Vergadering van Dinsdag 2 April 1895. 52 Versiag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 26 Maait 1895. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 2 April 1895. 53 doende in de behoefte aan eene goede communnuntie tusschen de Tuinen en de Turfmarkt voorzien. Overeenkomstig het bepaalde in de 5e alinea van art. 3 van het reglement (Provinciaal blad no. 33 van 1882) hebben adres santen binnen den voorgeschreven termijn hunne bezwaren tegen den door den raad voorloopig vastgestelden suppletoiren staat van waterstaatswerken in deze gemeente bij heeren Gede puteerde Staten ingebracht. Ofschoon burgemeester en wethouders zouden kunnen vol staan, met in dezen te verwijzen naar 'sraads besluit van den 26 Februari 1895 no. 8,meenen zij er nog op te moeten wijzen, dat er, naar hun oordeel, op grond van den actueelen toestand geen termen bestaan om aan het bovenomschreven verzoek te voldoen. Nu de bedoelde brug reeds in 1894 bij gelegenheid van de uitvoering der werken tot demping van de gracht tusschen de Tuinen en de Waeze en krachtens raadsbesluit van den 14 Maart 1893 no. 5 is geamoveerd is als gevolg daarvan de Hooge- of Trapjesbrug van den primitieven staat van water staatswerken afgevoerd. Op grond van het vorenstaande stellen burgemeester en wethouders voor te besluiten Onder verwijzing naar- en overlegging van een afschrift van het raadsbesluit van den 26 Februari 1895 no. 8 en een af schrift van hun praeadvies, aan den heer Commissaris der Ko ningin ter voldoening aan ZHEG., kantbeschikking van den 11 Maart 11. 3e afd. S. no. 288 in overweging te geven wel te willen bevorderen, dat door heeren Gedeputeerde Staten afwij zend worde beschikt op het tot hen door J. Wijnants e. a. gericht adres dd. 9 Maart 1895. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de conclussie van het voorstel besloten. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van pensioen aan een eervol ontslagen schoonmaakster eener gemeenteschool. Lijdia Hoekstraweduwe van A. van der Molen oud 75 jaar heeft bij adres dd. 2 Maart j.I. eervol ontslag verzocht uit hare betrekking van schoonmaakster aan de gemeente school no. 1, met verzoek in het genot te worden gesteld van pensioen. Met het oog op haren ongunstigen gezondheidstoestand heb ben burgemeester en wethouders het gevraagd eervol ontslag reeds met ingang van 15 Maart j.I. verleend. De adressante is sedert 1 October 1869 onafgebroken als schoonmaakster eener gemeenteschool, sedert 1 September 1878 aan de gemeenteschool no. 1 in dienst der gemeente ge weest. Op grond van de langdurige nauwgezette plichtsvervulling bestaan er volgens het oordeel van burgemeester en wethou ders termen om aan de adressante een jaarlijksch pensioen toe te kennen overeenkomstig de bepalingen der verordening (gemeenteblad no. 32 van 1893). Onder overlegging van een sfaat van dienst en het besluit tot het verleenen van eervol ontslag, wordt voorgesteld te be sluiten: aan Lijdia Hoekstra, weduwe van A. van der Moleneervol ontslagen schoonmaakster aan de gemeenteschool no. 1 een jaarlijksch pensioen te verleenen van 120, gerekend te zijn ingegaan den 15 Maart 1895. Overeenkomstig de conclusie van het voorstel wordt zonder discussie en hooldelijke stemming besloten. 4. Voorstel van burgemeester en wethouders op een adres van de Weduwe J. Heerings om ontbinding der huurovereenkomst van de bovenwoning Raadhuisstraatje No. 3. Bij raadsbesluit van den 12 Maart 11. is om bericht en raad in handen van burgemeester en wethouders gesteld een adies dd. 9 Maart 1895 van H. Pannenburg weduwe J. Heerings, huurdersche der aan de gemeente behoorende bovenwoning plaatselijk bekend Raadhuisstraatje no. 3 waarbij zij met in gang van 1 Mei eerstkomende ontbinding der huurovereenkomst van die woning verzoekt. Ter voldoening aan 's raads besluit deelen burgemeester en wethouders mede dat bij besluit van 8 Januari 1895 no. 7 die bovenwoning, die de adressante sedert den 12 Mei 1894- in huur heeftop nieuw aan haar verhuurd is voor den tijd van één jaar, ingaande den 12 Mei 1895. Thans heeft de adressante het voornemen 1 Mei e.k. naar Amsterdam te vertrekken en wenscht om die reden ontbinding van de huuiovereenkomst, Tegen de inwilliging van het verzoek hebben burgemeester en wethouders alleen dit bezwaar, dat de termijn van verhu ring in deze gemeente loopt van 12 Mei tot 12 Mei, zoodat de ontbinding der huuiovereenkomst met 12 Mei 1895 