Vergadering van Dinsdag 26 Maart 1895. 50 Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 23 Maart 1895. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 26 Maart 1895. c. dat van den straatweg over den grasberm eene bestra ting moet worden gelegd van klinkertsteen ir. zand, ter breedte van de brug en naar de zijde van den straatweg tot één me ter meerdere breedte uitloopende, welke bestrating steeds ten genoegen van het gemeentebestuur in goeden staat moet wor den onderhouden. d. dat voor het gebruik van gemeentegrond en als erken ning van het eigendomsrecht der gemeente jaarlijks op den 1 Juli voor het eerst op den L Juli 1895, ten kantore van den gemeente-ontvanger moet Worden betaald eene retribu tie van ƒ2. Zonder discussie en hoofdelijke stemming w >rdt conform de conclusie van het bovengemeld voorstel besloten. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van het bestuur van de voetbalclub Hermesom gebruik van een terrein der gemeente voor het houden van oefeningen van de leden dier club. Het bestuur der voetbalclub „Hermes" alhier heeft verzocht voor de oefeningen der leden van die club een terrein van de gemeente in gebruik te willen afstaan ter grootte van 150 X 75 meter, op voorwaarden door den raad te bepalen. Tegen de inwilliging van dit verzoek bestaan bij burge meester en wethouders geene bezwaren, hetzij dat vergunning wordt verleend om ten bedoelden einde van het exercitieveld bij het Molenpad, zooals bij raadsbesluit van 13 November 1894 no. 15, aan de Cricket- en footballclub „Frisia" is toe- toegestaan, hetzij van een ander daarvoor geschikt terrein ge bruik te maken. Aangezien wellicht meer dergelijke vergunningen voor het houden van oefeningen in het een of ander onderdeel van sport zullen worden gevraagd op het bovengemeld exercitieveld of elderskomt het burgemeester en wethouders tot vereenvou diging wenschelijk voor, dat hun college worde gemachtigd zoowel op het verzoek van adressant als op later i te komen adressen eene beslissing te nemen. Op grond van een en ander stellen burgemeester en wet houders voor te besluitenburgemeester en wethouders te machtigen op door hen vast te stellen voorwaarden aan de voetbalclub „Hermes" alhier en in het vervolg aan vereeni- gingen die zich ten doel stellen het houden van oefeningen in het cricket-football-kaatsspel en dergelijken het een of ander daarvoor geschikt en beschikbaar terrein in gebruik af te staan. Conform de conclusie van het voorstel wordt zonder discus sie en hoofdelijke stemming besloten. 4. Hel primitief kohier van de directe belasting op het inkomendienst 1895. In verband met de behandeling van dit punt wordt de open bare vergadering tijdelijk gesloten. Na heropening der openbare vergadering wordt genomen het navolgend besluit De Raad der gemeente Leeuwarden Gezien het door burgemeester en wethouders opgemaakte kohier der directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1895 Gelet op art. 264 der gemeentewet; Gelet op het besluit tot heffing der bedoelde belastingzoo als dat laatstelijk gewijzigd is vastgesteld bij besluit dezer ver gadering van den 23 Januari 1894 goedgekeurd bij koninklijk besluit van 19 Februari 1894 no. 24, waarbij het maximum dat geheven kan worden is vastgesteld op ƒ220,000.—. Gelet voorts op het raadsbesluit van 5 November 1894 no. 3 waarbij is bepaald, dat over het dienstjaar 1895 5.05 ten honderd van het belastbaar inkomen zal worden geheven in verband waarmede een som van ƒ212.500 als vermoedelijke onzuivere opbrengst dezer belasting op de begrooting is uitge trokken Gezien de laatste alinea van art. 8 van het bovenvermeld heffingsbesluit Besluit het kohier der directe belasting op het inkomen ten behoeve dezer gemeente over het dienstjaar 1895 na daarin aange brachte wijzigingen vast te stellen op een belastbaar inkomen van 4,140,259. en een totaal der aanslagen ten bedrage van 209,082.99 J. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de heerenDr. N. Reeling Brouwer, C. L. B. J. Feitz, Jhr. Mr. C. van Eijsinga, W. J. Oosterhoff, Dr. J. Baart de la Faille, J. van der Scheer, J. Theunisse, Mr. I. Wolff, R. H. Dijkstra en D. Tigler Wijbrandi. Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo- ten, burgemeester. I. De notulen van de vorige op Zaterdag den 23 Maart j.l. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt ter tafel gebracht 1. Adres van de Leeuwarder Uitvoervereeniging en garde niers te Leeuwarden en omliggende dorpenhoudende ver zoek om de weekmarkt voor groenten en fruit te verplaatsen naar de Nieuwestad. Ten fine van beschikking gesteld in handen van burgemees ter en wethouders. 2. De rekening en verantwoording der stads bank van lee ning over het jaar 1894. Ten fine van onderzoek en rapport in handen gesteld van de heeren Oosterhoff, Hijlkema en Beekhuis. 3. Eene gewijzigde begrooting voor het stads ziekenhuis dienst 1894. In handen gesteld van de heeren van Sloterdijck, Fabry de Jonge en Tigler Wijbrandi ten fine van onderzoek en rapport. 4. Reglement van orde voor de commissie van beheer over het stads ziekenhuis. 5. Voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststel ling van een besluit tot heffing van bruggeld bij de geprojec teerde bruggen over het kanaal van den Grachtswal naar de Tijnje eene verordening op de invordering van dat bruggeld, benevens eene memorie van toelichting. 