10
Veisxag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 8 Januari 1895.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
te Leeuwarden, var. Dinsdag 8 Januari 1895.
2o. de bewoner van een huis de gebruiker van een erf of
de eigenaar van een mesthoopwaarvan of waaruit water of
eenige andere vloeistof op de openbare straat uitloopt.
Laatstgemelde bepaling lijdt uitzondering ten aanzien van
huizen en erven in straten waar geen gelegenheid bestaat tot
uitloozing van water of van eenige andere vloeistof in een ge
meenteriool of in het openbaar water.
Art. 50.
Hij die in strijd met een door burgemeester en wethou
ders uitgevaardigd verbod waterafkomstig uit grachten of
slooten gebruikt of doet gebruiken tot het schrobben reini
gen of bespoelen van de straatof een aan de straat gelegen
stoeppui of gevelwordt gestraft met geldboete van ten
hoogste vijftien gulden.
Art. 51.
Hij die een privaat of rioolbestemd tot afvoer van faecale
stoffenlaat uitloopen in een openbaar waterof in eenig
daarmede al of niet in verbinding staand water of in een riool
of in een zinkput of in een beerputwordt gestraft met geld
boete van ten hoogste twintig gulden.
Art. 52.
Hij die aan de openbare straat of hieraan grenzende stoe
pen belendende deuren of vensters van eene slachtplaats van
rundvee schapen, varkens of paarden, wanneer daarin wordt
geslachtniet zóó gesloten of ingericht heeftdat van de straat
of stoep daardoor niet naar binnen kan worden gezien wordt
gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden.
Onder slachten is behalve het afmakenook het villen
uithalen en schoonmaken van het dier begrepen.
Art. 53.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden
lo. hij, die bloed, afkomstig van een geslacht dier op de
openbare straat laat loopen of daarlangs veegt
2o. hij die zich met het slachten van dieren ophoudende,
nalaathet bloed en alle andere van de dieren afkomstige on
reinheid in overdekte bakken of troggen te verzamelen enzoo
spoedig mogelijknaar de daarvoor bestemde plaatsen te ver
voeren.
Art. 54.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden
lo. hij, die puin, keizei, afbraakvoorwerpen takken of
dergelijke brengt of neerwerpt op andere openbare plaatsen
dan die daarvoor door burgemeester en wethouders zijn aan
gewezen
2o. hij die van laatstbedoelde plaatsen gebruik maakt tus-
schen Vrijdagavond na zonsondergang en Maandag morgen
3o. hij die aarde of modder op deze plaatsen brengt.
De eigenaar of de aannemer van het werk dat tot het ver
voer van de in dit art. genoemde voorwerpen aanleiding heeft
gegevenis hiervoor aansprakelijk.
Art. 55.
Hijdie tenzij tot de daartoe van wege het gemeentebe
stuur aangestelde werklieden behoorende van eene plaats als
in het vorige artikel bedoeld puin keizeiafbraakvoorwerpen,
takken of dergelijke weghaaltwordt gestraft met geldboete
van ten hoogste tien gulden.
Art. 56.
Hij die puin keizeiafbraaakvoorwerpen takken aarde
modder of andere dergelijke stoffen op eene plaats als in art.
52 bedoeld of ook elders over de straat verspreidtuit elkan
der werkt, in het openbaar water of op het ijs werpt, wordt
gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden.
Art. 57.
Hij die op de openbare straat boomen plant zonder daar
toe gerechtigd te zijn, wordt gestraft met geldboete van ten
hoogste vijftien gulden.
Art. 58.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste twintig gul
den
lo. hij die een gebouween muur een schutting of wat
meer van dien aard is onmiddellijk of door de stoep aan de
openbare straat belendende oprichtverzet of vernieuwtin
dien niet vooraf door burgemeester en wethouders of hunnent-
wege op aanvrage van den belanghebbendede rooiing is
aangewezen
2o. hijdie zich niet aan de rooiing houdt
3o. hij die indien terreinendoor slootengrachten of
omheiningen van de openbare straat afgescheiden door het
dempen of wegnemen van die afscheidingen met de openbare
straat worden verbonden een gebouw binnen den afstand van
vijf meter daarvan oprichtanders dan met inachtneming van
het bepaalde bij de eerste twee leden van dit artikel.
Art. 59.
Hijdie eenig vast vooruitstekend getimmerte van welken
aard ook behalve gewone gevellijstenvóór of aan het huis
den muur of de schuttingover de stoep of de openbare straat,
onverschillig op welke hoogte of verdieping, maakt of laat ma
ken wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gul
den.
Art. 60.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden:
lo. hij, die eenig vast getimmerte, palen met of zonder
leuningen kettingen of hekwerken op eene stoep plaatst
2o. hij die aan eene stoep meerderen oploop naar het ge
bouw geeft dan 1/25 van de breedte van de stoep
3o. hijdie op eene stoep gedurende den nacht kisten
manden of andere voorwerpen onbeheerd laat verblijven.
Art. 61.
Hijdie deuren hekkenvensters of zonneblinden over de
openbare straat laat uitslaanwordt gestraft met geldboete van
ten hoogste vijftien gulden.
Art. 62.
De eigenaar of gebruiker van een kluis kelder onderaardsch
lokaal of ruimte waarvan de toegang of opening uitkomt op
een terrein dat van de openbare straat voor een ieder toegan
kelijk is die dezen toegang of deze opening niet behoorlijk
afsluitwordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien
gulden.
Art. 63.
