Vergadering van Dinsdag 11 Juni 1895.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 11 Juni 1895.
81
Vei slag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 28 Mei 1895.
Deze heeren stellen nu dit serum kosteloos ter beschikking
voor de behandeling van on-en minvermogenden. Zij wenschen
daartoe in 4D groote gemeenten depots te vestigen en zullen
zich tot dit doel tot de burgemeesters dier gemeenten wenden
met het verzoekdat dit onder hun toezicht geschiede.
Spr. heeft vernomen dat Leeuwarden een van die 40 ge
meenten is hier dus zal het serum tot bestrijding van diph-
theritis en croup voor on- en minvermogenden kosteloos ver
krijgbaar worden gesteld later zal hoogstwaarschijnlijk ook
langs een anderen weg tegen betaling genees-serum verkrijg
baar worden gesteld.
Spr. meendedeze mededeeling te moeten doen, omdat dit
eene zaak betreft die niet van actueel belang is ontbloot en
zeker tot groot nut voor de ingezetenen zal strekken.
Spr. richt nu tot den voorzitter de vraag, of deze zaak ook
reeds ter zijner kennis is gebracht en of hij genegen is, mede
te werken tot de ten uitvoerlegging van den voorgenomen maat
regel.
De Voorzitter deelt mede, dat gisteren eene circulaire
van de door den heer de la Faille genoemde heeren door hem
is ontvangen. De zaak is dus in staat van voorbereidingen
hij kan niet anders mededeelen dan dat het gemeentebe
stuur in deze zoo hoogst nuttige zaak alle mogelijke medewer
king zal verleenen. Spr. is begonnen met de circulaire om
advies in handen te stellen van den geneesheer-directeur van
het stadsziekenhuis. Hij meent met een en ander de vraag
van den heer de la Faille voorloopig voldoende te hebben be
antwoord.
De heer do la Faillo betuigt zijnen dank voor de beant
woording van zijne vraag door den voorzitter.
De heer Duparc had ook verlof gevraagd tot het doen van
eene vraag.
Nadat hem dit was verleend, deelt hij mede, als lid van de
Ncd. Vereeniging tot afschaffing van sterken diank kort gele
den eene circulaire te hebben ontvangen van de Friesche Pro-
paganda-commissie tot afschaffing van sterken drank betref
fende een op Pinkster-Maandag bij Leeuwarden te houden open
lucht meeting tot bestrijding van sterken drank. In die circu
laire wordt mede geldelijke ondersteuning voor de zaak ge
vraagd. „Dit is te meer noodig", staat er, „nu wij alle moge
lijke tegenwerking ondervinden. Wij hadden een zeer geschikt
terrein gehuurd voor ƒ30. De man, van wien wij het huur
den had echter de stad als zijn landheer. En ziet. Burge
meester en wethouders verbieden hem eenvoudig, dat land voor
het houden van een meeting tot afschalfing van sterken drank
aan ons af te staan."
Van „verbieden" zal hier wel geen sprake zijn geweest. Spre
ker veronderstelt, dat bedoeld is het weigeren van de volgens
het huurcontract noodige vergunning. Moeilijk zou spreker in-
tusschen kunnen aannemendat de grond der weigering zou
zijn gelegen geweest in mindere instemming met het zoo goede
doel dat met dc meeting wordt heoogd. Spreker veroorlooft
zich daarom, tot burgemeester en wethouders de vraag te rich
ten of zij bereid zouden zijn den raad mede te deelen den
grond of de gronden, waarop de bedoelde weigering heeft be
rust.
De heer Meijer was vooraf van de vraag van den heer
Dupaic gesaississeerd, omdat deze van zijn voornemen daartoe
den voorzitter in kennis had gesteld. Hij is daardoor in staat
terstond die vraag te beantwoorden.
Hij stelt voorop dat de weigering aan den huurder van dit
landom het in gebruik te geven voor meerbedoelde meeting
ten eenen male vreemd is aan het doel van die meeting. Bur
gemeester en wethouders gaan uit van het standpuntdat zij
zich in zaken als deze niet moeten laten leiden door een ge
voel van sympathie of antipathie.