6. Rapport der raadscommissie, in wier handen is gesteld geweest, een verzoek van het bestuur van het nieuwe stads weeshuis om machtiging tot het aanbrengen van wijzigingen in de begrooting voor dat gesticht over 1894. De stukken vermeld onder de nos. 4, 5 en 6 worden ter visie gelegd voor de leden, om in eene volgende vergadering te worden behandeld, terwijl die, bedoeld onder de nos 4 en 5 zullen worden gedrukt als bijlagen tot het raadsverslag. III. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van S. Eppinga c. s. om wijziging in het besluit tot heffing van havengeld. Bij raadsbesluit van 26 Februari 1895 is om bericht en raad in handen gesteld van burgemeester en wethouders een ongedateerd adresden 26 Februari 1.1. ontvangen, van S. Eppinga, president, en Tuinman, secretaris van de schip- persvereeniging te Leeuwarden die zich daarbij namens de gezamenlijke schippers allen leden dier vereenigingtot den raad wenden met verzoek om algeheele opheffing of gedeelte lijke opheffing der walgeldendoor alleen bij lossen en laden één cent per ton door de schippers te laten betalen. Ter voldoening aan 't bovenvermeld raadsbesluit berichten burgemeester en wethoudersdataangezien de schippersver- eeniging te Leeuwarden geen wettig bestaand lichaam is, het door S. Eppinga en Tuinman namens de gezamenlijke schip pers, leden dier vereeniging, ingediend verzoek krachtens art. 8 der grondwet ter zijde zoude kunnen worden gelegd. Zij hebben echter gemeend het verzoek te kunnen beschou wen als te zijn geschied door S. Eppinga en Tuinman, als on derteekenaars van het adres en brengen dit alzoo op nieuw bij den raad ter tafel. Het is burgemeester en wethouders bij de overweging der motieven, waarop het verzoek steunt, voorgekomen, dat er geene termen tot inwilliging daarvan bestaan. De verordening tot het heffen van havengeld is vastgesteld ten einde aan de gemeente eene billijke tegemoetkoming te waarborgen voor de groote financieele offers, die zij heeft moe ten brengen in het belang van de scheepvaart en de schip perij, door het graven van kanalen en grachten, het maken en onderhoud van walmuren. De havengelden worden bovendien in geenen deele geheven tot een hooger bedrag, dan noodig is te achten om den betaler naar evenredigheid van het gebruik of genotdat hij heeft, in de kosten van aanleg, onderhoud of verstrekking van het door hem gebruikte of genotene te doen dragen. Burgemeester en wethouders zijn van oordeel, dat er geene aanleiding bestaat tot vermindering, nog minder tot opheffing of afschaffing van de havengelden, en dat de in de verordening bestaande vrijstellingen van betaling van havengeld, niet moe ten worden uitgebreid. De adressanten nemen geheel vrijwillig ligplaats in de ge meente en zelfs in zulk een getal, dat hunne aanwezigheid meermalen belemmering geeft, indien van wallen gebruikt moet worden gemaakt tot lossen of laden. Burgemeester en wethouders achten het billijkdat, indien schepen langer dan vier achtereenvolgende weken in de ge meente ligplaats hebben, na afloop van ieder tijdvak van vier weken het recht óp nieuw verschuldigd is, aangezien die schip pers gedurende dien tijd van de wateren en wallen der. ge meente gebruik en genot hebben, terwijl de kosten van onder houd dier voorwerpen daardoor zonder twijfel stijgen. Op vorenstaande gronden adviseeren burgemeester en wet houders, het verzoek van S. Eppinga en Tuinman om alge heele of gedeeltelijke opheffing der havengelden te wijzen van de hand. Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming besloten. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei ding van een aan Gedeputeerde Staten gericht bezwaarschrift van J. Wijnants e. a. tegen den 2en suppletoiren staat van wa terstaatswerken in deze gemeente. Bij kantbeschikking van den 11 Maart j.l. 3e afd. no. 288 stelde de heer Commissaris der Koningin om bericht en raad in handen van den gemeenteraad een adres d.d. 9 Maart 1895 van Joh. Wijnants e.a., gericht aan heeren Gedepu teerde Staten en inhoudende het verzoek, om de hun aange boden suppletoiren staat van waterstaatswerkenwaarop de Hooge- of Trapjesbrug is afgevoerd, te willen wijzigen en te bevelen, dat tusschen de Turfmarkt en de Tuinen weder eene brug worde gelegd. Bovenvermeld adres is bij raadsbesluit van den 12 Maart in handen van burgemeester en wethouders gesteld om prae- advies. 'I er voldoening aan dit besluit brengen burgemeester en wethouders in herinnering, dat bij raadsbesluit van 26 Febru ari j.l. no. 8: 1. is afgewezen het verzoek van J. Wijnants e. a. om de Hooge- of Trapjesbrug over het vaarwater langs de Tuinen niet van den staat van de openbare tot gemeenen dienst van allen bestemde waterstaatswerken in deze gemeente, niet in onderhoud of beheer bij het rijk, de provincie of bij water schappen, al te voeren. 2. voorloopig onveranderd is vastgesteld de opgemaakte suppletoire staat tot wijziging van den sub 1 bedoelden staat van waterstaatswerken. Die afwijzende beschikking berust in hoofdzaak op de over weging, dat het voortbestaan der meer bedoelde brug naar 's raads oordeel niet door het algemeen belang wordt geacht, aan gezien door het aanleggen van een nieuwen weg tusschen de Turfmarkt en de Meelbrugde Hooge- of Trapjesbrug niet meer noodig is en aan weerszijden van de Tuinen, op slechts 165 meter afstand van elkander, vaste bruggen zijn, die vol-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1895 | | pagina 1