Vergadering van Dinsdag den 26 Februari 1895. 36 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 12 Februari 1895. basis geven voor de verdere onderhandelingen dan moet hij een besluit nemen in den zin, als spr. straks heeft aangeduid. Hij stelt daarom voor, aan de motie van den heer van Slo- terdijck het volgende toe te voegen „en te trachten het daar heen te leiden, dat o. m. lo het recht van bestraling van het pad aan de gemeente onopzegbaar worde vedeend 2o dat de verlegging van het voetpad slechts met goedvinden van beide partijen zal kunnen geschieden. Dit amendement wordt ondersteund on maakt een punt van behandeling uit. De hoor van. Sloterdijck heefc dit voetpad straks gequa- lificeerd als een buurtweg. Gaat 'tnu wel aan, vraagt hij, om nu te bepalen dat het pad niet mag worden verlegdtenzjj met onderling goedvinden? Hierdoor worden de eigenlijke recht hebbenden op dat pad weggeredeneerd. Art. 719 van het bur gerlijk wetboek zegtdat dergelijk buurtpad niet dan met ge- meene toestomming mag worden verlegd. Daarom is spr. tegen het amondemont van den heor Meijer en te meer omdat daar door in 't algemeen aan burgemeester en wethouders voor het voeren der onderhandelingen een band wordt opgelegd. De heer Meijar behoeft zeker niet te zeggen dat hij met den inhoud van art. 719 van het burgerlijk wetboek bekend is. Waar hij spreekt van onderling goedvinden bedoelt hij de sa menwerking van den eigenaar van het land en het gemeente bestuur. Het spreekt van zelfdatzoo er sprake zal zijn van verlegging van het padhet gemeentebestuur in overleg zal treden met hen, die het recht van voetpad hebben. Dit is echter eene kwestie van uitvoeringdie niet in het raadsbesluit behoeft te worden opgenomen. Spr. heeft met zijn amendement niet het doelom aan bur gemeester en wethouders een band op te leggen doch alleen om aan den heer Beekhuis te kennen te geven dat de raad van oordeel isdat burgemeester en wethouders te recht zijn gestuit op die twee punten van verschil. De raad handhaaft die punten. De beraadslagingen worden gesloten. De door den heer Meijer geamendeerde motie wordt in stem ming gebracht en aangenomen met 11 tegen 8 stemmen die van de heeren Bekhuis, Konter, Wolff, Wijbrandi, Troelstra, van SloterdijckBeucker Andre® en Kolff. Alzoo wordt besloten de zaak weder in handen te stellen van burgemeester en wethouders met uitnoodiging, de onderhandelingen met Mr. O. Beekhuis weder op te vatten en te trachtenhet daarheen te leiden dat o. m. lo. het recht van bestrating van het pad aan de gemeente onopzegbaar worde verleend; 2o. dat de verlegging van het voetpad slechts met goedvin den van beide partijen zal kunnen geschieden. De voorzitter sluit de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 26 Februari 1895. 37 Tegenwoordig eerst 19, later 20 leden. Afwezig de heeren J. van der ScheerJ. F. H. Bekhuis en S. H. Hijlkema. Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Slooten, burgemeester. I. De notulen van de vorige op 12 Februari j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld dat door Ged. Staten is goedge keurd het raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van een gedeelte van het perceel Kalvergloppe no. 199. III. Wordt ter tafel gebracht 1. De rekening en verantwoording van de kamer van koop handel en fabrieken over 1894. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren Wijbrandi, Haverschmidt en Feitz. 2. een adres van J. Dijkstra e.a., waarbij wordt aangedron gen op eene beslissing op hun verzoek tot het opnemen van bepalingen van minimum loon en maximun werktijd in bestekken. Op voorstel van den voorzitter, die mededeelt, dat in de vol gende vergadering het praeadvies van burgemeester en wet houders op laatstbedoeld verzoek is te verwachten wordt be sloten, dit adres bij de betrekkelijke stukken te voegen. 3. een adres van S. Eppinga en andere schippers, om eene wijziging te brengen in de heffing van havengeld. Wordt om bericht en raad gesteld in handen van burgemees- er en wethouders. 4. een voorstel van burgemeester en wethouders tot het verleenen van eervol ontslag aan de onderwijzeres mej. E. P. Bersma. 5. alsboven naar aanleiding van een adres van de heeren J. A. van Laer en J. Dudok van Heel om voorloopige conces sie voor den aanleg van een stoomtramweg door de gemeente. G. alsboven naar aanleiding van een verzoek van den heer H. Hommesom vergunning tot plaatsing van een jacht- of schiphuis in eene sloot der gemeente achter liet Zuidvliet bij Pietersburen. 