16 verslag dei handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 Februari 1896.
mens ver running is verleend tot gebruikmaking van een strookje
gemeentegrond naast zijn perceel Willemskade no. 2.
De heer D. Harmens heeft bij raadsbesluit van 11 Juli 1893
no. 4 vergunning bekomen een toegang te hebben over het
strookje gemeentegrond, gelegen ten oosten van het terrein bij
zijn perceel Willemskade no. 2 tot het door hem daarop te
stichten kantoor tegen betaling van eene retributie van 1
per jaar als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente
op dien grond.
Bij adres dd. 21 Januari j.l. heeft de heer Harmens nu me
degedeeld, dat hij tengevolge van eene wijziging in de verbou
wing van zijn perceel van de hen.' verleende vergunning geen
gebruik heeft kunnen maken en ook in de toekomst er geen
gebruik van zal maken. Hij verzoekt daarom, van de betaling
der jaarlijksche retributie te worden ontslagen.
Burgemeester en wethouders stellen naar aanleiding hiervan
voor, te besluiten
het raadsbesluit van 11 Juli 1893 no. 4 vervallen te ver
klaren.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt hiertoe be
sloten.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders tot het verlee-
nen van vergunning aan M. Dwinger, om van den Harlinger
trekweg als rijweg gebruik te maken.
Burgemeester en wethouders stellen voor, aan M. Dwinger,
koopman alhier, tot wederopzegging vergunning te verleenen, ten
behoeve van het perceel land kadastraal bekend sectie D no.
730, den Harlingertrekweg van de Verlaatsbrug tot dat perceel
als rijweg te gebruiken tot vervoer van beenderen en balen lom
pen naar en van gemeld perceelonder voorwaarde dat hij
hiervoor jaarlijks vóór den 1 Novembervoor het eerst vóór
den 1 November 1896, ten kantore van den gemeente-ontvan
ger moet betalen eene retributie van ƒ15.
Een nader adres van M. Dwinger houdt in het verzoek, die
retributie te bepalen op 5.
De beraadslagingen worden geopend.
De heer HaverSChmidt zegtdat de voorzitter zooeven
lecture heeft gegeven van een verzoek van den heer Dwinger,
die zich beklaagt over de hooge retributie voor het gebruik van
den Harlingertrekweg. Spr. voelt het onaangename dat er in
gelegen iswanneer men voor hetzelfde genot meer moet be
talen dan een ander.
De hoogste retributie die van de firma Duintjerbedraagt
toch slechts 10. Spr. vraagt daaromof burgemeester en
wethouders hun voorstel in dien zin willen wijzigen, dat er in
plaats van ƒ15 eene retributie worde geheven van ƒ10.
De heer TrOölstra verklaart, dat dit voorstel door burge
meester en wethouders met de meeste zorg is overwogen. Zij
meenendat de voorgestelde retributie, met het oog op den
onderhoudslast der gemeente, billijk is.
Het zal den heer Haverschmidt niet zijn ontgaandat de
gedeelten van den Harlingertrekweg waarvoor eene lagere
retributie wordt betaaldniet zóó lang zijnals wat door den
adressant zal worden gebruikt.
In eene vergadering van December van het vorige jaar is de
vergunning aan Greijdanus ingetrokkenomdat hij van den
weg gebruik maakte met melkwagens en het meer en meer
blijkt, dat de trekweg veel kost en wegens de afbrokkeling van
de wallen tengevolge van de stoomvaart steeds meer zal
kosten.
De heer Bekhuis betuigt zijne instemming met het denk
beeld van den heer Haverschmidt. O >k zijne aandacht trok 't,
dat de retributie van 15 te hoog is. De directeur der ge
meentewerken stelde dan ook eene van 5 voor. Op welken
grond hebben burgemeester en wethouders dit cijferverhoogd?
