Vergadering van Dinsdag 9 Juli 1895. 98 Verslag dor handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Zaterdag 6 Juli 1895. dienstelijk man die slechts gedurende weinige jaren in ons midden werkteals persoonlijke herinnering U te moeten aan bieden maar Gij zult het hebben te beschouwen als stoffelijk souvenir bij wettig genomen besluitdoor den raad U na mens de Gemeente die hij vertegenwoordigt aangeboden. En thans Mijnheer Bergsma eindig ik met U namens den ganschen Gemeenteraad van voller harte geluk te wenschen met hettot dusverre in onze stad en in Uwe betrekking on gekende, jubileum en U uit volle borst toe te wenschendat het U nog vele jaren gegeven moge zijn even getrouw als tot dusverre de gelofte na te komen door U vóór 25 jaren op deze zelfde plaats afgelegd „Ik zal trachten door werkzaamheid en ijver de belangen der Gemeente Leeuwarden te bevorderen De heer Bergsma betuigt den burgemeester zijnen dank voor de hartelijke woorden die deze tot hem heeft gericht en welke een diepen indruk op hem hebben gemaakt. Het blijk van waardeering door den Voorzitter namens den raad hem over handigd is haast te veel en eene overschatting van zijne ver diensten. Hij stelt 't echter op hoogen prijs omdat hij weet, dat het niet gegeven is dan na rijp beraad en op advies van den burgemeester en het dagelijksch bestuur. Toen spr. vóór 25 jaren in handen van den ambtsvoorganger van den tegenwoordigen burgemeester den eed voorgeschreven bij de wet aflegde heeft hij zich in de eerste plaats tot doel gesteldhet vertrouwen te winnen van den burgemeester. Want de belangen van de gemeente kunnen niet beter worden behartigddan wanneer haar eer ste ambtenaar het vertrouwen geniet van het hoofd der gemeente. Spr. heeft het geluk ge had, dat vertrouwen steeds te genieten. Toen hij tot zijne tegenwoordige betrekking was benoemd kwam de toenmalige burgemeester de heer Zeper hem reeds vóór de aanvaarding dezer betrekking vriendschappelijk tegemoet. Ook bij den heer Bieruma Oosting genoot hij het volle vertrouwen. De heer van Weideren Rengers was eerst als wethouderdaarna als burgemeester steeds voor hem een vriend die hem vertrouwde, omdat deze wist, dat hij bij alles de behartiging van de belan gen der gemeente op het oog had. De heer Lycklama a Nijeholt was ook zijn vriend, wien hij om raad vroeg en die hem raadpleegde en op zijn raad ver trouwde. Hij geniet dat vertrouwen ook van den tegenwoordigen bur gemeester. De woorden van den voorzitter, thans tot hem ge sproken, strekken daarvan tot bewijs. Spr. stelt zijn vriend schap op hoogen prijs en hoopt ook voor de toekomst voort durend die vriendschap en dat vertrouwen te mogen blijven genieten. Maar ook het vertrouwen van het dagelijksch bestuur heeft spr. noodig gehad en mogen genieten. Toen hij zijne functie aanvaardde waren de heeren Bruinsma Bloembergen en Ren gers wethouders dezer gemeente. Met dankbare waardeering denkt hij aan die achtenswaardige mannen die hem den weg hebben gewezendie hij te bewandelen hadzij hebben door hunne bekwaamheid en groote werkzaamheid en ijver hem het voorbeeld gegeven hoe men ook op hoogeren leeftijd tot nut der gemeente kan werkzaam zijn. Van het tegenwoordig dagelijksch bestuur heeft spr. niets dan vriendschap en welwillendheid ondervonden. Waar hij met werk overladen isdaar is ieder hunner bereid om hem te steunen en te helpen en hem voor te lichten. Van de leden van den raad zooals die vóór 25 jaren was samengesteld hebben slechts twee leden nu nog zitting. Met weemoed denkt spr. aan zoovelen die zijn heengegaan. Inde verloopen 25 jaren heeft spr. velen in den raad zien komen en gaan maar nimmer heeft een hunner zich minder welwil lend tegenover hem betoond altijd waren zij hem vriendschap pelijk gezind. Nooit heeft hij gemerktdat hij ambtenaar van de gemeente was maar altijd werd hem de hand van vriend schap toegestoken. Hij gelooftdat nergens in het land een secretaris is die zich zoo gelukkig kan rekenen als hijdie op zóó vriendschappelijken voet met de leden van den raad omgaan en steeds op aller hulp rekenen kan. Met een enkel woord wil hij de twee zooeven door hem be doelde leden van den raad gedenken n.l. de heeren Duparc en van Sloterdijck. Het gemeentebestuur mag zich verheugen, dat deze twee mannen nog met onverzwakte energie hunne ta lenten in het belang van de gemeente aanwenden. Ook zij hebben hem steeds gesteund en hem zijn werkkring aange naam gemaakt. Spr. hoopt niet onbescheiden te zijn als hij ook aan het personeel der ambtenaren van de secretarie een woord van hulde brengt. Hij heeft in al die jaren nooit van hen een dienst gevraagd dien zij hem niet steeds bereidwillig verleen den. Allen geen uitgezonderd, waren ten allen tijde bereid om als het werk hem te veel was en over de handen liep het van hem over te nemen. In het bijzonder