7. alsboven tot het verleenen van pensioen aan twee eer vol ontslagen werklieden en eene schoonmaakster der gemeente. 8. alsboven om aan de turfmeters eene jaarlijksche tege moetkoming uit de gemeentekas toe te kennen in de kosten van aankoop en onderhoud van tonnen. 9. alsboven naar aanleiding van een nader verzoek van G. Jansen, om geheele kwijtschelding een er boete. 10. alsboven tot wijziging van a. de verordening regelende den werkkring van de vaste raadscommissie voor de gemeentelijke gasfabriek. b. de instructie van den directeur dezer fabriek. c. de instructie van den boekhouder dezer fabriek. De stukken sub 4 tot en met 10 worden voor de leden ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden be handeld terwijl dat sub 10 tevens zal worden gedrukt in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelingen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Rapport der raadscommissie omtrent eene aanvraag om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen op de be grooting van de dienstdoende schutterij, dienst 1894. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten de gevraagde machtiging te verleenen. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders om adliaesie te betuigen aan een door de vereeniging Nijverheidtot de Koningin-Regentes gericht adres, om de beelden weder op den trapgevel van de kanselarij te doen plaatsen. Het bestuur der vereeniging „Nijverheid" alhier heeft inge zonden een afschrift van een door hem tot H. M. de Koningin- Regentes gericht adresinhoudende het verzoek te willen bevorderen dat de vroeger op den trapgevel van het kanse larijgebouw alhier gestaan hebbende beelden die wegens de restauratie van dat gebouw zijn verwijderd weder daarop zullen worden geplaatst. Hel bestuur voornoemd doet het verzoek, dat adres te wil len steunen. Het komt burgemeester en wethouders voor dat het stre ven van den adressant en de voor het verzoek aangevoerde motieven ten volle de sympathie van het gemeentebestuur kunnen wegdragen, en zij stellen den raad voorzijnen steun te verleenen aan het bovenomschreven adres van het bestuur der vereeniging „Nijverheid", door een adres van adhaesie te zenden aan H. M, de Koningin-Regentes. De beraadslagingen worden geopend. De heer van Sloterdijck kan zich met dit voorstel ver eenigen, maar wil toch de vraag stellen, of het niet wensche- lijk is, om in het adres met een enkel trekje het verzoek op te nemen dat de weerhanen die op de schoorsteenen ge staan hebben er weder op zullen worden geplaatst. Spr. weet niet, of 't ook in de bedoeling ligt, om deze voorwerpen weg te laten een feit is 'l dat ze weg zijn en hel kan wellicht geen kwaadin het adres met een enkel woord dit punt aan te roeren. De heer Fabry de Jonge deelt mede, dat hem bij een bezoek aan dit gebouw indertijd met het bestuur der veree niging „Nijverheid" gebrachtuit eene mededeeling van den opzichter is geblekendat wel de beelden naar elders zijn gebracht maar dat de weerhanen nog in of bij het gebouw aanwezig zijnen waarschijnlijk er ook weder op zullen wor den geplaatst. De heer Troelstra acht hetna de van den heer Fabry de Jonge ontvangen inlichting beterin het adres van de weerhanen geen melding te maken. Het voorstel wordt hierop zonder hoofdelijke stemming on veranderd aangenomen. 3. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot aanwijzing van eene rooilijn voor de bebouwing van perceelen aan den Stationsweg. De gebroeders Fonk, timmerlieden alhier, hebben het voor nemen aan den Stationsweg een gedeelte van het kadastrale perceel sectie B no. 5067 te bebouwen. Zij hebben zich ter bekoming van de vereischte rooiing ge wend tot den directeur der gemeentewerken. Deze heeft aan burgemeester en wethouders voorgesteld, bij deze gelegenheid eene rooilijn aan te wijzen, die niet alleen moet worden gevolgd bij de bebouwing van het terrein voor de gebr's. Fonkmaar ook voor de daaraan ten noordoosten grenzende perceelen. Burgemeester en wethouders stellen nu voorals rooilijn voor de bebouwing van de perceelen aan den Stationsweg, kada straal bekend gemeente Leeuwarden in sectie G nos. 5007 en 5068vast te stellen de roode stippellijnaangeduid op de overgelegde situatie-teekening. De beraadslagingen worden geopend. De heer van Sloterdijck zegt, dat bij de kennisneming van dit voorstel bij hem de bedenking is gerezen of dit wel een onderwerp betreft, ter competentie van den raad.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1895 | | pagina 1