De eigenaren der meelfabriek betalen slechts 7 en rijden
toch met zware lasten over den weg, terwijl dit met adressant
minder het geval zal zijn. Eene retributie van ƒ15 zou neêr-
komen op de rente van 500.
De heer Troelstra wees wel óp het afbrokkelen van de wal
len maar dit heeft niets te maken met het onderhoud van
den rijweg. Spr. zal een eventueel voorstel van den heer
Haverschmidt tot vermindering van de retributie gaarne onder
steunen.
De Voorzitter deelt nog mede, dat burgemeester en wet
houders voor het bepalen van het bedrag der retributie hebben
in acht genomen de lengte van het gedeelte weg, dat door den
adressant zal worden bereden. De afstand van de stad tot
de fabriek van de firma Swildens en Kuipers is 287 meter en
tot het perceel van adressant 620 meter het laatste gedeelte,
dat grootendeels besinteld is, is dus meer dan tweemaal zoolang
als het eerstedat bovendien grootendeels is bestraat met
keien.
De verhouding der te betalen retributie (ƒ7 en 15) is dus
vrijwel dezelfde als die van de lengte van den weg.
De heer Heeling Brouwer wijst et op, dat een sintelweg
veel meer heeft te lijdendan eene bestrating van balsteenen.
De straks gememoreerde vergunning aan Greijdanus, die hoofd
zakelijk voor het vervoer van hooi was verleend, werd inge
trokken, omdat hij met zware melkwagens over den weg reed,
en waardoor de weg groote schade heeft geleden. Daar het
te vreezen is dat ook door adressant met zware vrachten zal
worden geredenmeenden burgemeester en wethouders, dat
eene jaarlijksche retributie van 15 niet te hoog is.
De heer Haverschmidt doet nog opmerken, dat een
verschil van 5 bij eene telken jare terugkeerende retributie
niet onbelangrijk isvooral in een tijdnu hij die de minste
onkosten maaktde concurrentie het best het hoofd kan bieden.
De vergunning wordt trouwens tot wederopzeggens verleend
en de retributie kan bij misbruik later desnoods worden ver
hoogd. Spr. blijft bij zijne opiniedat ƒ15 te veel is en
stelt nu voor, dit cijfer te veranderen in 10.
De beraadslagingen worden gesloten.
Het amendement van den heer Haverschmidt wordt in stem
ming gebracht en verworpen met 13 tegen 8 stemmen. Vóór
stemden de heeren Bekhuis, FeitzTheunisseWolff, Du-
parc HaverschmidtDijkstra en Beekhuis.
Wordt opgemerktdat de heer Wijbrandi nog niet ter ver
gadering was gekomen.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
3. Voorstel van burgemeester en wethouders betreffende
het aangaan van eene tijdelijke geldleening.
Burgemeester en wethouders stellen voorbehoudens goed
keuring van Gedeputeerde Staten hen te machtigenom ter
voorziening in de eventueele behoefte aan kasgeld tot het
gaande houden van den geregelden dienstde daarvoor op de
gemeentebegrooting voor 1896 uitgetrokken tijdelijke geldleening
aan te gaan uiterlijk voor den tijd van één jaaronder zooda
nige voorwaarden en bepalingenals zij in het finantieel be
lang der gemeente het meest nuttig en noodig zullen achten.
Vetfe.ag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 Februari 1896.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
4. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan het
bestuur der Maatschappij van schilder- en teekenkunst alhier
het Beurslokaal in gebruik af te staan voor eene tentoonstel
ling.
Wordt zonder discussie en hoofdelijke stemming tesloten
Op nader door burgemeester en wethouders te stellen voor
waarden het bovenlokaal van het Beurs- en Waaggebouw op
den 22, 23 en 24 Februari e.k. kosteloos in gebruik af te staan
aan het bestuur der Maatschappij van schilder- en teekenkunst
alhier voor het houden van eene tentoonstelling van aquarellen.
