzoek toch zooals het daar ligtzal na de adviezen van den direc teur der stadsreiniging en van de raadscommissie voor het ontwerpen van strafverordeningen bij de leden van den raad weinig instemming vinden. Liever wil spr. het bestuur van het Diaconessenhuis de gelegenheid geven nieuwe voorstellen in te dienen. Uit de discussien valt voldoende op te maken, wat door den raad wordt verlangd. In dat geval zal men ze ker allereerst trachten voor deze eene uitzondering op art. 9 der bouwverordening te verkrijgenen is eenmaal het wette lijk bezwaar opgeheven, dan zal de finatnieele kwestie, waar over de becijferingenblijkens een ter elfder ure ingekomen missivezeer uiteenloopenook wel tot eene oplossing ge raken. De Voorzitter doet opmerken, dat de geachte vorige spreker beter had gedaanzijne opmerking te maken bij het begin der discussiendeze hadden dan misschien kunnen worden voorkomen. Nu vindt spr. geen aanleiding tot aanhou ding der beslissing. De heer d© la Faill© wenscht er den heer Bekhuis op wijzen dat bij toepassing van waterbespoeling het reser- |oir, dat 3 kub. meter inhoud heeft, spoedig vol zal zijn. Het lean ongeveer 300 emmers bevatten indien het om de veertien jagen wordt geledigd, kan er dagelijks eene hoeveelheid van 21 a 22 emmers in afgevoerd worden. Dit is zeker te weinig gerekend voor eene inrichting als het Diaconessenhuis. Een der wethouders heeft de verblijdende verzekering gege- ;ndat bij burgemeester en wethouders het finantieel bezwaar liet overwegend is indien het systeem goed ware en dat zij lelfs er toe zullen willen medewerken om het wettelijk be- kvaar op te heffen. Spr. neemt van deze verzekering in het belang van het Dia- konessenhuis gaarne nota. Het komt hem voor, dat de dis cussien niet vruchteloos zijn geweestmaar voor den adressant loldoende licht over de zaak hebben verspreid. De heer Reeling Brouwer gelooftdat het bestuur van [het Diaconessenhuis na de gehouden discussien en na afwijzing kin zijn onderwerpelijk verzoekzeker met een ander verzoek komen met een ontwerp voor privaat-inrichting dat boven jdlen twijfel beter is dan het wisseltonnenstelsel, indien dit laatste zoo geheel onaannemelijk blijkt. De heer Beekhuis kan zich met de meening van den heer Keeling Brouwer niet vereenigen. Al leest het bestuur van iet Diaconessenhuis ook de discussien van heden dan zal het och niet met een ander verzoek kunnen komen, zoolang art. der bouwverordening bestaat. Dit artikel verplicht den in gezetenen tot toepassing van het wisseltonnenstelsel. Men staat hier voor het vreemde verschijnseldat eene ver- >rdening, die met het oog op de gezondheid der ingezetenen s vastgesteldeen hygièmschen maatregelgelijk het bestuur an het Diaconessenhuis wenscht te nemenin den weg staat. Spr. acht het daarom dienstigdat de raad den wcnsch uit- sprekedat dit bezwaar zoo spoedig mogelijk worde opgeheven. Hij stelt hiertoe de volgende motie voor: De raad der gemeente Leeuwarden Overwegendedat art. 9 der verordening op het bouwen en Inrichten van woningen niet toelaatdat de afvoer der faeca- iün uit het Diaconessenhuis anders geschiedt dan door wissel- jonnen; Overwegende dat het uit een hygiënisch oogpunt wellicht venschelijk kan blijken te zijn voor dat gesticht een ander systeem van afvoer der faecaliën te bezigen; Noodigt burgemeester en wethouders uit, zoo spoedig moge- ijk zoodanige voorstellen aan den raad te doen, dat toepassing van een ander systeem mogelijk wordt. Deze motie wordt niet ondersteund en blijft dus buiten be handeling. Het voorstel van burgemeester en wethoudershierop in stemming gebracht wordt met algemeene (20) stemmen aan. genomen. 