De eenige grond voor de weigering is alleen en de heer
Duparc heeft dit blijkbaar ook gevoeld hierin gelegen, dat
burgemeester en wethouders geen vrijheid meenden te hebben,
om den huurder vergunning te verleenen het land van de ge
meente, dat voor ander gebruik bestemd is, voor eene meeting
te gebruikenten nadeele van de landen. Daardoor zou een
minder gewenscht antecedent kunnen worden gesteld. Het ligt
toch voor de handdatindien nu de gevraagde vergunning
werd verleend dit in een tijdwaarin vele meetings worden
gehouden, navolging zou vinden en men zou dan bezwaarlijk de
vergunning kunnen weigeren.
De heer Duparc betuigt zijn dank voor het namens bur
gemeester en wethouders gegeven antwoord. Het was hem
aangenaam te mogen vernemen, dat, gelijk hij trouwens niet
anders had verwacht, de vergunning niet is geweigerd op gron
den aan het doel der meeting ontleend. Het geldt hier toch
de bestrijding van een kwaad dat reeds sinds lang terecht
wordt genoemd de grootste kanker, die aan het welzijn des
volks knaagt. Intusschen gevoelt hij zich genoopt, als zijn ge
voelen mede te deelen, dat burgemeester en wethouders in deze
zaak wel wat al te voorzichtig zijn geweest. Het betreft hier
immers de zaak niet van de eene of andere partij, maar waar
bij mannen van alle mogelijke richtingen op godsdienstig, staat
kundig en sociaal gebied broederlijk te zamen komen en zich
vereenigen, om daar bedoelden volkskanker te bestrijden. Ware
spreker geroepen geweestin deze zaak tot eene beslissing
mede te werken, hij zou de vergunning niet hebben geweigerd.
Hij moet echter berusten in de beschikking van burgemeester
en wethouders, omdat zij geheel in hunne bevoegdheid waren.
In weerwil van het door spieker kenbaar gemaakt gevoelen
zijnerzijds, zullen zij nochtans gelijk hij gelooftgeen spijt be
hoeven te gevoelen over de gedane vraag, omdat het publiek
thans in ieder geval zal kennen den grond der weigering en
burgemeester en wethouders alzoo verder zullen worden vrij
gepleit van de beschuldiging van sommige zijden reeds tegen
hen ingebrachtdat zij zouden hebben gehandeld uit tegenin-
genomenheid met het doel zelf der meeting.
De voorzitter sluit dc vergadering.
Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.
Tegenwoordig 22 leden.
Afwezig de heer Dr. J. Baart de la Faille.
Voorzitter de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo-
ten burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 28 Mei j. 1. gehouden ver
gadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld:
1. dat bij publieke aanbesteding het doen van verfwerken
aan eenige gemeentegebouwen is gegund voor een gezamenlijk
bedrag van 997,99
2. dat aan den heer J. G. Singels op zijn verzoek door bur
gemeester en wethouders eervol ontslag is verleend als gemeen
te-archivaris met ingang van 15 Juli 1895;
3. eene dankbetuiging van den heer J. Soutendam voor het
geschenk van het gemeentebestuurhem vereerd bij gelegen
heid van zijne vijfentwintigjarige ambtsvervulling als direc
teur der stadsreiniging.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1. een adres van T. Simmer wed. M. v. d. Laan, in leven
hulpopzichter bij de stadsreiniging inhoudende het verzoek
met een klein pensioen te worden begiftigd.
Wordt om bericht en raad gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een verzoek van H. G. Blauw om maatregelen te ne
men tegen den hinderdien hij ondervindt van personendie
zich bij zijne woning ophouden.
3. alsboven naar aanleiding van een verzoek van de wed.
S. van den Berg geb. Bos om in het genot te worden gesteld
van eene wekelijksche uitkeering.
4. alsboven tot wijziging van de voorwaarden van de con
cessie voor de drinkwaterleiding alhier.
5. alsboven naar aanleiding van een adres van T. S. Feringa,
om niet art. 180 der gemeentewet toe te passen op foor hem
bij den weg Achter de Hoven gestichte woningen.
De voorstellen sub 2 tot en met 5 worden ter visie gelegd
om in eene volgende vergadering te worden behandeld, terwijl
dat sub 4 zal worden gedrukt in de bijlagen tot het verslag
van 's raads handelingen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van leden van stembuream voor de verkie
zing van leden van den gemeenteraad op 16 Juli 1895.
