124 Verslag der handelingen van den gemeenteraad
plaatst of heeft, hetzij om vaartuigen vast te leggen, hetzij
om die voort te winden of te trekken, wordt gestraft met geld -
boete van ten hoogste vijf gulden.
Art. 33.
Hij die een openbaar water uitleikt of daaruit modder
steenen ot dergelijke voorwerpen verzamelt, wordt gestraft met
geldboete van ten hoogste vijf gulden.
Deze bepaling geldt niet voor de in art. 1 bedoelde onder-
houdplichtigen, ten aanzien van de daarbij genoemde werken
en voor de van we ge de gemeente of de provincie met het in
het le lid van dit artikel omschreven werk belaste personen.
Art. 34.
Hij, die anders dan 's voormiddags tot twaalf uur de straat
schrobt, glazen, aan de openbare straat gelegen, aan de bui
tenzijde wascht of kleeden, loopers, matten of karpetten op de
openbare straat klopt of uitslaat, wordt gestraft met geldboete
van ten hoogste vijf gulden.
Art. 35.
De hoofdbewoner gebruiker eigenaar of beheerder eener
woning, die nalaat, op aanmaning van de ambtenaren van
politie of van die der stadsreiniging de goten nevens zijne
woning of erf onverwijld van sneeuw ijs of vuilnis te zuive
ren en te zorgen dat de afloop van het water door die goten
niet worde gestremdwordt gestraft met geldboete van ten
hoogste vijf gulden.
Art. 36.
Hij die steenen aschstroobiezen, mest of eenig ander
vuilnis op de openbare straat of op stoepen werpt of in open
bare wateren of op het ijs werpt of veegt, wordt gestraft met
geldboete van ten hoogste tien gulden.
Art. 37.
Hijdie aschstroobiezen mest of eenig ander vuilnis
in emmers vaten bakken of dergelijke voorwerpen ook al
zijn deze overdektop stoepen of op de openbare straat ne-
derzet wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gul
den.
Hiervan zijnonder de bepalingen van het volgende artikel,
uitgezonderd de asch- of vuilnisemmers vaten bakken of an
dere dergelijke voorwerpen bestemd om door de van wege de
gemeente aangestelde bedienden bij de stadsreiniging te worden
geledigd.
Art. 38.
Hij, die zijne asch- of vuilnisemmers, vaten, bakken of der
gelijke voorwerpen door de bij het vorige artikel gemelde be
dienden bij de stadsreiniging verlangt te hebben geledigd, mag,
behoudens het bepaalde bij het volgende artikel, die voorwer
pen behoorhjkt overdektten hoogste een half uur vóór den
gewonen tijd van de komst dier bedienden in zijne buurtop
zijn stoep of op den wal vóór zijn huis of, waar geen stoep
of wal is, op de straat tegen den voormuur van zijn huis plaat
sen doch moet deze voorwerpen onmiddellijk, nadat zij zijn
geledigd binnenshuis nemen. Bij gebreke hiervan wordt hij
gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden.
Art. 39.
Hij die zelfs tot het einde, bij het vorige artikel vermeld
na des middags twaalf uur asch of vuilnisemmers, vaten, bak
ken of dergelijke voorwerpen op stoepen of op de openbare
straat zetof aldaar laat staan, wordt gestraft met geldboete
van ten hoogste vijf gulden.
te Leeuwarden, van Dinsdag 10 November 1896.
Art. 40.
Hij, die, niet tot de in art. 37 bedoelde bedienden behoorende,
asch of vuilnis uit de op stoepen of op de openbare straat
neêrgezette asch- of vuilnisemmers, vaten, bakken of dergelijke
voorwerpen ophaalt of deze ledigt, wordt gestraft met geld
boete van ten hoogste tien gulden.
Art. 41.
Hijdieniet tot de in art. 37 bedoelde bedienden behoo
rende na negen uur des voormiddags binnen eene bebouwde
kom der gemeente asch of vuilnis aan de huizen ophaalt of
vervoertwordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien
gulden.
