Vergadering van Dinsdag 14 Januari 1896. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 14 Januari 1896. 1 Tegenwoordig 20 leden. Afwezig de heeren J. van der Scheer, P. Fabry de Jonge en J. Theunisse. Voorzitter de heer Mr. J S. baron van Harinxma thoe Sloo- tenburgemeesterdie de vergadering opent met de volgende toespraak Mijne Heeren Bij den aanvang van het jaar 1896 is het mij recht aange naam, U in de eerste raadsvergadering op nieuw mijne geluks- wenschen aan te bieden. Het is mijn oprechte wensch, dat het U allen, zoowel in Uw maatschappelijk leven als in Uw huiselijken kring aan voor spoed geenszins moge ontbreken. Het jaar 1895, dat achter ons ligt, heeft ons in onzen arbeid in velerlei opzicht stof tot dankbaarheid gegeven. Het is voorzeker voor een groot deel aan Uwe inspanning te danken, dat Leeuwarden op het gebied der volksgezondheid wederom zulk een gunstige plaats heeft kunnen blijven inne men en ik vertrouw dat weinige plaatsen er op zullen kun nen bogen, dat het sterftecijfer (523) met nagenoeg 70 procent wordt overtroffen door dat van de geboorten (880). Dat de besmettelijke ziekten slechts weinig voorkomen (61 gevallen) mag zeker mede aan de gunstige hygiënische condi tie van onze stad worden toegeschreven. Ook de veestapel bleef van besmettelijke ziekten verschoond. Jammer dat onder deze gunstige omstandigheden van eene herleving van den handel nog niet kan worden gewag gemaakt. Wellicht zijn we een keerpunt in dezen nabij, maar de cijfers wijzen nog op eenigen teruggang. Zoo bedroeg de aanvoer van boter aan de waag 1,082,766 K.G. of ruim 3000 K.G. minder dan het vorige jaardie van kaas 999.954 K.G. of ruim 67000 K.G. minder. De opbrengst van de beurs wijst op een teruggang van 88, maar het cijter der door de korenmeters-wegers verwerkte granen en peulvruchten (154.000 H.L.) ging met ongeveer 5 pro cent terug. Zelfs de aanvoer van vee op de veemarkt kon met geheel het cijfer bereiken van 1894. Een teruggang van 1320 stuks op 164800 is echter onbeduidend te noemen, en de meerdere opbrengst van het wegen aldaar wijst op het groote crediet waarin deze inrichting zich zoowel in het binnenland als ook in Duitschland mag verheugen" De teruggang van den landbouw bracht mede dat de op brengst der exploitatie van den reinigingsdienst nog steeds on der de raming moest blijven, terwijl ook het verbruik van gas bij 1894 eenigen teruggang aanwijst. Voor dit laatste ver schijnsel vindt men echter in het steeds toenemend gebruik van het gas-gloeilicht eene voldoende verklaring. De door U toegestane sommen voor armwezen waaronder die voor het stadsziekenhuis, bleken voldoende om de uitgaven te dekken en daar we voor brand van belangrijke afmeting ge spaard mochten blijven zullen ook de kosten der brandweer beneden het geraamde bedrag kunnen blijven. Het mag een verblijdend verschijnsel worden genoemddat orde en rust niet te wenschen overlieten, zooals trouwens op den duur van eene arbeidzame bevolking als in Leeuwarden mag worden verwacht. De taak der politie werd daardoor belangrijk verlicht. Zij vervulde die met algeheele toewijding en loffelijken ijver, terwijl zij bleek tegen de van haar gevor derde justitieele diensten geheel opgewassen te zijn. In Uwe vergadering kwam Mr. Kolff de plaats vervullen, die op 1° Januari nog open wasterwijl Mr. J. L. van Sloterdijck Jr. als archivaris optrad in de plaats van den heer J. G. Sin gels, die wegens vertrek eervol ontslag erlangde. Iet jubileum van onzen secretaris, Mr. P. A. Bergsma ligt ons nog versch in het geheugen dat het afgeloopen jaar voor hem bijzondere beteekenis had ligt voor de hand. Ongeveer tegelijker tijd herdachten ook de heeren Soulendam en Laver- man hunne 25-jarige dienstvervulling, die ook van Uwentwege bij die gelegenheid door het dagelijksch bestuur werden gecom plimenteerd. Met den lsten November kwam het besluit tot uitvoering tot overplaatsing van nog een bataillon van het eerste regiment infanterie, met den staf van dat regiment, naar Assen tot uit voering. Met ingenomenheid mag ik nog vermelden, dal tegen het einde des jaars het nieuwe kanaal tot verbinding van de stads gracht met de Tijnje werd in gebruik gesteld. Mogen we met recht verwachten, dat.reeds spoedig dit groote werk zal blijken aan eene bepaalde behoefte te voldoen, ik vertrouw dat de indirecte voordeelen, die wij daarvan verwachten, eerst duidelijk aan het licht zullen komen, wanneer handel en nij verheid weder tot bloei zullen geraken. Moge dat tijdstip niet al te ver meer verwijderd zijn 1 I. De notulen van de vorige op 24 December 1895 gehou den vergadering worden gelezen en goedgekeurd. II. Wordt medegedeeld en voor kennisgeving aangenomen 1dat door burgemeester en wethouders zijn benoemd a. tot hoofdopzichter bij de gemeentewerken de heer K. L. Faber, opzichter bij de gemeentewerken b. tot lid der beurscommissie de heer E. J. Kuipers alhier, en c. tot lid der waagcommissie de heer T. H. Halbertsma te Grouw. 2. dat bij publieke inschrijving de bovenwoning Zuiderplein no. 99 voor één jaar is verhuurd aan den heer H. Taconis voor eene huursom van 226. 3. dat bij publieke aanbesteding door burgemeester en wet houders is gegund voor het jaar 1896: a. het bezorgen van benoodigde wagenvrachten, in het be stek omschreven, aan K. Siderius alhier b. het leveren van diverse houtwaren aan de Wed. T. van der Wint te Schenkenschans; c. het onderhoud van kachels en pijpen in gemeentebouwen aan J. Arends voor 1795; d. het leveren en onderhoud van gordijnen in gemeentege bouwen in 17 perceelen aan diversen voor een totaal bedrag van 869.70; 4. eene missive van den heer Mr. W. Kolff, houdende bericht dat hij zijne benoeming tot lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs aanneemt. 5. eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende bericht van ontvangst van een afschrift van het raadsbesluit van 24 December 1895 tot aanvulling van de verordening, houdende algemeene bepalingen van politie. G. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd a. de gemeente-begrooting voor het dienstjaar 1896 en de begrooting van de dienstdoende schutterij voor dat jaar b. het 2e suppletoir kohier der directe belasting op het in komen dienst 1895; c. het raadsbesluit van 24 December 1895 tot onderhandsche verhuring van grond onder Huizum aan A. Vorderwulbecke. 7. dat door Gedeputeerde Staten vergunning is verleend tot aan brenging van een steiger aan de stadsgracht bij het Diacones- senhuis. III. Wordt ter tafel gebracht 1. een voorstel van burgemeester en wethouders tot onder handsche verhuring van de woning Bagijneslraat no. 61. 2. alsboven tot het richten van een adres aan den Minister

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1896 | | pagina 1