8. Voorstel van burgeweester en wethouders naar aanlei ding van een verzoek van J. Wijnants e.a. om eene brug te doen leggen over het vaarwater tusschen de Tuinen en de Turfmarkt Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform dit voorstel besloten het verzoek te wijzen van de hand. 9. Voorstel der raadscommissie voor het ontwerpen van strafverordeningen tot vaststelling van een besluit tot geldig verklaring van bestaande verordeningentegen welker overtre ding straf is bedreigd. (Zie bijlage no. 5 tot het verslag van 's raads handelingen.) Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt vastgesteld navolgende VERORDENING, houdende gel digverklaring van bestaande veror deningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd. De raad der gemeente Leeuwarden Gezien art. 178 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad no. 85). Herzien de plaatselijke verordeningen dezer gemeente, tegen welker oveitreding straf is bedreigd; Besluit Te verklarendat nog gelden de volgende plaatselijke ver ordeningen 1. Verordening van politie op het begraven en de begraaf plaatsen in de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raads besluit van den 23 Juni 1870, afgekondigd den 20 Juli 1870, gewijzigd bij raadsbesluit van den 24 April 1873 afgekondigd den 15 Mei 1873, en bij raadsbesluit van den 1G Augustus 1887 afgekondigd den G September 1887. 2. Verordening op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen te Leeuwardenvastgesteld bij raadsbesluit van den 26 October 1876, afgekondigd den 23 November 1876, in werking getreden den 1 Juni 1877 krachtens raadsbesluit van den 5 Mei 1877 afgekondigd den 29 Mei 1877 en gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887 afgekondigd den 6 September 1887 en bij raadsbesluit van den 2S Februari 1893 afgekondigd den 18 Maart 1893. 3. Verordening tot instandhouding van de goede orde op de buitenpleinen van en de toegangen tot het spoorwegstation vastgesteld bij raadsbesluit van den 9 November 1876 afge kondigd den 25 November 1876, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887. 4. Verordening op het houden of mesten van varkens binnen de bebouwde kom de-r gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit van den 27 November 1879, afgekondigd den 13 December 1879, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus tus 1887, afgekondigd den 6 September 1887. Verordening, regelende de politie op de openbare ver makelijkheden, plaatsen van vereeniging voor personen en ver lotingen in de gemeente Leeuwardenvastgesteld bij raadsbe sluit van den 24 Januari 1884, afgekondigd den 11 Februari 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augustus 1887, afgekondigd den 6 September 1887. 6. Verordeningregelende de politie op den in- en vervoer, den verkoop enz. en de keuring van vleesch visch en vruchten, vastgesteld bij raadsbesluit van den 8 April 1890, afgekondigd den 30 April 1890, gewijzigd bij raadsbesluit van den 14 Oc tober 1890, afgekondigd den 30 October 1890bij raadsbesluit van den 9 December 1890, afgekondigd den 9 Januari 1891 bij raadsbesluit van den 28 Februari 1893, afgekondigd den 18 Maart 1893 en bij raadsbesluit van den 24 October 1893, afgekondigd den 10 November 1893. 7. Verordening op de marktpolitie te Leeuwarden vastge steld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884, afgekondigd den 25 Maart 1884, gewijzigd bij raadsbesluit van den 16 Augus tus 1887, afgekondigd den 6 September 1887, bij raadsbesluit van den 14 Juli 1891 afgekondigd den 27 Juli 1891 en bij raadsbesluit van den 9 Mei 1892, afgekondigd den 20 Mei 1892. 8. Verordeningregelende de verplichting tot kennisgeving van de verhuizingen bjnnen de gemeente Leeuwarden vastge steld bij raadsbesluit van den 13 Maart 1884, afgekondigd den

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1894 | | pagina 3