5. Benoeming van eene commissie voor de reclames voor
het jaar 1896.
De uitslag der gehouden stemmingen isdat tot leden dezer
commissie worden benoemd uit de le sectie de heer H. Beu-
cker Andreae met 13, uit de 2e sectie de heer Mr. I. Wolff
met 19 en uit de 3e sectie de heer S. H. Hijlkema met 11
stemmen.
6. Voorstel van burgemeester en wethouders tot stichting
van een gebouw aan den ingang van de veemarktvoor het
veeartsenijkundig- en politietoezicht en ten dienste van den
zuivelconsulent.
Burgemeester en wethouders deelen mede dat het dage-
lijksch bestuur der Friesche maatschappij van landbouw en vee
teelt hun bij schrijven van 11 Juni 1895 no. 73 heeft medegedeeld,
dat de werkzaamheden van den zuivelconsulent zich in die
mate uitbreiden, dat het tegenwoordige laboratorium, dat aan
vankelijk aan de niet hoog gestelde eischen voldeed, voor het
gestelde doel ongeschikt is geworden.
Het belang voor de gemeente om den zuivelconsulent alhier
gevestigd te hebben, neemt van jaar tot jaar toe, nu algemeen
wordt ingezien dat de vooruitgang in de wijze van zuivelbe
reiding in deze provincie de hoofdplaats zeer zeker ten goede
komt.
Bij de steeds meer en meer achteruitgaande landbouw, spe
ciaal wat de cultuur van granen betreftwordt het oog meer
in het bijzonder op de veeteelt en zuivelbereiding in Friesland
gevestigd en is het hoogst wenschelijk die zooveel mogelijk
te steunen en tot verbetering daarvan mede te werken.
Burgemeester en wethouders, erkennende de uitgesproken
wenschelijkheidom het laboratorium te vestigen in een ge
deelte van de gemeentewaar de veehouders en zuivelberei-
ders zich op marktdagen ophouden hebben in de eerste plaats
hun oog doen vallen op een terrein nabij de veemarkt.
Zij droegen den directeur der gemeentewerken op, een plan
te ontwerpen tot vergrooting van de woning van den markt
meester.
Intusschen kwam een schrijven van 6 Juli 1895 no. 19 bij
hen in van het bestuur der afdeeling Leeuwarden en Leeuwar-
deradeel van de Friesche Maatschappij van landbouw en vee
teelt dat hunne aandacht vestigde op de wenschelijkheidom
voor de deskundigendie belast zijn met het veeartsenijkundig
onderzoek aan de veemarkt, eene doelmatige verblijfplaats be
schikbaar te stellen.
De wenschelijkheidom voor dat doel een lokaal te stichten
en tevens een ten behoeve van het personeel der politie en
der veemarkt was ook reeds meermalen bij burgemeester en
wethouders besproken.
Zij droegen nu den directeur der gemeentewerken opeen
plan te ontwerpen van een gebouw bij den ingang der vee
markt waarin lokalen voor de veeartsen en het politie- en
veemarktpersoneel en waarvan de bovenverdieping zou bestemd
worden als laboratorium enz. voor den zuivelconsulent.
Hoewel de voorzitter van het dagelijksch bestuur der Friesche
maatschappij van landbouw en de zuivelconsulent zich met het door
den directeur ingezonden ontwerp konden vereenigen, hadden bur
gemeester en wethouders dit bezwaardat de welstand aan
de zuinigheid te veel zou worden opgeofferd. Door de lage
verdiepingen zou het gebouw een gedrukt aanzien hebben
vooral tengevolge van de poort, die als toegang tot de veemarkt
was bestemd.
Den directeur der gemeentewerken werd opgedragen een
nieuw ontwerp te maken waarbij op de bedenkingen tegen
het eerste plan moest worden gelet.
Het nieuwe plan van den directeur werd ter inzage gezon
den aan den voorzitter van het dag. bestuur der Friesche Maat
schappij van landbouw en den zuivelconsulent.
