Vergadering van Dinsdag 25 Februari 1896.
Verslag der handelingon van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 25 f ebruari 1896. 27
Tegenwoordig 19 leden.
Afwezig de heeren Dr. N. Reeling Brouwer, D. Tigler Wij-
brandi en R. H. Dijkstra. Eene vacature.
Voorzitter: de heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo-
ten, burgemeester, die de vergadering opent met de volgende
toespraak
Mijne Heeren
Wederom hebben wii bij den aanvang onzer werkzaamheden
den dood van een onzer medeleden te herdenken.
De heer Pieter Fabry de Jonge, sedert 1891 lid Uwer ver
gadering, is j.l. Zaterdag ons door den dood ontvallen.
Op 18-jarigen leeftijd riep zijn arbeid hem uit Goes her
waarts en men mag zeggen, dat hij gedurende zijn bijna
zevenendertigjarig verblijf alhier Leeuwarder is geworden in den
besten zin des woords.
Eigenaar en hoofd van eene der belangrijke handelszaken
te dezer stede, heeft hij door energie deze tot eenen bloei
weten te verheflen die haar eene eereplaats onder haars ge
lijken verschafte.
Sedert de laatste jaren had hij deze aan anderen overgedra
gen om met zijne echtgenoote rustig te gaan leven en zijne
krachten uitsluitend te wijden aan de ambten en bedieningen,
die hem waren opgedragen. Deze waren vele.
Als lid van het college van zetteis, van de commissie van
toezicht op het lager onderwijs, van bestuurders van de bank
van leening, van het college van notabelen der Nederduitsch
hervormde gemeentevan de spaarkasde hulpbank en de
vereeniging Nijverheid valt met zijnen dood eene plaats open
die moeielijk op even waardige wijze zal worden vervuld.
Nauwgezetheid in de waarneming der hem opgedragen betrek
kingen was een der eerste eigenschappen, die hem kenmerkten.
Ook in deze vergadering hebben we die leeren op prijs stel
len, terwijl het rechtschapen karakter van den overledene ons
aller achting ten volle verdiende.
Kan dus met recht gezegd worden, dat Fabry de Jonge Leeu
warder was in den besten zin van het woord, meer nog, dan
wij kunnen beseffenverliest in hem zijne trouwe gade aan
wie hij zijn leven had gewijd.
Moge de overtuiging van onze deelneming, van die van zoo-
velen met ons hare smart eenigermate lenigen.
I. De notulen van de op 11 en 13 Februari j.l. gehouden
vergaderingen worden gelezen en goedgekeurd.
II. Wordt medegedeeld
1. eene missive van mevrouw de wed. Fabry de Jonge
van Aismahoudende bericht van het overlijden van haren
echtgenoot, den heer P. Fabry de Jonge.
Wordt besloten, deze kennisgeving met een brief van rouw
beklag te beantwoorden.
2. dat door Gedeputeerde Staten zijn goedgekeurd de raads
besluiten
a. tot onderhandsche verhuring van de woning Ba gijne
straat no. 61
b. tot het aangaan van eene tijdelijke geldleening.
3. dat door Gedeputeerde Staten definitief is vastgesteld de
3e suppletoire staat van waterstaatswerken.
4. dat door burgemeester en wethouders tot lid van het
college keurmeesters der stedelijke harddraverijen is benoemd
de heer Jhr. A. Bowier, ter vervulling der vacature ontstaan
door het overlijden van den heer Jhr. I. J. W. H. van Andringa
de Kempenaer.
5. dat bij publieke aanbesteding van het witten en schoon
houden van eenige gemeente-gebouwen in 8 perceelen deze
werken zijn gegund aan diverse personen voor een gezamenlijk
bedrag van 735.
G. dat van het bestuur van het St. Anthonijgasthuis is in
gekomen een bedrag van 1000, als meerdere tegemoetkoming
in de kosten van verpleging van behoeftige krankzinnigen.
Door burgemeester en wethouders is voor deze gift namens
het gemeentebestuur dank betuigd.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. een adres van bestuurders van coöperatieve zuivelfabrie
ken, inhoudende het verzoek, om bij politieverordening te be
palen, dat onder de waag alhier geen boter of kaas, vermengd
met vreemde vetten of margarine ten verkoop mag worden
aangeboden.
Dit adres zal worden behandeld met het volgend voorstel
van burgemeester en wethouders, dat op deze zaak betrekking
heeft.
2. voorstel van burgemeester en wethouders tot wijziging
van de verordening, regelende het gebruik van de waag.
3. alsboven tot het doen van af- en overschrijvingen op de
gemeentebegrooting, dienst 1895.
4. alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan Mej.
A. Brons onderwijzeres in de handwerken aan gemeenteschool
no. 1.
5. alsboven tot het verleenen van eervol ontslag aan Mej.
E. Goeman, onderwijzeres aan gemeenteschool no. 3.
6. alsboven naar aanleiding van een verzoek van den heer
H. A. Bontekoe alhier en mevrouw de wed. W. L. Ladenius
geb. Haverschmidt te Arnhem om hun toebehoorende landen
bij het Kalverdijkje in den polder der gemeente op te nemen
en te doen bemalen.
7. eene voordracht voor de benoeming van een hoofd van
gemeenteschool no. 9.
8. het rapport der raadscommissie omtrent eene aanvraag
om machtiging tot het doen van af- en overschrijvingen op de
begrooting der stadsarmenkamer 1895.
9. alsboven omtrent eene aanvraag om machtiging tot hel
doen van af- en overschrijvingen op de begrooting van de
dienstdoende schutterij, dienst 1895.
De stukken sub 2 tot en met 9 worden ter visie gelegd, om
in eene volgende vergadering te worden behandeld, terwijl dat
sub 2 zal worden gedrukt in de bijlagen tol het verslag van
's raads handelingen.
10. een voorstel van burgemeester en wethouders tot inge-
bruikgeving van gemeentegrond bij het harmoniegebouw voor
de tentoonstelling van nijverheid.
11. rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek van
eene wijziging van de gemeentebegrooling, dienst 1895 en 1896
en vaststelling van een leeningsplan.
De stukken sub 10 en 11 hebben voor de leden ter visie
gelegen, om heden te worden behandeld.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten
1. Voorstel van burgemeester en wethouders tot toekenning
van pensioen aan D. Wevereervol ontslagen werkman bij de
stadsreiniging.
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt conform dit
voorstel besloten:
aan Daniël Wever, eervol ontslagen werkman bij den stads-
reinigingsdienst, een jaarlijksch pensioen te verleenen tot een
bedrag van ƒ214 en dit pensioen te doen rekenen te zijn
ingegaan den 15 Februari 1896.
2. Voorstel van burgemeester en wethouders om aan K.
Siderius de levering van wagenvrachten ten behoeve dezer qe-
meente onderhands te gunnen voor de jaren 1897 en 1898.
K. Siderius voor 1896 aannemer van het vervoer der wa
genvrachten ten behoeve van deze gemeente, heeft verzocht
op de bestaande voorwaarden met gemeld vervoer te worden
belast voor een tijdvak van 3 of 5 jaren.