Vergadering van Dinsdag 22 October 1895.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 22 October 1895. 135
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heeren: Mr. J. C. Meijer, A. Duparc en J. van
der Scheer.
Voorzitter de heerMr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo-
tenburgemeester.
I. De notulen van de vorige op 8 October j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat bij Koninklijk besluit van 7 October 1895 no. 26 is
goedgekeurd het besluit tot heffing van havengeld.
2. dat door Gedeputeerde Staten is goedgekeurd het raads
besluit tot onderhandsche verpachting van het buffet in hel
Beurslokaal.
3. dat het onderzoek van de ontwerp-gemeentebegrooting
voor 1896 in de sectiën is afgeloopen en dat tot rapporteurs
zijn benoemd uit de le sectie de heer T. Konter uit de 2e
sectie de heer Mr. G. Beekhuis en uit de 3e sectie de heer
R. H. Dijkstra.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. het procesverbaal van de opneming der kas van den ge
meenteontvanger op 12 October 1895.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. eene voordracht voor de benoeming van eene onderwij
zeres in de handwerken aan de gemeenteschool no. 11.
3. eene aanbeveling voor de benoeming van een lid der
commissie van beheer over het stadsziekenhuis.
4. eene aanbeveling voor de benoeming van een lid der
commissie van administratie der stadsbank van leening.
5. aanbevelingen voor de benoeming van twee voogden der
stadsarmenkamer.
6. aanbevelingen voor de benoeming van eene voogdes en
een voogd van het nieuwe stadsweeshuis.
De stukken sub 2 tot en met 6 worden ter visie gelegd, om
in eene volgende vergadering tot eene benoeming over te gaan.
7. een voorstel van burgemeester en wethouders tot toeken
ning van pensioen aan Martina Lingré, eervol ontslagen schoon
maakster aan gemeentschool no. 2.
8. rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der
begrooting van het nieuwe stadsweeshuis, dienst 1896.
9. rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van
eene wijziging der gemeentebegrooting, dienst 1895.
De stukken sub 7, 8 en 9 worden voor de leden ter visie
gelegd, om in eene volgende vergadering te worden behandeld.
10. een voorstel van burgemeester en wethouders naar
aanleiding van een verzoek van den heer A. Duparc om eervol
ontslag als lid der commissie van toezicht op het lager onder
wijs.
Wordt besloten, dit voorstel, dat voor de leden ter visie
heeft gelegenheden te behandelen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 5 (vacature N. H. Wilbers.)
De voordracht is samengesteld uit
1. N. Dijkema te Tjerkwerd,
2. T. Ferwerda te Makkumen
3. H. Roeshart te Wijtgaard.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat alle (20) stem
men zijn uitgebracht op N. Dijkema, zoodat deze wordt be
noemd.
2. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 5 (vacature P. Hoekstra.)
Door burgemeester en wethouders is de volgende voordracht
opgemaakt
1. T. Ferwerda te Makkum,
2. H. Roeshart te Wijtgaarden
3. K. Uilkema te Menaldum.
De uitslag der gehouden stemming is dat 19 stemmen zijn
uitgebracht op T. Ferwerda en 1 stem op H. Roeshartzoo
dat eerstgenoemde wordt benoemd.
3. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 6 (vacature H. P. Roosenstein.)
De voordracht bestaat uit
1. H. Roeshart te Wijtgaard
2. N. Dijkema te Tjerkwerden
3. K. Uilkema te Menaldum.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat eerstgenoemde
met alle (20) stemmen wordt benoemd.
Wordt bepaalddat de datum van infunctietreding voor de
benoemden nader door burgemeester en wethouders zal wor
den vastgesteld.
4. Voorstel van burgemeeeter en wethouders naar aanlei
ding van een verzoek van den heer A. Duparc om ontslag als
lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform de
conclusie van het voorstel besloten
aan den heer A. Duparc het door hem gevraagd ontslag als
lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs eervol
te verleenenmet ingang van 1 Januari 1896, onder dank
betuiging voor de vele en belangrijke diensten door hem in
gemelde betrekking aan het onderwijs in deze gemeente ge
durende bijna 20 jaren bewezen.
5. Voorstel van burgemeester en wethouders naar aanlei
ding van een verzoek van W. Lachniet om een rooilijn aan te
wijzen en eene strook grond van hem over te nemen
De adressant deelt zijn voornemen mede de hem behoo-
rende perceelen kadastraal bekend gemeente Leeuwarden in
sectie G nos. 4596 en 4174, gelegen Achter de Hoven voor
bouwterrein te verkoopen.
In verband hiermede, verzoekt hij aanwijzing van eene rooi
lijn voor bedoelde bebouwing en biedt hij aan de gemeente in
koop aan eene strook grond en desverlangd de daarop aanwe
zige huizinge vallende buiten die rooilijn.
Burgemeester en wethouders vonden geen aanleidingtot
aanneming van het aanbod van den adressant een voorstel te
doen daar zij het bezit van een en ander voor de gemeente
van geen belang achten.
Zij stellen derhalve voorte besluiten
1. als rooilijn voor de bebouwing van de perceelen aan den
weg Achter de Hoven ten kadaster bekend gemeente Leeu
warden in sectie G nos. 4596 en 4174 vast te stellen de roode
stippellijnaangeduid op de door den directeur der gemeente
werken bij missive van den 23 September j.l. no. 557/12 in
gezonden teekening.
2. aan den adressant te berichten, dat het gemeentebestuur
geen termen vindthet gedaan aanbod tot overdracht van eene
strook gronddesverlangd met de daarop aanwezige huizinge
aan den weg Achter de Hovenaan te nemen.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt dienovereen
komstig besloten.