Art. 42.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden:
1°. hij, die bij het ophalen of vervoeren van asch of vuil
nis behalve stalmest langs de openbare straat binnen eene
bebouwde kom der gemeentevan andere wagensschuiten
of voertuigen gebruik maaktdan die ingericht zijn volgens
de door burgemeester en wethouders te geven voorschriften
2®. hij die deze wagens, schuiten of voertuigen meer dan
strijkelings vol laadt ennadat de te vervoeren stoffen daarin
zijn gebrachtniet telkens sluit of overdekt
3®. hij die bedoelde wagens schuiten of voertuigen in
gebruik steltindien zij niet vooraf door den directeur der
stadsreinigingin tegenwoordigheid van den commissaris of
een inspecteur van politiegeschouwd en van een teeken van
goedkeuring voorzien zijn
4®. hij, die nalaat zoodanige wagens, schuiten of voertuigen
alle drie maanden op door burgemeester en wethouders te
bepalen tijd en plaats, aan de sub 3® van dit artikel genoemde
ambtenaren ter herkeuring aan te bieden of die verder gebruikt,
indien zij niet op nieuw zijn goedgekeurd.
Op hen, die de eigen asGh of vuilnis uit hunne huizen naar
elders willen vervoeren zijn de bepalingen van al. 1 3 en
4 van dit artikel ten aanzien van de daartoe te bezigen ver
voermiddelen, niet van toepassing.
Art. 43.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden
1®. hij, die stalmest op de openbare straat vervoert op een
wagen of ander voertuig, dat meer dan strijkelings is volgela
den
2®. hij, die, door dat vervoer de staat verontreinigende
deze niet onmiddellijk na afloop van het werk weder behoorlijk
reinigt.
Art. 44.
Hij, die op stoepen, op de openbare straat, in openbare wa
teren op het ijs of op eenige andere daartoe niet opzettelijk
bestemde openbare plaats zijne behoefte doetof potten em
mers, vaten of eenig ander voorwerp, geheel of gedeeltelijk ge
vuld met secreetmest, ledigt, wordt gestraft met geldboete van
ten hoogste tien gulden.
Art. 45.
Hij, die op eenige openbare, daartoe niet opzettelijk bestemde
plaats zijn water loost wordt gestraft met geldboete van ten
hoogste vijf gulden.
Art. 46.
Hijdie secreetmest verzamelt of vervoert anders dan in
overdekte vatenpotten karrenkruiwagenspramen of der
gelijke wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien
gulden.
Verslag der handelingen van den gemeenteraad
Art. 47.
Hij die binnen eene bebouwde kom der gemeente eene ver
zameling van paarden- of rundermest of ander vuil aanlegt of
heeft, anders dan in geheel waterdicht gemetselde en over
dekte bakken wordt gestraft met geldboete van ten hoogste
vijftien gulden.
Art. 48.
Hij, die buiten eene bebouwde kom der gemeente eene ver
zameling als in art. 47 bedoeld aanlegt of heeft, tenzij op een
afstand van vijf meter van de openbare straat of door een muur
of schutting van ten minste twee meter hoogte daarvan ge
scheiden, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien
gulden.
Art. 49.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden:
1®. hijdie een secreet heeft langs de openbare straat
tenzij door een muur of schutting van ten minste twee meter
hoogte daarvan gescheiden
2®. de bewoner van een huis de gebruiker van een erf of
de eigenaar van een mesthoop waarvan of waaruit water of
eenige andere vloeistof op de openbare straat uitloopt.
Laatstgemelde bepaling lijdt uitzondering ten aanzien van
huizen en erven in straten waar geen gelegenheid bestaat tot
uitloozing van water of van eenige andere vloeistof in een ge
meenteriool of in het openbaar water.
Art. 50.
Hij, die, in strijd met een door burgemeester en wethouders
uitgevaardigd verbod water afkomstig uit grachten of slooten,
gebruikt of doet gebruiken lot het schrobben reinigen of be
spoelen van de straatof een aan de straat gelegen stoep
pui of gevelwordt gestraft met geldboete van ten hoogste
vijftien gulden.
Art. 51.
Hij, die een privaat of riool, bestemd tot afvoer van faecale
stoffen, laat uitloopen in een openbaar water, of in eenig daar
mede al of niet in verbinding staand water of in een riool of
in een zinkput of in een beerput, wordt gestraft met geldboete
van ten hoogste twintig gulden.
Art. 52.