Hij die bij het sloopen tot wegruiming van eenig aan de
openbare straat belendend gebouw de daardoor ontstane opene
ruimte niet binnen een door burgemeester en wethouders te
stellen termijn en op de door hen te bepalen wijze afsluit
wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden.
Art. 64.
Hij, die, bij het sloopen tot herstelling van een aan de
openbare straat belendend gebouwniet eene behoorlijke af
sluiting aan de straat- of wegzijde maaktwordt gestraft met
geldboete van ten hoogste vijftien gulden.
Art. 65.
leder eigenaar van een aan de openbare straat belendend
gebouw dat door zijne bouwvalligheid gevaarlijk is te achten
voor de veiligheid van de voorbijgangers die dat gebouw niet
binnen een door burgemeester en wethouders te bepalen ter
mijn herstelt of afbreektwordt gestraft met geldboete van
ten hoogste twintig gulden.
De last tot horstelling of afbraak van bouwvallige gebouwen
gaat van burgemeester en wethouders uitop het verslag van
den directeur der gemeentewerken en behelst de vermelding
van den termijnbinnen welken aan den last moet worden
voldaan.
Het daartoe strekkende besluit wordt medegedeeld aan den
eigenaar, indien deze in de gemeente woont, en anders aan
den beheerder of aan den gebruiker van het pand.
Art. 66.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden
hij die behoudens de bepalingen omtrent de markt-politie,
de openbare straat bezigt
lo. tot het plaatsen van een kalkhok tijdelijke werkplaats,
materialen of tot het verrichten van eenige werkzaamheid van
handwerk of bedrijf;
2o. tot het plaatsen van een of meer rij- of voertuigen
linnenrakken koopwaren of andere goederen of tot het uit
slaan van tapijten.
Art. 67.
Hij, die op andere dan daartoe door burgemeester en wet
houders aangewezen terreinen tot de openbare straat behoo
rende, rij- of voertuigen plaatst, welke dienen om personen
of goederen naar of van andere bepaalde plaatsen op al dan
niet vastgestelde tijden te vervoeren, wordt gestraft met geld
boete van ten hoogste vijftien gulden.
Art. 68.
Hij, die tot de uitoefening van eenigen arbeid of van eenig
bedrijfzooals dat van kuipen loodgietenasphaltverwerken,
losbranden van gas- of telegraaf-pijpenaan of op de openbare
straat in de open lucht vuur moet gebruiken en dat vuur niet
tegen den wind beveiligtdoor het plaatsen van eene metalen
schutting ter hoogte en ter breedte van ten minste één meter,
wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden.
Art. 69.
Hijdie een of meer paarden of ander vee op eene open
bare plaats vastmaakt aan een huis stoep brug leuning
boom of dergelijk daartoe niet bestemd voorwerp, wordt ge
straft met geldboete van ten hoogste tien gulden.
Art. 70.
Hijdie in het openbaar eigeneonder zijn beheer staande,
of hem toevertrouwde goederen heeft hangen over of aan een
hiertoe niet bestemd eigendomwordt gestraft met geldboete
van ten hoogste vijf gulden.
Art. 71.
Hij die in de binnengrachten op een schip of vaartuig lin
nen kleeden of dergelijke voorwerpen hetzij om te drogen
hetzij om andere reden, heeft hangenwordt gestraft met
geldboete van ten hoogste tien gulden.
Art. 72.
Hij die op of binnen den afstand van vijftig meter van de
openbare straat eenig vuurwerk, van welken aard ook afsteekt
of doet ontbranden of met vuurwapenen schietof teertonnen,
pektonnen en dergelijke in brand steekt, zonder daartoe ge
rechtigd te zijn wordt gestraft met geldboete van ten hoogste
vijftien gulden.
Art. 73.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden:
lo. hij, die bij vriezend weder de openbare straat schrobt
of daarop water werpt of, indien de straten met sneeuw of
eene ijskorst bedekt zijn eene glijdbaan maakt, eene gemaakte
glijdbaan als zoodanig gebruikt zich met eene prikslede of
eenig ander voorwerp van eene pijp brug of wal laat afglij
den of op de openbare straat op schaatsen rijdt
2o. hijdie sneeuwvan waar ook op de openbare straat
brengt of de daarop liggende sneeuw door vegenscheppen of
welke andere middelen zoodanig verplaatstdat daardoor het
publiek verkeer wordt belemmerd.
Het is echter aan ieder vergund, de sneeuw in de gracht
of op het ijs te brengen mits de bijten worden open gehouden.
Art. 74.
Ieder hoofdbewoner of gebruiker van gebouwde of ongebouwde
eigendommen in eene bebouwde kom der gemeente diewan
neer de straten glad zijn, niet binnen een half uur na het
luiden van de klok 's morgens te half negen uur of andere
waarschuwing door de politie op anderen tijd gegeven de open
bare straat nevens die eigendommen ter breedte van ten minste
vijf decimeter met zandzaagmeelturfmolm of iets dergelijks
bestrooit, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf
gulden.
Art. 75.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden
hij die langs de openbare straat
lo. hoornvee drijft ol laat losloopen
2o. meer dan drie stuks hoornvee leidt.
Art. 76.
Hij die schapen lammeren of kalveren langs de openbare
straat gekoppeld drijftwordt gestraft met geldboete van ten
hoogste tien gulden.
Art. 77.
Hijdie een rij- of voertuig doet besturen door een persoon
beneden den leeftijd van zestien jarenwordt gestraft met
geldboete van ten hoogste vijftien gulden.
Art. 78.
Hijdie binnen eene bebouwde kom der gemeente sneller