78 Verslag de.» handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 28 Augustus 1894. recteur der waterleiding-maatschappij heeft op giond dier be paling bezwaar tegen het verleenen der aangevraagde vergun ning tegen eene maandelijksche vergoeding aan de gemeente van ƒ2.50, zooals in 't voorstel van 26 Juni j.l. is voorgesteld. In zijn overgelegd schrijven van 28 Juli 1.1. deeld de direc teur mede, dat door gemelde maatschappij aan de lirma Da lenoord Go. de levering van water ten behoeve harer fabriek op redelijke voorwaarden is aangeboden en bij aansluiting der broodfabriek de leiding zou kunnen worden doorgetrokken tot den Harlinger trekweg. Onder intrekking van hun onderwerpelijk voorstel van 26 Juni 1894 stellen burgemeester en wethouders voor te besluiten het verzoek van de firma Dalenoord Go. alhier, boven om schreven, te wijzen van de hand. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclusie van het voorstel besloten. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders om rent de be- stemming van eenige gemeente-eigendommen. Naar aanleiding van eene door burgemeester en wethouders in de raadsvergadering van 4 November 1893 gedane toezeg ging, om een nauwkeurig onderzoek te doen instellen naar den toestand van de eigendommen der gemeente, is door hen aan den directeur der gemeentewerken opgedragen te doen opmaken en inzenden een staat van de gebouwde eigendommen der gemeente, met vermelding van de jaarlijksche huursommen, de gemiddelde jaarlijksche kosten van onderhoud enz. en de redenen, waarom het bezit van ieder perceel al dan niet in het belang der gemeente is. De Directeur der gemeentewerken heeft aan die opdracht voldaan bij missive d.d. 27 Juli j.l. no. 325/1. Door burgemeester en wethouders is die staat nauwkeurig nagegaan en zijn de omtrent de door den directeur betreffende die eigendommen gedane voorstellen overwogen, met ;t resul taat, dat h. i. het behoud van die eigendommen in het belang der gemeente is te achten. De omtrent de woningen Kloksteeg no. 50 en Kalvergloppe nos. 185, 187, 189, 191, 193, 195 en 197, door den directeur gedane voorstellen hebben burgemeester en wethouders aanlei ding gegeven, om den raad in overweging te geven terug te komen op zijn besluit van 10 October 1893 no. 8 tot verkoop op afbraak dier perceelen in 1894. Zij wenschen aan die wo ningen eene andere bestemming te geven, en wel door het perceel in de Kloksteeg met de aangrenzende perceelen nos. 50 en 52 te doen inrichten als bergplaats voor brandstoffen enz. bij de gemeentebewaarschool no. 6 en zes van de perceelen in de Kalvergloppe te doen inrichten lot bergplaatsen voor planten, tuinmansgereedschappen enz., overeenkomstig de over gelegde teekeningen. De woning Kalvergloppe no. 197 kan echter worden afge broken en 't daardoor vrij te vallen terrein worden bestemd tot bleek bij een gedeelte van de woning no. 199 aldaar, ver huurd aan den opzichter der plantsoenen. Onder overlegging der aangehaalde missive van den direc teur der gemeentewerken en den daarbij gevoegden staat be richten burgemeester en wethoudersdat volgens hunne mee ning het behoud der op dezen staat vermelde eigendommen in het belang der gemeente is en stellen zij voor te besluiten a. in te trekken het raadsbesluit van 10 October 1893 no. 8 tot verkoop op afbraak van de daarin vermelde woningen, met uitzondering van voor zooveel betreft het perceel Kalver gloppe no. 197. b. de perceelen Kloksteeg nos. 48, 50 en 52 te bestemmen en te doen inrichten tot bergplaatsen voor brandstoffen en an dere zaken voor de gemeentebewaarschool no. 6. c. de perceelen Kalvergloppe nos. 185, 187, 189, 191, 193 en 195 te bestemmen en te doen inrichten voor bergplaatsen van planten, tuinmansgereedschappen, wagens enz. onder het beheer van den opzichter der plantsoenen. d. het door amolie van het perceel Kalvergloppe no. 197 open/allend terrein te doen inrichten en bestemmen tot bleek bij een gedeelte der woning Kalvergloppe no. 199. e. burgemeester en wethouders uit te noodigen te zijner tijd de finantiëele voorstellen te doen ter bestrijding der uitga ven, welke het gevolg zullen zijn van het besluit sub bc en d. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt hiertoe be sloten. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee nen van eervol ontslag aan den heer J. II. Schouten als hoofdopzichter bij de gemeentewerk.n. Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten aan den heer J. H. Schouten overeenkomstig zijn verzoek eervol ontslag te verleenen als hoofdopzichter bij de gemeente werken, met ingang van 15 September e.k. 6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging van de verordening tot regeling van het lager onderwijsen 7. Voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging der verordening tot uitvoering van de nieuwe regeling van het lager onderwijs. Met het oog op de afwezigheid van twee leden van het dagelijksch bestuur, waaronder de wethouder, speciaal belast met onderwijszaken stelt de Voorzitter voor de bovengemelde voorstellen in eene volgende \ergadering in behandeling te nemen. Daartoe wordt besloten. Met goedvinden der vergadering wordt thans, in afwijking van de volgorde der punten van behandeling op den oproepings brief vermeld, aan de orde gesteld 8. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee nen van eervol ontslag aan den heer DrII. van Cappéle als tijdelijk leeraar aan de Middelbare meisjesschool. Tengevolge de benoeming van Mej. A. M. Will tot directrice, tevens leerares in de plant- en dierkunde aan de Middelbare school voor meisjes, zal de heer Dr. H. van Cappelle te Sneek, met ingang van den nieuwen cursus op 1 September e.k., ontheven moeten worden van het onderwijs in gemelde vak ken. Burgemeester en wethouders deelden dit bij missive van 16 Augustus j.l. no. 84/1137 den heer van Gappelle mede en gaven hem in overweging, vóór den 24 Augustus e.k. aan den raad eervol ontslag uit zijne gemelde betrekking aan te vragen. De heer van Gappelle heeft bij schrijven van 21 Augustus a. v. te kennen gegeven dat hij op de daartoe aangevoerde gronden vertrouwtdat de raad het ontslag niet zal doen in gaan op 1 September e.k., doch volgens de bestaande bepa lingen voor vastaangestelde onderwijzers. Zoodanige bepalingen bestaan voor de docenten aan de middelbare meisjesschool niet. In verband hiermede en met het oog op den korten tijd, die nog van den aanvang van den nieuwen cursus overig isach ten burgemeester en wethouders het noodzakelijk den raad vóór den 1 September e.k. lret onderwerpelijke voorstel te moeten doen, waarvan de conclusie luidt den heer Dr. H. van Gappelle, met ingang van den 1 Sep tember 1894, eervol te ontslaan uit zijne betrekking van tij delijk leeraar in de plant- en dierkunde aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 28 Augustus 1894. 79 Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten. f 9. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool no. 10 (vacature R. W. Ganne.) Door burgemeester en wethouders worden voor deze be trekking voorgedragen: 1. J. G. Broersma te Rotterdam, 2. N. Dijkema te Tjerk werd en 3. P. Zondervan te Giethoorn. De uitslag der gehouden stemming is, dat alle (14) stemmen zijn uitgebracht op J. G. Broersma te Rotterdam zoodat deze tot onderwijzer aan de gemeenteschool no. 10 wordt benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden vastgesteld. 10. Advies der reclame-commissie omtrent bezwaarschriften in beroep tegen aanslagen in den hoofdélijken omslagen 11. Het le suppletoir kohier der directe belasting op het inkomen. In verband met de behandeling dezer punten wordt de ver gadering tijdelijk met gesloten deuren voortgezel. Na heropening der openbare vergadering wordt vastgesteld navolgend besluit De raad der gemeente Leeuwarden Gezien het door burgemeester en wethouders opgemaakte eerste suppletoir kohier der directe belasting op het inkomen ten behoeve dier gemeente over het dienstjaar 1894; Gelet op het besluit tot heffing der bedoelde belasting zooals dat laatstelijk gewijzigd is vastgesteld bij besluit dezer vergadering van 9 September 1890, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van 7 November 1890 no. 44; Gelet voorts op het raadsbesluit van 6 November 1893, no. 3 waarbij is bepaald dat over het dienstjaar 1894 5.05 ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden geheven Besluit a. het eerste suppletoir kohier der belasting op het inko men ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1894 vast te stellen op een belastbaar inkomen van 57,390.27 en het totaal der aanslagen ten bedrage van 2898.23J. b. de aanslagen invorderbaar te stellen in drie termijnen vervallende den 15 October, 15 November en 31 December 1894. Hierna sluit de voorzitter de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1894 | | pagina 2