Het dagelijksch bestuur dier maatschappij gaf te kennen
dat het nader ontwerp eene aanmerkelijk beter ingerichte lo-
caliteit voor den zuivelconsulent aanbiedtdan het eerste plan.
Was voor het eerste ontwerp eene toezegging geschied van
eene jaarlijksche bijdrage tot wederopzegging van 250, voor
het tweede plan zeide dat bestuur toe een jaarlijkschen huur
prijs van ƒ400.
De verschillende, op die zaak betrekkelijke stukken werden
in handen gesteld van de commissie voor openbare werken.
In haar advies van 16 Januari 1896 gaf deze commissie te
kennendat zij eenstemmig van oordeel is, dat het maken
van geschikte wachtlokalen voor veeartsen, politie en andere
beambten met spoed behoort te worden uitgevoerd. Omtrent
den vorm van het gebouw en de plaats van stichting liepen
de meeningen der leden van de commissie uiteen. Bovendien
achtte zij de huuraanbieding van de Maatschappij van land
bouw te wisselvalligom daardoor te wettigen de somdie
zou moeten worden besteed ten behoeve van den zuivel-consu-
lent. Wel zou dit het geval zijn, indien door de provincie de
gemeente werd schadeloos gesteld voor al die uitgaven.
Eindelijk opperde de commissie het denkbeeld, om in het
waaggebouw eene localiteit voor den zuivel-consulent beschik
baar te stellen.
Wat betreft het denkbeeldom schadeloosstelling van de
provincie te verkrijgenbestaat weinig kans. De provincie
stelt jaarlijks ten behoeve van den consulent 2000 beschik
baar en het is niet te voorziendat zij bovendien gelden zal
geven voor huur van een localiteit. Het bestuur der Friesche
Maatschappij van landbouw zou dan toch altijd te beslissen
hebben over de gemeente waar de zuivelconsulent zijn la
boratorium zou hebben. Het dagelijksch bestuur heeft van
andere gemeenten uit de provincie aanbiedingen gehadom
voor den consulent localiteit beschikbaar te stellen. De vesti
ging van dien deskundige in deze gemeente is niet verplichtend.
Waar er dus geen kans bestaat op finantiëelen steun der
provinciezijn burgemeester en wethouders van meeningdat
deze gemeente, wier bloei zoo nauw samenhangt met de wel
vaart van veeteelt en zuivelbereiding in haar eigen belang
maatregelen behoort te nemen, om den zuivel-consulent in deze
gemeente gevestigd te houden.
Ten aanzien van het denkbeeld, om eene inrichting voor
den consulent in de waag aan te brengen deelen burgemees
ter en wethouders mede, dat drie ontwerpen zijn opgemaakt
die aan het gewenschte doel kunnen beantwoorden. De kos
ten zullen ongeveer 5Ü00 bedragen.
Burgemeester en wethouders hebben met de waagcommissie
in tegenwoordigheid van den voorzitter van het dagelijksch
bestuur van de Friesche Maatschappij van landbouw en vaii den
zuivel-consulent eene conferentie gehouden. De waagcommissie
gaf toen als hare meening te kennen, dat, al mogen voor het
tegenwoordige geene overwegende bezwaren bestaanom een
gedeelte van de waag voor dat doel beschikbaar te stellen, de
geheele waagruimte in een niet ver verwijderde toekomst voor
den kaas- en boterhandel noodig zal blijken te zijn.
De aanvoer van kaas neemt toe van jaar tot jaar en zal
nog vermeerderen, nu de aandacht van Hollandsche kooplieden
op dat artikel is gevestigd blijkbaar uit hun bezoek aan de
waag alhier. Mocht ook in de toekomst fabrieksboter aan de
waag worden aangevoerd, dan zou de waag blijken eer te klein
dan te groot te zijn.