j 2o. dat de klinkerbestrating van de gehuurde plek grond door den huurder in goeden staat moet worden gehouden 3o. dat de gemeente steeds den vrijen toegang over het 120 Verslag der handelingen van den gemeenteraad le Leeuwarden, van Dinsdag 10 November 1896. 1. Advies der reclame-commissie omtrent bezuaarschriften iti beroep tegen aanslagen in den H. O. In verband hiermede wordt de openbare vergadering tijdelijk met gesloten deuren voortgezet. Na heropening der vergadering komt aan de orde 5. Benoeming van een onderwijzer met acte Fransch aan de gemeenteschool No. 4 (vacature H Oberman De voordracht was aanvankelijk samengesteld uit I. A. K. Klaren te Zutphen, 2. S. Hijenga te Gorredijk en 3. H. J. Beunk alhier. Tengevolge van het bericht van A. K. Klaren, dat hij zijne sollicitatie intrekt, is de voordracht door burgemeester en wet- 2. Benoeming van twee leden der commissie van toezicht op j houders gewijzigd als volgt 1. S. Hijenga te Gorredijk, 2. H. het lager onderwijs (wegens periodieke aftreding van de heeren Beunk alhier en 3. W. A. van Dijk te Beetgum. Mr. H. D. van Ketwich Verschuur en N. T. Haverschmidt). Het resultaat der stemming is, dat op H. J. Beunk 16 en op S. Hijenga 6 stemmen zijn uitgebracht. Door de commissie worden aanbevolen, voor de eerste vaca ture de heeren: 1. Mr. H. D. van Ketwich Verschuur, 2. Mr. C. Beekhuis en 3. Mr. A. G. G. Folkersma. De uitslag der stemming is, dat 21 stemmen zijn uitgebracht op den heer van Ketwich Verschuur en 1 stem op den heer Beekhuis. Voor de tweede vacature worden aanbevolen de heeren 1 N. T. Haverschmidt J.Hz.2. F. H. van der Meulen en 3. H. Dijkstra R.Hz. Het resultaat der gehouden stemming is dat de heer Ha verschmidt 21 stemmen en de heer van der Meulen 1 stem verkreeg. Alzoo wordt H. J. Beunk tot onderwijzer aan gemeenteschool no. 4 benoemd. 6. Benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 7 (wegens het overlijden van Mej. A Vlaskamp). Door burgemeester en wethouders worden voorgedragen: 1. Mej. A. Oosterling te Weidum, 2. Mej. A. R. Bom te Goes en 3. Mej. M. E. de Jongh te Finkum. Uit de gehouden stemming blijkt dat 17 stemmen op Mej. A. Oosterling en 3 stemmen op Mej. M. E. de Jongh zijn uit gebracht, terwijl Mej. Born 1 stem kreeg en 1 briefje blanco werd ingeleverd. De heeren Mr. H. D. van Ketwich Verschuur en N. T. Ha verschmidt J.Hz. worden alzoo tot leden dezer commissie be- 1UCJ" noemd school no. t benoemd, Mej. A. Oosterling wordt tot onderwijzeres aan gemeente- 7. benoeming van eene onderwijzeres aan de gemeenteschool no. 11 (vacature J. G. Biekart.) De heer de la Faille had vóór deze stemmingen de vergade ring verlaten. De voordracht is samengesteld uit: 1. Mej. E. H. J. Piso te 3. Benoeming van een lid der commissie van administratie Marssum, 2. Mej. C. M. Leopold te Wier en 3. Mej. M. Groen eer Stads Bank van Leening (wegens periodieke aftreding van ^out le Ferwerd. den heer K. E. Brunger.) I De uitslag der gehouden stemming is, dat Mej. E. H. J. Piso Door de commissie worden aanbevolen de heeren: 1. K. E. met 15 stemmen wordt benoemd. Mej. Leopold verkreeg 4 stem- Brunger en 2. N. H. van der Meulenwelke aanbeveling door men en Mej Groenhout 1 stem terwijl 1 blanco briefje werd burgemeester en wethouders, ingevolge de bepaling van het jngeieverd. reglement, is vermeerderd met de heeren3. Mr. I. Wolff en 4. T. B. Plantenga. Burgemeester en wethouders zullen vooi de drie laatst be- noemden de datum van infunctietreding nader bepalen. De uitslag der gehouden stemming is, dat alle (22) stemmen zijn uitgebracht op den heer K. E Brunger, zoodat deze wordt Rapport der raadscommissie omtrent het onderzoek der benoemd. begrooting van het Nieuwe Stads Weeshuis, dienst 1897. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten deze begrooling goed te keuren in ontvang tot een bedrag van 23,062,75J in uitgaaf tot een bedrag van 23,062,68, sluitende met een vermoedelijk saldo van 0.07J. 9. Voorstel van burgemeester en wethouders tot onder- handsclie verhuring van een strookje grond bij de Schoolstraat Overeenkomstig de conclusie van dit voorstel wordt besloten: behoudens goedkeuring van Ged. Staten, aan den heer A. Alberts alhier, ten behoeve van den bewoner van zijn perceel, plaatselijk bekend Schoolstraat no. 2, voor den tijd van vijf jaar en zes maanden, ingaande 12 November 1896, in huur af le staan de plek gemeentegrond achter gemeld perceel, ter grootte van ongeveer 12 centiare, op de teekening met roode ar ceering aangeduidtegen een huurprijs van 50 cent per jaar en verder onder voorwaarde 10. dat de huursom telken jare op den 12 Mei, voor het eerst op 12 Mei 1897, moet worden voldaan ten kantore van den gemeente-ontvanger 4. Benoeming van eene voogdes en een voogd van het I Nieuwe Stadsweeshuis (wegens periodieke aftreding van Me vrouw Reeling Brouwer en den heer Mr. H. M. de Wendt) Voor de eerste vacature worden door het bestuur van het Nieuwe Stadsweeshuis aanbevolen lMevrouw A. Reeling Brouwer—Vegelin van Glaerbergen 2. Mevrouw S. Escher— Gleichman en 3. Mevrouw R. van der Meulen Wartena. Het resultaat der stemming is, dat op Mevrouw A. Reeling Brouwer 21 stemmen zijn uitgebracht en Mevrouw Escher 1 stem verkreeg. Door het bestuur worden voor de tweede vacature aanbevo len de heeren 1. Mr. H. M. de Wendt, 2. Mr. L. D. W. Lose- caat Vermeer en 3. Mr. J. A. Stoop. Bij stemming worden alle (21) stemmen uitgebracht op den heer Mr. H. M. de Wendt. De heer Hijlkema was tijdens deze stemming afwezig. Alzoo worden benoemd Mevrouw A. Reeling Brouwer—Ve gelin van Glaerbergen tot voogdes en de heer Mr. H. M. de Wendt tot voogd van het Nieuwe Stadsweeshuis. Verslag der handelingen van den gemeenteraad te Leeuwarden, van Dinsdag 10 November 1896. 121 verhuurde terrein naar de belendende turfbergplaats der ge meenteschool no. 4 heeft 4o. dat de huur na één maand voorafgaande schriftelijke opzegging door een der partijen kan eindigen. 10. Voorstel van burgemeester en wethouders lot onder - handsche verhuring van de herberg nde Bleekmet bijbehoo- rende landen. Zonder discussie en hoofdelijke stemming wordt besloten voor behoudens goedkeuring van Gedeputeerde Staten, aan Abe Siderius alhier, onderhands voor den tijd van één jaar in huur af te staan de herberg „de Bleek" met stalling en erf, plaatselijk bekend Oostersingel no. 112, benevens de perceelen weiland ten kadaster bekend gemeente Leeuwarden in sectie F no. 1291 en 1292, ter gezamenlijke grootte van 1 H.A., 95 are en 10 centiare, wat de herberg, stalling en erf betreft met ingang van 12 Mei 1897 en de landen ingaande den 5 Maart 1897, zulks tegen een huurpijs van 1225, en voorts op de tegenwoordige voorwaarden. 11. Voorstel der commissie voor het ontwerpen van straf verordeningen, om de verordeninghoudende algemeene bepalin gen van politie te wijzigen en daarna opnieuw vast te stellen. (Zie bijlage no. 28 tot het verslag van 's raads handelingen.) Zonder discussie wordt besloten de verordeninghoudende algemeene bepalingen van politie, voor de gemeente Leeuwarden, zooals deze is opgenomen in het Gemeenteblad van 1895 no. 5, en in die van 1896 nos. 2, 7, 10 en 13, te wijzigen als volgt: 1. a. In art. 18 worde achter „van art. 1" gesteld „of van „een gebouw of erf, waarlangs eene wande loopt", en worde voor „of dat water" gelezen„dat water of die wande." b. In art. 19 vervallen de woorden „of namens den" ei worde achter „burgemeester" gelezen: „en wethouders." c. In art. 21 no. 2, achter „kinderwagens", worde gelezen „waarin zich kinderen bevinden." d. In art. 27, alinea 1, vervallen de woorden „ganzen" en „kalkoenen"in alinea 2 vervalle „den" en worde achter „burgemeester" gelezen„en wethouders". e. In art. 42 no. 1 vervalle „den" en worde achter „bur gemeester" gevoegd „en wethouders"in no. 4 worden de woorden „de sub 3o van dit artikel genoemde ambtenaren" ver vangen door de woorden „burgemeester en wethouders" en worden gesteld in de plaats van het woord „dezen". f. In art. 58 