zal moeten plaats hebben. Op g ond van het vorenstaande, stellen burgemeester en wet houders voor te besluiten behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Stalen, met ingang van den 12 Mei 1895 te ontbinden de huurovereenkomst, den 5 Maart 1895 gesloten met H. Pannenburg, weduwe van J. Hee rings alhierwaarbij de gemeente aan haar voor den tijd van één jaar, in te gaan den 12 Mei 1895, heeft verhuurd de bo venwoning plaatselijk gekwoteerd Raadhuisstraatje no. 3,onder voorwaarde, dat de gemelde woning op 12 Mei 1895 ter vrije beschikking van het gemeentebestuur moet worden gesteld en de kosten van de acte van ontbinding der huurovereenkomst komen ten laste van de adressante. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. De voorzitter sluit hierop de vergadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heeren Mr. J. L. van SloterdijckA. Duparc J. TheunisseMr. W. Kolff, R. H. Dijkstra, J. Troelstra en H. Beucker Andreae. Voorzitter - de heer Dr. N. Reeling Brouwer, wethouder. I. De notulen van de vorige op Dinsdag den 26 Maart j.I. gehouden vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld 1. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het ko hier van den hoofdelijken omslag, dienst 1895. 2. Missive van de commissie, houdende mededeeling van den uitslag van het overgangs- en eindexamen aan de burger dagschool. 3. dat is ingekomen de rekening van ontvangsten en uit gaven der gemeentelijke gasfabriek over 1894. Wordt voor de leden ter visie gelegd. 4. dat aan R. Vermeulen de levering van fijne grint is gegund voor ƒ3,59 per stère en grove grint voor ƒ3.24 per stère. 5. dat de hu ar van de beide kasten in het Beurslokaal voor den tijd van drie jaren is gegund aan S. R. Rolf voor f 8 per jaar. 6. dankbetuiging namens de wed. A. van der Molen, voor het haar toegekend pensioen. 7. Verslag van het middelbaar onderwijs over 1894. Zal als bijlage tot het gemeenteverslag over dat jaar wor den gedrukt. III. Wordt ter tafel gebracht 1. Eene ontwerp-instructie voor den geneesheer-directeur van het stadsziekenhuis. 2. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot inge- bruikgeving van het beurslokaal aan het bestuur der Maat schappij van Schilder- en teekenkunst voor eene tentoonstelling. 3. Alsboven naar aanleiding van een verzoek van het be stuur der schietvereeniging „Wilhclmina" om voor hare oefe ningen gebruik te mogen maken van de gemeentelijke schiet baan. 4. Alsboven om ,aan S. Jongma stukjes gemeentegrond in eigendom over te dragen en vergunning te verleenen tot aan leg van eene bestrating langs zijn perceel aan de Wester plantage. 5. Alsboven tot wijziging en opnieuw vaststelling van het reglement voor de stadsbank van leer.ing. 6. Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der rekening en verantwoording van het beheer over den Prin sentuin, dienst 1894. De stukken sub 1, 3 6 worden voor de leden ter visie ge legd om in eene volgende vergadering te worden behandeld terwijl die sub 1 en 5 tevens als bijlagen tot 's raads verslag zullen worden gedrukt en het voorstel sub 2 zal heden nog in behandeling worden genomen. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten 1. Reclame tegen de lijsten der kiezeis van leden van de Ticeede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale Staten en den Gemeenteraad. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordtconform het praeadvies van burgemeester en wethouders, besloten de reclame van het Nederlandsch Israelietisch armbestuur, d.d. 21 Maart 1895, toe te wijzen en den naam van Joseph de Vries, geboren te Leeuwarden den 29 Mei 1832 van de kiezerslijsten van de Tweede Kamer der Staten-Generaalvan de Provinciale Staten en den Gemeenteraad voor 1895 te schrappen. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot ingebruïk- geving van het beurslokaal aan het bestuur der Maatschappij van Schilder- en teekenkunst voor eene tentoonstelling. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten Op nader door burgemeester en wethouders te stellen voor waarden, het bovenlokaal van het beurs- en waaggebouw op den 13, 14 en 15 April e.k. kosteloos in gebruik af te staan aan het bestuur der Maatschappij van schilder- en teeken kunst, voor het houden van eene tentoonstelling van aquarellen. De voorzitter sluit hierop de veigadering. Boekdrukkerij van A. Jongbloed ie Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1895 | | pagina 1