Hij, die aan de openbare straat of hieraan grenzende stoe
pen, belendende deuren of vensters van eene slachtplaats van
rundvee, schapen varkens of paarden wanneer daarin wordt
geslacht, niet zóó gesloten of ingericht heeft, dat van de straat
of stoep daardoor niet naar binnen kan worden gezien wordt
gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden.
Onder slachten isbehalve het afmakenook het villen
uithalen en schoonmaken van het dier begrepen.
Art. 53.
Woidt gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden
1°. hij die bloed afkomstig van een geslacht dierop de
openbare straat laat loopen of daarlangs veegt
2®. hijdiezich met het slachten van dieren ophoudende,
nalaathet bloed en alle andere van de dieren afkomstige on
reinheid in overdekte bakken of troggen te verzamelen, en, zoo
spoedig mogelijk naar de daarvoor bestemde plaatsen te ver
voeren.
Art. 54.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste tien gulden:
Leeuwarden, van Dinsdag 10 November 1896. 125
1® hij, die puin, keizei, afbraakvoorwerpen, takken of der
gelijke brengt of neerwerpt op andere openbare plaatsen dan
die daarvoor door burgemeester en wethouders zijn aange
wezen
2°. hijdie van laatstbedoelde plaatsen gebruik maakt tus-
schen Vrijdagavond na zonsondergang en Maandagmorgen
3®. hij, die aarde of modder op deze plaatsen brengt.
De eigenaar of de aannemer van het werk, dat tot het ver
voer van de- in dit art. genoemde voorwerpen aanleiding heeft
gegeven, is hiervoor aansprakelijk.
Art. 55.
Hij dietenzij tot de daartoe van wege het gemeentebe
stuur aangestelde werklieden behoorendevan eene plaats als
in het vorige artikel bedoeld, puin, keizei, afbraakvoorwerpen,
takken of dergelijke weghaaltwordt gestraft met geldboete
van ten hoogste tien gulden.
Art. 56.
Hijdie puin keizeiafbraakvoorwerpen takken aarde
modder of andere dergelijke stoffen op eene plaats als in art.
54 bedoeld of ook elders over de straat verspreidtuit elkan
der werkt, in het openbaar water of op het ijs werpt, wordt
gestraft met geldboete van ten hoogste vijf gulden.
Art. 57.
Hij, die op de openbare straat boomen plant zonder daartoe
gerechtigd te zijn, wordt gestraft met geldboete van ten hoog
ste vijftien gulden.
Art. 58.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste twintig gulden:
1®. hij die een gebouw, een muur, een schutting of wat
meer van dien aard is, onmiddellijk of door de stoep aan de
openbare straat belendende, opricht, verzet of vernieuwt,
anders dan
a. waar onmiddellijk aangrenzende gebouwen enz. beslaan
in de rooilijn van die gebouwen tenzij de raad de rooilijn
anders hebbe bepaald
bwaar geen onmiddellijk aangrenzende gebouwen enz. be
staan in de rooilijn van de aan dezelfde zijde van straat of
weg bestaande gebouwen, tenzij de rooilijn, door den raad
anders zij vastgestelden waar de rooilijn van die gebouwen
enz. niet dezelfde is of waar aan eene zijde van straat of
weg nog geen gebouwen enz. bestaan in de rooilijn door den
raad bepaald
2®. hij dieindien terreinen door slooten grachten of
omheiningen van de openbare straat afgescheiden door het
dempen of wegnemen van die afscheidingen met de openbare
straat worden verbonden een gebouwbinnen den afstand
van vijf meter daarvan oprichtanders dan met inachtneming
van het bepaalde bij het eerste lid van dit artikel.
Art. 59.
Hijdie eenig vast vooruitstekend getimmerte, van welken
aard ookbehalve gewone gevellijsten vóór of aan het huis
den muur of de schutting, over de stoep of de openbare straat,
onverschillig op welke hoogte of verdieping, inaakt of laat ma
ken wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien
gulden.
Art. 60.
Wordt gestraft met geldboete van ten hoogste vijftien gulden:
1®. hijdie eenig vast getimmertepalen met of zonder
leuningen, kettingen of hekwerken op eene stoep plaatst
2®. hij, die aan eene stoep meerderen oploop naar het ge
bouw geeft dan 1/25 van de breedte van de stoep;