Vergadering van Dinsdag 24 December 1895.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
te Leeuwarden, van Dinsdag 24 December 1895. 167
Tegenwoordig 20 leden.
Afwezig de heeren J. Troelstra, P. Fabry de Jonge en D.
Tigler Wijbrandi.
Voorzitter de heer Dr. N. Reeling Brouwer, wethouder.
I. De notulen van de vorige op 10 December j.l. gehouden
vergadering worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. dat de heeren Mr. H. D. van Ketwich Verschuur en Mr.
C. B. Menalda hebben bericht, de benoeming onderscheidenlijk
tot curator van het gymnasium en tot lid van de commissie
van toezicht op de scholen van Middelbaar Onderwijs aan te
nemen.
2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd
a. de gemeente-rekening over 1894.
b. het raadsbesluit tot overneming van een stukje grond op
den hoek van het Nauw en de St. Jacobstraat.
c. het raadsbesluit tot ingebruikgeving van grond Achter
de Witte Hand.
Deze mededeelingen worden voor kennisgeving aangenomen.
III. Wordt ter tafel gebracht:
1een adres van F. Sieger en andere stucadoorsgezellen
inhoudende het verzoek, om stucadoorswerk voor de gemeente
te gunnen aan ingezetenen.
Wordt ten fine van beschikking gesteld in handen van bur
gemeester en wethouders.
2. een adres van den Bijzonderen Kerkeraad der Ned. Herv.
gemeente alhier, houdende het verzoek, de weekmarkt, inval
lende op Goeden Vrijdag, op een anderen dag te doen houden.
Wordt om bericht en raad gesteld in handen van burgemees
ter en wethouders.
3. een voorstel van burgemeester en wethouders naar aan
leiding van een nader adres van J. Drijver e. a. tot herstelling
van het voetpad naar Schilkampen.
4. alsboven om te doen eindigen de overeenkomst met de
nieuwe zwem- en badinrichtingbetreffende de verversching
van het water in het bassin der volkszweminrichting.
5. alsboven om aan J. Meijer eervol ontslagen fitter aan
de gasfabriek een jaarlijksch pensioen te verleenen.
6. een advies en rapport der reclame-commissie omtrent
bezwaarschriften tegen aanslagen in den hoofdelijken omslag.
De stukken sub 3 tot en met 6 worden ter visie gelegd om
in eene volgende vergadering te worden behandeld.
7. een voorstel van burgemeester en wethouders om aan
Mej. A. W. Boeles eervol ontslag te verleenen als onderwijze
res aan de gemeenteschool no. 10.
8. eene aanbeveling voor de benoeming van een lid der
commissie van toezicht op het lager onderwijs.
Wordt besloten, de stukken sub 7 en 8 heden te behandelen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den or-
roepingsbrief vermelde punten.
1Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder-
handsche verhuring van een stuk grond aan de Pot mar ge on
der Huizum.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
voorbehoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten het
zuidelijk gedeelte, ter oppervlakte van 150 centiare, van het aan
de gemeente behoorend terrein gelegen aan de Potmarge on
der Huizun, ten zuiden van het aschland, onderbands aan Al-
bertinus H. Vorderwulbecke te verhuren voor den tijd van één
jaar, in te gaan den 1 Mei 1896 tegen eene huursom van 10
en op de bestaande voorwaarden.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot amotie van
eenige aan de gemeente behoorende woningen.
Conform dit voorstel wordt zonder discussie besloten.
burgemeester en wethouders te machtigen, in 1896 na expi
ratie van de onderscheidene huren over te gaan tot de amotie
van de perceelen plaatselijk bekend Raadhuisstraatje no. 3 en
5, Bagijnestraat no. 61 en Bagijneklooster no. 5 en 7.
3. Derde suppletoire staat van de openbare tot den gemee-
nen dienst van allen bestemde waterstaatswerken in deze ge-
l meente.
Burgemeester en wethouders hebben dezen staat opge
maakt naar aanleiding van het raadsbesluit van 8 October j.l.,
om de Potmargebrug met ingang van den 12 Mei 1896 voor
de doorvaart van schepen langs de Potmarge te sluiten.
De staat wordt onveranderd voorloopig vastgesteld.
4. Advies der commissie tot het ontwerpen van strafveror
deningen omtrent een verzoek ean D. Visser e. a. om intrek
king van de bepalingen betreffende hel plaatsen van karren op
de openbare straat.
De commissie acht handhaving van de bestaande bepalingen
noodig in het belang van het openbaar verkeer en zij stelt
voor, aan de adressanten te kennen te geven, dat aan hun ver
zoek niet kan worden voldaan.
Hiertoe wordt besloten.
5. Voorstel der commissie voor het ontwerpen van straf
verordeningen tot aanvulling van de verordening houdende
algemeene bepalingen van politie.
(Zie bijlage no. 23 tot het verslag van 's raads handelingen.)
De commissie stelt voorvast te stellen navolgend besluit
De raad der gemeente Leeuwarden
Overwegende, dat er noodzakelijkheid bestaat tot aanvulling
van de verordening, houdende algemeene bepalingen van po
litie voor de gemeente Leeuwarden vastgesteld bij raadsbesluit
van 8 Januari 1895 (Gemeenteblad no. 5);
Gezien artt. 135 en 161 der gemeentewet;
Besluit:
Aan genoemde verordening een nieuw artikel toe te voegen,
luidende
Art. 82a.
Hij, die op de openbare straat, voor zoover deze binnen de
buitengrachten is gelegenrijdt met een bespannen wagen
met krommen disselwordt gestraft met geldboete van ten
hoogste vijftien gulden.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer van. Eijsinga heeft zich bij het lezen van dit
voorstel de vraag gesteld, of het in Leeuwarden dan zoo ge
vaarlijk is om te rijden of er zooveel gereden wordt en zoo
vele ongelukken plaats hebben dat een verbodsbepaling als
nu wordt voorgesteld, noodig is, terwijl grootere gemeenten als
bijv. Utrecht geene verordeningen hebben, die de buitenlui be
lemmeren in het rijden met hunne wagens met krommen dis
sel. Zoo spr. zich niet bedriegt, mag zelfs in Amsterdam overal
met wagens met krommen dissel worden gereden.
Is het verbod voor Leeuwarden zoo noodig herhaalt spr.
Indien htt ontwerp der commissie wordt aangenomen, dan zal
men er zich natuurlijk in moeten schikken maar men geve
zich eerst rekenschap van de groote bezwaren, die aan der
gelijk verbod verbonden zijn, vooral des Vrijdags, nu Leeuwar
den meer en meer het centrum van den handel wordt en de