een woord van waardeering aan den commies Menkemadien hij vóór 25 ja ren aan de secretarie werkzaam vond; een man, die leeft voor zijn werk en op wiens vriendschap hij prijs stelt. Hij is een persoon van wien men haast kan zeggen dat hij onmisbaar is in het raderwerk der gemeentelijke administratie. Maar er zijn er meer die hem zijn werk verlichtenhij zal ze echter allen niet bij name behoeven te noemen. Ook de hoofdambtenaren zij hebben hem straks er het bewijs van gegeven zijn hem genegen. De burgemeester heeft zooeven terecht opgemerktdat het voor hem een ger.ot is te werken. Zijne betrekking is hem geen lastveeleer eene levensbehoefte. Het is hem ook een genotallen die tot hem komen om raad voor te lichten en te helpen. Spr. eindigtmet nogmaals een woord van dank te richten tot den voorzitterdie als tolk van het gemeentebestuur hem heeft toegesproken. Hij kan verklaren dat deze dag voor hem onvergetelijk zal zijnde eerbewijzen die hem ten deel vielen zijn haast te groot, maar hij aanvaardt ze dankbaar. Hij be veelt zich aan in de vriendschap van den burgemeester, de wethouders de leden van den raad en de ambtenaren. De Voorzitter kan nu de werkzaamheden zijn afgeloopen, de vergadering sluitenmaar wenscht vooraf mede te deelen, dat de aanwezigheid van zoovelen door den jubilaris en het gemeentebestuur op grooten prijs wordt gesteld en hij betuigt allen zijnen dank voor de belangstelling, door hunne tegenwoor digheid betoond. De vergadering wordt hierop gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden van Dinsdag 9 Juli 1895. 99 Tegenwoordig 16 leden. Afwezig de heerenJ. Troelstra Dr. N. Reeling Brouwer Dr. J. Baart de la FailleJhr Mr. G. van Eijsinga Mr. J. L. van Sloterdijck R. II. Dijkstra en J. F. H. Bekhuis. Voorzitter de heer Mr. J. G. Meijerwethouder. I. De notulen van de vorige op 25 Juni en 6 Juli j.l. ge houden vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld; 1. eene dankbetuiging van P. Laverman voor het geschenk, hem vereerd bij gelegenheid van zijne 25jarige ambtsvervulling als opzichter bij de stadsreiniging. 2. dat bij Koninklijk besluit van 17 Juni 1895 no. 72 is goedgekeurd het besluit tot heffing van eene belasting onder den naam van bruggeldgeheven wordende voor het afdraaien van de beide bruggen over het kanaal naar de Tijnje, zulks tot 1 Juli 1897. 3. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads besluit tot overneming van grond van de vereeniging „de IJsclub." III. Wordt ter tafel gebracht: 1. een verzoek van J. de Swart, om op enkele dagen zijn koffiehuis tot 12 uur 's nachts geopend te mogen houden. Wordt ter beschikking gerenvoieerd aan den burgemeester. 2. de begrooting der stadsarmenkamer voor den dienst van 1896. Wordt ten fine van onderzoek en rapport gesteld in handen van de heeren KonterDijkstra en Beekhuis. 3. een voorstel van burgemeester en wethouders tot wijzi ging der verordening regelende de jaarwedden der docenten aan de school van middelbaar onderwijs voor meisjes. 4. een voorstel van burgemeester en wethouders tot uitbrei ding van de gemeenteschool no. 10. De voorstellen sub 3 en 4 worden ter visie gelegdom in eene volgende vergadering te worden behandeld terwijl dat sub 3 zal worden gedrukt in de bijlagen tot het verslag van 's raads handelingen. 5. eene voordracht voor de benoeming van eene onderwij zeres aan de gemeenteschool no. 6. Wordt besloten heden tot eer.e benoeming over te gaan. IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op roepingsbrief vermelde punten. 1. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 6 (vacature Mej. T. IJpes.) De voordracht is samengesteld uit 1. Mej. J. Siderius te Gou- tum2. Mej. E. P. C. de Kroon te Dronrijp en 3. Mej. T Bosnia te Irr.sum. De uitslag der gehouden stemming is, dat alle (16) stemmen zijn uitgebracht op Mej. J. Siderius zoodat deze wordt benoemd. De datum van infunctietreding zal nader door burgemeester en wethouders worden bepaald. 2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee- nen van eervol ontslag aan de onderwijzeres Mej. F. A. Behrns. Conform de conclusie van dit voorstel wordt besloten aan Mej. F. A. Behrns overeenkomstig haar verzoek met in gang van den 1 Augustus 1895 eervol ontslag te verleenen als onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 10. 3. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het toeken nen van pensioen aan de eervol ontslagen schoonmaakster J. van Asperen wed. P. Sterk. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten aan Jacoba van Asperen wed. P. Sterk, eervol ontslagen schoonmaakster aan de gemeenteschool no. 5 een jaarlijksch pensioen te verleenen van f 54, in te gaan den 1 Juli 1895. De vergadering wordt gesloten. Boekdrukkerij van A. Jongbloed te Leeuwarden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1895 | | pagina 1