Vergadering van Dinsdag 11 Augustus 1896.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 11 Augustus 1896.
91
Tegenwoordig 15 leden.
Afwezigde heeren Mr. J. G. Meijer Mr. H. D. van Ket-
wich Verschuur, D. Tigler Wijbrandi, Mr. C. Beekhuis, H.
Beucker AndreaeN. T. HaverschmidtJ. F. H. Bekhuis en
J. van der Scheer.
Voorzitterde heer Mr. J. S. baron van Harinxma thoe Sloo-
ten, burgemeester.
I. De notulen van de vorige op 21 Juli j.l. gehouden verga
dering worden gelezen en vastgesteld.
II. Wordt medegedeeld
1. eene missive van den heer A. Alberts, houdende dank
betuiging voor zijne herbenoeming tot secretaris-boekhouder
van de stadsarmenkamer.
2. eene missive van voogden van het Old Burger weeshuis,
die daarbij een bedrag van 3000 aanbieden als bijdrage in
de subsidiën aan instellingen van weldadigheid over 1897.
Door burgemeester en wethouders is bereids hiervoor dank
betuigd.
3. dat door Gedeputee de Staten zijn goedgekeurd:
a. het raadsbesluit tot wijziging der gemeente-begrooting
voor 1896.
b. het raadsbesluit tot afkoop van eene grondrente rus
tende op perceel Dockumerend no. 293.
c. de gemeenschappelijke regeling met Menaldumadeel om
trent de toelating van kinderen uit die gemeente tot het open
baar lager onderwijs alhier.
4. eene resolutie van Gedeputeerde Staten, houdende be
richt van ontvangst van afschriften der verordeningen tot wij
ziging van de verordening op het bouwen enz. van woningen
en van die, houdende algemeene bepalingen van politie.
5. eene missive van het bestuur der maatschappij tot Nut
van 't Algemeen geleidende het verslag en de rekening over
1895/96 van den cursus tot opleiding van kweekelingen bij
het bewaarschoolondei wijs en de begrooling van dien cursus
voor 1896/97.
III. Wordt ter tafel gebracht
1. Het procesverbaal van de opneming der kas van den
gemeente-ontvanger op 28 Juli j.l.
Wordt voor de leden ter visie gelegd.
2. De rekening van de ontvangsten en uitgaven der ge
meente over 1895.
In eene volgende vergadering over te gaan tot de benoeming
van eene commissie van onderzoek.
3. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot het
verleenen van eervol ontslag aan Mej. T. Grosjean als onder
wijzeres in de handwerken aan gemeenteschool no. 4.
4. Alsboven naar aanleiding van een verzoek van W. Zwaina
e. a. tot aansluiting van woningen aan den Harlinger trekweg
aan de waterleiding.
5. Alsboven tot vaststelling van de plannen voor de ver
nieuwing van de Prins Hendriksbrug en van het noordelijk
landhoofd van die brugmet daarbij behoorende bestekken en
voorwaarden.
6. Alsboven tot wijziging van het besluit tot de heffing van
marktgeld.
7. Het rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek
der begrooting van het stadsziekenhuisvoor 1897.
De stukken sub 3 tot en met 7 zullen voor de leden ter
visie worden gelegd, om in eene volgende vergadering te
worden behandeld, terwijl dat sub 6 zal worden gedrukt in de
bijlagen tot 's raads verslag.
8. Een voorstel van burgemeester en wethouders tot goed
keuring van een plan van aanleg van een nieuwe buurt bij de
Bleekerstraat.
Wordt besloten dit voorstel dat voor de leden ter visie
heeft gelegen heden te behandelen.
IV. Wordt overgegaan tot behandeling van de op den op
roepingsbrief vermelde punten.
1. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 7 (vacature A. de Grijs).
De voordracht is samengesteld uit: 1 W. Wijga teOostzaan,
2 A. Ketelaar te Bergum en 3 K. Volbeda te Rotsterhaule.
Het resultaat der gehouden stemming is, dat W. Wijga met
algemeene stemmen wordt benoemd.
2. Benoeming van een onderwijzer aan de gemeenteschool
no. 11 (vacature W. Postuma).
De voordracht bestaat uit1 A. Ketelaar te Bergum, 2 W.
Wijga te Oostzaan en 3 J. Schaafsma te Tirns.
De uitslag der gehouden stemming isdat met algemeene
stemmen A. Ketelaar wordt benoemd.
De datum van infunctietreding zal nader door burgemees
ter en wethouders worden bepaald.
3. Opmaking van eene lijst van benoembaren tot leden van
het college van zetters.
Ter vervulling der vacatures, op 1 Januari 1897 in het college van
zetters te ontstaan door periodieke aftreding van de heeren H.
H. Menalda, E. J. Kuipers en Th. Ottema, worden door burge
meester en wethouders aanbevolen de heerenH. H. Menalda,
E. J. Kuipers, Th. Ottema, P. Attema Dz., G. L. B. J. Feitz,
T. P. Plantenga Pz., A. Alberts, J. Reerink Dz. en F. Hajoni-
des van der Meulen.
Het resultaat der gehouden stemmingen is, dat tot plaatsing
op de nominatie, aan den Commissaris der Koningin in te die
nen, worden geplaatst de heeren H. H. Menalda met 15, E.
J. Kuipers met 15, Th. Ottema met 15, P. Attema Dz. met 15,
G. L. B. J. Feitz met 14 en T. P. Plantenga met 15 stemmen.
De heer F. H. van der Meulen verkreeg 1 stem.
4. Voorstel van burgemeester en ivethouders tot onder-
handsche verhuring van een bleekje op Oldegalileën aan D.
Swart
Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten
behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten aan D.
Swart alhier onderhands voor den tijd van drie jaren, in te
gaan den 15 Augustus 1896, in huur af te staan het op de
overgelegde teekening met blauwe arceering aangeduid plekje
gemeentegrond, deel uitmakende van het perceel ten kadaster
bekend gemeente Leeuwarden, in sectie F, no. 1856, ter grootte
van ongeveer 10 centiare, tegen een jaarlijkschen huurprijs van
0.70, onder voorwaarde:
a. dat de huursom telken jare vóór den 12 November, voor
het eerst in 1896 ten kantore van den gemeente-ontvanger
moet worden voldaan
b. dat de huurder den door hem te huren grond moet om
geven door een houten hekje hoog 0,90 M., bestaande uit gree-
nen palen, zwaar 10 X 12 cM., met hoog scheringen zwaar
5X7 cM. en rechtstaande latjes, zwaar 2X4 cM., op 4
cM. onderlingen afstand, alles zuiver wit geverfd en als zooda
nig onderhouden
c. dat eventueel aan te brengen draaiende gedeelten in het
hekje niet over de bestrating mogen draaien
d. dat het verhuurde uitsluitend als bleek moet worden ge
bruikt en daarop geene karren noch getimmerten, van welken
aard ook, mogen worden geplaatst.