no. 1 vervallen de woorden „indien" en vol gende en worden deze vervangen door „anders dan a. waar onmiddellijk aangrenzende gebouwen „enz. bestaan in de rooilijn van die gebouwen, tenzij de raad „de rooilijn anders hebbe bepaald b. waar geen onmiddellijk aangrenzende gebouwen enz. „bestaan ir. de rooilijn van de aan dezelfde zijde van straat „of weg bestaande gebouwen tenzij de rooilijn door den raad „anders zij vastgestelden waar de rooilijn van die ge- „bouwen enz. niet dezelfde isof waar aan eene zijde van „straat of weg nog geen gebouwen enz. bestaan in de rooi- „lijn door den raad bepaald"; no. 2 vervalle no. 3 worde no. 2 en in het slot worden de woorden „de eerste twee leden" vervangen door„het eerste lid". g. In art. 74 worden de woorden „wanneer de straten glad zijn" vervangen door „tusschen 1 November en 1 April" en worde achter het woord „klok" gelezen: „op het gemeentehuis." h. In art. 82 worden de woorden „hetzij door of vanwege „den burgemeester hetzij door de ambtenaren of beambten van politie" vervangen door: „door burgemeester en wethouders." In art. 83 worden de woorden „besneeuwde straten" ver vangen door „gevallen sneeuw". In art. 85 vervallen de woorden „tot vervoer van goede ren bestemd." k. In art. 88 vervalle het woord „den" en wordt achter het woord „burgemeester" gelezen: „en wethouders." I. Art. 99 worde vervangen door In bijzondere gevallen kan door burgemeester en wethouders vrijstelling worden verleend van de bepalingen van de artt. 21 sub 2o 34, 41, 47, 49, 54 sub lo en 2o 59, 60, 61,66,67, 72 en 75 sub 1. De vrijstelling wordt binnen de grenzen der verordening ver leend voor een bepaalden tijd en onder zoodanige voorwaarden en bepalingen als noodzakelijk worden geacht. tn. Art. 101 worde gelezen: Met het inwerkingtreden dezer verordening is vervallen de verordeninghoudende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden vastge steld bij raadsbesluit van 8 Januari 1895 (Gemeenteblad van 1895 no. 5) gewijzigd bij raadsbesluiten van 24 December 1895 (Gemeenteblad van 1896 no. 2), van 31 Maart 1896 (Ge meentebladen van 1896 no. 7 en no. 10) en van 7 Juli 1896 (Gemeenteblad van 1896 no. 13.) II. de nummering der artikelen worde gewijzigd in dien zin a. dat het tegenwoordig artikel 82 a worde artikel 83; b. dat elk der artikelen 83 tot en met 89 één nummer hooger worde gesteld. c. dat artikel 89 bis worde artikel 91. d. dat elk der artikelen 90 en volgende twee nummers hoo ger worde gesteld. De aldus gewijzigde verordening wordt hierop, na artikelsge- wijze behandeling, op nieuw vastgesteld als volgt VERORDENING, houdende algemeene bepalingen van politie voor de gemeente Leeuwarden. Art. 1. Hij, die nalaat, de openbare waterstaatswerken, tot geniee nen dienst van allen bestemd niet in onderhoud of beheer bij het rijk de provincie de gemeente of waterschappen waarvan het onderhoud ten zijnen laste is ten genoegen van burgemeester en wethouders schouwbaar te maken en ten allen tijde schouwbaar te houden wordt gestraft met geld boete van ten hoogste vijfentwintig gulden. De verplichting tot onderhoud van deze werken rust op hem, die als onderhoudplichtige op den definitief vastgestelden leg ger is aangewezen. Zijn vereenigingen zedelijke lichamen, stichtingen of perso nen die niet het beheer hunner goederen hebben als onder- houdplichtigen aangewezen of moeten personen met anderen één werk onderhoudendat hun gemeen is dan zijn de be stuurders dezer vereenigingen zedelijke lichamen en stichtin gen de beheerders van genoemde goederen en zijdie met anderen èén werk moeten onderhoudendat hun gemeen is aansprakelijk. Tegen hem, van wien blijkt, dat de overtreding buiten zijn toedoen is gepleegd, wordt geen straf uitgesproken. Art. 2. Op de leggers worden als onderhoudplichtigen van de in het vorige artikel bedoelde werken aangewezen zij, die volgens de kadastrale leggers worden aangemerkt als genothebbenden,

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1896 | | pagina 2