De uitslag der gehouden stemmingen isdat van het stem
bureau voor de eerste aldeeling, waarvan de burgemeester
voorzitter is, tot leden worden benoemd de heeren Mr. G. Beek
huis en J. F. H. Bekhuisen van het stembureau voor de
tweede afdeeling tot voorzitter de heer Mr. J. G. Meijer en tot
leden de heeren Mr. I. Wolff en S. H. Hijlkema.
De overige leden worden aangewezen, om de benoemden bij
ontstentenis of verhindering te vervangen.
2. Rapport omtrent de rekening en verantwoording van de
stads-armenkamer dienst 1894.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
a. goed te keuren de rekening en verantwoording van de
stadsarmenkamer en het sladsarmhuis over het jaar 1894,
in ontvang tot een bedrag van 40.578.25J
in uitgaaf 39,582.36
alzoo met een saldo van 995.89J
welk saldo moet worden overgebracht in de jaarrekening van
1895 onder de inkomsten der bijzondere fondsen, gespecificeerd
aan het slot der rekening.
b. aan heeren voogden der stadsarmenkamer 's raads dank
te betuigen voor hun nauwkeurig beheer.
3. Rapport omtrent de rekening en verantwoording van het
stadsziekenhuis over 1894.
Conform de conclusie van dit rapport wordt besloten:
deze rekening goed te keuren en aan de commissie van be
heer 's raads dank te betuigen voor het door haar gehouden
beheer.
Wordt opgemerktdat de lieer van der Scheer, lid van de
commissie van beheer, niet tot het nemen van dit besluit heeft
medegewerkt.
4. Voorstel van burgemeester en iveiliouders tot het verleenen
van eervol ontslag aan de onderwijzeres Mej. X. Upes.
Burgemeester en wethouders stellen hierbij voor, te besluiten:
met ingang van 1 Juli 1895 aan Mej. T. IJpes op haar ver
zoek eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan de ge
meenteschool no. 6.
Hiertoe wordt besloten.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanleiding
van het verzoek van F. Broersma e. a. tot demping van de
sloot langs den Hollanderdijk.
De adressanten verzoeken, de noodige maatregelen te nemen,
die kunnen strekken tot verbetering van den toestand aan den
Hollanderdijk, door de sloot langs dien weg van den rijksstraat
weg af te doen dempen en den weg te doen verbeteren.
Burgemeester en wethouders deelen mede, dat bedoelde weg
en het grootste gedeelte van de sloot in de gemeente Leeuwar-
deradeel zijn gelegen. Slechts een klein gedeelte van de sloot,
van den rijksstraatweg afligt voor de helft in deze gemeente
en is in onderhoud bij de eigenaren der aanliggende perceelen
Naar hunne meening ligt het niet op den weg van het be
stuur dezer gemeente, om in den toestand verbetering aan te
brengen.
Zij stellen derhalve voor, te besluiten
de adressanten te verwijzen naar de onderhoudplichtigen van
den Hollanderdijk' en de langs gelegen sloot, onder mededeeling,
dat die sloot slechts voor een gering gedeelte ligt op het ge
bied dezer gemeentewaarvan de eigenaren van de ten noor
den gelegen perceelen de onderhoudplichtigen zijnterwijl het
overige gedeelte der sloot wellicht in onderhoud is bij de maat
schappij tot exploitatie van staatsspoorwegen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienovereen
komstig besloten.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot overneming
van grond van de vereeniging „de IJsclubalhier.
Burgemeester en wethouders stellen voor, te besluiten
behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten van de di
rectie der vereeniging „de IJsclub" te Leeuwarden voor eene
som van 3 aan te koopen den op de overgelegde teekening
met zwarte arceering aangeduiden grond, deel uitmakende van
de kadastrale perceelen in sectie E nos. 1587, 1588 en 1672
ten einde dien grond voor publieke straat te bestemmen en te
doen bestraten en rioleeren, onder voorwaarde
a. dat van wege de adressanten de geheele over te nemen
oppervlakte grond worde aangevuld tot op 10 centimeter onder
de daarop aan te leggen bestrating, met dosseeringen ter weer
zijde van 2 op t
b. dat de overige op het plan aangeduide wegen over de
geheele lengte moeten zijn bestraat en gerioleerd, vóórdat een